• No results found

Hoofdstuk 5: Op zoek naar The Real

6. Epiloog: 6 mei

Het wordt Kings of Amsterdam. Het wordt vier tegen vier in een kooi, en met een keeper. Ieder team krijgt een soort lounge hoek en als het team eruit ligt, valt het doek voor hun lounge en valt hun grote teamfoto vanuit het dak naar beneden. Tot er nog maar één foto hangt, van de Kings of Amsterdam. En die krijgen dan geen beker maar een kroon. En een ring, net als in de NBA. ‘Doe je zelf ook mee?’ Nee .. En dat wil ik ook niet. Het is beter. Een nieuwe generatie moet opstaan. Het is alleen voor de jongeren, tot 24 jaar. De oude generatie staat de jongeren toch maar in de weg.

Edje

Herbie en Issy betreden de kooi van het Amsterdam MyGround toernooi

Nike gaat de komende vijf jaar het straatvoetbal nieuw leven inblazen. En vanavond wordt het startschot van de campagne gegeven in de Beurs van Berlage in Amsterdam met een toernooi. De jongens hebben het me al vaker verteld: ‘Er zijn geen toernooien meer ..!’ Met andere woorden, er zijn geen performances meer die noodzakelijk zijn om de cultuur van straatvoetbal levend te houden. In 2005 was het laatste grote toernooi. Nike heeft dit aangevoeld en in overleg met een paar legends van het straatvoetbal een nieuwe opzet van het spel bedacht. Feitelijk steken ze het straatvoetbal uit de gouden jaren in een nieuw jasje. Het is een uiting van de merkwaardige symbiose tussen commercie en underground die leidt tot nieuwe vormen van jeugdcultuur.

’s Middags lopen Edje en ik al door de Beurs van Berlage. De keuze voor zo’n klassiek en historisch gebouw leg ik uit als een middel om het evenement van vanavond meer gewicht te geven, ‘authentieker’ te maken. Vanavond biedt de Beurs onderdak aan acht teams van vijf straatvoetballers en duizend jongeren in het publiek

die (alleen op uitnodiging) getuige mogen zijn van de poging van Nike tot de

wedergeboorte van het Echte straatvoetbal. We lopen over een prachtige houten vloer waar ook nu weer wat mis mee is (‘te glad’ – er is altijd wel een excuus voorhanden voor het geval het Echte straatvoetbal zich niet laat zien). Spotlights in rood, paars en wit schieten door de hal die is ingericht als een kooi met netten als afscherming van de tribunes die direct grenzen aan de boarding van het veld. Alles moet kloppen om de herinnering aan vroeger op te roepen. De verwachtingen zijn hoog. Alle

ingrediënten zijn aanwezig voor de terugkeer van het Echte straatvoetbal. Het enige wat Nike niet in de hand heeft, is het spel van de deelnemers.

In lijn met de ideeën van Birgit Meyer is dit toernooi een performance die

straatvoetballers aanwenden om hun stijl te vormen en de gemeenschap te versterken. Ik beschouw dit evenement echter ook als een poging van Nike om The Real op te roepen. Bekeken vanuit de filosofie van Foucault kan Herinnering een instrument zijn om The Real te ervaren en gebruikt Nike deze performance om de herinnering aan Echt straatvoetbal opwekken. Tenslotte kan ik in dit toernooi ook de mogelijkheid herkennen dat zich in de lezing van Zizek en Badiou een Sublime of Event voor kan doen: een gevoel dat overweldigend is waardoor The Real zich kan laten zien.

Heel belangrijk voor mijn beeldvorming is dat dit evenement niet underground is maar is opgezet als een grootschalig commercieel evenement dat is georganiseerd door een multinational. Voor de straatvoetballers is dit geen enkel bezwaar het te accepteren als een authentieke uiting van hun cultuur. De uitingen waar Nike voor kiest zijn relikwieën uit de gouden jaren, gebaseerd op wat straatvoetballers zien als de belangrijkste elementen van hun cultuur.

Nike benadrukt dat het event van vanavond ‘van de straat’ is. Op de boarding staat de slogan “Amsterdam MyGround 2013” waarmee het de boodschap wil uitstralen dat de winnaar Amsterdam heeft veroverd. Het is een link naar het aloude begrip dat iedere straatvoetballer de beste wil zijn van zijn eigen plein. Alsof er een lange weg is geweest die de spelers hebben moeten afleggen voordat ze hier, op dit podium, kunnen strijden voor de titel Kings of Amsterdam. Daarnaast zijn alle kaarten verspreid binnen de kennissenkring van de harde kern van de straatvoetballers en is het event niet open voor publiek. Dit uitsluitingsmechanisme roept een gevoel op van exclusiviteit voor de uitverkorenen die het event mogen meemaken. Op de tribunes herken ik de stijlkenmerken van de jongeren uit de stadswijken: petjes, sneakers,

jeans en een stoer voorkomen. Negen van de tien jongens zijn van ‘Marokkaanse’ of ‘Surinaamse’ achtergrond. Het zijn jongens van de ‘straat’.

De oudere generatie geeft vanavond als het ware haar erfgoed door aan de jongere generatie en doet dit door haar symbolen over te dragen en zo een brug te slaan naar de toekomst. Dus geen Edje, geen Orry, Djuke, of Vaantje op het veld ... Zij hebben een andere rol, als organisator (Edje), coach (Orry) of kritisch toeschouwer. Issy, Atta, Taka en Nabil doen daarentegen wel mee aan het toernooi. Zij zijn de laatste

straatvoetballers van naam die de gouden jaren hebben meegemaakt. Herbie is de scheidsrechter vanavond. Hij kent alle jongens persoonlijk en is de enige die in de gemeenschap het respect heeft van iedereen om deze avond soepel te laten verlopen.

Het toernooi begint. Een deejay draait HipHop muziek vanuit een hoek van de zaal, ook tijdens de wedstrijden. De acties van de spelers worden begeleid door die zelfde deejay die de jongens bezwerend aanspoort tot meer acties, af en toe gevolgd door extatische uitroepen als een akka lukt. Maar dat gebeurt niet vaak. De wedstrijden lijken meer op kooigevechten dan een sierlijke voorstelling. Het is bikkelhard. Soms knallen twee spelers tegen de boarding, dan zie ik bloed op een shirt. Het is bijna onmogelijk je skills te laten zien. De jongens kunnen niet op techniek spelen en dat is toch waar het publiek voor komt. Vaantje windt zich op langs de kant. Hij trekt met zijn handen aan de hekken, alsof hij het liefst direct het veld in zou stappen. En hij steekt zijn mening niet over stoelen of banken. ‘Als ik mee mocht doen, dan zouden ze wat zien! Dit is niks zo, ik geef iedereen een panna hier! Wat is dit? Zó zakelijk! Voor mij is straatvoetbal winnen met stijl! Mooi, gracieus, mooie sleepbewegingen. Dan heb ik het niet nodig om rof [hard] te spelen. Maar het niveau dat we toen hadden, ik zie het niet … Zet mij erin, en Edje ..! Ik zie geen personalities.’

Ik hoor het van meerdere oudere jongens. Er lopen geen persoonlijkheden tussen zoals Edje of Vaantje dat vroeger waren. Die straalden echt wat uit. Zij beklagen zich omdat ze in lijn met Foucault The Real willen oproepen door middel van hun

herinnering. Maar hoe kunnen de jongere spelers vanavond het Echte straatvoetbal spelen als ze geen herinnering hebben aan de tijd dat het gespeeld werd? Hun

geheugen kan hen niet helpen en dus wordt het Echte straatvoetbal niet gespeeld. De straatcultuur zoals die ‘vroeger’ bepalend was voor de vorm van het Echte

straatvoetbal bestaat niet meer. De oudere generatie spelers beklaagt zich dat de jongere jongens van nu meer binnen zitten. Zij hoeven hun status niet meer op straat te winnen maar kunnen die ook online door filmpjes en foto’s te posten op platforms als Facebook waar ze tot duizenden volgers hebben. Online ontwikkelt zich zo een nieuwe Real, een werkelijkheid die, zoals Jean Baudrillard voorstelt, los staat van de echte wereld omdat hij gebaseerd is op beelden in de media. Hij bestaat als een illusie, en niet in de echte wereld.5 Daarnaast voetballen de jongere spelers meer in de zaal dan op straat. Omdat ze daar in een beschermde omgeving met regels en

scheidsrechters spelen, hoeven ze zich niet op straat staande te houden en dus ontwikkelt hun persoonlijkheid zich anders. Tenslotte maakt de gemeente met haar stedelijke herinrichting oude structuren van sociale dynamiek op straat kapot.

Dan gebeurt het. Het team van Nabil en Taka speelt tegen het team van de

schoenenwinkel Patta. Het is een ongelijke strijd en Nabil en Taka ruiken bloed. Dit is hun kans de tegenstander te vernederen zoals dat hoort bij Echt straatvoetbal. Ze zoeken hun tegenstanders continu op met een arrogante houding van ‘Wat kun je dan?’. Uitdagend gaan ze met de bal aan de voet op hun tegenstander af, kin omhoog en borst vooruit. De bal als een stuk aas aan een hengel uitnodigend voor zich uit spelend, net niet of net wel ver genoeg voor de tegenstander om te happen. De deejay voelt het aan en schreeuwt in de microfoon, “Stúren, Stúren, Stúren …”, synoniem voor ‘laat hem alle hoeken van het veld zien’. En het publiek gaat eindelijk los. Weg is het heen en weer getik en zakelijk overspelen afgesloten met een droog

afstandsschot. Hier zijn ze voor gekomen! Taka gaat op de bal staan, zet zijn petje even recht en steekt zijn armen over elkaar. Het publiek staat op de banken. Nabil gooit de ene na de andere akka eruit en vanaf de tribunes klinkt een luid gejoel. Djuke naast me op de tribune geeft ook commentaar, “Die jongens worden mishandeld.                                                                                                                

Leeuwen tegen schapen, je kan dan niks meer dan geslacht worden.” Dit is het Echte straatvoetbal, iedereen voelt het. Alles wordt één, iedereen is gebiologeerd door die enige plek op het veld die ertoe doet, waar de bal is.

Nabil en Taka zijn de enigen die vanuit hun herinnering het Echte straatvoetbal willen spelen. Zij zijn roependen in de woestijn, de andere spelers delen deze herinnering niet omdat ze van de jongere generatie zij die zaalvoetbal speelt en minder op ‘straat’ leeft. Twee andere spelers zouden ook in staat moeten zijn het Echte straatvoetbal te laten zien vanavond: Issy en Atta. Zij doen het niet en dit heeft een andere reden. Zij voetballen professioneel zaalvoetbal in de eredivisie en gaan mee met de

zaalvoetbalstijl die vanavond overheerst. Op deze avond geloven zij in lijn met Zizek niet in straatvoetbal.

Hun team kwalificeert zich echter wel voor de halve finales met dank aan het zakelijke spel dat zij spelen. Het team van Nabil en Taka wint weliswaar het laatste potje tegen de schoenenwinkel maar ligt eruit omdat ze de eerste wedstrijden hebben verloren.

De halve finales staan bol van de spanning. Niemand krijgt ruimte om iets te laten zien of de jongens durven het niet. Het risico op balverlies is te groot en dus spelen ze behoudend. Net als in het zaalvoetbal gaat de bal van voet naar voet en wordt er kort gedekt. Af en toe laten de spelers toch wat zien en de beste speler van de avond onderscheidt zich ook nu. Het is Mo. Al de hele avond laat hij zien dat hij alles in huis heeft wat een Echte straatvoetballer moet hebben. Hij voetbalt geweldig, straalt uit dat hij alles onder controle heeft door geen moment iets te verraden dat op een emotie lijkt. Alles gaat vanzelf, ook de acties waarmee hij een tegenstander passeert zien eruit alsof hij door het park wandelt. Het kenmerkt zijn eigen stijl. Het publiek herkent ogenblikkelijk zijn kwaliteiten en al snel is duidelijk dat hij de MVP (most valuable player) moet worden. Hij laat meer zien dan Issy en Nabil van wie iedereen toch meer had verwacht maar die niet echt loskomen en als Mo in de halve finale Issy een panna geeft is alle twijfel weg. Alleen ziet bijna niemand het meer. Er zijn nog maar veertig mensen over op de tribunes, de rest is al naar huis …

The Real heeft te weinig haar gezicht laten zien. Alleen in de wedstrijd van Nabil en Taka hebben de mensen Echt straatvoetbal gezien en het is te weinig geweest. Het publiek heeft het voor het begin van de halve finales al voor gezien gehouden en de finale wordt gespeeld voor een vrijwel lege tribune. Om verschillende redenen is het publiek teleurgesteld. Een deel van het publiek, met name de oudere generatie, wilde

het Echte straatvoetbal terugzien zoals ze dat in hun herinnering beleefd hebben. Zij zijn niet gekomen voor een zaalvoetbaltoernooi. Ze wilden straatvoetbal zien! Een ander deel van het publiek, de jongere generatie, zal om een andere reden

teleurgesteld zijn. Door de opkomst van beelden van straatvoetbal die via de media het publiek bereiken, is een nieuwe vorm van straatvoetbal ontstaan die alleen virtueel bestaat, op computerschermen uitgevoerd door karakters in videogames als FIFA Street en in commercials geregisseerd door art directors en met behulp van special effects. Straatvoetballers zijn niet in staat deze bewegingen tijdens een toernooi te reproduceren omdat dit fysiek niet mogelijk is. Zo is feitelijk een nieuwe Real ontstaan, een Real die slechts in de hoofden van de jongere straatvoetballers bestaat.

7. Conclusies

The relationship between sports and everyday life is like that between the holy and the mundane. It forms a model world, in which everything we know from the average world is intensified. The same values apply there as anywhere else, but in a more concentrated form. This is why the idea of pure performance is more important there than anywhere else ...

Peter Sloterdijk

Sport heeft de kwaliteit in zich dat het zich boven de werkelijkheid kan verheffen en, zoals de filosoof Sloterdijk aangeeft, een religieuze status kan krijgen voor wie daarin gelooft. Hij doelt hierbij op de magie van sport als het de gedaante aanneemt van The Sublime. Straatvoetbal heeft deze kracht ook in zich. Er schuilt een Waarheid in zoals die ook in de ‘straat’ schuilt. Door de ‘straat’ achtereenvolgens als ruimte, als

verbeelding, en als tijd te benaderen, bespreek ik op welke manieren straatvoetballers hun wereld Echt maken en op zoek gaan naar The Real.

De straat als ruimte

Het Echte straatvoetbal is het voetbal van de ‘straat’. De jongens die ik in dit onderzoek heb gevolgd, hebben een stijl van straatvoetbal ontwikkeld waarin zij de waarden die belangrijk zijn op straat, hebben verbonden aan een stijl die op de playground tot uiting komt. De ‘straat’ staat voor een harde, maar eerlijke wereld waarin je je niet kunt verschuilen, en deze wordt, zoals Sloterdijk aangeeft,

uitvergroot tijdens het straatvoetbal. Strategieën die in de dominante, meritocratische maatschappij tot succes leiden, kunnen op het plein niet beloond worden. In

tegenstelling tot georganiseerde sport, heeft straatvoetbal geen coaches, officiële spelregels en scheidsrechters. En dus gelden de regels van de ‘straat’. Net als op straat moet je op het pleintje je hoofd boven water houden zonder je te kunnen verstoppen achter papieren status. Op straat belichamen ze de waarden van de straat. Ze willen onder andere respect afdwingen, status veroveren, cool doen, en laten zien dat ze alles onder controle hebben. Zo geven ze op een symbolische manier betekenis aan hun wereld. De straat is ruimte.

Straatvoetballers ervaren hun versie van straatvoetbal weliswaar als het Echte straatvoetbal, maar straatvoetbal is niet langer de ‘pure’ culturele uiting die het misschien was in de autoloze tijd toen Johan Cruijff nog op straat voetbalde en het nog geen vorm van jeugdcultuur was. Er bestaat geen unieke oorspronkelijke versie van straatvoetbal en in die betekenis is straatvoetbal niet authentiek. Echter, de jongens beleven dit anders. Voor hen is het geen enkel bezwaar dat straatvoetbal invloeden van buitenaf incorporeert via multinationals als Nike en het is opmerkelijk hoe jongeren gebruik maken van mediascapes als strategie om hun cultuur authentiek te maken. De jongens stoten waarden en symbolen van hun stijl af en nemen andere aan en zo krijgt straatvoetbal steeds nieuwe vormen, zoals stijlen van jeugdcultuur altijd veranderen. De laatste jaren is het straatvoetbal ‘zakelijk’ geworden. Winnen wordt weer belangrijker dan ‘winnen met stijl’. En het freestylen is een variant van straatvoetbal die in opkomst is.

Net zo min als er een oorspronkelijk authentieke versie van het Echte straatvoetbal bestaat, bestaat er ook geen pure, onbeïnvloede ik. De Echte

straatvoetballer is ook een constructie, beïnvloed door omgeving, mediascapes en ideoscapes. Straatvoetballers claimen hun authenticiteit door hun Zelf te verbinden aan een global narrative. Als een jongen zegt van binnen te voelen dat hij een Echte straatvoetballer is, doelt hij niet op het bestaan van een originele versie maar een versie die hij zelf geconstrueerd heeft. Ik zie deze identiteit als een keuze. Hij neemt een standpunt in over iets dat heel belangrijk voor hem is, en besluit deze keuze na te volgen en deze te uiten in zijn stijl. Hij gaat niet alleen op zoek naar zijn innerlijke Zelf, maar hij uit deze identiteit ook in verschillende vormen van embodiment.

Ondanks het feit dat ze daarmee feitelijk de global narrative versterken, voelt hij zich authentiek en zullen anderen hem ook als authentiek herkennen. Als ze zich kleden in gesponsorde outfits van Monta of Nike tijdens die toernooien of voor een TV

programma of commercial, handelen ze eigenlijk in dienst van een mediascape. Desondanks voelt het voor hen authentiek. Het zijn iemands idealen en

levensprojecten waarmee iemand zich identificeert en die hem maken tot wie hij is (Guignon 2004: 139). Het is daarmee tevens een strategie in lijn met Care of the Self van Foucault waarbij straatvoetballers ook gebruik maken van outside forces om hun authentieke zelf te vinden.

De straat als verbeelding

Om een Echte straatvoetballer te zijn, moet je het van binnen voelen. Zo geeft hij zijn individuele identiteit vorm. En geeft hij uiting aan wie hij denkt dat hij Echt is als subject. Hij draagt de juiste kledingstijl, gedraagt zich volgens de codes van het spel en van de straat, en tegelijkertijd doet hij dat in zijn eigen stijl. Maar de

straatvoetballers vormen ook een groep, een scene. Authenticiteit ligt voor de

straatvoetballer niet enkel in een individuele behoefte dat je trouw moet zijn aan jezelf maar dat je trouw moet zijn aan de cultuur van straatvoetbal.

Zo wordt hij een waardige vertegenwoordiger van straatvoetbal. En je vertegenwoordigt straatvoetbal alleen door het te doen, in de praktijk, tijdens performances. De ‘straat’ is verbeelding op het moment dat het symbool staat voor