• No results found

Externe factoren die met de partijen samenhangen

In document Geschikt of niet geschikt? (pagina 61-65)

Begr ippen lijst

3.5 Externe factoren die met de partijen samenhangen

We hebben drie factoren onderzocht die met partijen en/of met hun onderlinge ver-houding samenhangen. Ook hier geldt weer dat het om externe factoren gaat: voor-afgaand aan de zitting staan ze al vast.

In de eerste plaats hebben we onderscheid gemaakt tussen partijen die voor het eerst op een rechtszitting als deze kwamen (‘one shotters’) en partijen die daar al minstens één keer eerder waren geweest (‘repeat players’).26 One shotters zouden op de zitting op achterstand staan en minder sociale macht hebben dan repeat players, waardoor de uitkomst van de zitting voor one shotters in negatieve zin wordt beïnvloed. Wij veronderstelden dat one shotters vaker met een schikking genoegen moesten nemen. De informatie over zittingservaring verkregen we van partijen zelf, in antwoord op een vraag daarover in de vragenlijst die zij voorafgaand aan de zitting invulden. Als de vragenlijst helemaal niet was ingevuld, of de desbetref-fende vraag was niet ingevuld, hebben we op basis van de interviews de informatie

22 9 van de 22 zittingen hadden als uitkomst een schikking.

23 Dit percentage is verkregen door de schikkingen en werkafspraken van de rechters in de categorieën 1 en 2 op te tellen (11) en te vergelijken met het totaalaantal zittingen (22) dat deze rechters deden.

24 Dit percentage is verkregen door de schikkingen en werkafspraken van de rechters in categorie 5 op te tellen (18) en te vergelijken met het totaalaantal zittingen (44) dat deze rechters deden.

25 De samenhang tussen op de zitting toegepaste conflictoplossing en de uitkomst is onderwerp van hoofdstuk 6, met name van paragraaf 6.4. Andere aspecten en effecten van rechterlijke conflictoplossing op de zitting zijn onderwerp van hoofdstuk 8.

26 Het onderscheid voert terug op M. Galanter, Why the haves come out ahead. Speculations on the limits of legal chan-ge, Law & Society Review, Vol. 9, Nr. 1, Litigation and Dispute Processing: Part One (Autumn, 1974), pp. 95-160.

achterhaald.27 In tabel 7 geven we de vergelijking weer tussen eisers als one shotter en als repeat player respectievelijk tussen gedaagden als one shotter en repeat player.

Wat is de samenhang met de uitkomst?

Tabel 7 Eisers respectievelijk gedaagden zijn OS en RP; wat is de uitkomst?

hoedanigheid partijen:

one shotter (OS) of repeat player (RP)

uitkomst

totaal

v s w

abs % abs % abs %

eiser OS (n = 52) 29 55.8 16 30.8 7 13.5 52

eiser RP (n = 29) 17 58.6 6 20.7 6 20.7 29

gedaagde OS (n = 47) 25 53.2 16 34.0 6 12.8 47

gedaagde RP (n = 33) 19 57.6 9 27.3 5 15.2 33

Uit de tabel blijkt dat er geen samenhang is tussen de hoedanigheid van partijen en de uitkomst van de zitting. Bij de uitkomst voortprocederen ontlopen de pro-centuele scores bij eisers in de twee hoedanigheden elkaar weinig. Hetzelfde geldt voor gedaagden. Bijna alle andere absolute aantallen zijn onder de tien, waardoor hieraan in procentuele zin geen conclusies verbonden kunnen worden, hoewel de procentuele verschillen wat groter zijn.28

Van eisers en gedaagden als one shotters en als repeat players zijn vier combinaties op een zitting denkbaar.29 Omdat wij ook zittingen observeerden waar maar een van partijen bereid was mee te werken aan ons onderzoek, beschikken wij van niet meer dan 64 zittingen over complete informatie. Het zal duidelijk zijn dat dit aantal – verdeeld over vier verschillende combinaties en dan weer verdeeld naargelang de uitkomst van de zitting – te gering is om conclusies op te baseren. Voor de volledig-heid geven we een en ander toch weer in tabel 8.

27 Dat is twee keer niet gelukt, één keer bij een eiser en één keer bij een gedaagde. In totaal zijn de gegevens van 81 eisers en van 80 gedaagden bekend.

28 Een iets andere score in de absolute aantallen geeft meteen een vrij grote afwijking in de percentages. De toevals-factor wordt te hoog voor conclusies.

29 Beide partijen zijn OS. Beide partijen zijn RP. Eiser is OS en gedaagde is RP. Eiser is RP en gedaagde is OS.

3 Invloed van externe factoren op de uitkomst van de zitting

Tabel 8 Wat is de uitkomst van de zitting bij de vier combinaties van one shotter en repeat player?

Een tweede externe factor die gerelateerd is aan partijen is de vraag of de persoon die op de zitting als partij aanwezig is een eigen financieel of ander direct belang heeft bij de uitslag van de zaak, dus deze uitslag ‘in de eigen portemonnee voelt’.

We hebben dit bepaald op basis van het dossier. We veronderstelden dat de partij die het in de eigen portemonnee voelt, minder snel tot schikken over zou gaan.

Was de procespartij een rechtspersoon dan hebben we deze steeds als ‘zakelijke partij’ genoteerd, ook als de persoon die namens deze rechtspersoon op de zitting kwam eigenaar was en dus op die wijze indirect (als aandeelhouder) de uitslag in de portemonnee kon voelen. Zo hebben we ook gekozen bij eenmanszaken, omdat het zakelijke karakter van het geschil dan overweegt.

Is de partij betrokken als ‘particulier’ of ‘zakelijk’? En wat is dan de samenhang met de uitkomst van de zitting? In tabel 9 geven we de getallen.

Tabel 9 Particuliere of zakelijke partij en de uitkomst

hoedanigheid partijen:

beide particulier 9 50.0 5 27.8 4 22.2 18

gemengd 24 51.1 17 36.2 6 12.8 47

beide zakelijk 25 71.4 7 20.0 3 8.6 35

totaal 58 29 13 100

Als we kijken naar de percentages dan blijkt dat in de 35 zittingen waarin beide partijen op de zitting ‘zakelijk’ waren de uitkomst voortprocederen duidelijk hoger is dan in alle honderd zittingen samen (zie daarvoor in absolute getallen en in percentages de onderste regel). Dienovereenkomstig is het percentage regelingen (schikking of werkafspraak) niet meer dan 28.6 tegenover 42% in alle honderd zit-tingen samen. Bij ‘gemengde zitzit-tingen’ en ‘particuliere zitzit-tingen’ is het aantal keren dat wordt voortgeprocedeerd juist lager dan over alle honderd zittingen, terwijl bij

gemengde zittingen het schikkingspercentage en bij particuliere zittingen het per-centage werkafspraken hoger is dan het getal dat geldt voor alle zittingen.

Wij konden geen statistisch significant verband vaststellen, waarschijnlijk omdat het aantal zaken te gering is.30

Ten slotte is interessant te onderzoeken of de uitkomst van de zitting samenhangt met het gegeven dat partijen een zodanige relatie hebben dat ze ook na afloop van de rechtszaak nog met elkaar te maken hebben (partijen moeten nog ‘door met elkaar’).

Op basis van de relational distance theory veronderstelden wij dat partijen die nog een toekomstige relatie met elkaar hebben, eerder tot schikken bereid zouden zijn.31 Of partijen nog een relatie zouden hebben na afloop van de rechtszaak hebben we allereerst onderzocht op basis van het dossier. Meestal was het meteen duidelijk.

Dan was er bijvoorbeeld sprake van een familierelatie of een duurovereenkomst die niet door de rechtszaak tot een einde zou komen (bijvoorbeeld arbeid, huur, samen-werking, vereniging van eigenaren). Of het tegenovergestelde was aan de orde: een rechtszaak over de enige relatie tussen partijen in de vorm van één overeenkomst (bijvoorbeeld koop, aanneming van werk, dienstverlening in de ICT) of over het beëindigen van de samenwerking. Als het niet meteen duidelijk was uit het dossier of alsnog duidelijk werd door het verhandelde op de zitting, vroegen we ernaar tij-dens het interview. Op deze wijze hebben we in 98 van de honderd zaken kunnen vaststellen of partijen nog een relatie zouden hebben na afloop van de rechtszaak.

In tabel 10 geven we de samenhang met de uitkomst van de zitting weer.

Tabel 10 Moeten partijen nog door met elkaar en de uitkomst

moeten partijen na de rechts­

zaak door met elkaar of niet?

uitkomst

v s w

abs % abs % abs % totaal

door (n = 25) 12 48.0 7 28.0 6 24.0 25

niet door (n = 73) 45 61.6 21 28.8 7 9.6 73

onbekend (n = 2) 1 50.0 1 50.0 0 0.0 2

totaal 58 29 13 100

30 F(2, 96) = 1.78, niet significant (M = 2.17, SD = 0.72).

31 D. Black, The Behavior of Law, New York: Academic Press 1976.

3 Invloed van externe factoren op de uitkomst van de zitting

Wij hadden, als gezegd, de verwachting dat schikkingen meer zouden voorkomen in zaken waarin partijen nog een toekomstige relatie hebben, maar uit tabel 10 blijkt dat het aantal schikkingen in beide categorieën nauwelijks van elkaar ver-schilt. Wel zijn er relatief veel meer werkafspraken als uitkomst van de zitting als partijen nog met elkaar door moeten en dienovereenkomstig is de uitkomst van de zitting minder vaak dat men voortprocedeert. Het is twijfelachtig of statistisch betrouwbare berekeningen gedaan kunnen worden, omdat het aantal zaken in de groep ‘door met elkaar’ klein is.32 We hebben preciezer naar de dertien zaken met een werkafspraak gekeken. Daardoor konden we vaststellen dat het in tien zaken de oprechte bedoeling van partijen was om later alsnog een schikking te treffen, vijf keer in de groep ‘door’ en vijf keer in de groep ‘niet door’. Als we ervan uitgaan dat in al die gevallen een schikking is bereikt en dat de resterende drie zaken met werkafspraken uiteindelijk resulteerden in voortprocederen, dan zouden er uitein-delijk in de groep ‘door met elkaar’ twaalf zaken geschikt zijn (48.0%) en in de groep

‘niet door met elkaar’ 26 zaken (35.6%). Dat is weliswaar een duidelijk verschil dat zou wijzen op invloed van deze externe factor, maar we weten niet echt hoe de zaken na de werkafspraken verdergingen. Deze onzekerheid staat in de weg aan het trek-ken van de conclusie dat een blijvende relatie tussen partijen zichtbaar invloed heeft op de uitkomst van de zaak.33

3.6 Externe factoren die met de organisatie van de rechtszaak

In document Geschikt of niet geschikt? (pagina 61-65)