• No results found

In dit project zijn op een aantal proeflocaties verschillende typen maatregelen getest om blauwalgenoverlast te beteugelen. Deze maatregelen waren gericht op aanpak van de interne P-nalevering en herinrichting van het systeem door manipulatie van de visstand en het uitzetten van water- en/of oeverplanten. Het achterliggende idee is dat fosfaatcontrole verreweg de belangrijkste remedie is om eutrofiëringsproblematiek, en vooral de blauwalgenbloei, te beteugelen (Carpenter, 2008; Schindler et al., 2008). Door fosfaatreductie kunnen de watervertroebelende blauwalgen niet langer massaal tot ontwikkeling komen, zodat in het heldere water de kansen voor ondergedoken waterplanten toenemen. Deze ondergedoken waterplanten zorgen voor een stabilisatie van de heldere toestand (Scheffer et al., 1993). Belangrijk is dat ook de visstand van bodemwoelende vis, zoals brasem en karper, wordt uitgedund. In ondiepe, geëutrofieerde meren in Denemarken en Nederland bleek alleen visverwijdering al voor enige jaren een significante verbetering van de waterkwaliteit op te leveren (Søndergaard et al., 2007). Na enkele jaren, tenzij er opnieuw vis wordt verwijderd, wordt er vaak een terugval naar de troebele toestand gezien, wat wordt veroorzaakt door een inadequate aanpak van de externe nutriëntenbelasting, de interne P-nalevering en/of het ontbreken van ondergedoken waterplanten om de helder water toestand te stabiliseren (Søndergaard et al., 2007; Peretyatko et al., 2009). De fosfaatcontrole vergt dus naast een sterke reductie van de invoer vanuit punt- en diffuse bronnen ook fosfaatverwijdering uit de waterkolom en fosfaatverwijdering van, of –retentie in, de onderwaterbodems (Welch & Cooke, 1995; Carpenter et al., 1998; Søndergaard et al., 2003; Mehner et al., 2008) en een sterke reductie van de visstand met stimulatie van ondergedoken waterplanten (Peretyatko et al., 2007).

nutriëntenbelasting per locatie

Voor alle proeflocaties werd door de betrokken waterschappen aangevoerd dat ze “hydrologisch geïsoleerd zijn van hun omgeving, dat wil zeggen geen aanvoer vanuit ander (te voedselrijk) oppervlaktewater en daarmee nutriënten”. Voor drie van de vier onderzoek locaties (Dongen, Stiffelio en De Kuil) is de nutriëntenbelasting en de grootte van de diffuse belasting in beeld gebracht op basis van een waterbalans

.

dongen

In Dongen bleek de interne nalevering de belangrijkste P-bron (35%), de afstroming van het talud (21%) en het voeren van eenden (18%) een aanzienlijke bijdrage te leveren. Met aanpak van deze drie posten kan de P-belasting met bijna driekwart worden gereduceerd. Dit zou betekenen dat de P-belasting lager dan de kritische P-belasting (troebelhelder; PCLake) zou worden. De compartimenten met maatregelen ter reductie van de interne nalevering in combinatie met ABB lieten allen een sterke verbetering van de waterkwaliteit zien met abundante ondergedoken vegetatie. Baggeren als op zichzelf staande maatregel bleek veel minder succesvol in Dongen. Deze resultaten komen overeen met bevindingen uit een experiment in de Breukeleveense Plas, waar in compartimenten van 25 x 25 m baggeren en

138

STOWA 2012-42 Bestrijding Blauwalgenoverlast

visstandbeheer beduidend positiever uitpakte voor de waterkwaliteit dan baggeren alleen (Van Donk et al., 1994).

stiFFelio

In de Stiffelio-vijver te Eindhoven bleek de bijdrage van de interne nalevering relatief gering (14%), terwijl afstroming van het talud voor 17% bijdroeg. Verreweg de grootste bijdrage aan de P-belasting van de vijver (63%) wordt hier geleverd door het regenwaterriool. Dit betekent dat deze vijver onder zeer sterke externe P-belasting staat. Het is algemeen aanvaard dat, zonder aanpak van deze externe bronnen, maatregelen gericht op de interne nalevering weinig zinvol zijn (Schindler, 2006). Voor stadswateren zoals Stiffelio betekent dit dat alleen baggeren aangevuld met eventueel Flock & Lock of ABB op de lange termijn onvoldoende is zonder dat de bijdrage van het hemelwaterriool of de vuilvracht vanuit afstromend water van taluds wordt beperkt.

de kuil

Voor zwemplas De Kuil bleek de interne nalevering met bijna 80% de grootste bijdrage te leveren aan de P-belasting. Reductie van de interne nalevering lijkt hiermee een zinvolle ingreep. De plas onderging in mei 2009 dan ook een aangepaste Flock & Lock-therapie, waarbij ijzerchloride en het P-fixatief Phoslock® werden toegediend. De Flock & Lock-behandeling in

zwemplas De Kuil kan vanuit de recreanten worden bekeken als succesvol (Figuur 103).

Figuur 103 bericht uit bn de stem Van 5 september 2009 oVer de kuil

Sinds de behandeling in mei 2009 is er gedurende het zwemseizoen geen overlast door blauwalgen meer geweest en bleven in 2009, 2010 en 2011 zwemverboden uit, wat in schril contrast staat met de situatie van jaren ervoor. Maar vanuit wetenschappelijk oogpunt kan de ingreep, ondanks het uitblijven van zwemverboden in de drie zwemseizoenen na de behandeling, niet als een succes worden gezien.

Na anderhalf jaar was er in de winterperiode en daarmee buiten het zwemseizoen gedurende enige maanden een forse blauwalgenbloei en nam de P-nalevering vanuit het sediment weer toe, vooral onder anoxia. Dit laatste duidt op het vrijkomen van reductief labiel gebonden P. In eerste instantie kan hierbij gedacht worden aan ijzer/mangaan gebonden P. Een deel van de fosfaat zal gebonden zijn aan de ingebrachte ijzerchloride, wat onder anoxia makkelijk vrij kan komen. Dit lijkt ook te worden bevestigd door de waarnemingen: de ijzerconcentraties Breukeleveense Plas, waar in compartimenten van 25 x 25 m baggeren en visstand beheer beduidend positiever uitpakte voor de waterkwaliteit dan baggeren alleen (Van Donk et al., 1994).

Stiffelio

In de Stiffeliovijver te Eindhoven bleek de bijdrage van de interne nalevering relatief gering (14%), terwijl afstroming van het talud voor 17% bijdroeg. Verreweg de grootste bijdrage aan de P-belasting van de vijver (63%) wordt hier geleverd door het regenwaterriool. Dit betekent dat deze vijver onder zeer sterke externe P-belasting staat. Het is algemeen aanvaard dat zonder aanpak van deze externe bronnen maatregelen gericht op de interne nalevering weinig zinvol zijn (Schindler, 2006). Voor stadswateren zoals Stiffelio betekent dit dat alleen baggeren aangevuld met eventueel Flock en Lock of ABB op de lange temijn onvoldoende is zonder dat de bijdrage van het hemelwaterriool of de vuilvracht vanuit afstromend water van taluds wordt beperkt.

De Kuil

Figuur 103: Bericht uit BN De Stem van 5 september 2009 over De Kuil.

Voor zwemplas De Kuil bleek de interne nalevering met bijna 80% de grootste bijdrage te leveren aan de P-belasting. Reductie van de interne nalevering lijkt hiermee een zinvolle ingreep. De plas onderging in mei 2009 dan ook een aangepaste Flock & Lock therapie, waarbij ijzerchloride en het P-fixatief Phoslock werden toegediend. De Flock & Lock behandeling in zwemplas De Kuil kan vanuit de recreanten bekeken als succesvol worden geduid (Figuur 103).

Sinds de behandeling in mei 2009 is er gedurende het zwemseizoen geen overlast door blauwalgen meer geweest en bleven in 2009, 2010 en 2011 zwemverboden uit, wat in schril contrast staat met de situatie van jaren ervoor. Maar vanuit wetenschappelijk oogpunt kan de ingreep, ondanks het uitblijven van zwemverboden in de drie zwemseizoenen na de behandeling, niet als een succes worden gezien.

139