• No results found

4.4 Effectiviteit van toezichtprogramma’s: effectstudies

5.2.1 Drug courts

Omschrijving programma

Het programma is gericht op het aanpakken van de verslaving, op het aanleren van prosociaal gedrag en op het bereiken van een succesvolle re-integratie in de maatschappij. Tijdens het volgen van het programma wordt de persoon niet anderszins vervolgd of bestraft, waardoor hij gemotiveerd wordt in het programma te blijven (Banks & Gottfredson, 2003). De eerste drugsrechtbank in de Verenigde Staten verscheen in 1989 in Miami (Goldkamp, White & Robinson, 2001). In 2005 waren er ruim 1550 drugsrechtbanken in de Verenigde Staten, waarvan er 937 gericht zijn op volwassenen, 385 op jeugdigen, 164 op families en 58 specifi ek op etnische groepen (American University Drug Court Clearinghouse and Bureau of Justice, 2005; in: Gonzales, Schofi eld & Schmitt, 2006).

Doelstellingen

De drug court, de drugsrechtbank, ontstond uit de wens om behandeling en straf voor verslaafde delinquenten te combineren. Een tweede doel van het ontstaan van de drugsrechtbank was om de samenwerking tussen het juridische systeem en het behandelsysteem te bevorderen. Naast

WODC 263_10.indd Sec8:170

het behandelen van de verslaving en de reductie in criminaliteit was het ontlasten van de rechtbanken een derde doel (Goldkamp et al., 2001). Doelgroep en juridisch kader

De doelgroep van de drugsrechtbank zijn verslaafde delinquenten. Over het algemeen worden personen die minder ernstige delicten gepleegd hebben in het programma opgenomen, daar het een extramuraal programma betreft en de maatschappij niet aan hoge risico’s blootge-steld mag worden (Hallstrom, Rodgers & Velasquez, 2001). Wat het risico van recidive betreft, zijn het personen die een hoger risico van recidive

hebben dan personen die aan andere ‘diversion’44-programma’s

deelne-men, maar een lager risico van recidive hebben dan degenen die een normaal juridisch traject afl eggen (aanklacht, proces, eventuele veroorde-ling tot intramurale gevangenisstraf en eventuele nazorg; Koeter & Van Maastricht, 2006). Dat wil zeggen dat de drugsrechtbank ingezet wordt bij delinquenten die in een gematigde groep qua risico van recidive zitten. De drugsrechtbanken worden op verschillende momenten in het rechts-systeem ingezet. Zo is het mogelijk om aan de drugsrechtbank deel te nemen als alternatief voor gevangenisstraf (diversion), als voorwaarde bij voorwaardelijke invrijheidstelling (probation) met als doel terugvalpre-ventie en als veroordeling tot deelname aan de drugsrechtbank (Gonzales et al., 2006). In gevallen waarbij deelname aan het programma net na een arrestatie plaatsvindt en de persoon geen normaal juridisch traject aflegt, wordt van de deelnemer verwacht dat hij de hem ten laste gelegde feiten bekent (Hallstrom et al., 2001).

Onderdelen programma

De drugsrechtbank is een combinatie van verschillende toezichtelemen-ten. Zo komen intensieve supervisie, juridisch monitoren, het testen op drugsgebruik en de behandeling van de verslavingsproblematiek aan de orde. Het is belangrijk dat de doelgroep van verslaafde delinquenten vroeg geïdentifi ceerd wordt en doorverwezen wordt naar behandeling. De voort-gang van de behandeling wordt regelmatig onderzocht in een hoorzitting bij de drugsrechtbank. Ook wordt regelmatig aan de hand van urinecon-troles getest of de deelnemer aan het programma geen drugs gebruikt. Indien de behandeling succesvol is, wordt dit ten tijde van de rechtszitting toegejuicht en krijgt de deelnemer hier complimenten voor (Hallstrom et al., 2001).

44 ‘Diversion’ betekent letterlijk: ‘het geven van een ander verloop’. Dergelijke programma’s zijn erop gericht bepaalde personen uit het strafrechtelijke systeem te houden. Het gaat dan om mensen die onvoldoende zouden profiteren van gevangenisstraf ter voorkoming van het plegen van een nieuw delict. In plaats daarvan wordt behandeling aangeboden.

172 Toezichtprogramma’s voor delinquenten en forensisch psychiatrische patiënten

Duur programma

Deelname aan de drugsrechtbank duurt ten minste één jaar, waarbij de behandeling uit verschillende fasen bestaat. In de eerste fase vindt de voorbereiding plaats, zo is er tijd voor diagnostiek van het verslavings-probleem, wordt er een behandelplan ontwikkeld en maakt men zich anderszins klaar voor de feitelijke behandeling. In de tweede fase vindt de daadwerkelijke behandeling plaats, die ambulant of klinisch kan zijn, afhankelijk van de ernst van de verslaving. In de derde en laatste fase richt men zich op terugvalpreventie, beroepstraining en scholing (Gonzales et al., 2006). In de drugsrechtbank in Orange County doen de deelnemers er gemiddeld 18 maanden over om het programma af te ronden (Hallstrom et al., 2001).

Consequenties schending voorwaarden

Bij terugval, bijvoorbeeld door een positieve urinetest, of het niet verschij-nen bij een afspraak, wordt gebruikgemaakt van een procedure waarbij de sancties oplopen in ernst. Eerst wordt enkel een aanmaning of een lichte straf gegeven, zoals bijvoorbeeld een extra afspraak tussen cliënt en begeleiders of een extra urinetest. Uiteindelijk, bij meer overtredingen, wordt de persoon uit het programma gezet en gaat hij alsnog de gevange-nis in (Banks & Gottfredson, 2004). De persoon wacht dan een gevangegevange-nis- gevangenis-straf die ongeveer twee keer zo lang is als het geval zou zijn geweest als hij niet eerst aan het drugsrechtbankprogramma had deelgenomen. In deze dient het vooruitzicht van een langere straf dan normaal als een stok achter de deur voor deelname aan het programma.

Instanties en verantwoordelijkheden

Als voorbeeld wordt hier gekozen voor de omschrijving van de Orange County drugsrechtbank (Hallstrom et al., 2001). Daar de drugsrechtban-ken onderling verschillend kunnen zijn, is het niet noodzakelijkerwijs zo dat de instanties en verantwoordelijkheden van de Orange County drugs-rechtbank exact overeenkomen met die van andere drugsdrugs-rechtbanken in het land. Het is echter wel een weergave in grote lijnen hoe de drugsrecht-bank in elkaar zit. De reclasseringsmedewerker is verantwoordelijk voor de deelnemer als casemanager. Hij zorgt ervoor dat de benodigde zorg en behandeling vanuit de andere instanties bij de deelnemer terechtkomen en dat zij hun verantwoordelijkheden nemen. Hij heeft ongeveer vijftig deelnemers onder zijn hoede en heeft zowel controlerende als begelei-dende taken. Daarbij kan gedacht worden aan taken als het verzorgen van de drugstests, en het doorverwijzen naar andere voorzieningen indien daar behoefte aan bestaat, zoals bijvoorbeeld de sociale dienst. Het afl eg-gen van verwachte en onverwachte bezoeken aan de deelnemer hoort ook bij zijn taken, die hij in nauw overleg en in samenwerking met de politie uitvoert.

WODC 263_10.indd Sec8:172

De rechter is de persoon die de frequente hoorzittingen leidt. Vooral in de beginperiode zijn er minstens twee hoorzittingen per maand. In de hoorzitting komt de voortgang van de persoon aan de orde. Indien de deelnemer vooruitgang boekt, wordt dit beloond, maar indien de persoon niet voldoende vordert in zijn behandeling, krijgt hij meteen een sanctie opgelegd (die in ernst oploopt). In de behandelinstelling vindt de behande-ling van de verslaving plaats; dit kan ambulant en klinisch zijn. De behan-delinstelling houdt zich daarnaast bezig met de uitgebreide psychosociale assessment, waarin de prioriteiten met betrekking tot de behandeling vastgesteld worden en waarin de behoefte aan ondersteunende diensten gericht op het onder controle krijgen van de verslaving en sociale rehabi-litatie (zoals – tijdelijke – huisvesting, medische en gezondheidszorg) in kaart worden gebracht. Ook scholing in ouderschap en gezinstherapie kan hier een onderdeel van zijn (Hallstrom et al., 2001).

Veronderstelde werkzame mechanismen

In het onderzoek van Banks en Gottfredson (2003) bleek vooral behan-deling effectief in het reduceren van criminaliteit, in vergelijking met toezicht (zie ook hierna, paragraaf 5.4). De auteurs zeggen daarbij dat niet bekend is welke behandelaspecten als onderliggende werkzame mecha-nismen zorgen voor de reductie van criminaliteit. Zij suggereren dat de behandeling het wellicht mogelijk heeft gemaakt dat de deelnemers sterkere banden met hun familie en vrienden konden opbouwen en dat de mogelijkheden tot werk en andere instellingen makkelijker waren na deelname. De versterking van het sociale netwerk, de structurering van het leven door werk en de verbinding met andere maatschappelijke instel-lingen zouden ertoe leiden dat de deelnemers langer een drugsvrij leven leiden.

Een ander werkzaam mechanisme zou de juridische stok achter de deur zijn: de persoon wordt tijdens het volgen van het programma niet anders-zins vervolgd of bestraft en de aantijgingen of de voorwaardelijke straf kunnen komen te vervallen. Op deze manier, door middel van extrinsieke motivatie, heeft deelname aan het programma gunstige gevolgen (want geen gevangenisstraf) en dit zou er volgens Gonzales en collega’s (2006) toe leiden dat de persoon aan het programma deelneemt. In tweede instantie zou de persoon meer intrinsiek gemotiveerd raken doordat hij positieve effecten van deelname aan het programma begint te merken. Op deze manier werkt de juridische stok achter de deur via extrinsieke en later intrinsieke motivatie.

Als derde mechanisme wordt wel de positieve invloed van het programma op behandelretentie genoemd. Diverse onderdelen van het drugsrecht-bankprogramma richten zich op het zoveel mogelijk betrokken houden van de deelnemers in de behandeling, waarbij vooral de intensieve

174 Toezichtprogramma’s voor delinquenten en forensisch psychiatrische patiënten

supervisie en de controles een rol spelen. Hierdoor zou een groter deel van de personen in de behandeling blijven, waarmee een van de doelen van toezicht, de behandelretentie, reeds bereikt wordt (Koeter en Van Maas-tricht, 2006).

De werkzame mechanismen achter de rol van de rechter en de rechtbank binnen het programma van de drugsrechtbank zijn nader onderzocht door Gonzales et al. (2006). De rechter neemt een bijzondere rol in en gedraagt zich anders dan rechters die betrokken zijn bij andere rechtsza-ken. Zijn stijl is het best te omschrijven als informeel, direct en flexibel. De deelnemer aan het programma kan direct communiceren met de rech-ter en kan zijn wensen of behoeften met betrekking tot zorg en behande-ling bij hem aangeven. De rechter heeft veel invloed en kan ervoor zorgen dat aan deze wensen en behoeften wordt voldaan. Dit zorgt voor respect en waardering van de deelnemer en hij zou door deze niet-traditionele stijl van benaderen een sterkere band opbouwen met de rechter dan in een traditioneel gerechtelijk systeem. Deze sterke band en de tegemoetkoming van de rechter aan de wensen van de deelnemer zouden resulteren in een hogere kans dat de deelnemer het programma afrondt en zijn verslaving onder controle krijgt (Gonzales et al., 2006).

Daarnaast is het de bedoeling dat de deelnemer steeds gezien wordt door dezelfde rechter, of door maximaal twee verschillende rechters, om op deze manier een persoonlijke band op te bouwen. Ook andere kenmer-ken van de drugsrechtbank, zoals de samenwerking tussen aanklager en verdediger (non-adversarial nature), de frequente hoorzittingen en de mogelijkheid tot directe communicatie tussen de verdachte en de recht-spraak, maken een drugsrechtbank anders dan een normale rechtbank (Gonzales et al., 2006). De auteurs refereren aan een onderzoek van Gold-kamp, White en Robinson (2002), die de effectiviteit van de rol van de rechter in een wetenschappelijk onderzoek onderzochten. Ze vergeleken deelnemers die telkens bij dezelfde rechter verslag dienden te doen met deelnemers die verschillende rechters hadden gezien en vonden gemeng-de resultaten. Enerzijds wergemeng-den gemeng-de minste nieuwe arrestaties gevongemeng-den bij deelnemers die vijf of meer rechters hadden gezien, anderzijds was het zo dat hoe meer rechters men zag, hoe minder behandelsessies men bezocht en hoe vaker de behandeling slecht werd afgesloten. De behandeling van een zaak door meer dan één rechter voorspelde het aantal nieuwe arresta-ties voor niet aan drugs gerelateerde misdrijven, maar niet voor het aantal nieuwe arrestaties voor ‘enig misdrijf’. In kwalitatieve interviews gaven deelnemers van de drugsrechtbank aan dat persoonlijke aandacht van de rechter de meeste indruk op hen maakte. Zij bleven in het programma door deze aandacht en de manier waarop rechters in staat waren allerlei problemen waar ze tegenaan liepen (geld, werk, uitkering, enzovoort.) adequaat op te lossen.

WODC 263_10.indd Sec8:174

Deze gemengde resultaten leidden ertoe dat de auteurs concludeerden dat het waarschijnlijk niet zozeer gaat om het aantal rechters dat bij een zaak betrokken is, maar meer om andere mechanismen, zoals de behoefte aan effectief toezicht door de rechtspraak, continuïteit in het monitoren en consistentie in de regels en de manier van omgaan met het gedrag van de deelnemer ten tijde van het programma (Goldkamp et al., 2002). Ook andere auteurs geven het belang van structuur, supervisie en aansprake-lijkheid aan (Hallstrom et al., 2001).

In het onderzoek van Goldkamp et al. (2001) werden verschillende onderdelen van de drugsrechtbank onderzocht en bleken de duur van de behandeling (hoe langer hoe beter), het gebruik van korte gevangenis-straffen ten tijde van behandeling (indien sancties: minder kans op slagen programma) en het aantal opgelegde sancties (hoe meer, hoe groter de kans op nieuwe arrestaties) over het algemeen van invloed op de uitkom-sten van het programma te zijn. Daarnaast vonden deze auteurs een effect van de mate waarin het programma rekening houdt met enkele karak-teristieken van de deelnemer: het risiconiveau bleek van invloed, waarbij men vooral keek naar het aantal eerdere arrestaties en het aantal eerdere arrestaties voor drugsgerelateerde delicten.

Anspach en Ferguson (ongepubliceerd; in Gonzales et al., 2006) onder-zochten de programma-implementatie en -integriteit van vier drugsrecht-banken in de Verenigde Staten. Zij vonden enkele karakteristieken van de deelnemer die van invloed waren op de effectiviteit van het programma, waarbij de follow-up periode één jaar bedroeg. Dit waren etnische afkomst (etnische minderheden recidiveren vaker dan niet-Spaanse blanken), leeftijd (hogere recidive bij jongere deelnemers), sekse (hogere recidive bij mannen) en een arrestatie ten tijde van het volgen van het programma (hogere recidive bij deelnemers die reeds tijdens het volgen van het programma gearresteerd worden). Een aantal andere factoren waren eveneens gerelateerd aan recidive: het volledig afronden van het drugsrechtbankprogramma (minder recidive bij afmakers) en de hoeveel-heid bezochte behandelsessies (hogere recidive bij lager aantal bijgewoon-de sessies). Overigens worbijgewoon-den bijgewoon-de werkzame mechanismen achter bijgewoon-deze factoren niet nader uitgewerkt. Anspach en Ferguson (ongepubliceerd) concludeerden dat er geen defecten in het model van de drugsrechtbank zijn, maar dat er duidelijk verbeteringen nodig zijn op het gebied van programma-integriteit. Er dient meer aandacht te zijn voor de inhoud, de toegang, de implementatie van de behandeling en voor de integratie van verschillende elementen. Indien aan deze programma-integriteit meer tegemoet wordt gekomen, zou dit eveneens als werkzaam element kunnen gelden (Anspach en Ferguson, ongepubliceerd; in Gonzales et al., 2006).

176 Toezichtprogramma’s voor delinquenten en forensisch psychiatrische patiënten

Voor een kort overzicht van de drugsrechtbank wordt verwezen naar tabel 14 van bijlage 2.