• No results found

DD: De definities van de codes in het kader van het onderzoek Definities van de codes in het kader van het onderzoek

Aandacht Op het podium staan en bekeken worden door anderen. De focus is op het jou gericht.

Aanraden Of de respondenten het acteren zien als invloed en effect op de

identiteitsontwikkeling van individuen en of hij of zij het acteren dus adviseren als een goed middel hiervoor.

Anders tegen dingen aan gaan kijken

Een mogelijk effect van het acteren, zo heeft het individu bijvoorbeeld nieuwe visies of inzichten gekregen ten opzichte van het zelf of bepaalde kwesties. Bezoek voorstellingen De ervaring van de respondent met het bezoeken van voorstellingen,

gekoppeld aan de soorten theater, met wie de voorstellingen worden bezocht, waarop de keuze van een voorstelling wordt gebaseerd of hij of zij een voorstelling bezoekt om te genieten of te ontspannen, zichzelf te laten inspireren of om kritisch te kijken, te oordelen of te analyseren.

Bloei Kan worden gekoppeld aan het effect van het acteren op het persoonlijke vlak, de mogelijke ontluiking, groei, ontwikkeling of ontplooiing van het individu. Combinatie van

gezelschappen

Een aantal van de respondenten zijn (gelijktijdig) verbonden aan of hebben ervaring met verschillende theatergezelschappen of projecten en hun (diverse) werkwijzen.

Confronterend Door te acteren kan het individu met zichzelf in aanraking worden gebracht, wat zowel positieve, als negatieve gevolgen zou kunnen hebben. Deze

confrontatie zou een proces van zelfreflectie en zelfbeoordeling in gang kunnen zetten, waarna zelfvertrouwen kan worden vergroot of verminderd.

Creatief bezig zijn Het origineel, vindingrijk en scheppend bezig zijn en bedenken en maken van nieuwe, vernieuwende, uitdagende, inventieve, artistieke, fantasierijke ‘producten’.

Delen van ervaringen In interactie treden met anderen om het zelf heen en bepaalde belevenissen, gevoelens, emoties en gedachtes met hen delen.

Dichtbij jezelf blijven Trouw blijven aan jezelf, bewuste keuzes maken die in overeenstemming zijn met het eigen gevoel. In het acteren zou dit bijvoorbeeld het goed nadenken over bepaalde rollen en de verhouding van het zelf en het personage kunnen betekenen.

Dingen loslaten, relativeren De betrekkelijkheid van dingen erkennen of benadrukken, dingen nuchterder bekijken. Het acteren zou een middel kunnen zijn om bepaalde frustraties eruit te gooien of tot bepaalde inzichten te komen.

Diversiteit, brede interesse Een verscheidenheid of variatie aan belangstelling voor dingen. Dit zouden bijvoorbeeld genres in het theater, ervaringen (acteren en bezoeken van voorstellingen) of het samenwerken met diverse mensen kunnen zijn. Een rolletje spelen In het kader van de (los)koppeling van het acteren en de realiteit zou dit een

anders voordoen dan jezelf kunnen betekenen.

Eigenschappen, kwaliteiten De karaktertrekken die een individu zou kunnen bezitten en waar hij of zij al dan niet tevreden mee is en die kunnen worden gebruikt bij het acteren of in de omgang met anderen.

Emoties, gevoelens Gevoelens of reacties als gevolg van bepaalde zintuiglijke waarnemingen of mentale ervaringen.

Energie erin kwijt kunnen Een aantal respondenten gebruiken het acteren om bepaalde ervaringen, gevoelens, frustraties of gedachten eruit te kunnen gooien. Dit zou kunnen resulteren in een voldaan en afgepeigerd gevoel.

Erkenning De erkenning van het zelf door het individu zelf en anderen om hem of haar heen.

Ervaring Bepaalde (praktische) kennis en belevenissen die door het individu zijn opgedaan in het verleden. In het acteren zou dit kunnen worden gezien als het aantal jaren dat het individu bezig is met het acteren, de soorten theater en werkwijzen waarmee hij of zij bekend is en of dergelijke ervaringen als positief of negatief zijn ervaren. Het individu is bedreven of bekwaam in een bepaald kennisgebied of praktijk.

Ervaring(en), kennis opdoen In het theater kunnen door het individu ervaringen en kennis worden

opgedaan waarna een persoonlijke en sociale verbreding zou kunnen volgen en een brede, diverse interesse kan worden ontwikkeld.

Frustraties eruit gooien Bepaalde teleurstellingen kunnen door het individu in het acteren worden gebruikt of verwerkt.

Geloofwaardigheid De mate waarin er in het spelen van de eigen rol door het individu wordt geloofd en het geloof in deze rol door het publiek.

Geloven in het eigen kunnen Kan worden gekoppeld aan het zelfvertrouwen, geloven in hetgeen je als individu denkt, voelt en waar je goed in bent.

Grenzen opzoeken, overgaan, verleggen, bewaken

Tijdens het acteren kan het individu met het zelf worden geconfronteerd, tevens kan het individu bepaalde nieuwe kanten van zichzelf ontdekken en bepaalde drempels overgaan.

Groei De ontwikkeling van het individu als gevolg van het effect van het acteren op het persoonlijke vlak. Het individu zou zichzelf mogelijk kunnen ontdekken en ontplooien wat een verrijking tot gevolg zou kunnen hebben.

Groep De medeacteurs (gezelschappen), klasgenoten (opleidingen) of deelnemers (projecten) waarmee de respondent samenwerkt.

Herkenning Dit kan gekoppeld worden aan het acteren in de zin van de rollen die het individu kan spelen, en of hij of zij zichzelf op bepaalde vlakken in de rol of thematiek kan herkennen.

Identiteit, eigenheid, op zoek naar de eigen weg

Het gevoel van een eigen persoonlijkheid, weten wie je zelf bent en/of wilt zijn.

Interactie, communiceren met het publiek

Het contact en wisselwerking tussen de respondenten en de anderen in de groep en tussen de respondenten en het publiek.

Invloed vanuit de omgeving Onder de omgeving worden familie, ouders, vrienden en leeftijdsgenoten verstaan die al dan niet trots zijn, de respondent steunen of stimuleren, hem of haar begrijpen en van invloed zijn op het denken en handelen van het individu. Jezelf erin kwijt kunnen De vrijheid en mogelijkheid die de respondent zou kunnen ervaren om het zelf,

de eigen ideeën en gevoelens in de rol of het proces kwijt te kunnen. Jezelf presenteren, jezelf

kunnen laten zien, durven jezelf te laten zien

De mogelijkheid om het zelf, de eigen ideeën en gevoelens in de rol of het proces te laten zien aan anderen, zonder hierin door anderen te worden belemmerd of zich te hoeven schamen.

Jezelf kunnen zijn en blijven, op jezelf letten

De mogelijkheid om het zelf, de eigen ideeën en gevoelens naar voren te brengen en je niet anders voor te gaan doen als dat je bent.

Jezelf blootleggen, met jezelf bezig zijn, leren met jezelf omgaan

Durven jezelf te zijn en laten zien en dit lef meer en meer bij jezelf ontwikkelen, jezelf leren accepteren en op jezelf leren reflecteren.

Kwetsbaarheid Jezelf openstellen en de eigen gevoeligheid tonen. Koppeling persoonlijk en

sociaal vlak

De verbinding tussen de ontwikkelingen op persoonlijk en sociaal vlak. Wanneer het individu op persoonlijk vlak iets meemaakt zou dit kunnen doorwerken op sociaal niveau. En vice versa.

Leeftijdsfase De adolescentie, het individu tussen de 12 en 24 jaar, zou bepaalde kenmerken (bijvoorbeeld twijfel of onzekerheid) kunnen vertonen, die worden

toegeschreven aan de adolescentie. Leerzaam, leermomenten,

leerproces, leerpunten, breekpunten

Als gevolg van het acteren kan de respondenten tot bepaalde inzichten komen waarvan hij of zij kan leren en die kunnen worden gebruikt of toegepast in het verdere leven.

(Los)koppeling De verbinding of scheiding tussen het acteren en de realiteit en tussen het persoonlijke en sociale vlak.

Mening vormen, geven over bepaalde kwesties,

onderwerpen aanhalen, bespreken

In het acteren kunnen individuen door bepaalde rollen te spelen of zich te verdiepen in bepaalde thematiek en een oordeel vormen en vellen met betrekking tot specifieke onderwerpen.

Mensenkennis Inzicht in hoe mensen en hun emoties, gedachtes, gedrag en handelen in elkaar kunnen steken. Aan de hand hiervan zou het individu kunnen inschatten hoe hij of zij met anderen om zou kunnen gaan.

Oefenen met

maatschappelijke rollen en verantwoordelijkheden

Door in het acteren bepaalde rollen te spelen of je met bepaalde thematiek of onderwerpen bezig te houden kan het individu oefenen voor de wereld

daarbuiten. In het theater kan er enigszins veilig, zonder directe consequenties, met het dagelijks leven worden geëxperimenteerd.

Ontspanning <> inspanning Het acteren kan zowel vermakelijk als een energieke bezigheid zijn. Deze inspanning kan als prettig worden ervaren of als last.

Ontdekking Dit is één van manieren waarop het acteren effect kan hebben op het

persoonlijk vlak. In het acteren kan het individu nieuwe dingen over het zelf en de omgeving ervaren en ontdekken.

Ontwikkeling De ontplooiing als effect op persoonlijk vlak als gevolg van het acteren kan worden beschouwd als een voortgang van het zelf gekoppeld aan nieuwe inzichten en visies.

(On)tevredenheid Al dan niet tevreden met het zelf. Kan worden gekoppeld aan het zelfvertrouwen.

(On)zekerheid Al dan niet zeker over jezelf. Kan worden gekoppeld aan het zelfvertrouwen. Openheid <> geslotenheid Het individu kan een ontvankelijke of terughoudende houding aannemen in het

samenwerkingsproces. Deze houding kan zowel positief (opener), als negatief (geslotener) worden beïnvloed door ervaringen in het acteren en het samenzijn met anderen.

Opleiding Dit is het huidige of het reeds afgeronde opleidingsniveau van het individu. Persoonlijke en sociale

verbreding

Ervaringen in het acteren en het samenwerkingsproces kunnen van invloed zijn op het persoonlijke en sociale vlak. Dergelijke ervaringen zouden kunnen zorgen voor een groei en verruiming van het zelf.

Proces <> product De verhouding tussen het toewerken naar een voorstelling en de uiteindelijke voorstelling zelf.

Reflectie, terugblik Het terugkijken op de ervaringen en leerpunten die een individu in een bepaalde periode heeft opgedaan.

Rollen Personages in een voorstelling. Kunnen dicht bij het zelf liggen of hier juist ver vanaf staan.

Rust Een ontspannen gevoel voorafgaand, tijdens en na afloop van een voorstelling. Sociaal gerespecteerd,

sociaal geaccepteerd

Het gewaardeerd en erkend voelen door anderen om jezelf heen.

Sociale kennis, sociaal begrip Het besef dat je als individu samenleeft met anderen en met anderen rekening dient te houden. Het individu weet hoe er met anderen om kan worden gegaan.

Sociale vaardigheden Belangrijke competenties die het individu zou kunnen toepassen in de omgang met anderen.

Soorten publiek Verschillende doelgroepen, achtergronden en locaties (dorp-stad). Soorten theater Verschillende genres en interesses om zowel zelf te doen als te bezoeken. Spiegel Het zelf wordt afgespiegeld aan anderen. Deze anderen fungeren als spiegel. Stimulans Als gevolg van het acteren kan het individu een impuls of aanmoediging

ervaren om bepaalde dingen te doen of te veranderen aan het zelf of de omgeving om het zelf heen. Het acteren kan het individu aan het denken zetten.

Streven naar beter Het individu probeert zich continu te verbeteren naar aanleiding van bepaalde feedback of kritiek.

Terugkoppeling Naar aanleiding van een bepaalde feedback of kritiek kan het individu op zichzelf gaan reflecteren en bepaalde dingen wijzigen.

Thematiek De onderwerpen en thema’s die in de voorstellingen naar voren komen. Een acteur kan op bepaalde situaties inspelen, een discussie aan wakkeren of een kritische blik geven.

Toekomst, verwachtingen Geeft weer wat de respondenten zouden willen bereiken of doen en waar zij op hopen qua verandering, ontwikkeling, groei en inzichten.

Uitdaging Een streven om nieuwe dingen uit te proberen en bepaalde persoonlijke grenzen over te gaan. Zo kan het spelen van een rol die heel anders is dan het zelf een uitdaging zijn.

Uitlaatklep In het acteren kunnen individuen bepaalde spanningen en frustraties uiten. Veiligheid In het theater kan een individu experimenteren zonder daarvan de directe

consequenties te ervaren.

Verandering Als gevolg van het acteren zou het individu bepaalde aanpassingen aan het zelf en zijn of haar manier van denken en handelen kunnen gaan doen. Er wijzigt iets of er komt iets anders voor in de plaats.

Verantwoordelijkheid Ervoor zorgen dat iets goed verloopt. Het individu is verantwoordelijk voor het eigen handelen, dit wordt steeds belangrijker in de overgang van de

adolescentie naar de volwassenheid. Verbeeldingskracht,

verbeelding, fantasie

De mogelijkheid om bepaalde voorstellingen van dingen te maken, het bedenken en mogelijk uitvoeren van originele dingen. In het theater bestaat er een doen alsof, hierin kan het individu veilig mogelijkheden uitproberen. Verbetering De herziening en vooruitgang van het zelf als gevolg van het acteren. Door

bepaalde ervaringen of inzichten zou het individu kunnen gaan streven om zich te verbeteren.

Verdieping Een intensivering of diepgang van kennis op persoonlijk en sociaal vlak. Het individu zou als gevolg van het acteren kunnen proberen om zich te verdiepen in bepaalde kennis, kwesties, situaties of personen .

Vernieuwend Het individu zou kunnen proberen om zichzelf te ontwikkelen, uit te dagen en de eigen grenzen te verleggen door nieuwe dingen uit te proberen.

Verrijking Als gevolg van het acteren zou het individu zich op persoonlijk en sociaal vlak kunnen verbreden en zichzelf kunnen ontwikkelen.

Voorbeelden De respondenten kunnen zich geïnspireerd voelen door mensen om hen heen, in de nabije omgeving of bepaalde acteurs, actrices of gezelschappen. Het zou zowel een concreet, als een abstract persoon (bepaalde eigenschappen) kunnen zijn.

Vragenlijst De vragenlijst is voorafgaand aan het interview door de respondenten ingevuld en heeft betrekking op het bezoeken van voorstellingen, de ervaring met het theater en begrippen die de respondent relateert aan het theater.

Vrijheid, ruimte De vrijheid en ruimte om jezelf te kunnen uiten en jezelf te kunnen zijn. Werkwijze De verschillende gezelschappen, opleidingen en projecten hebben diverse

manieren van werken, zo kan er sprake zijn van sturing of aanwijzing

(bijvoorbeeld een vast script) of vrijheid om een voorstelling zelf in te vullen of input te geven.

Zelfacceptatie Het individu zou zichzelf, zijn of haar kwaliteiten én zwakheden, kunnen accepteren en blij zijn met het zelf.

Zelfbeoordeling Kritisch kijken naar jezelf.

Zelfbewustwording Het bewust zijn van jezelf, de eigen gedachten, gevoelens en drijfveren. Zelfexpressie Het uiten van het zelf, de eigen gevoelens, gedachten.

Zelfkennis, zelfbegrip Het begrijpen en kennen van hoe je in elkaar zit en hoe je op dingen reageert. Zelfreflectie Het overdenken van de eigen gevoelens, gedachten en ervaringen.

Zelfrespect Je aanvaardt en waardeert jezelf zoals je bent.

Zelfstandigheid Het onafhankelijk kunnen zijn, op eigen benen kunnen staan.

Zelfvertrouwen Het vertrouwen in wie je bent en wat je kan, het gevoel dat je er toe doet. Zoektocht Een ontdekkingsreis naar jezelf als gevolg van het acteren.

EE: Overzicht van ‘de feiten’ m.b.t. de geïnterviewde respondenten

Onderzoek naar het effect van het acteren op adolescenten: de feiten

.

Aantal interviews 39

∗ Reflectief 29 respondenten

∗ Voor en na 5 respondenten (x 2)

∗ Gem. duur 33 minuten

Aantal gezelschappen 6

∗ De Noorderlingen 7 respondenten ∗ Jeugdtheaterschool 6 respondenten

∗ KTM 6 respondenten

∗ NNT Dichterbij 3 respondenten

∗ Theater te Water 10 respondenten (waarvan 5 reflectief en 5 voor en na)

∗ De Steeg 2 respondenten

Leeftijden

∗ 14-16 jaar 4 respondenten (2 jongens – 2 meisjes) ∗ 17-20 jaar 22 respondenten (12 jongens – 10 meisjes) ∗ 21+ jaar 8 respondenten (4 jongens – 4 meisjes)

Jongens 18 respondenten

Meisjes 16 respondenten

Opleidingsniveau

∗ VMBO 2 respondenten (1 jongen – 1 meisje)

∗ HAVO 3 respondenten (2 jongens – 1 meisje)

∗ VWO 6 respondenten (4 jongens – 2 meisjes)

∗ Gymnasium 3 respondenten (2 jongens – 1 meisje)

∗ MBO 15 respondenten (7 jongens – 8 meisjes)

∗ HBO 3 respondenten (1 jongen – 2 meisjes)

∗ WO 2 respondenten (1 jongen – 1 meisje)

Jaren acteerervaring

∗ 0-1 jaar 2 respondenten (2 jongens: 14-16 jr [1] en 21+ jr [1]) ∗ 1-2 jaar 1 respondent (1 jongen: 21+ jr)

∗ 3-5 jaar 9 respondenten (3 jongens – 6 meisjes: 14-16 jr [1]; 17-20 jr [6]; 21+ jr [2]) ∗ 6-8 jaar 10 respondenten (6 jongens – 4 meisjes: 14-16 jr [1]; 17-20 jr [8]; 21+ jr [1]) ∗ 8+ jaar 12 respondenten (6 jongens – 6 meisjes: 14-16 jr [1]; 17-20 jr [8]; 21+ jr [3])