• No results found

2 Feest! in Museum Catharijneconvent: een multicultureel festijn?

2.1 De achtergronden van Feest!

2.1.2 Feest! door heel het land: Feest! voor iedereen?

De tentoonstelling Feest! is op verschillende locaties in Nederland te bezoeken, en wel in zeer uiteenlopende musea. Niet alleen het Catharijneconvent en het Bijbels Museum doen mee, maar ook het Zuiderzeemuseum, het Openluchtmuseum, Ons’ Lieve Heer op Solder en Kasteel Huis Bergh. De komende jaren zal het project zich verder uitbreiden, zodat het voor meer scholen mogelijk is de tentoonstelling te bezoeken.140 Scholen leggen meestal niet meer dan dertig kilometer af voor een schooluitje. Binnen een straal van vijfendertig kilometer regelt het museum tevens het vervoer om deze drempel zo verder te verlagen.141 In 2012 heeft het museum via DUO onderzoek laten doen naar de interesse voor een landelijke lancering van Feest!. Er werd een enquête verspreid onder 900 leerkrachten in het basisonderwijs waarvan 84% positief reageerde op het voorstel.142 Het interessante aan het project is, dat elke locatie geheel anders van karakter is: ik focus mij op de musea met een religieus getinte collectie, Kasteel Huis Bergh richt zich bijvoorbeeld sterker op het kasteelleven en het Openluchtmuseum in Arnhem op religieuze feesten in Nederland, wat ook veel meer ruimte biedt voor een multiculturele benadering.Ondanks dat de nadruk veelal op educatie

139 Anite Haverkamp. Interview. 20 mei 2016.

140 Museum Catharijneconvent start landelijk educatieproject Feest!. <nieuwwij.nl>. Blog op nieuwwij: verbindt de verschillen. <http://www.nieuwwij.nl/nieuws/museum-catharijneconvent-start-landelijk- educatieproject-feest/>. Versie 31 mei 2016.

141 Feest! Weet wat je viert.< www.catharijneconvent.nl>. Basisonderwijs. Feest! Weet wat je viert. <https://www.catharijneconvent.nl/bezoek-ons/kinderen-onderwijs/basis-onderwijs/feest-weet-wat-je- viert/>. Versie 31 mei 2016.

voor het basisonderwijs ligt, is Feest! in essentie een familietentoonstelling en zou dus geschikt moeten zijn voor iedere bezoeker. Hoe heeft het Catharijneconvent de tentoonstelling aantrekkelijk willen maken voor de reguliere museumbezoeker? Ten eerste heeft men dit getracht te bereiken door haar topstukken onder te brengen in deze tentoonstelling om enerzijds kinderen in contact te laten komen met echte kunst, en anderzijds om reguliere bezoekers naar de tentoonstelling te trekken, die hier vervolgens ook op ontdekkingstocht kunnen gaan. Naast een historisch museum, profileert het Catharijneconvent zich ook als kunstmuseum. Dit is merkbaar door het hele museum, zo ook in Feest!, waar enkele topstukken van het museum te vinden zijn. Ten tweede hoopt het museum bij bezoekers van alle leeftijden een gevoel van herkenning op te roepen door zich te richten op hoe men feesten viert: welke rituelen voeren mensen uit? Met wie wordt er gevierd? Wat eten we tijdens deze religieuze feesten? Uit de tentoonstelling blijkt, dat er verschillende overeenkomsten zijn in hoe men in verschillende religies feestviert. Ook probeert het museum een link te leggen met de huidige geloofspraktijk, waarbij het erkent dat het geloof een steeds minder dominante rol is gaan spelen in de samenleving. Uiteraard wordt er ingegaan op de historie van religieuze feesten: niet voor niets is de ondertitel ‘weet wat je viert’. Toch wordt er ook veel aandacht besteed aan hoe bijvoorbeeld Sinterklaas, Sint Maarten, maar ook Werelddierendag, vandaag de dag gevierd worden. Museum Catharijneconvent organiseert daarbij ook vieringen rond Sinterklaas voor diegene die op zoek zijn naar verdieping op deze feestdagen. Een ander goed voorbeeld is de St. Maarten-viering die in Utrecht en omstreken groots gevierd wordt, aangezien deze heilige sterk verbonden is met de stad.143 Museum Catharijneconvent dient tijdens de St. Maarten-parade als begin- en eindpunt van de stoet.144 Het moge duidelijk zijn dat het museum actief betrokken is bij de viering van verschillende christelijke feesten, maar dat dit wellicht niet op gaat voor de viering van andere religieuze feesten. Het zou een mooi streven zijn (al ben ik er ook van overtuigd dat het Catharijneconvent hier wellicht niet de aangewezen plek voor is), om bezoekers te laten ervaren hoe deze feesten gevierd worden en hoe tradities in andere religies eruit zien. In het boekje dat het Catharijneconvent naar aanleiding van de tentoonstelling publiceerde wordt onder andere een vergelijking getrokken tussen de lichtfeesten van verschillende religies: kerstmis, Chanoeka en Divali.145 Deze feesten komen ook in de

tentoonstelling zelf aan bod, maar ik geloof dat het zeker voor volwassen bezoekers interessant zou zijn om deze vieringen direct te ervaren. Daarbij hoeft het museum zijn eigen identiteit niet te verloochenen of te problematiseren: het wijkt niet af van het narratief van het museum waarbij het christendom en haar tradities worden vergeleken met de andere grote religies in de wereld. Later in dit hoofdstuk wil ik verder ingaan op de ideeën die ik wil opperen naar aanleiding van de concepten die ik in het vorige hoofdstuk heb geïntroduceerd: de ‘contact zone’ en ‘soft power’. Zoals ik al eerder stelde is het Catharijneconvent binnen het educatieprogramma heel open over het feit dat de

collectie zich voornamelijk focust op de christelijke feesten. Voor de reguliere bezoeker is dit minder

143 Sint Maarten heet je van harte welkom.<http://sintmaartenutrecht.nl/>.

144 Religieuze feesten in Nederland. Lezing door Anite Haverkamp. Museum Catharijneconvent Utrecht 9 juni 2016.

duidelijk: in de communicatie wordt veelvuldig ingegaan op andere religieuze tradities, bijvoorbeeld in de publicatie Feest! Weet wat je viert. Hiermee worden wel verwachtingen gewekt dat de bezoeker in de tentoonstelling meer kennis kan verkrijgen over deze religieuze dynamiek binnen de

samenleving. In de tentoonstelling zelf dienen de andere religies met name als een vergelijkend perspectief, wat voornamelijk duidelijk wordt doordat de kunstobjecten allemaal christelijk van aard zijn. Het museum heeft getracht hier door interactieve installaties verandering te brengen, maar ik ben ervan overtuigd dat museum zelf nog altijd op zoek is naar een balans.