• No results found

Nu heb ik zojuist een eigen verklaring gegeven voor het fysieke geweld van de mannen uit mijn onderzoek tegen hun partners. Maar de vraag die ik aan het begin van mijn onderzoek stelde was hoe mannen zelf hun eigen geweld verklaren. Zo’n vraag laat eigenlijk geen ruimte voor interpretatie, slechts voor een representatie van de verhalen die ik gehoord heb tijdens mijn veldwerk, in de wetenschap dat ook deze representatie een interpretatie van mij als onderzoeker zal zijn. In de hoofdstukken 5, 6 en 7 heb ik getracht om de getuigenissen van deze mannen zo waarheidsgetrouw mogelijk weer te geven.

Maar toch bekruipt mij de vraag wat nu waardevoller is en wat van mij verwacht wordt als aankomend antropoloog. Heeft mijn interpretatie van het gewelddadig handelen meer waarde dan de verklaringen van de mannen zelf, of is mijn verklaring meer waar? In het sociaal wetenschappelijk debat wordt er gesproken over de geloofwaardigheid van verklaringen van mannen over hun eigen geweld.

Dobash and Dobash (1998), Hearn (1998), and Ptacek (1990) focus on the excuses, justifications, and rationalizations that batterers use to account for their violence. These authors suggest that the batterer’s accounts of violence are texts through which they attempt to deny responsibility for violence and to present nonviolent self-identities. (Anderson & Umberson 2001:359)

Ook al zijn de verklaringen van mannen excuses voor hun eigen gedrag en proberen ze daarmee de verantwoordelijk voor hun eigen geweld af te schuiven, net zoals een aantal mannen in de hoofdstukken 5 en 7 doen, dat is wel wat ze zelf geloven en van waaruit ze zullen handelen. Het is de beleving van het eigen gewelddadig gedrag en deze kennis is noodzakelijk om mannen te kunnen aanspreken in bewoordingen die ze herkennen. In de workshops van de AHCV worden de mannen in het begin ook geconfronteerd met deze interpretaties van een gewelddadige confrontatie zodat ze zichzelf in de situatie herkennen.

Tot slot

Het is interessant om te zien dat er een verschil bestaat tussen mijn verklaring, een sociaal wetenschappelijke, en de interpretatie van een aantal mannen van hun eigen geweld. Mijn informanten zijn onderdeel van hun omgeving en hebben daardoor allemaal een persoonlijke manier van betekenis geven aan dit geweld. Maar de argumenten die de mannen opvoeren in de verklaring van hun geweld zijn niet nieuw, deze kende ik al uit andere stukken over huiselijk geweld. De waarde van dit onderzoek ligt juist daarin, dat ik als relatieve buitenstaander het gedrag en de opvattingen op een andere manier heb kunnen interpreteren en analyseren.

Voor een bijdrage in het wetenschappelijk debat is deze eigen interpretatie noodzakelijk en interessant. Ik geloof dat ik wel recht heb gedaan aan de mannen door hun eigen verhaal zo volledig

Hoofdstuk 8 Geweld ter discussie

99

mogelijk te presenteren. Bovendien kan iedere lezer voor zichzelf een eigen mening vormen over de verklaring die ik op basis van deze verhalen voor het geweld gegeven heb.

Na het schrijven van deze scriptie kom ik tot de conclusie dat de verhalen van de mannen op zich erg interessant zijn, maar dat ze voor een bijdrage aan het wetenschappelijk debat geïnterpreteerd dienen te worden door iemand van buiten de directe context. En tegelijkertijd besef ik dat mijn argumentatie één van de vele verklaringen vormt die te geven is voor huiselijk geweld in Nicaragua. Desalniettemin levert dit onderzoek naar huiselijk geweld vanuit het mannelijk perspectief ons wel weer interessante nieuwe vragen op. Zo is het onduidelijk of mannen geweld bewust gebruiken als strategie om hun man-zijn te beschermen, of het dus echt een strategie is en mannen zich bewust zijn van hun machtspositie binnen het gezin. Daarnaast is het nodig om de relatie tussen mannelijkheid, identiteit en geweld duidelijker te kunnen weergeven, vanuit het perspectief van mannen. En in hoeverre de angst om voor niet-man uitgemaakt te worden het gedrag beïnvloedt van mannen in relatie tot hun vrouw.

De uitleg die ik heb gegeven aan het fysieke geweld van mannen tegen hun partner moet gezien of gelezen worden in combinatie met de verschillende verklaringen van de mannen zelf. Alleen zo blijft mijn interpretatie verbonden aan de context van Nicaragua en wordt het duidelijk dat er niet één verklaring te geven is voor huiselijk geweld. Het is een ingewikkeld onderwerp wat, door de vele factoren die hierop van invloed zijn, lastig is om begrijpelijk te maken, behalve voor de mannen zelf. Deze mannen in Managua hebben allemaal een eigen uitleg die past bij hun persoonlijke verhaal en die de gevolgen van hun geweld zo dragelijk mogelijk moeten maken.

Samenvatting

101

Samenvatting

Huiselijk geweld komt voor over heel de wereld en wordt meestal gedaan door mannen. Maar het meeste onderzoek en beleid is bijna altijd gericht op de slachtoffers, vrouwen. Met dit onderzoek naar de plegers van geweld hoop ik inzicht te kunnen verschaffen in de motivaties van gewelddadige mannen zodat zij ook betrokken worden in het terugdringen van deze vorm van social suffering.

In Managua, Nicaragua, bestaat sinds tien jaar een mannengroep tegen geweld (AHCV) die workshops organiseert voor mannen om met elkaar te praten over hun ervaringen met geweld, gender en macht. Door participatie in deze workshops, in gesprekjes, ontmoetingen en observaties op straat, tijdens mijn verblijf in de buurt Reparto Schick en aan de hand van een aantal formele interviews heb ik etnografisch materiaal verzameld voor de beantwoording van mijn onderzoeksvraag:

Welke verklaringen geven mannen voor het eigen fysieke geweld tegen hun partner?

De verhalen die mannen vertellen over hun ervaringen met geweld zijn heel divers, maar er zijn een aantal overeenkomsten. Zo heeft iedere man als kind fysieke straf ontvangen van een of beide ouders, is bijna iedere man vroeger getuige geweest van geweld tussen zijn ouders en kent iedereen het geweld van de pandillas op straat en waren sommige mannen in militaire dienst tijdens de contraoorlog in de jaren 80.

De vijf mannen die in deze scriptie hun verhaal vertellen, hebben allemaal een vrouw of vriendin, en hebben alle vijf wel eens deze of hun vorige partner geslagen. Iedere man geeft een andere verklaringen voor zijn geweld. Volgens Oscar is de jaloezie van zijn vriendin de oorzaak van hun ruzies en van zijn geweld waar het soms op uitloopt. René noemt alcohol als de oorzaak voor zijn controleverlies waardoor hij zijn overspelige vriendin heeft geslagen. Armoede wordt door Mariano aangewezen als achterliggende oorzaak voor hun moeilijk situatie waarin geweld makkelijk ontstaat. Mario heeft als kind haast een militaire opvoeding gehad en toen heeft hij zoveel woede en razernij in zich opgenomen dat hij nu niet anders kan dan dit af en toe te uiten in de vorm van fysiek geweld tegen zijn vrouw. En voor Ronaldo is geweld iets om van te genieten, hij voelt zich machtig en het mannetje, hij kan zijn kracht tonen en geniet van de angst van zijn slachtoffer.

Al deze verklaringen, met uitzondering van de laatste, zijn terug te vinden in de sociaal wetenschappelijke literatuur over huiselijk geweld. Maar al deze theoretische benaderingen kunnen geen bevredigende verklaring geven voor het voorkomen van geweld tussen mannen en vrouwen. Ronaldo verwijst in zijn verhaal naar een gevoel van mannelijkheid en dat is precies het perspectief wat wel een zinnige analyse kan geven van het mannelijke geweld.

Mannelijkheid is een ideaalbeeld wat in Nicaragua betekent dat een man een baan moet hebben, waarmee hij zijn gezin kan onderhouden. Dat hij meerdere seksuele partners nodig heeft om zijn seksuele potentie te bevredigen, dat hij drinkt samen met zijn vrienden. En dat een man fysiek en mentaal sterk is, veel aankan (pijn, alcohol), altijd moet winnen en de baas is in huis. Deze eigenschappen vormen zijn mannelijke identiteit en voldoet hij niet aan dit ideaal dan dreigt hij in de gendercategorie niet-man of homoseksueel te belanden. Door de ontkenning of beschadiging van zijn mannelijkheid door zijn vrienden, door zijn vrouw of zichzelf verliest hij zijn mannelijke identiteit en wordt hij uitgescholden en uitgemaakt voor mietje of homo. En een man zal alles doen om niet geclassificeerd te worden als niet-man, omdat hij in die positie zijn macht als man kwijt is en net zoals vrouwen ondergeschikt is aan echte mannen.

Dit schrikbeeld motiveert mannen om hun mannelijkheid te bewijzen aan hun omgeving, om hun man-zijn te beschermen wanneer dit dreigt te worden aangetast. Geweld is het laatste middel of een strategie om mannelijkheid te tonen, te beschermen en te herstellen wanneer die mannelijke identiteit in twijfel wordt getrokken. Wanneer een vrouw haar man beperkt in zijn mannelijke activiteiten, hem aanspreekt op zijn verantwoordelijkheden als man of wanneer ze zijn positie als hoofd van het gezin bekritiseert zal haar man in het uiterste geval met fysiek geweld reageren.

Bibliografie

103

Bibliografie

Anderson, Kristin L. & Debra Umberson

2001 Gendering violence: Masculinity and power in men’s accounts of domestic violence. Gender &

Society 15(3): 358-380.

Barker, Gary & Irene Loewenstein

1997 Where the boys are: Attitudes related to masculinity, fatherhood, and violence toward women among low-income adolescent and young adult males in Rio de Janeiro, Brazil. Youth &

Society 29(2): 166-196.

Bird, Sharon R.

1996 Welcome to the men’s club: Homosociality and the maintenance of hegemonic masculinity.

Gender and Society 10(2): 120-132.

Bourdieu, Pierre

2004 Gender and symbolic violence. In: Scheper-Hughes, Nancy & Philippe Bourgois (eds.),

Violence in war and peace: An anthology. Malden: Blackwell Publishing, pp. 339-342.

Bourdieu, Pierre & Loïc Wacquant

2004 Symbolic violence. In: Scheper-Hughes, Nancy & Philippe Bourgois (eds.), Violence in war

and peace: An anthology. Malden: Blackwell Publishing, pp. 272-274.

Campbell, Catherine

1992 Learning to kill? Masculinity, the family and violence in Natal. Journal of Southern African

Studies 18(3): 614-629.

Chant, Sylvia

2000 Men in crisis? Reflections on masculinities, work and family in North-West Costa Rica.

European Journal of Development Research 12(2): 199-218.

Das, Veena, Arthur Kleinman, Mamphela Ramphele & Pamela Reynolds (eds.) 2000 Violence and Subjectivity. Berkeley: University of California Press. Desjarlais, Robert & Arthur Kleinman

1997 Violence and well-being. Social science and medicine 45(8): 1143-1145.

Dobash, R.E. & R.P. Dobash

1998 Violent men and violent contexts. In: Dobash, R.E. & R.P. Dobash (eds.), Rethinking Violence

Against Women. Thousand Oaks, CA: Sage.

Ellsberg, Mary, Rodolfo Peňa, Andrés Herrera, Jerker Lilijestrand & Anna Winkvist

1996 Confites en el infierno: Prevalencia y características de la violencia conyugal hacía las

mujeres en Nicaragua. Managua: Red Nacional de Mujeres contra la Violencia.

2000 Candies in hell: Women’s experience of violence in Nicaragua. Social Science and Medicine 51(11): 1595-1610.

Finkler, Kaja

1997 Gender, domestic violence and sickness in Mexico. Social Science and Medicine. 45(8): 1147- 1160.

Bibliografie

104

Fuller, Norma

1998 Work and masculinity among Peruvian urban men. European Journal of Development

Research 12(2): 93-115.

2001 She made me go out of my mind: Marital violence from the male point of view. Development 44(3): 25-29.

Garda, Roberto

2001 ‘I want to recover those things I damaged’: The experience of men’s groups working to stop violence in Mexico. Development 44(3): 104-106.

Hardin, Michael

2002 Altering masculinities: The Spanish conquest and the evolution of the Latin American machismo. International Journal of Sexuality and Gender Studies 7(1): 1-22.

Hearn, Jeff

1998 The violences of men: How men talk about and how agencies respond to men’s violence to

women. London: Sage Publications.

Huysegems, Filip

1998 Nicaragua: Mensen, politiek, economie, cultuur. Amsterdam: Koninklijk Instituut voor de Tropen, NOVIB en NCOS.

Ingham, J. M.

1986 Mary, Michael, and Lucifer: Folk Catholicism in Central Mexico. Austin: University of Texas Press.

Kaufman, Michael

1993 Cracking the armour: Power, pain and the lives of men. Canada: Viking/Penguin.

2001 Building a movement of men working to end violence against women. Development 44(3): 9- 14.

Kleinman, Arthur

2000 The violences of everyday life: The multiple forms and dynamics of social violence. In: Das, Veena, Arthur Kleinman, Mamphele Ramphele & Pamela Reynolds (eds.), Violence and

Subjectivity. Berkeley: University of California Press, pp. 226-241.

Lancaster, Roger N.

1988 Subject honor and object shame: The construction of male homosexuality and stigma in Nicaragua. Ethnology 27(2): 111-125.

1992 Life is hard: Machismo, danger, and the intimacy of power in Nicaragua. Berkeley, CA: University of California Press.

1997 Sexual positions: Caveats and second thoughts on “categories”. The Americas 54(1): 1-16. Lindegaard, Marie Rosenkrantz & Ann-Karina Henriksen

2004 Strategies of safety: When threats of violence become everyday life. Bijdrage aan symposium:

Violence, health and human rights. Amsterdam: faculteit Medische Antropologie.

Melhuus, Marit & Kristi Anne Stølen (eds.)

1996 Machos, mistresses and madonnas: Contesting the power of Latin American gender imagery. London: Verso.

Bibliografie

105

Montoya, Oswaldo Tellería

1998 Nadando contra corriente: Buscando pistas para prevenir la violencia masculina en las

relaciones de pareja. Managua: Puntos de Encuentro.

Prieur, Annick

1996 Domination and desire: Male homosexuality and the construction of masculinity in Mexico. In: Melhuus, Marit & Kristi Anne Stølen (Eds.), Machos, mistresses and madonnas: Contesting

the power of Latin American gender imagery. London: Verso, pp. 83-107.

Ptacek, J.

1990 Why do men batter their wives? In: Yllö, K. & M. Bograd (eds.), Feminist Perspectives on Wife

Abuse. Newbury Park, CA: Sage.

Ramphele, Mamphela

2000 Teach me how to be a man: An exploration of the definition of masculinity. In: Das, Veena, Arthur Kleinman, Mamphela Ramphele & Pamela Reynolds (eds.), Violence and Subjectivity. Berkely: University of California Press, pp. 102-119.

Scheper-Hughes, Nancy & Philippe Bourgois (eds.)

2004 Violence in war and peace: An anthology. Malden: Blackwell Publishing. Sen, Purna

1999 Enhancing women’s choices in responding to domestic violence in Calcutta: A comparison of employment and education. European journal of development research 11(2): 65-86.

Sternberg, Peter

2000 Challenging machismo: Promoting sexual and reproductive health with Nicaraguan men.

Gender and Development 8(1): 89-99.

Westlund, Andrea C.

1999 Pre-modern and modern power: Foucault and the case of domestic violence. Signs 24(4): 1045-1066.

Zúniga, Flor de Maria & Nora Meneses

1995 Una decisión para el cambio: Violencia hacía las mujeres del distrito No. 5 de Managua. Managua: Instituto de Investigaciones Mujer y Cambio.

Internetbronnen

Cercone, James

2004 Consultoría “Evaluación de la política nacional de salud 1997-2002”. Managua: Sanigest

Internacional. Gevonden op website: http://www.iadb.org/sds/specialprograms/lachealthaccounts/CountryProfiles/Nicaragua_en.ht

m op 11 april 2005.

INEC (Instituto Nacional de Estadisticas y Censos)

2001 Balance de la fuerza de trabajo urbano por ciudad. Managua: INEC. Gevonden op website: http://www.inec.gob.ni/estadisticas/sociodemografico/balancefuerza.pdf op 26 april 2005.

Bibliografie

106

Intermón Oxfam

2001 Nicaragua. Gevonden op website: http://www.intermonoxfam.org/page.asp?id=904&idioma=1 op 26 april 2005.

Manji, Alim, Rodolfo Peña en Robert Dubrow

2002 Knowledge, attitudes, beliefs and practices related to HIV/AIDS among adolescents in León,

Nicaragua. Gevonden op website: http://cira.med.yale.edu/events/asd04paneliiiamanji.pdf op

13 april 2005.

Medina, Miguel, José Ramón Zamora García en Tania Corina Andreu

2000 Cuentas nacionales en VIH/SIDA: Estimación de flujos de financiamiento y gasto en

VIH/SIDA, Nicaragua. Gevonden op website:

http://www.sidalac.org.mx/spanish/publicaciones/cnacionales99-00/nicaragua/nicaragua99- 00.pdf op 13 april 2005.

Netwerk Huiselijk Geweld

2003 Een site van ministerie van justitie. Geraadpleegd op 16-12-2003. http://www.minjust.nl/b_organ/nhg/huiselijk_geweld.htm.

Rojas Lara, Patricio

2004 Situación del SIDA en Nicaragua: Presentación al grupo temático ampliado de ONUSIDA. Managua: Organización Panamericana de la Salud. Gevonden op website: http://www.ops.org.ni/Notas_Prensa/SitSIDANi.pdf op 13 april 2004.

Andere bronnen

Stedenband Amsterdam Managua

2003 Geweld tegen vrouwen in Nicaragua. Debat georganiseerd door de Stedenband Amsterdam Managua (SAM) in de Akhnaton in Amsterdam op 31 oktober 2003.

Bijlage A Geschiedenis Nicaragua

107

Bijlage A Geschiedenis Nicaragua

Nicaragua werd oorspronkelijk bewoond door verschillende Indiaanse volkeren. Een van de belangrijkste groepen, de Niquiranos, waren verwant aan de Maya’s en woonden in het westen het huidige Nicaragua. Columbus deed Nicaragua aan in 1502 op zijn vierde reis naar Amerika. Twintig jaar later komt een Spaanse expeditie terug en trekt het land binnen, ze worden ontvangen door Nicarao, de leider van de Niquiranos, en hij laat zich overhalen om zichzelf en zijn volk te bekeren tot het christendom. Als dankbetuiging vernoemen de Spanjaarden het nieuwe land naar hem, Nicaragua. (Huysegems 1998:6) In de koloniale tijd die daarop volgt wordt er in Nicaragua goud gedolven en worden er twee grote koloniale steden gebouwd, León en Granada.

Tijdens de koloniale tijd vormt Nicaragua een provincie van het kapitein-generaalschap Guatemala, hiertoe behoorde nagenoeg heel Centraal-Amerika. Toen Napoleon in 1808 Spanje bezet breken er in Latijns-Amerika in verschillende landen opstanden uit tegen de Spaanse overheersing. Mexico verwerft als eerste zijn onafhankelijkheid in 1821. De Midden-Amerikaanse gebieden roepen dan ook de onafhankelijkheid uit en sluiten zich aan bij Mexico. Na de nodige interne verdeeldheid en conflicten tussen de katholieke grondgrondbezitters (de conservatieve) en de nieuwe handelaars (de liberalen) roept Nicaragua in 1838 als eerste in Midden-Amerika de volledige onafhankelijkheid uit. (Huysegems 1998:9)

Het blijft onrustig tussen de conservatieven en de meer vooruitstrevende liberalen die de hulp van Amerikaanse huurlingen inroepen. Onder leiding van William Walker vallen deze in 1855 Nicaragua binnen en branden de stad Granada plat. Walker roept zichzelf uit tot president en probeert de steun te krijgen van de VS. Maar een gezamenlijke troepenmacht van alle Midden-Amerikaanse landen drijven Walker het land uit en nadat hij nog een keer probeert Nicaragua probeert binnen te vallen wordt hij door de Hondurese autoriteiten voor het vuurpeloton gezet.

In 1893 komt de liberaal en verlicht despoot José Santos Zelaya aan de macht en hij voert hervormingen door, zoals de scheiding van Kerk en Staat, gratis onderwijs en investeringen in infrastructuur. Ook bevordert hij de integratie van het Oostelijk Caraïbische deel van Nicaragua binnen de natie. Zijn weigering in te stemmen met de aanleg van een kanaal van de Atlantische oceaan naar de Stille oceaan brengt hem in conflict met de VS, die tegenkrachten steunen en in 1910 mariniers naar Bluefields (Caribische kust) sturen. De VS zullen tot 1933 militair aanwezig zijn in Nicaragua.

Een socialistische geïnspireerde revolutionair, Augusto C. Sandino, begint vanaf 1925 met de opbouw van een guerrillaleger en daarmee bint hij de strijd aan met de Amerikaanse mariniers en de Nationale Garde. Dit nationale leger was door de VS opgezet om de orde in het land te handhaven en democratische verkiezingen te kunnen houden. In 1934 wordt Augusto Sandino op bevel van de opperbevelhebber van de Nationale Garde, Anastasio Somoza, vermoord. Zijn vrijheidsstrijd zal ten 30 jaar later een nieuwe revolutionaire beweging inspireren, de Sandinisten.

Wanneer de VS in 1933 Nicaragua weer verlaten dragen ze de macht over aan de familie Somoza, die tot 1979 aan de macht zullen blijven. De Somozas gebruiken de Nationale Garde (Guardia Nacional) om iedere opstand of tegenspraak met harde hand te onderdrukken. Ze onderhouden goede banden met de VS en vergaren grote rijkdommen terwijl het Nicaraguaanse volk arm wordt gehouden.

In de jaren 70 ontstaat de Sandinistische beweging, die geïnspireerd op het revolutionaire socialisme van Sandino en het succes van Castro in Cuba, zich de FSLN noemt (Frente Sandinista de Liberación Nacional), het Sandinistisch front voor de nationale bevrijding. Doordat de Sandinisten de levensomstandigheden van de arme boerenbevolking probeert te verbeteren door het bieden van medische zorg en onderwijs krijgen ze steeds meer aanhang in Nicaragua. De nationale garde