• No results found

Hoofdstuk 4: Performance maakt straatvoetbal Echt

4.3 Flow tijdens Performance

De wedstrijd die de Street Kings speelden op Sint Maarten was zo’n performance waarbij de straatvoetballers hun cultuur wilden vertegenwoordigen.

Uit boxen in de hal klinkt harde, opzwepende rap muziek en Caraibische salsa. Twee jongetjes van een jaar of acht zijn echte b-boys en dansen er in de catacomben op los. De mensen beleven voetbal hier heel anders dan op Curacao en Aruba. Er is nog meer passie, het is Caribbean, donker, meer Jamaicaans. Dierlijk, broeierig, seksueel … mannen met ontblote torso dansen bij de bar met vrouwen met hele strakke broekjes alsof ze seks hebben. In de zaal maken tweehonderd mensen herrie voor een paar duizend man. Elke actie van de jongens wordt begeleidt met gejuich waar de deejay nog net bovenuit komt als hij na een geslaagde akka de naam van de speler omroept en de laatste lettergreep rekt, “Orryyyyy….”.. Het zwelt aan tot een hoogtepunt waarbij mensen op de banken springen, vrouwen uitbundig joelen en mannen woest met vlakke hand tegen de boarding slaan. Dan gebeurt er iets bijzonders. Ineens lukt alles. De jongens gaan los. Ze vinden elkaar makkelijker dan ik in twee weken heb gezien. Acties lukken ineens, ze dagen uit, zoeken hun tegenstander op, gooien er een combo uit en draaien weer terug. Nog een keer … Er is harmonie. Ze genieten. Ze raken in een flow.

Flow is een gevoel waarbij je je tegelijkertijd heel bewust bent van wat je doet én toch niet bewust bent van je eigen aanwezigheid. Het is een machtig gevoel dat je in staat stelt in perfectie uit te voeren wat je eerder (soms jarenlang) hebt bestudeerd of je eigen gemaakt hebt maar het gaat verder dan de improvisatie waar de jongens het over hebben bij het inzetten van een actie waarbij ze intuïtief een tegenstander passeren. In dat geval voert het lichaam op momenten handelingen uit zonder dat ons brein hier een bewuste keuze maakt. Flow gaat verder.

Orry heeft de bal. Hij begint weer te klapperen, zijn handelsmerk en kenmerk van zijn eigen stijl. Ineens valt me op hoe hij in het ritme van de muziek zit. Het is het

nummer Party Hard van Donae’o. Hij trekt de bal terug onder zijn voet, beweegt zijn bovenlichaam ritmisch mee en zijn dreads [rasta’s] schieten heen en weer voor zijn ogen die naar beneden zijn gericht. Hij kijkt niet, lijkt in trance. Voor hem cirkelt een verdediger als een bromvlieg om hem heen. Hij doet alsof hij zich nergens wat van aantrekt.

“The roof the roof the roof is on fire … we dont need no party let them things dem burn , burn burn burn … me ah go party hard … you know we ah go party hard”. Op

de snelle beats gaat de bal razendsnel van links naar rechts, slaat de muziek een beat over dan doet Orry dat ook door de bal onder zijn voet door te laten gaan en hem een pas later weer op te pikken of door hem achter zijn standbeen langer door te trekken om zo in de beat te blijven. Als ik hem er op aanspreek kijkt hij me verbaasd aan. Hij heeft niets in de gaten gehad.

Je treedt buiten jezelf tot het moment dat je je realiseert waarmee je bezig bent. Dan is de flow voorbij. Victor Turner en Mihaly Csikszentmihaly hebben in hun werk het fenomeen flow geprobeerd te omschrijven. Ian Maxwell beschrijft hun bevindingen en omschrijft flow als ‘the experience of merging action and intention; a loss of ego … a person in flow finds himself in control of his actions and of the environment’

(Csikszentmihaly en Turner in Maxwell 2003: 236).

Als ik echt in een flow zit, dan ben ik op dat moment unstoppable. Als je bepaalde doelpunten scoort ... je hebt wel een idee en weet dat je het kan. En soms heb je nieuwe dingen en die ga je dan in een wedstrijd proberen. En als het dan meteen allemaal lukt, dan weet je, ‘ja, ik zit echt in een flow’... Of je komt in een situatie waarin je eigenlijk denkt van, ‘Shit, hier heb ik eigenlijk geen oplossing. Ik doe maar dit .. ‘. En er komt iets fantastisch uit .. Ja, dan verras je jezelf weleens. Ik heb op deze trip twee keer achter mijn standbeen gescoord. Dat is me in 35 jaar nog niet gelukt. “

Edje

In het geval van straatvoetbal is flow een intersubjectief verschijnsel. Medespelers, tegenstanders en publiek spelen een rol als het bij één of meerdere spelers optreedt. Een intense beleving en gejuich van het publiek kan de aanzet zijn maar ook enkele geslaagde acties van medespelers of goed samenspel. Spelers onderling en/of

benadert dit fenomeen als ‘communitas, the forging of the raw material of collective being through the ritualized sharing of experience’(Turner in Maxwell 2003: 214). Als spelers het onderling voelen, leg ik dit uit als de bevestiging van straatvoetballers dat zij een gemeenschappelijke stijl delen en dus een groep zijn. Echter, waar Turner benadrukt dat de gedeelde ervaring tijdens een performance tot een sterkere

groepsband leidt, wil ik benadrukken dat het de straatvoetballers er vooral om te doen is dat zij hun cultuur vertegenwoordigen en straatvoetbal Echt willen maken.

Straatvoetbal is dan de performance van het Echte straatvoetbal zoals het in de herinnering van een aantal straatvoetballers bestaat.      

  Steven Feld plaatst het begrip flow in relatie met het uiten van een stijl zoals de straatvoetballers dat doen. Het is een gevoel dat straatvoetballers in staat stelt het Echte straatvoetbal te herkennen. Hij legt de nadruk op het intuïtieve gevoel dat kenmerkend is voor flow en dat een aangeleerd gevoel is, ‘that the fit between any given experience and one’s learned expectations of that experience is experienced, affectively, primal, as unmediated’ (Feld in Maxwell 2003: 237). Straatvoetballers zullen een performance dan herkennen als het Echte straatvoetbal. Dan zullen ze zeggen, “Dit is ‘het’”, en soms zullen ze claimen dat het “het niet helemaal” was. Wat dan ontbreekt is het gevoel dat ze ‘geraakt zijn’.

Tijdens een performance worden de straatvoetballers waardige

vertegenwoordigers van het Echte straatvoetbal. Het is dan niet iets dat zij hebben gecreëerd. Nee, het was er altijd al, wachtend om te worden uitgevoerd. Het moment waarop zij die representatie inzetten, is wat Judith Butler een ‘essence fabrication’ noemt (Maxwell 2003:36). Deze vorm van vertegenwoordiging is gebaseerd op het gezamenlijk geloof in de Echtheid van het straatvoetbal. Deze authentieke versie van straatvoetbal is dan geen ‘pure’ culturele uiting maar een stijl die zij zelf hebben gecreëerd en die recht doet aan het Echte straatvoetbal zoals dat in hun hoofd bestaat.  

Na afloop van de wedstrijd zitten we in de auto. Issy zegt. ‘Wat een gekkenhuis was dat. Ik wilde alleen maar dat het gejuich voort zou duren. Dat had ik echt even nodig. Dit heb ik gemist zeg! Wij geven plezier en zij geven ons dat plezier weer terug. Dan voel ik mijn pijntjes niet meer.’ Ed vult hem aan: ‘Vroeger was het in Amsterdam ook zo. In de Sporthallen Zuid, het Nike pleintje, Iepenpleintje .. Ineens moest ik daar aan denken. Daar stonden de portieken rondom het plein en zaten mensen op de balkons alsof het een tribune was. Hier is het vandaag ook zo. Het geluid is hetzelfde. En niet eens omdat er een doelpunt wordt gemaakt. De mensen begrijpen ons hier.

Als ik op de bal ga staan of als ik hem in zijn ogen kijk voordat ik een actie maak. In Nederland begrijpen ze dat niet, hier wel. Het is straatcultuur.’ Op de achterbank kijkt hij naar buiten het donker in. De herinnering leeft weer. ‘Dit is mijn heroïne. Dat is het echt! One hit. Een gevoel dat je een keer hebt gehad en waar je daarna altijd weer op zoek gaat. Nog steeds’.

4.4 Conclusie

Door middel van performance blijft straatvoetbal bestaan. Dat wil zeggen, de versie van de sport zoals een groep jongens uit Amsterdam zich dit herinnert, houden zij levend in hun hoofden. Dit gebeurt grotendeels op een onbewust niveau, als ze in een flow zitten bijvoorbeeld. Het versterkt het gevoel van verbinding tussen de leden van een groep. Het is fascinerend dat spelers en publiek, leerlingen en docenten, jong en oud, Nederlanders en Antillianen zich verbonden kunnen voelen vanaf het moment dat een bal begint te rollen.

Deze intersubjectiviteit is een essentiële voorwaarde als straatvoetballers tijdens een performance proberen het Echte straatvoetbal te beleven. Want dit is de gelegenheid waarop zij hun cultuur Echt kunnen maken. Maar er is misschien nog een extra dimensie. Tijdens de wedstrijd op Sint Maarten deed zich een moment voor waarna straatvoetbal meer werd dan deze performance. Vanuit het niets ontstond een situatie die de mens altijd heeft gefascineerd. De mens heeft een aangeboren aanleg in extase te kunnen raken bij het zien van iets dat de werkelijkheid ontstijgt. Dan is de mens getuige van een Waarheid, The Real. In het Echte straatvoetbal van de jongens ligt een Waarheid besloten. En dit willen ze uitdragen.