• No results found

De ontwikkeling van de prestatiemetingssystemen vanaf het jaar 2010-2017

4. Resultaten

4.1 De ontwikkeling van de prestatiemetingssystemen vanaf het jaar 2010-2017

Uit de literatuurstudie blijkt dat door de dynamiek in de omgeving het prestatiemetingssysteem zich continu aan moet passen om te kunnen voldoen aan de eisen van de samenleving. De

prestatiemeting is geen vaststaand gegeven en kan in de loop der tijd dus veranderen. Echter kunnen de statische aspecten ook invloed hebben op het vernieuwen van het prestatiemetingssysteem. Zo vertelt Veld et al (1996) dat de praktijk ons leert dat in de loop van de tijd elk

prestatiemetingssysteem uitgewerkt zal raken en het systeem zich vervolgens moet

verbeteren/aanpassen. Dit komt doordat het systeem een overvloed aan perverse effecten heeft, bijvoorbeeld door een overvloed aan strategisch gedrag of dat de medewerkers de regels van het prestatiemetingssysteem proberen te omzeilen, waardoor het prestatiemetingssysteem

geperverteerd kan raken. Het kan ook zo zijn dat wanneer alle medewerkers zich aan de normen van het prestatiemetinssysteem voldoen, het prestatiemetingssysteem zich op een gegeven moment overbodig maakt ( Veld et al., 1996).

In dit onderzoek wordt het dynamisch aspect van prestatiemeting onderzocht. Er wordt dus voornamelijk gekeken naar de dynamische ontwikkelingen, maar omdat het statisch aspect van prestatiemeting (de vaststaande gegevens: de positieve en negatieve effecten van prestatiemeting) ook een effect kunnen hebben op het vernieuwen van het systeem, blijft het systeem onderhevig aan veranderingen( Veld et al., 1996).

45 Dus beide aspecten hebben met elkaar te maken. Daarom worden eerst de dynamische

ontwikkelingen van het prestatiemetingssysteem hieronder weergegeven en vervolgens de positieve en negatieve effecten van het prestatiemetingssysteem weergegeven die statisch van aard zijn.

4.1.1 Achtergrondinformatie

Vanaf 1 januari 2010 tot 1 januari 2015 hadden individuele gemeenten van de regio Hoeksche Waard een slechtwerkend Wmo prestatiemetingssysteem met veel gaten.

Regionaal gezien is het prestatiemetingssysteem van de regio Hoeksche Waard in het kader van de Wmo vanaf 2015 moeilijk te analyseren. Na de 3 decentralisaties die op 1 januari 2015 hebben plaatsgevonden binnen het Sociaal Domein en de taken vanaf dat moment overgeheveld zijn naar de gemeenten, zijn de gemeenten binnen de regio Hoeksche Waard pas regionaal prestaties gaan meten. Vanaf 1 januari 2015 waren de gemeenten begonnen aan de regionale vastlegging van het Wmo prestatiemetingssysteem en het gezamenlijk invullen van dit systeem, genaamd Stipter. Stipter was een slechtwerkend prestatiemetingssysteem binnen de uitvoeringsorganisatie Wmo van de regio Hoeksche Waard. Hier lag een slecht contract onder. Er waren gaten in het systeem die door houtje touwtje oplossingen werden gedicht. Het oude ICT systeem had een slecht ruggengraat, was traag, de informatie die in het systeem werd gestopt raakte zoek, het was heel arbeidsintensief, het was totaal niet gebruiksvriendelijk, de samenwerking met de aanbieders verliep niet goed via dat systeem. Men plakte pleisters om de gaten te dichten. De aantallen aanvragen werden handmatig bijgehouden. De beschikkingen stonden op een schijf en mensen knipten en plakten dat in elkaar, waardoor er heel veel fout ging. Mensen vergaten bijvoorbeeld de alinea eigen bijdrage erin te zetten of de contracten met de aanbieders waren heel slecht. Uit het ICT-systeem kon er geen managementsysteem gehaald worden. Op een gegeven moment is er een Excel-systeem opgebouwd om de betalingen door te laten gaan.

Door de gaten van het systeem met houtje touwtje oplossingen te gaan dichten, was er in grote mate inefficiëntie. Doordat het systeem vol gaten zat waren er veel administratieve monsters in de betaling, want men kon de zorg met terugwerkende kracht verlenen. Deze gaten in het systeem wisten de medewerkers van de administratieve organisatie niet.

Het oude systeem werkte dus niet goed. Er is vooraf niet nagedacht over wat de primaire processen voor de uitvoering zijn en hoe het bij de ICT past. Er is gedacht dat er een ICT systeem genomen moet worden en dat daarmee alles is opgelost.

Vanaf 1 januari 2017 is het nieuwe prestatiemetingssysteem Wmo-net ingericht door middel van de kernprocessen die vanuit de uitvoeringsorganisatie Wmo van de regio Hoeksche Waard zijn

46 aangegeven. De medewerkers hebben nagedacht over hoe de kernprocessen eruit horen te zien en dat is vervolgens vertaald in een Programma van eisen. Het is een heel aanbestedingsproject geweest. Vervolgens is het hele programma van eisen met het concept

dienstverleningsovereenkomst verzonden naar partijen en daar hebben partijen op gereageerd. Tot slot wordt alle benodigde feedback verwerkt en in het systeem geïmplementeerd.

Samenvattend kan er worden gezegd dat het oude prestatiemetingssysteem niet goed werkte doordat de kernprocessen niet in het systeem waren geïmplementeerd. De regio had destijds geen kernprocessen beschreven en wilde Stipter ( het oude prestatiemetingssysteem) nemen in de hoop dat dat een ruggengraat zou bieden. Dit systeem werkte niet omdat het systeem ook niet van de regio was. Het is belangrijk om eerst zelf na te denken hoe de regio de processen wilt hebben. Daar moet goed over nagedacht worden om het passend te maken binnen de organisatie en vervolgens wordt een prestatiemetingssysteem gezocht die daar goed bij aansluit. Dat is wat de regio nu anders heeft gedaan. ( Interviews Brecht Sies, Nico Stolk & Petra van Prooijen, 2017).

4.2 De ontwikkelingen binnen de uitvoeringsorganisatie Wmo/ Wmo-frontoffice

Het prestatiemetingssysteem heeft zich in de loop der tijd moeten ontwikkelen door de wijzigingen die de uitvoeringsorganisatie Wmo moest doorstaan. Door de decentralisaties die zijn ingevoerd in 2015, zijn een aantal functies opgeheven. Ook de verdere automatisering van werkzaamheden heeft ervoor gezorgd dat het systeem aan wijzigingen onderhevig was. Hieronder worden de

ontwikkelingen nader toegelicht.