• No results found

ENKELE BIJZONDER URGENTE PROBLEMEN

HOOFDSTUK V Het liturgisch jaar

ENKELE BIJZONDER URGENTE PROBLEMEN

Nadat het concilie de waarde van de menselijke persoon heeft toegelicht en heeft uiteengezet, tot welke individuele of sociale taken hij in het binnenwereldlijk bestel is geroepen, wil het nu, onder het licht van het evangelie en van de menselijke ervaring, de aandacht van allen vestigen op enkele bijzonder urgente eigentijdse hachelijke problemen die heel het mensdom ten zeerste bezighouden.

Onder de vele problemen die op het ogenblik de bezorgdheid van allen wekken, mogen vooral de volgende in aanmerking komen: het huwelijk en het gezin, de menselijke cultuur, het sociaal-economisch en politiek leven, de vrede en de grote volkerengemeenschap. Wij stellen ons voor: de in Christus meegegeven lichtgevende beginselen voor elk van deze problemen helder te laten stra-len, zodat de christengelovigen zich daardoor laten leiden en alle mensen daarin een leidraad kun-nen vinden bij het zoeken naar oplossingen voor deze veelomvattende en gecompliceerde proble-matiek.

47. Het welzijn van de persoon en van de menselijke en christelijke gemeenschap hangt nauw sa-men met een gezond huwelijks- en gezinsleven. Sasa-men met alle sa-mensen die het met huwelijk en gezin goed menen, begroeten de christenen daarom oprecht de veelvormige hulpverlening waardoor vandaag aan de dag het mensdom steeds grotere vorderingen maakt in zorg voor deze echtelijke liefdegemeenschap en in eerbied voor het leven en waardoor de echtgenoten en ouders bij de ver-vulling van hun belangrijke taak worden bijgestaan; van dit alles verwachten zij een verheffing van huwelijk en gezin en zij willen deze hulpverlening dan ook mee helpen uitbouwen.

Maar niet overal schijnt de waardigheid van dit instituut in een zelfde helder licht, daar het toch door polygamie, door de plaag van de echtscheiding, door de zogenaamde vrije liefdesverhouding en andere vergroeiingen wordt ontluisterd; bovendien wordt de huwelijksliefde al te vaak geprofa-neerd door egoïsme, louter-erotische genotscultus en, ook in dit verband, door ongeoorloofde prak-tijken tegen het doorgeven van het leven. Daarenboven werken de huidige economische, sociaal-psychologische en civiele levenscondities sterk storend in op het gezinsleven. Daar komt tenslotte nog bij, dat men niet zonder bezorgdheid in sommige delen van de wereld problemen ziet rijzen tengevolge van de bevolkingsexplosie. Door dit alles worden de gewetens verontrust. Toch blijkt de levenskracht van het instituut dat we huwelijk en gezin noemen al hieruit, dat de grondige verande-ringen in de hedendaagse samenleving, ondanks de moeilijkheden die ermee gepaard gaan, de we-zenlijke kern van dit instituut vaak op velerlei wijzen hebben blootgelegd.

Daarom wil het concilie door een verhelderende voorstelling van enkele thema’s uit de kerkelijke leer voorlichting en bemoediging brengen aan de christenen en aan alle mensen aan wie de waar-digheid van de huwelijksstaat als aardse werkelijkheid en zijn bijzondere sacrale waarde ter harte gaan.

48. Door de Schepper gesticht en onder eigen wetten geplaatst, komt de intieme gemeenschap van leven en van echtelijke liefde tot stand door het huwelijksverbond, anders gezegd: door een onher-roepelijk persoonlijk wederzijds jawoord. Aldus ontstaat door een menselijke daad waardoor beiden zich wederzijds geven en ontvangen een, ook ten overstaan van de maatschappij, in de wet van God verankerd instituut; deze heilige band is dan, ten voordele zowel van het wel= zijn van de echtge-noten en kinderen als van de gemeenschap, niet langer afhankelijk van een louter menselijke beslis-singsmacht. God zelf is de Stichter van het huwelijk met zijn velerlei waarden en betekenissen;106 deze zijn van onschatbare waarde voor de bestendiging van het mensdom, voor de persoonlijke groei en eindbestemming van alle gezinsleden, voor de waardigheid, de stabiliteit, de vrede en voorspoed van het gezin zelf en van geheel de mensengemeenschap. Het huwelijksinstituut en de huwelijksliefde zijn uiteraard geordend op de gezinsstichting en zij vinden daarin als het ware hun bekroning. Door het huwelijksverbond ‘niet langer twee, maar één vlees geworden’ (Mt. 19,6), verlenen aldus man en vrouw door hun intieme persoonlijke vereniging en hun innige samenwer-king elkaar wederzijdse hulp en diensten beleven zij in steeds groeiende volheid hun eenheid. Juist als wederzijdse zelfschenking van twee personen eist deze intieme vereniging, alsook het welzijn van de kinderen, van de echtgenoten volkomen trouw; zij urgeren hun onverbrekelijke eenheid.107 Christus, de Heer, heeft deze veelvormige liefde, ontsprongen aan de bron van de goddelijke liefde en gevormd naar het voorbeeld van zijn vereniging met de Kerk, zijn volle zegen gegeven. Want zoals eertijds Jahweh door zijn verbond van trouwe liefde zijn volk tegemoet is gekomen,108 zo treedt nu de Verlosser van de mensen en de Bruidegom van de Kerk109 in en door het sacrament van het huwelijk de christelijke echtgenoten tegemoet. Hij blijft ook met hen, opdat, zoals Hij de Kerk heeft liefgehad en zich voor haar heeft overgeleverd,110 ook de echtgenoten in blijvende liefde trouw zich aan elkaar zouden wegschenken. De waarachtige huwelijksliefde wordt aldus in de god

delijke liefde opgenomen en zij wordt geleid door en verrijkt met de verlossingskracht van Christus en de heilskracht van de Kerk: zo is zij metterdaad een levensweg naar God toe en worden de echt-genoten in hun hoge vaderlijke en moederlijke opdracht geholpen en gesterkt.111 Daarom worden de christelijke echtgenoten tot de plichten en waardigheid van hun levensstaat door een speciaal sa-crament gesterkt en er als het ware door geconsacreerd;112 in kracht daarvan komen zij, bezield met de geest van Christus, op grond waarvan heel hun leven wordt gedragen door het geloof, de hoop en de liefde, door de vervulling van hun huwelijks- en gezinsplichten geleidelijk tot eigen zelfvoltooi-ing en wederzijdse heiligzelfvoltooi-ing en, juist daardoor, samen tot de verheerlijkzelfvoltooi-ing van God.

Onder het voorgaan van de ouders in voorbeeld en in gezinsgebed zullen aldus de kinderen, en al wie in de gezinskring vertoeven, gemakkelijker de weg naar menselijkheid, heil en heiligheid vin-den. Wanneer de echtgenoten de eer en de opgave van het ouderschap te beurt vallen, zullen zij de taak van de opvoeding, vooral de godsdienstige, welke in eerste instantie bij hen berust, met zorg vervullen.

Als levende lidmaten van het gezin dragen ook de kinderen op hun wijze bij tot de heiliging van de ouders. Immers, door hun erkentelijkheid, eerbied en vertrouwen zullen zij de weldaden van hun ouders beantwoorden en, zoals het kinderen past, hen in tijden van tegenspoed en in de eenzaam-heid van de oude dag bijstaan. De staat van weduwschap die in de verlenging van de huwelijksroe-ping moedig wordt aanvaard, moet in hoog aanzien staan bij allen.113 In openheid naar buiten moet het gezin ook andere gezinnen laten delen in eigen geestelijk bezit. Aldus zal het christelijke gezin, ontsproten aan het huwelijk, afbeelding van en deelhebbing aan het liefdeverbond van Christus en zijn Kerk,114 de levende tegenwoordigheid van de Verlosser in de wereld en het ware gelaat van de Kerk voor alle mensen zichtbaar maken, zowel door de liefde van de echtgenoten, door hun edel-moedige vruchtbaarheid, eenheid en trouw, als door de hartelijke medewerking van alle gezinsle-den.

49. Herhaaldelijk worden de verloofden en echtgenoten door het woord van God opgeroepen om hun verloving in kuise intimiteit en hun huwelijk in ongedeelde liefde met veel zorg te omgeven.115 Ook vele van onze tijdgenoten leggen getuigenis af van hoge waardering voor de ware huwelijks-liefde, zoals deze volgens de eerbare zeden van de volkeren naar plaats en tijd in verschillende vormen gestalte krijgt. Daar nu deze liefde als interpersoonlijke verhouding, gedragen door het wilsaffect, eminent menselijk is, omvat zij heel de persoon en is zij in staat om aan de expressies van het lichaam en het gemoed een bijzondere glans te geven en ze tot bestanddeel en geëigend teken van de echtelijke liefdeverbondenheid te adelen. Door een speciale gave van genade en liefde heeft de Heer deze liefde willen genezen, meer menselijk willen maken en verheffen. Zo’n liefde, die het menselijke en het goddelijke in zich verenigt, brengt de echtgenoten tot een vrije en weder-zijdse zelfgave, waarvan de tederheid die zij voelen en uitdrukken getuigenis aflegt, en is de ziel van heel het leven van de gehuwden;116 bovendien groeit zij in volkomenheid juist in en door haar edelmoedige praktijk. Zij overstijgt derhalve aanzienlijk de louter-erotische neiging die bij egoïsti-sche koestering jammerlijk snel uitdooft.

In de eigenlijke huwelijksdaad komt deze liefde op een geëigende wijze tot voltooide zelfexpressie.

De daden derhalve waardoor de echtgenoten in kuise intimiteit één worden, zijn zedelijk goed en edel en betekenen en realiseren, mits menswaardig voltrokken, de wederzijdse zelfschenking, waar-door de echtgenoten elkaar in gevend en ontvangend geluk verrijken. Bevestigd waar-door het wederzijds woord van trouw en vooral door het sacrament van Christus bekrachtigd, is deze liefde naar uiterlijk gedrag en innerlijke gezindheid, in lief en leed, onverbrekelijk trouw; zij kent derhalve geen echt-breuk en echtscheiding. Ook de gelijke persoonswaarde van vrouw en man, die haar uitdrukking behoort te vinden in de wederzijdse onvoorwaardelijke liefde, is een duidelijk teken van de door God gewilde eenheid van het huwelijk. Omdat nu de volgehouden vervulling van de opdrachten van deze christelijke roeping een niet geringe deugdzaamheid vereist, moeten de echtgenoten, door de genade gesterkt tot een heilig leven, werk maken van de duurzaamheid van hun liefde, van hun grootmoedigheid en offerbereidheid en dit alles in gebed afsmeken.

De ware huwelijksliefde zal hoger worden gewaardeerd en er zal in dezen een gezonde publieke opinie worden gevormd, als de christelijke echtgenoten uitmunten zowel door het getuigenis van trouw en harmonie in een zelfde liefde als in zorg bij de opvoeding van de kinderen en bijdragen tot culturele, psychologische en sociale vernieuwingen ten voordele van huwelijk en gezin. Op aange

paste wijze en tijdig moeten de jongeren worden voorgelicht, vooral in de schoot van het gezin zelf, over de waardigheid, de opdrachten en expressies van de huwelijksliefde, opdat zij, gevormd tot een kuis leven, na een eerbare verloving te gepaster tijd kunnen trouwen.

50. Door hun innerlijke aard zijn het huwelijk en de huwelijksliefde gericht op gezinsstichting. Van het huwelijk zijn de kinderen waarlijk een uitmuntend geschenk en zijzelf dragen hogelijk bij tot het welzijn van de ouders. God zelf, die gezegd heeft ‘het is niet goed voor de mens, dat hij alleen blijft’ (Gen. 2,18) en die ‘in het begin de mens als man en vrouw gemaakt heeft...’ (Mt. 19,4), heeft in zijn wil om de mens op een wel bijzondere wijze deel te laten nemen in zijn eigen scheppings-werk man en vrouw gezegend, zeggend: ‘weest vruchtbaar en vermenigvuldigt u’ (Gen. 1,28). Bij-gevolg zijn de authentieke echtelijke liefdescultus en heel het daarop berustende gezin, zonder ach-terstelling van de andere huwelijkswaarden, erop gericht, dat de echtgenoten van harte bereid zijn mee te werken met de liefde van de Schepper en de Verlosser, die door hen van dag tot dag zijn gezin uitbreidt en verrijkt.

De echtgenoten weten, dat zij in hun taak om menselijk leven door te geven en op te voeden, wat als hun eigenlijke zending moet worden beschouwd, de medewerkers en als het ware de vertolkers zijn van de liefde van de scheppende God. Daarom moeten zij deze opdracht in menselijke en christelijke verantwoordelijkheid vervullen en in geloofsgehoorzaamheid aan en ontzag voor God, in gemeenschappelijk beraad en pogen, tot een gewetensvolle juiste beslissing komen, rekening houdend zowel met hun eigen welzijn als met dat van de reeds geboren en komende kinderen, met inzicht tevens in de door de omstandigheden van tijd en levensstaat vereiste materiële en geestelijke levenscondities en tenslotte met het welzijn van het gezin, van de tijdelijke maatschappij en ook van de Kerk. In laatste instantie moeten de echtgenoten zelf ten overstaan van God deze gewetensbeslis-sing nemen. Maar in heel hun handelwijze dienen de christelijke echtgenoten zich ervan bewust te zijn, dat zij niet op een willekeurige wijze te werk mogen gaan, maar zich moeten laten leiden door hun eigen geweten, te conformeren aan de goddelijke wet, derhalve luisterend naar het kerkelijk leergezag, dat de wet van God authentiek interpreteert in het licht van het evangelie. Deze goddelij-ke wet manifesteert en beschermt de integrale zin van de huwelijksliefde en is een stimulans tot de waarlijk menselijke beleving ervan. Wanneer aldus de christelijke echtgenoten, met vertrouwen op de goddelijke voorzienigheid en in een geest van offervaardigheid,117 hun plicht tot gezinsstichting in menselijke en christelijke verantwoordelijkheidszin edelmoedig volbrengen, verheerlijken zij hun Schepper en komen zijzelf in Christus tot ontplooiing. Onder de echtgenoten die aldus de hun door God toevertrouwde taak vervullen, verdienen wel een bijzondere vermelding degenen die, in gewe-tensvol en gemeenschappelijk beraad, grootmoedig een ook groter aantal kinderen op zich nemen, wanneer zij die op passende wijze kunnen opvoeden.118

Toch is het huwelijk niet louter gericht op de voortplanting; het wezen zelf van een onverbrekelijk verbond tussen twee persoonlijke partners en het welzijn van het kind vragen immers, dat ook de wederzijdse liefde van de echtgenoten harmonieus wordt geuit, groeit en tot volwassenheid komt.

Daarom blijft, ook als de vaak vurige verwachting naar het kind wordt teleurgesteld, het huwelijk standhouden als vaste levensgemeenschap en levenscommunie en behoudt het zijn waarde en on-verbrekelijkheid.

51. Het is aan het concilie niet onbekend, dat de gehuwden bij de harmonische ordening van hun huwelijksleven vaak belemmerd worden door sommige moderne levenscondities en in situaties ver-keren waarin minstens tijdelijk hun kinderaantal niet mag worden uitgebreid en de trouwe liefdes-cultus en het volle samen leven op de proef worden gesteld. Waar echter de intieme echtelijke om-gang niet meer kan doorgaan, kunnen niet zelden de huwelijkstrouw en het welzijn van de kinderen in gevaar komen: dan komt immers de opvoeding van de kinderen in het gedrang en ook de edel-moedige bereidheid om in betere tijden het gezin uit te breiden.

Sommigen zijn zo vermetel aan deze problemen een immorele oplossing te geven; erger, voor moord deinzen ze niet terug; maar de Kerk herinnert eraan, dat er geen echte tegenspraak kan be-staan tussen de goddelijke wetten inzake het doorgeven van het leven en de zorg voor een waarach-tige huwelijksliefde.

God immers, de Heer van het leven, heeft aan de mensen de uitmuntende taak toevertrouwd om zorg te dragen voor het leven; deze taak moet op een menswaardige wijze worden vervuld. Daarom

moet het leven reeds vanaf de ontvangenis met uiterste zorg worden beschermd; vruchtafdrijving en kindermoord zijn afschuwwekkende misdaden. De menselijke seksualiteit en het menselijk procre-atievermogen overstijgen op een eminente wijze, wat in de lagere levenssoorten is te vinden; daar-om moeten die daden welke, geordend volgens de eis van de waarachtige menswaardigheid, de ei-gen uitdrukkingsvorm zijn van het huwelijksleven met groot ontzag worden omgeven. Derhalve:

wanneer het harmoniëren van de huwelijksliefde met het verantwoord doorgeven van het leven in het geding is, hangt het zedelijk karakter van een handelwijze niet alleen af van de goedwillende intentie en de subjectieve motivering, maar moet worden bepaald vanuit objectieve criteria die hun grondslag vinden in de eigen aard van de persoon en diens daden, criteria derhalve die de integrale zin van de wederzijdse zelfgave en van de menswaardige gezinsstichting in een context van waar-achtige liefde waarborgen; een opgave die niet kan worden volbracht, als niet de deugd van echte-lijke kuisheid oprecht wordt beoefend. Met deze beginselen voor ogen mogen de kinderen van de Kerk bij de geboorteregeling geen wegen bewandelen welke door het leergezag bij zijn interpretatie van de goddelijke wet worden afgekeurd.119

Allen evenwel dient het duidelijk te zijn, dat het leven van de mensen en de opdracht om dit leven door te geven niet begrepen mogen worden als beperkt en ingesloten binnen een louter binnenwe-reldlijk perspectief, maar steeds uitzicht geven op de eeuwige bestemming van de mens.

52. Het gezin is als het ware een school voor rijker menselijkheid. Opdat echter het leven en de zending van het gezin hun volheid zouden bereiken, zijn vereist de welwillende levensuitwisseling, het gemeenschappelijk beraad van de echtgenoten en een zorgzame samenwerking van de ouders bij de opvoeding. Vaders actieve tegenwoordigheid is van zeer groot belang voor de vorming van de kinderen, maar moeders zorg voor het gezin, die vooral de jonge kinderen behoeven, moet wor-den gewaarborgd, zonder dat evenwel de rechtmatige maatschappelijke promotie van de vrouw daarbij wordt achtergesteld. De kinderen moeten door de opvoeding zo worden gevormd, dat zij in staat zijn om, eenmaal volwassen, in volle verantwoordelijkheid hun, ook gewijde, roeping te vol-gen en hun levensstaat te kiezen, waarin zij, ingeval zij trouwen, hun eivol-gen gezin kunnen stichten in voor hen gunstige morele, sociale en materiële omstandigheden. De ouders of voogden komt het toe de jongeren bij het stichten van een nieuw gezin te begeleiden door wijze raad, waarnaar men graag moet luisteren, maar zij moeten er zich wel voor wachten hen onder directe of zijdelingse dwang naar een huwelijk of naar de keuze van een bepaalde partner te drijven.

Fundament van de maatschappij is aldus het gezin, waarin verschillende generaties elkaar ontmoe-ten en elkaar helpen om tot vollediger wijsheid te komen en de rechontmoe-ten van de personen te harmoni-eren met de andere eisen van het sociale leven. Allen daarom die invloed uitoefenen op gemeen-schappen en sociale verenigingen, moeten metterdaad bijdragen tot grotere bloei van huwelijk en gezin. Het burgerlijk gezag beschouwe het als zijn heilige taak het ware wezen van huwelijk en gezin te erkennen, te beschermen en te bevorderen, de openbare zedelijkheid te beveiligen en de voorspoed van de gezinsgemeenschap te begunstigen. Het recht van de ouders om een gezin te stichten en hun kinderen in eigen familiekring op te voeden, moet worden beveiligd. Door een wijze wetgeving en door allerlei organisaties moeten ook degenen die door ongelukkige omstandigheden het gezinsleven missen, worden beschermd en door aangepaste hulpverlening in hun lot worden verlicht.

Door het rechte ogenblik te benutten120 en door hun zin voor onderscheid tussen het blijvende en het veranderlijke moeten de christengelovigen zowel door het getuigenis van eigen leven als door ge-zamenlijke actie met alle goedwillende mensen de waarden van huwelijk en gezin met veel zorg omgeven; zo zullen zij, de moeilijkheden ondervangend, zorg dragen voor het gezin overeenkom-stig de noodzakelijke en opportune eisen van het gezinsleven in een nieuwe tijd. Tot het bereiken van dit doel kunnen de christelijke geloofszin, het rechtgeaarde zedelijke geweten van alle mensen en de wijsheid en deskundigheid van de beoefenaren van de gewijde wetenschappen veel bijdragen.

Ook de beoefenaren van de natuur- en geesteswetenschappen, vooral de biologie, de geneeskunde,

Ook de beoefenaren van de natuur- en geesteswetenschappen, vooral de biologie, de geneeskunde,