• No results found

Emissie en verspreiding

Er zijn weinig meetgegevens over de geuremissie van voertuigen. Op grond van een beperkt geuremissie-onderzoek van Haskoning uit 1994 zijn door TNO emissiefactoren berekend. Deze zijn toegepast in het project “Naar een landelijk beeld van verstoring” (Publicatiereeks Versto- ring,1997). Uit het summiere onderzoek bleek dat de geuremissie niet correleert met de emissie van NOx of koolwaterstoffen. Uit literatuuronderzoek bleek dat de geuremissie wel samenhangt met onvolledige verbranding. TNO paste daarom de relatie tussen de CO-emissie en de rijsnel- heid toe op de geuremissie.

Voor CO is de emissie bij verschillende snelheden en voor personen- en vrachtverkeer vanaf 1990 bekend. Door gebruik te maken van de daling in emissiefactoren van CO is voor GES de geuremissie in 1994 geëxtrapoleerd naar een gereduceerde geuremissie in 2005. Dit levert de volgende schattingen voor de geuremissie op:

Snelheid (km/uur) Ep (ge/m/s) Evr (ge/m/s)

13 0,00037 0,0054

19 0,00020 0,0038

44 0,00008 0,0018

100 0,00010 0,0012

Hierbij is Ep de geuremissie van personenauto’s en Evr die van vrachtwagens.

Uit deze gegevens blijkt dat bij lage snelheden, meer onvolledige verbranding, de geuremissie het hoogst is. Bij lage snelheden is de geuremissie circa een factor 4 hoger dan bij hoge snel- heden.

De geuremissie van vrachtverkeer is 10 – 20 x hoger dan van personenauto’s.

Voor de berekening van de verspreiding van stank van wegverkeer kan in principe ook gebruik gemaakt worden van het CAR-model.

Hiervoor moeten een aantal aannames gemaakt worden. Als eerste moeten emissiefactoren ingevoerd worden. De enige die bekend zijn, zijn bovenstaande. Het achtergrondgehalte van geur wordt gesteld op 0 ge/m3.

Ook een factor voor de verhouding van jaargemiddelde en het 98-percentiel moet in het model ingevoerd worden. Deze verhouding zegt iets over de spreiding in uurgemiddelde concentraties. Deze verhouding is afhankelijk van het wegtype. De bebouwing in een straat heeft namelijk gro- te invloed op het gemiddelde niveau en op de concentratie bij verschillende windrichtingen en dus op de spreiding.

Voor geur zijn geen metingen verricht, waaruit deze verhoudingen afgeleid kunnen worden. Door TNO zijn deze verhoudingen voor geur met het TNO-verkeersmodel voor de in CAR gede- finieerde wegtypen berekend:

Wegtype C98 / Cgem Opmerkingen

1 5,3 weg zonder bebouwing in de naaste omgeving 2 5,0 één zijde of beide zijden bebouwd, zeer breed

3A 4,6 beide zijden bebouwd, breed

3B 4,6 beide zijden bebouwd, smal

Worden met deze gegevens berekeningen met het CAR-model uitgevoerd, dan blijkt dat ver- keerswegen een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren aan de geurbelasting. Slechte omstan- digheden voor geur zijn stagnerend druk vrachtverkeer door een smalle straat met hoge

bebouwing. Op korte afstand, 5 meter van de weg-as, worden dan geurconcentraties berekend tot een P98 van circa 35 ge/m3.

Bij zeer drukke snelwegen wordt op 5 meter afstand 45 ge/m3 P98 en op een voor deze wegen geringe afstand van circa 35 meter circa 10 ge/m3 P98 berekend. Alleen in het geval, dat er wo- ningen op kortere afstanden dan 35 meter van de weg-as staan is het dus nodig om de stank van snelwegen te betrekken bij de gezondheidseffectscreening.

Bij geringe verkeersintensiteiten worden binnen een afstand tot 30 meter van de weg al geur- concentraties van meer dan 1 ge/m3 P98 berekend. In de tabel van bijlage 2 is voor elk wegtype bij verschillende verkeersintensiteiten daarom alleen de afstand waarbij een geurconcentratie van 10 ge/m3 wordt berekend weergegeven. Deze berekeningen zijn uitgevoerd met behulp van CARII versie 6.1 (2007). Deze afstanden wijken af van de berekeningen die in de vorige versie van het GES-handboek zijn opgenomen. In versie 6.1 zijn namelijk de verdunningsfactoren voor alle wegtypen gecorrigeerd met een factor 0,62 ten opzichte van eerdere versies van CARII, omdat concentratiebijdragen systematisch overschat bleken te worden.

Met nadruk wordt vermeld dat deze berekeningen gebaseerd zijn op een beperkt geuremissie- onderzoek uit 1994. Onduidelijk is hoe representatief deze gegevens zijn. Ook zal de afgelopen jaren de geuremissie waarschijnlijk gedaald zijn met het schoner worden van de motoren. Deze daling is geschat door er vanuit te gaan dat de geuremissie samenhangt met onvolledige ver- branding en dus in dezelfde mate gedaald is als CO. Na 1994 is echter geen onderzoek meer naar de geuremissie van verkeer uitgevoerd.

Deze berekeningen geven dus niet meer dan een indicatie van optredende geurbelastingen.

Gezondheidskundige beoordeling

Ook over de relatie tussen de geurbelasting van wegverkeer en hinder is niet veel bekend. Door TNO is hiernaar een onderzoek gedaan. Voor een kleine 1000 woningen werd de geurbelasting berekend en de hinder door geur van wegverkeer bepaald. Voor ernstige hinder was een duide- lijke relatie met de geurbelasting te leggen.

De percentages ernstig gehinderden zijn circa 2x zo hoog als die berekend worden met de door TNO beschreven algemene relatie tussen geurconcentratie en ernstige hinder:

Geurconcentratie (P98) (ge/m3) % ernstig gehinderden (relatie stank-wegverkeer- hinder) % ernstig gehinderden (algemene relatie stank-hinder)

1 3 0 3 5 2 5 11 5 10 18 10 20 16 30 21

Door het RIVM werden met het CAR-model indicatieve berekeningen van de geurbelastingen rond het Nederlandse wegennet uitgevoerd. Hiervoor werden bovenstaande emissiegegevens gebruikt, maar gecorrigeerd voor het schoner worden van de motoren.

Met de beschreven relatie voor wegverkeer en ernstige hinder werd de ernstige hinder geschat. Het aldus berekende percentage in Nederland dat ernstig gehinderd is door geur van wegver- keer lag in dezelfde orde van grootte als het met behulp van CBS enquêtes verkregen percen- tage. Voor GES zal daarom vooralsnog toch van de relatie tussen geur van wegverkeer en ernstige hinder worden uitgegaan.

GES-score

In principe zal de gezondheidskundige beoordeling in eerste instantie gericht moeten zijn op in de omgeving vastgestelde hinder.

Deze hinder kan vergelijkbaar met de hinder als gevolg van stank van bedrijven beoordeeld worden: Hinder (%) Ernstige hinder (%) GES-score 0 0 0 0 – 5 0 1 5 – 12 0 – 3 3 12 – 25 3 –10 4 ≥25 ≥10 6

De score wordt met name bepaald door het feit dat er geen ernstig gehinderden boven de 10% zouden moeten zijn. Daaraan wordt de GES-score 6 gekoppeld. Ook wordt bij de indeling deels aangehaakt bij het streven van de overheid om maximaal 12% gehinderden en geen ernstig gehinderden te hebben. Wordt dit niet gehaald dan wordt een GES-score van 4 toegekend. Over het algemeen wordt de hinder van geur van wegverkeer echter niet vastgesteld.

De GES-score wordt daarom bepaald aan de hand van berekende geurbelastingen. In principe wordt dezelfde indeling in GES-scores gehanteerd als bij stank van bedrijven. Zoals gezegd zijn de berekeningen van de geurconcentraties als gevolg van wegverkeer indicatief. De indeling in GES-scores geeft dan ook alleen een grove indicatie van de omvang van geurproblemen rond wegen. Daarom wordt de indeling van GES-scores naar beneden bijgesteld. Op deze manier blijft nog wel zichtbaar dat zich stankproblemen rond wegen kunnen voordoen.

Geurblootstelling-P98 (ge/m3) GES-score

< 1 0

1 - 10 2

≥10 4

Bij zeer geringe verkeersintensiteit worden bij afstanden tot 30 meter van de weg al geurbelas- tingen van meer dan 1 ge/m3 berekend, zodat vrijwel altijd een GES-score van minstens 2 geldt. In de tabel van Bijlage 2 is aangegeven op welke afstanden een GES-score van 4 zou gelden.