• No results found

Foutieve wilsovereenstemming

In document De strafbare deelneming (pagina 33-35)

Hoofdstuk 1. De wilsovereenstemming

5) Foutieve wilsovereenstemming

72. Zoals hierboven al werd aangehaald, dient de wilsovereenstemming specifiek te zijn. Dit is een noodzakelijke vereiste om te kunnen spreken van een strafbare deelneming. Dit vereist dan ook dat de overeenstemming betrekking moet hebben op éénzelfde welbepaald misdrijf.82 Dit betekent

dus dat het voorgenomen misdrijf overeen dient te stemmen met het gepleegde misdrijf.

73. De mogelijkheid bestaat dat er zich bij de totstandkoming van de wilsovereenkomst fouten voordoen. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat het misdrijf, dat door de hoofddader wordt gepleegd, een andere vorm aanneemt dan voordien was overeengekomen tussen de hoofddader en de deelnemers. Deze foutieve wilsovereenstemming kan zich op verschillende vlakken voordoen. Er kan een ander misdrijf zijn gepleegd dan eerst overeengekomen of er kan een ander slachtoffer zijn dan waartoe de betrokkenen tot een overeenstemming zijn gekomen.

80 F. KUTY, “La responsabilité pénale du chef des circonstances aggravantes réelles”, in F. ROGGEN, Actualités du droit

pénal, Brussel, Bruylant, 2009, 31-88.

81 Zie deel 2, Hoofdstuk 3 voor een uitgebreide bespreking van de verzwarende omstandigheden in het kader van het arrest Göktepe EHRM.

82 C. J. VANHOUDT en W. CALEWAERT, Belgisch Strafrecht, D.2, Antwerpen – Brussel – Gent – Leuven, Story – Scientia, 1976, tweede editie, p. 593.

74. Wanneer er zich een fout bij de wilsovereenstemming voordoet omtrent het misdrijf, dan wordt er een ander misdrijf gepleegd dan welke het voorwerp was van de wilsovereenkomst tussen de deelnemers. De dader zal overgaan tot het plegen van een ander misdrijf dan welke initieel werd overeengekomen. Dit zorgt er op zijn beurt voor dat de vereiste band, gecreëerd door de kennis en het opzet, tussen de daad van de deelneming en het misdrijf verbroken wordt.83

Er kunnen zich dan twee mogelijkheden voordoen. Ofwel is het gepleegde misdrijf zwaarder dan datgene waar initieel een wilsovereenstemming over bestond, ofwel is het gepleegde misdrijf juist lichter dan het oorspronkelijk overeengekomen misdrijf. De aard van het misdrijf moet wel dezelfde gebleven zijn.

In het eerste geval, wanneer het gepleegde misdrijf zwaarder is dan het voorgenomen misdrijf waarover een overeenstemming bestond tussen de daders en deelnemers, zal de deelnemer enkel strafbaar zijn voor het misdrijf dat het voorwerp uitmaakte van de oorspronkelijke wilsovereenstemming. De deelnemer is dan strafbaar aan de minder zware feiten. Zo wordt een persoon die een wapen levert aan iemand anders niet vervolgd voor moord of doodslag wanneer ze vooraf zijn overeengekomen dat het wapen enkel zou dienen ter intimidatie en eventueel voor enkele slagen uit te delen. De deelnemer zal dan enkel vervolgd kunnen worden voor die slagen en verwondingen, aangezien zij dat vooraf zijn overeengekomen, en dus niet wegens de moord of de doodslag.

Het is ook mogelijk dat het gepleegde misdrijf van dezelfde aard lichter is dan het misdrijf waarover vooraf een wilsovereenstemming was. In dit geval zal de deelnemer strafbaar gesteld worden voor de lichtere feiten. Als we hetzelfde voorbeeld nemen, kunnen we nu de strafbare gedragingen omdraaien. Vooraf werd tussen de partijen overeengekomen om een moord te plegen, maar uiteindelijk heeft de hoofddader zich enkel schuldig gemaakt aan slagen en verwondingen. Dit brengt met zich mee dat ook de deelnemers enkel vervolgd zullen worden voor het misdrijf van slagen en verwondingen.

De mogelijkheid bestaat ook dat het misdrijf dat werd uitgevoerd, volledig anders is dan dat misdrijf waarover initieel een wilsovereenstemming bestond.84 Ook hier maken we het onderscheid tussen

83 F. VERBRUGGEN, “Strafbare voorbereidingshandelingen in België: een autopsie zonder lijk”, in F. VERBRUGGEN, E. PRAKKEN en D. ROEF, Voorbereidingshandelingen in het strafrecht, Preadviezen voor de Nederlands-Vlaamse

Vereniging voor Strafrecht 8 oktober 2004 te Tilburg, Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2004, 70.

de lichtere en de zwaardere misdrijven dan oorspronkelijk overeengekomen. Indien het gepleegde misdrijf een andere aard heeft en bovendien zwaarder is dan het misdrijf waarover een eerdere wilsovereenstemming bestond, is men van oordeel dat er geen band meer aanwezig is tussen de dader en de deelnemer. Zo zal de deelnemer niet schuldig zijn aan moord als men enkel een diefstal overeengekomen is. Omgekeerd kan men stellen dat wanneer er een misdrijf wordt uitgevoerd van een andere aard die lichter is, er eveneens geen band meer aanwezig is en daardoor zal de deelnemer ook niet strafbaar zijn.

75. De fout in de wilsovereenstemming doet zich niet enkel voor in de hoedanigheid van het misdrijf, er kan immers ook een fout tot stand komen in de hoedanigheid van het slachtoffer. Zo komt men tot de wilsovereenstemming dat er een misdrijf zal gepleegd worden ten aanzien van een bepaald slachtoffer, maar in werkelijkheid zal het misdrijf uitgevoerd worden ten aanzien van een ander slachtoffer. In dit geval moet de rechter goed nagaan wat de overeenkomst tussen de dader en de deelnemers precies inhoudt.85

Dit kan het best geïllustreerd worden aan de hand van een arrest van het Hof van Cassatie. Deze zaak ging over een deelnemer die een wapen heeft verstrekt aan een dader met het oog op het plegen van een overval op een postkantoor. De dader veranderde echter van gedachten en besliste om zijn overval uit te voeren op een bankkantoor. Het Hof was hier van oordeel dat de overeenkomst die gesloten was tussen diegene die het wapen leverde en de overvaller niet beperkend was. De leverancier van het wapen had kunnen, en zelfs moeten, voorzien dat de overval eender waar zou kunnen worden uitgevoerd. Zo wordt de leverancier toch beschouwd als deelnemer aan de bankoverval.86

In document De strafbare deelneming (pagina 33-35)