• No results found

6. Conclusie

6.2 Dynamisch aspect

De ontwikkelingen binnen de uitvoeringsorganisatie Wmo/ Wmo-frontoffice

Het prestatiemetingssysteem heeft zich in de loop der tijd moeten ontwikkelen door de wijzigingen die de uitvoeringsorganisatie Wmo moest doorstaan. Door de decentralisaties die zijn ingevoerd in 2015, zijn een aantal functies opgeheven. Ook de verdere automatisering van werkzaamheden heeft ervoor gezorgd dat het systeem aan wijzigingen onderhevig was. Hieronder worden de

ontwikkelingen nader toegelicht(Interviews Jantine Schelling-Biesheuvel, Goof Slooters en Joost Struijk,2018).

De organisatorische ontwikkelingen:

1. Ontwikkelingen binnen het bestuur en binnen de uitvoering

• Een belangrijke wijziging is dat er door de decentralisaties die zijn ingevoerd in 2015 de uitvoering van de Wmo-taken binnen één organisatie bijeen zijn gebracht. Het doel hiervan is om het Wmo-beleid efficiënter en eenduidiger in te kunnen richten en uit te kunnen voeren.

• Daarnaast worden de professionals van de Wmo-frontoffice hedendaags intern opgeleid. De opleiding gaat specifiek over de Wmo-taken en de Wmo-zorgvragen die naar binnenkomen. • Vanaf 1 januari 2016 zijn alle Wmo-taken belegd bij de Wmo-frontoffice en daarmee zijn de

taken dus verschoven van de 5 verschillende gemeenten naar één Wmo- frontoffice. Hierdoor hebben de medewerkers van de Wmo-frontoffice meer taken op zich gekregen en zich tevens moeten houden met administratieve zaken als: de beoordeling van de

inkomende zorgvragen, het corrigeren van onjuist behandelde vragen, het inwerken van nieuwe professionals binnen het team.

• Het management team hanteert strengere regels en controles om de uitvoering van de Wmo-taken te kunnen beheersen. Deze strengere regels en controles zorgen voor meer sturing en controle binnen de Wmo-frontoffice. De ontwikkelingen binnen de regio Hoeksche Waard hebben dus voor meer procedures, taken, werkzaamheden en prestatie-indicatoren gezorgd binnen de Wmo-frontoffice (Interviews Jantine Schelling-Biesheuvel, Goof Slooters en Joost Struijk,2018)

68 2. Ontwikkelingen op het gebied van de bewegingsvrijheid van de medewerkers

• Een andere ontwikkeling is dat de medewerkers van het Wmo-frontoffice team minder bewegingsvrijheid hebben door de toegenomen regeldruk. Er zijn door de veranderende samenleving meer regels, procedures, processen en voorschriften gekomen. Ook komt deze ontwikkeling gedeeltelijk door de toename van diverse maatschappelijke problemen, zoals de Pgb (Persoonsgebonden budget)-fraude en door de maatschappij die zo complex is (Interviews Jantine Schelling-Biesheuvel, Goof Slooters en Joost Struijk,2018).

3. Ontwikkelingen op het gebied van prestatievoorwaarden

• Door het inwerkingtreding van de Wmo-frontoffice per 1 januari 2016, hebben de professionals nieuwe werkzaamheden en nieuwe autoriteiten gekregen. Hierdoor zijn de prestatievoorwaarden continu aan verandering onderhevig. Een volgende ontwikkeling is dan ook dat de nieuwe prestatievoorwaarden hebben geleid tot nieuwe regels en nieuwe indicatoren om de continu wijzigende samenleving tegemoet te kunnen gaan. De nieuwe taken worden niet in cijfers uitgedrukt, maar er worden voor de uitvoering van deze nieuwe taken wel voorwaarden gecreëerd (Interviews Jantine Schelling-Biesheuvel, Goof Slooters en Joost Struijk,2018).

4. Ontwikkelingen op het gebied van maatregelen: van harde maatregelen naar zachte maatregelen

Een andere ontwikkeling is dat de harde maatregelen van voorheen langzamerhand zijn veranderd naar zachtere maatregelen. Dit komt voornamelijk doordat het werk in de loop der jaren complexer is geworden en er andere maatregelen genomen moeten worden. Toen het prestatiemetingssysteem in het jaar 2010 pas werd ingevoerd, werden er harde maatregelen getroffen bij het niet behalen van de prestatienormen. Bij het niet behalen van de prestatienorm werden de professionals als eerst gewaarschuwd, bij een tweede keer werd er een gesprek aangegaan tussen de manager en de professional en bij een derde keer werd de professional ontslagen. Er werd dus alleen naar het aantal verrichte taken gekeken en niet naar het verhaal achter de cijfers. Langzamerhand zijn deze harde maatregelen veranderd in zachtere maatregelen. Professionals krijgen niet zo snel ontslag meer en wordt er eerder een gesprek aangegaan met de professionals om samen te kijken waar het mis gaat

69 en wordt er gekeken naar verbetermogelijkheden(Interviews Jantine Schelling-Biesheuvel, Goof Slooters en Joost Struijk,2018).

Ontwikkelingen binnen het prestatiemetingssysteem.

1. De ontwikkeling van het oude prestatiemetingssysteem Stipter naar het nieuwe prestatiemetingssysteem Wmo-net

Vanaf 1 januari 2010 tot 1 januari 2015 hadden individuele gemeenten van de regio Hoeksche Waard een slechtwerkend Wmo prestatiemetingssysteem met veel gaten.

Regionaal gezien is het prestatiemetingssysteem van de regio Hoeksche Waard in het kader van de Wmo vanaf 2015 moeilijk te analyseren. Na de 3 decentralisaties die op 1 januari 2015 hebben plaatsgevonden binnen het Sociaal Domein en de taken vanaf dat moment overgeheveld zijn naar de gemeenten, zijn de gemeenten binnen de regio Hoeksche Waard pas regionaal prestaties gaan meten. Vanaf 1 januari 2015 waren de gemeenten begonnen aan de regionale vastlegging van het Wmo prestatiemetingssysteem en het gezamenlijk invullen van dit systeem, genaamd Stipter. Samenvattend kan er worden gezegd dat het oude prestatiemetingssysteem niet goed werkte doordat de kernprocessen niet in het systeem waren geïmplementeerd. De regio had destijds geen kernprocessen beschreven en wilde Stipter ( het oude prestatiemetingssysteem) nemen in de hoop dat dat een ruggengraat zou bieden. Dit systeem werkte niet omdat het systeem ook niet van de regio was. Het is belangrijk om eerst zelf na te denken hoe de regio de processen wilt hebben. Daar moet goed over nagedacht worden om het passend te maken binnen de organisatie en vervolgens wordt een prestatiemetingssysteem gezocht die daar goed bij aansluit. Dat is wat de regio nu anders heeft gedaan.

Momenteel werkt het Wmo-net heel goed en wordt het systeem met kwantitatieve gegevens gevuld die de gemeenten voorheen voornamelijk over het jaar 2015 en het jaar 2016 handmatig hadden verzameld ( Interviews Nico Stolk en Brecht Sies, 2017).

• Ontwikkeling 1

Voorheen moesten de gegevens handmatig ingevoerd worden in het systeem en tegenwoordig is het prestatiemetingssysteem door middel van kernprocessen in verschillende systemen ingebouwd. Zo worden de producten, diensten en de geleverde prestaties van de professionals automatisch in het systeem verwerkt. Het

prestatiemetingssysteem Wmo-net houdt alle geleverde prestaties en niet geleverde

70 het prestatiemetingssysteem) (Interviews Jantine Schelling-Biesheuvel, Goof Slooters en Joost Struijk,2018).

• Ontwikkeling 2

Na de vele gaten in het prestatiemetingssysteem Stipter heeft het bestuur besloten om een nieuw prestatiemetingssysteem in te voeren; genaamd : Het Wmo-net. Door verschillende wijzigingen binnen en buiten de organisatie is ook het prestatiemetingssysteem gewijzigd. De complexiteit van de praktijk heeft er voor gezorgd dat de professional moet letten op veel meer aspecten. In de loop van de tijd zijn er meer maatregelen, voorschriften en producten ontstaan. Door al deze wijzigingen kan het nieuwe prestatiemetingssysteem zich uitbreiden. Dit houdt in dat de complexiteit van de samenleving heeft geleid tot een complexere prestatiemetingssysteem, omdat de professionals hedendaags met meer factoren/aspecten rekening moeten houden(Interviews Jantine Schelling-Biesheuvel, Goof Slooters en Joost Struijk,2018).

Momenteel wordt het Wmo-net systeem met kwantitatieve gegevens gevuld die de gemeenten voorheen voornamelijk over het jaar 2015 en het jaar 2016 handmatig hadden verzameld en ingevuld ( Interviews Brecht Sies, Nico Stolk & Petra van Prooijen, 2017).

3.De ontwikkeling van toezicht en handhaving in het kader van de Wmo-taken

De geïnterviewden hebben het voornamelijk gehad over de statische aspecten van prestatiemeting, namelijk dat er perverse effecten kunnen optreden bij het hanteren van harde maatregelen. Professionals waren bang om de norm niet te halen en om ontslagen te worden, waardoor ze de taken niet volledig gingen uitvoeren om zo meer prestaties te kunnen leveren binnen de tijdslimiet. Dit leidde tot strategisch gedrag. Het management team was van mening dat er overgestapt moest worden van de individuele prestatienorm naar teamnormen om zo de professionals van het team onderling de normen te laten compenseren met elkaar. Zo kan de teamnorm makkelijker behaald worden. In de loop der tijd werden de taken en werkzaamheden van de professional steeds moeilijker door de veranderende en de complexe samenleving, waardoor de managers niet meer exact naar de prestatiecijfers keken, maar keken ook naar het verhaal achter de cijfers. De managers begrijpen dat het niet meer makkelijk is voor een professional om de prestatienorm van 270

onderzoeken per jaar te behalen(Interviews Jantine Schelling-Biesheuvel, Goof Slooters en Joost Struijk,2018).

71 In de loop der tijd is wegens de decentralisaties de Wmo-frontoffice per 1 januari 2016 inwerking getreden. De Wmo-taken werden gecentraliseerd naar het team van de uitvoeringsorganisatie Wmo ( Wmo-frontoffice). De professionals hadden als eerst bewegingsvrijheid om deze Wmo-taken zelf in te vullen en uit te voeren. Dit zorgde voor minder structuur in het team. Vervolgens bedachten de managers een oplossing, namelijk de standaardisering van de bewegingsvrijheid van de professionals door de invoering van nieuwe prestatie-indicatoren . De bedoeling was om de Wmo-taken zo

efficiënter in te richten. De resultaten die voortvloeien uit het prestatiemetingssysteem worden gebruikt als input voor het nemen van maatregelen om bepaalde zaken in de toekomst te voorkomen. Zo wordt er niet meer hard gestraft, maar worden meer zachtere maatregelen genomen, zoals het in groepsverband bespreken van veelvuldige fouten en daaruit een lering te trekken (intervisieopdrachten of casuïstiek in de praktijk bespreken) bij de eerst volgende keer of komen er interventies op bestuurlijk niveau(Interviews Jantine Schelling-Biesheuvel, Goof Slooters en Joost Struijk,2018).