• No results found

6 EHS in De Venen

6.4 EHS in deelprojecten

6.4.3 Deelproject Groot Mijdrecht Noord

Een belangrijk onderdeel van het project De Venen is de polder Groot Mijdrecht Noord. Groot Mijdrecht Noord is een diepe droogmakerij ten westen van de Vinkeveense Plassen. De diepe ligging van deze polder (6 meter onder NAP) en de doorgaande bodemdaling veroorzaken verschillende waterproblemen. Om de polder droog te houden moeten enorme hoeveelheden water uitgemalen worden. Dit (door de landbouw en zilte kwel) vervuilde water leidt echter tot problemen voor de natuur in de omgeving van Groot Mijdrecht Noord (Provincie Utrecht et al., 2006). Om landbouw in de toekomst blijvend mogelijk te maken is bovendien een verdere verlaging van het grondwaterpeil nodig. Deskundigen vinden verdere peilverlaging echter niet verantwoord, vanwege de negatieve gevolgen ervan (zilte kwel, spontane wellen en ‘opbarsting’ van de bodem door kwelwater) (Provincie Utrecht et al., 2006).

De waterproblematiek in Groot Mijdrecht Noord is al decennia onderwerp van discussie. Een vertegenwoordiger van hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht vertelt: “In 1982 heeft de dijkgraaf van het toenmalige waterschap al gezegd: ‘Provincie, er moet wat gebeuren met de polder Groot Mijdrecht, want die kun je niet tot in lengte van jaren droog blijven malen. Dus denk eens na over een andere functie’.” De stuurgroep De Venen kiest er in 1998 echter bewust voor om de waterproblematiek niet mee te nemen in het Plan van Aanpak De Venen. Een betrokkene van de gemeente De Ronde Venen vertelt: “Er was toen nog geen Nationaal Bestuursakkoord Water of WB21 (nota Waterbeheer in de 21e eeuw). Het zat er aan te komen,

maar het was er nog net niet. (…) Het werd wel gezien dat water een heel belangrijk punt zou worden, maar het werd ervaren als: ‘Als we dat óók nog doen, dan belasten we het proces teveel en dan kan het gaan stranden.’ Zo gevoelig lag het.”

Zoals afgesproken in het Plan van Aanpak De Venen wordt een gebiedscommissie ingesteld om de inrichting van het westelijk deel van de polder Groot Mijdrecht Noord nader uit te werken (zie 6.3.2). Na ruim anderhalf jaar onderhandelen bereikt de gebiedscommissie Groot Mijdrecht Noord in 1999 een compromis. Het westelijk deel van de polder zou voor een deel natuur (190 ha reservaatsgebied) worden en voor een deel agrarisch blijven. Op de laatste vergadering trekt de vertegenwoordiging vanuit de agrarische sector, onder druk gezet door de achterban, de steun aan het compromis echter in. Een vertegenwoordiger van de natuurvereniging De Groene Venen, destijds lid van de gebiedcommissie, herinnert zich: “Daar hadden we anderhalf jaar hard aan gewerkt. De agrariërs hadden daar redelijk aan

meegedaan, een beetje onder protest, maar ze hebben daaraan meegedaan. En op de laatste vergadering hebben ze dat laten vallen.”

Gedeputeerde Robbertsen van de provincie Utrecht neemt dan een drastisch besluit. Was oorspronkelijk de gedachte om de gehele polder tot natuur om te vormen, Robbertsen beslist dat alleen het oostelijk deel van Groot Mijdrecht Noord een natuurbestemming krijgt. Het westelijk deel wordt 12 jaar lang (tot 2012) met rust gelaten. Een betrokkene van de provincie Utrecht licht toe: “In het westelijk deel van Groot Mijdrecht Noord ligt een reservering van 190 ha (reservaatsgebied). Daarvan is afgesproken: we gaan 12 jaar verwerven en kijken dan hoe de overblijvende verhouding landbouw-natuur is. Daarna gaan we definitief begrenzen.”

Vijf jaar later is de waterproblematiek in Groot Mijdrecht Noord – als gevolg van de ontwikkelingen in het waterbeleid (o.a. de totstandkoming van de Kaderrichtlijn Water in 2000 en het Nationaal Bestuursakkoord Water in 2003) – een onontkoombaar issue geworden. De provincie Utrecht stelt de wateropgave voor het deelgebied opnieuw aan de orde. Ondanks de afspraak om het westelijk deel van de polder tot 2012 met rust te laten, introduceert de provincie in haar nieuwe streekplan van 2005 de mogelijkheid van waterberging in Groot Mijdrecht Noord. Zo staat op pagina 12 van het Streekplan: “Polder Groot Mijdrecht en naastgelegen droogmakerijen in De Venen liggen vier meter dieper dan de omgeving. De polders trekken daardoor veel grondwater naar zich toe. Hierdoor ligt in dit gebied een aanzienlijke wateropgave. (…) Als hierbij de urgentie is aangetoond en er zicht is op toereikende financiering, dan nemen wij, mede in relatie tot de evaluatie van het Plan De Venen en na een integrale afweging van alle relevante belangen, een besluit over waterberging in dit gebied (Provincie Utrecht, 2004).”

Naar aanleiding van het nieuwe streekplan besluiten de provincie Utrecht, het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente De Ronde Venen een open planproces op te starten in Groot Mijdrecht Noord. Er wordt een projectteam in het leven geroepen en adviesbureau Habiforum wordt ingeschakeld om het planproces te begeleiden. Uit een eerste interne voorverkenning in 2004 en 2005 blijkt andermaal dat de polder ‘het afvoerputje’ van De Venen is. De bodemdaling leidt in combinatie met de bestaande drooglegging tot ernstige problemen op het gebied van waterkwaliteit en -kwantiteit. Eind mei 2005 wordt een publieksavond georganiseerd om deze problematiek te bespreken. Er komen maarliefst 300 mensen op de informatieavond af (in het plangebied wonen op dat moment 389 mensen) (Raad voor het Landelijk Gebied, 2007).

De grote belangstelling voor de publieksavond van mei 2005 blijkt vooral een uiting te zijn van de grote onrust die opnieuw ontstaat over de toekomst van Groot Mijdrecht Noord. In de loop van het interactieve planproces groeit het wantrouwen bij bewoners en grondgebruikers. Ze hebben geen vertrouwen in de openheid van het planproces en de onafhankelijkheid van de projectorganisatie. Een medewerker van de provincie Utrecht legt uit: “De manier en het tijdstip waarop dat was ingestoken heeft er voor gezorgd dat het vertrouwen bij bewoners en grondgebruikers nooit is geland. Dat had misschien ook met mensen te maken. Er zat een extern adviseur op, (…), maar aan die man hing een aura van ‘het moet hier onder water komen’. (…) Feitelijk wezen de eerste voorverkenningen voor het gebied ook die richting op.” In de loop van 2006 ontwikkelt de projectorganisatie een aantal strategieën (scenario’s) voor de toekomst van de polder. Dit moet uiteindelijk leiden tot de keuze van een voorkeursstrategie medio 2007. Zover komt het echter niet. De strategieën worden niet goed ontvangen door de bewoners en grondgebruikers in het gebied. Een vertegenwoordiger van natuurvereniging De Groene Venen legt uit: “Het waren vier scenario’s: nat, natter, natst en één scenario ‘niets doen’. Het scenario ‘niets doen’ werd een beetje als karikatuur neergezet, en in de andere scenario’s was het eigenlijk ‘wegwezen’ voor de boeren. Dat is natuurlijk niet zo bar open.” De medewerker van de provincie Utrecht zegt hierover: “De projectorganisatie

vond wel dat alle scenario’s een eerlijke kans en beoordeling kregen. Op basis van wat de bewoners hebben aangereikt is er bijvoorbeeld een scenario ‘Technieken’ verder uitgewerkt, waar ze zelf eerst niet aan hadden gedacht. Dus in hun beleving deden ze een hoop met wat er vanuit het gebied aangereikt werd. Maar dat heeft voor de mensen in het gebied nooit de beleving van onafhankelijkheid gekregen.”

De bom barst echt als Gedeputeerde Staten van Utrecht in januari 2007 voorstellen geen peilaanpassing meer te doen in de polder Groot Mijdrecht Noord, wat betekent dat de polder op termijn onder water komt te staan. Ondanks het feit dat het voorstel van GS in lijn is met het concept Watergebiedsplan dat in 2006 aan belangenorganisaties en bewoners is voorgelegd, leidt het tot grote protestacties van bewoners en grondgebruikers. Een vertegenwoordiger van LTO vertelt: “Dat houdt dus in dat de boeren, omdat de polder zakt, zo zachtjes aan onder water komen te staan. Maar die boeren betalen net zo goed waterschapsbelasting als in een andere polder. Dus waarom hen anders behandelen dan anderen? Dan moet je ze daar ook voor compenseren. Maar dat is niet gebeurd. Dus toen zijn wij als LTO in de hoogste boom geklommen, en de bewoners ook.”

Om de gemoederen tot bedaren te brengen besluiten Provinciale Staten van Utrecht in juli 2007 een onafhankelijke onderzoekscommissie in het leven te roepen. Deze commissie van waterdeskundigen, onder voorzitterschap van oud-minister Remkes, krijgt de opdracht de juistheid en volledigheid van eerder gedane onderzoeken en rapporten over water en bodemdaling in Groot Mijdrecht Noord te onderzoeken. Met deze ‘noodgreep’ hoopt de provincie het planproces weer vlot te trekken. De Commissie Remkes presenteert eind januari 2008 haar bevindingen aan bewoners en omwonenden van het gebied. Aanvankelijk zou de commissie eind 2007 rapporteren, maar ze blijkt meer tijd nodig te hebben om tot ‘een afgewogen en verantwoord oordeel’ te kunnen komen. Bovendien hebben de bewoners van het gebied veel vragen over water en bodemdaling gesteld, die door de commissie beantwoord moeten worden. Een betrokkene van de provincie Utrecht zegt hierover: “De bewonersgroep stelt allemaal vragen aan die commissie. Dus daar hebben ze in ieder geval wel vertrouwen in, in Remkes. We moeten maar zien wat er uit komt. En hoe het dan weer ligt met het vertrouwen.”

De Commissie Remkes is nog maar een paar maanden aan het werk of de bom barst opnieuw in Groot Mijdrecht Noord. Eind oktober 2007 ondertekent gedeputeerde Binnenkamp van Utrecht een contract met staatssecretaris Huizinga van VenW (als onderdeel van het Urgentie Programma Randstad) waarin staat dat Groot Mijdrecht Noord mogelijk wordt aangewezen als grote waterbergingslocatie, in ruil voor een financiële bijdrage van het rijk (Van Ginkel, 2007). Een vertegenwoordiger van de gemeente De Ronde Venen licht toe: “Daar bedoelen ze mee dat als de Amstel te hoog staat, je misschien een overlaat moet hebben, en dan kun je Groot Mijdrecht Noord aanwijzen. Dat is natuurlijk wel mooi bedacht, maar eigenlijk moet je dan eerst een keuze maken of het wel of geen plas wordt, permanent. Daar hadden ze dus even mee moeten wachten.”

De betrokken partijen in het planproces rond Groot Mijdrecht Noord zijn erg ontstemd over de afspraak tussen rijk en provincie. Zo laat de gemeente De Ronde Venen in een persbericht weten: “Burgemeester en Wethouders van De Ronde Venen vinden het onjuist dat in het vandaag (29 oktober 2007) gesloten contract tussen rijk en provincie over inrichting van de polder Groot Mijdrecht Noord sprake is van mogelijk grootschalige waterberging in het gebied. Bij de tot nu toe genoemde problemen in het gebied is dit punt nooit genoemd en het is dus ook nooit in de opdracht voor Groot Mijdrecht Noord opgenomen geweest. De wenselijkheid van grootschalige waterberging doet volgens het college geen recht aan afspraken die zijn gemaakt met de bewoners van Groot Mijdrecht Noord.” Welke gevolgen het

contract tussen rijk en provincie heeft voor het verdere verloop van het planproces in Groot Mijdrecht Noord is begin 2008 nog niet duidelijk.