• No results found

De data-analyse wordt vaak als een enigszins losstaande fase in het onderzoek beschouwd: de data zijn verzameld en worden vervolgens geanalyseerd. Het proces van data-analyse dient eigenlijk continu te worden gekoppeld en teruggekoppeld aan de dataverzameling. Het analyseren van de data zorgt voor een uiteenrafeling van belangrijke thema’s, categorieën, hoofd- en sub-codes. De onderzoeksvragen worden op deze manier onderverdeeld in categorieën, die zijn afgeleid uit het theoretisch kader. Naast het uit elkaar halen van data, worden zij tevens met elkaar in samenhang gebracht om zo patronen te kunnen ontdekken. Door de data te labelen met codes kunnen zij worden gecategoriseerd, gekoppeld en schematisch worden weergegeven. 257

Matthew B. Miles en A. Michael Huberman (1994) definiëren het analyseren van data als “consisting of three concurrent flows of activity: data reduction, data display and conclusion drawing or verifying.”258 Het reduceren van de data zorgt voor een opdeling en samenvatting van de diverse data in thema’s, patronen en clusters. Aan de hand van grafieken, diagrammen en andere schema’s kunnen de data worden georganiseerd en weergegeven. De laatste stap in de data-analyse is het trekken van conclusies en de verificatie hiervan. De continue interactie tussen de verschillende fasen staat in onderstaand schema weergegeven.

Figuur 25: Matthew Miles' en Michael Huberman’s Data-analyse

Als gevolg van de datacodering zouden nieuwe ideeën op kunnen komen die worden toegevoegd aan de al weergegeven data. Tussentijds kunnen er conclusies worden getrokken, waarna opnieuw kan worden gezocht naar thema’s en patronen. Ook zal de informatie opnieuw met elkaar in samenhang worden gebracht.259

257

Punch (198-201) 258

Miles, Matthew B. en A. Michael Huberman. An Expanded Sourcebook: Qualitative Data Analysis. London: SAGE Publications, 1994. (10) 259 Miles en Huberman (12)

Het coderingsproces

Om de mogelijke veranderingen in de houdingen en gedragingen van adolescenten als gevolg van het acteren te begrijpen is de verzamelde data gecodeerd. Op die manier kunnen patronen, onderliggende betekenissen, motivaties, meningen en gevoelens worden ontdekt. In het coderingsproces worden door Hennie Boeije (2010) en Keith Punch (2005) een drietal fasen onderscheiden: een open, axiale en selectieve codering.260 Punch stelt dat de onderzoeksgegevens door het toekennen van open codes uiteengerafeld kunnen worden, waarna zij aan de hand van het axiaal en selectief coderen meer geordend en gestructureerd worden. Het open coderen (1) kan worden omschreven als het opdelen van de data in fragmenten en het toekennen van codes aan deze fragmenten. De open codes zijn trefwoorden of een korte samenvatting van het tekstfragment. Bij het axiaal coderen (2) worden de open codes op basis van hun inhoudelijke overeenkomst in algemenere, abstracte categorieën ondergebracht in het kader van de vraagstelling. Boeije definieert het axiaal coderen als het achterhalen van de betekenis van relevante codes en het illustreren van deze betekenis aan de hand van citaten. In het selectief coderen (3) wordt er gezocht naar meer alomvattende kerncategorieën waarbinnen de axiale codes kunnen worden ondergebracht. In deze laatste fase ligt de nadruk op het leggen van verbanden tussen de gevormde categorieën. Op die manier kan er een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen de hoofd- en sub-codes en het verband tussen de verschillende sub-codes.261 In dit onderzoek zijn de kerncategorieën voorafgaand aan de interviews vormgegeven aan de hand van de theoretische concepten. Deze categorieën zijn ‘ingevuld’ met de (hoofd- en sub-) codes, fragmenten en citaten.

Figuur 16: Open, axiaal en selectief coderen

Het onderzoek heeft in een drietal stappen plaatsgevonden: waarneming (grote hoeveelheden data zijn verzameld), selectie (de relevantie van de data is in het kader van de vraagstelling aan de hand van fragmenten, codes en categorieën weergegeven) en interpretatie (de gevonden data – gefragmenteerd, gecodeerd en gecategoriseerd – krijgen een betekenis in relatie tot het theoretisch kader). De door mij gevonden codes en categorieën zijn vergeleken met de theoretische concepten, waarna de data zijn geïnterpreteerd. Daarnaast zijn de respondenten en hun diverse achtergronden met elkaar vergeleken. Er is geprobeerd om een nomothetische uitleg te geven waarin kan worden geconcludeerd of het acteren effect heeft gehad op de identiteitsvorming en –ontwikkeling van de adolescenten en welke effecten dat zijn. Deze uitleg heeft betrekking op identiteits- en zelfconceptstructuren, de mogelijke invloed van het

260

Boeije, Hennie. Analysis in qualitative research. London: SAGE Publications, 2010. (83) 261 Punch (205-211) en Boeije (85, 99, 106)

1. CODEREN 2. CATEGORISEREN 3. THEMATISEREN

acteren op de identiteit en het zelfvertrouwen. De conclusies die uit de data zijn getrokken, zijn in een adviesrapport aan de benaderde gezelschappen, opleidingen en projecten weergegeven.

Stapsgewijs te werk

Stap 1: fragmenteren en coderen

CODE FRAGMENT Waarom theater? Hoe in aanraking? Huidig gezelschap Plezier Werkwijze

Effect op persoonlijk vlak: ontwikkeling

Zelfkennis Leerzaam

Effect op sociaal vlak: ontwikkeling Onzekerheid

E: Ik zou willen beginnen met jou te vragen waarom je gekozen hebt om je met het acteren en het theater bezig te gaan houden.

K2: Nou, ik was zelf al wel heel lang bezig met het acteren en toen kwam een vriendinnetje van mij, die kwam met het idee om naar de JeugdTheaterSchool te gaan en dat heb ik direct aangepakt en toen sindsdien zit ik hier.

E: Dus dat is ook al weer de tien jaar dat je aan het acteren bent, is ook allemaal hier. K2: Nee, acteren op school, maar ik zit hier [bij de Jeugdtheaterschool] nu bijna zes jaar. E: En dat bevalt goed?

K2: Ja, nog steeds heel veel plezier. E: En wat vind je van de manier van werken?

K2: Ja, ik vind het wel goed eigenlijk. Soms zijn er natuurlijk wel dingen waarvan je denkt dat had wel anders gekund, maar dat kunnen we gewoon overleggen.

E: En is het voor jou ook een soort van persoonlijke ontwikkeling? Ervaar je dat zo? K2: Jazeker.

[een telefoon gaat af]

E: Dus je hebt nieuwe dingen over jezelf ook geleerd?

K2: Ja, ook. Maar ik ben mezelf ook gewoon sociaal veel beter gaan ontwikkelen, ik had altijd wel mijn mond vooraan staan, zeg maar. Maar toch was ik wel een beetje zenuwachtig, dat is nu, of zenuwachtig of onzeker, dat is nu totaal niet meer het geval. E: En dat is ook echt of mede door het acteren gekomen?

K2: Ja, denk ik wel. Toelichting:

o E = de interviewer.

o K2 = de geïnterviewde (de 2 betekent dat er ook andere respondenten zijn met dezelfde voorletter). o Tekst schuin, tussen haakjes zijn handelingen, acties, geluiden etc. van buiten het interview of geven

een toelichting op een bepaald woord, begrip of zin weer. o Doorstreepte tekst is irrelevant voor het onderzoek.

o De schuine codes in de linkerkolom zijn sub-codes, de anderen hoofdcodes.

Stap 2: lijst met hoofd- en sub-codes, onderverdeeld in zeven categorieën

ERVARINGEN EN VERWACHTINGEN WAAROM THEATER?

Hoe in aanraking? Waarom theater?

Ervaring Leuk, plezier

Huidig gezelschap, project, opleiding: keuze Persoonlijke interesse, passie

Producties, huidige productie Fysiek bezig zijn

Proces <> product Uitlaatklep

Werkwijze

∗ Sturing, aanwijzing Vrijheid

Eigen invulling, initiatief, inputIn het diepe gegooid

Richten op een specifieke doelgroep

Ontspanning <> inspanning: balans

Thematiek, onderwerpen ∗ Kritische blik

∗ Op situaties inspelen, situaties aanvoelen Discussie aanwakkeren

Verbeeldingskracht, verbeelding, fantasie

Opleiding Jezelf erin kwijt kunnen

Combinatie van gezelschappen: vergelijking Rust Soorten theater

∗ Genres ∗ Interesses ∗ Bezoek

∗ Luchtig, humor <> serieus

Mening geven over bepaalde kwesties, onderwerpen aanhalen, bespreken

Bezoeken van voorstellingen ∗ Soorten theater

∗ Met wie: alleen / samen ∗ Keuze

∗ Genieten ∗ Inspirerend

∗ Ontspannend <> kritisch kijken, oordelen, analyseren Notities maken

∗ Voorbeeldfunctie

Opwinding, enthousiasme, blijdschap, gek doen, genieten, vrolijkheid

Theater en muziek; theater en dans Energie erin kwijt kunnen Boodschap: communiceren met het publiek Aandacht

Soorten publiek Voldoening

Het theaterwereldje, het beeld van theater Mooi

Toekomst, verwachtingen Frustraties eruit gooien

Leermomenten, leerpunten, leerproces Verhalen vertellen

Reflectie, terugblik Creatief bezig zijn

Anders tegen dingen aan gaan kijken ∗ Visies, inzichten

Interactie, communiceren met het publiek, het publiek betrekken: eenheidsgevoel

Ervaring(en) opdoen Ervaring, kennis opdoen, mening vormen

Vragenlijst ∗ Begrippen

Bezoek van voorstellingen

Aanraden

EFFECT OP PERSOONLIJK VLAK EFFECT OP SOCIAAL VLAK

Effect op persoonlijk vlak Effect op sociaal vlak

∗ Verandering ∗ Ontwikkeling Verdieping ∗ Groei ∗ Ontwikkeling ∗ Verandering ∗ Stimulans Ontdekking ∗ Proces ∗ Verrijking ∗ Zoektocht ∗ Verbetering Bloei Jezelf presenteren, jezelf kunnen laten zien, durven jezelf te laten zien

Samenwerken

Zelfkennis, zelfbegrip Sociale goedkeuring: gevoelig

Verwachtingen, nieuwe inzichten Sociaal gerespecteerd

Confronterend Interactie

Herkenning Openheid <> geslotenheid

Eigenschappen, kwaliteiten ∗ Koppig, eigenwijs ∗ Gedrevenheid, doorzettingsvermogen ∗ Leergierig ∗ Perfectionisme ∗ Gevoeligheid ∗ Optimistisch, positief ∗ Motiverend ∗ Bescheiden ∗ Vindingrijkheid ∗ Directheid ∗ Ongeduldig ∗ Focus, concentratie ∗ Spontaniteit Geen schaamte Groep ∗ Vrijheid, ruimte ∗ Veiligheid, warmte, vertrouwen ∗ Benauwend ∗ Plezier, leuk, gezellig ∗ Stimulerend

∗ Verschillende ideeën, moeilijk samen te brengen, aanvulling ∗ Proces

∗ Acceptatie ∗ Jezelf kunnen zijn ∗ Steun, behulpzaam ∗ Vriendschap ∗ Dingen bespreken

∗ Vermoeiend, druk, intensief

∗ Jezelf blootgeven ∗ Sfeer, familiegevoel ∗ Geen klik, verschillen,

negatieve energie ∗ Naar elkaar toe groeien ∗ Jaloezie

∗ Eerlijkheid ∗ Comfortabel ∗ Wederzijdse invloed ∗ Leidende rol ∗ Teveel op elkaars lip ∗ Rekening houden met

elkaar

∗ Frustraties, strubbelingen, spanningen

Zelfrespect Anderen helpen

Openheid <> geslotenheid Sociale vaardigheden Identiteit, eigenheid, op zoek naar eigen weg Mensenkennis: verdieping

Zelfbewustwording Leerzaam

(Verschillende kanten van) jezelf leren kennen Luisteren naar anderen Leerzaam, leerpunten, -momenten, breekpunten Meedenkend

Grenzen opzoeken, bewaken, verleggen, overgaan Sociale kennis, sociaal begrip Jezelf blootleggen, met jezelf bezig zijn, leren met

jezelf om te gaan

Voorbeelden

Inspirerend ∗ Herkenning Teveel nadenken, dingen loslaten, relativeren Verplaatsen, inleven in anderen

Zelfreflectie Aanpassen aan anderen

Jezelf kunnen zijn, jezelf blijven Sociale acceptatie

Aan het denken zetten Makkelijke prater

Bevrijdend, losser, vrijer Anders voordoen dan jezelf

Op jezelf letten Omgang met anderen

Kritisch kijken naar jezelf en de maatschappij Spiegel Zelfexpressie

Dichtbij jezelf blijven Positiviteit <> negativiteit

ZELFVERTROUWEN ACTEREN

Zelfvertrouwen Jezelf erin kwijt kunnen: ideeën

Streven naar beter Vrijheid, ruimte

(On)zekerheid Veiligheid: experimenteren met mogelijkheden zonder directe consequenties

(On)tevredenheid Ervaring opdoen

Twijfel Persoonlijke en sociale verbreding

Zelfverzekerdheid Koppeling persoon en personage: leren van het personage

Loslaten Vernieuwend

Uitdaging Diversiteit, brede interesse

Kwetsbaarheid Verschuilen achter de rol, verdwijnen in de rol, iemand anders zijn, ontsnappen aan jezelf, de rol zijn, buiten jezelf stappen Durf, lef, uit je schulp komen Geloofwaardigheid

Kritiek

∗ Meenemen, verwerken, toepassen ∗ Op het goede moment erop reageren

Rollen

Anders, veraf <> herkenning, dichtbijDoen alsof <> echt voelen, masker Inleven, identificatie

Uitersten

Uitvergroting van het zelfBegrip

Uitstraling

Koppeling, toepassing Grenzen overgaan ∗ Knop omzetten ∗ Een typetje spelen Angsten overwinnen, blokkades, moeilijk,

gespannenheid

Soorten theater

∗ Humor: mensen aan het lachen maken ∗ Luchtig <> serieus

Schaamte, verlegenheid Uitdaging

Geloven in het eigen kunnen Confrontatie

Trots, voldoening Functie, bijdrage, effect, invloed van het acteren

Confronterend Emoties, gevoelens

∗ Uiten ∗ Ontdekken ∗ Inleven, meeleven ∗ Gebruiken, oproepen ∗ Beheersen ∗ Herkennen ∗ Koppelen

∗ Ermee om leren gaan

∗ Overbrengen ∗ Vergroten ∗ Aanvoelen ∗ Overnemen ∗ Ontroeren ∗ Overspoelen ∗ Uitschakelen ∗ Voelen Lekker in je vel zitten

Zelfacceptatie Voor jezelf opkomen Sociaal gerespecteerd Zelfrespect

Koppeling persoonlijk en sociaal vlak Zelfbeoordeling

Eigenschappen, kwaliteiten Erkenning

KOPPELING

(Los) koppeling: het acteren en de realiteit Invloed vanuit de omgeving

∗ Stimulerend ∗ (On)begrip ∗ Trots

∗ Familie, ouders, vrienden, leeftijdsgenoten. Verwachtingen

Feedback Kritiek

Rust: ontspanning <> inspanning Delen van ervaringen

Interactie

Oefenen met maatschappelijke rollen en verantwoordelijkheden Terugkoppeling

Koppeling persoonlijk en sociaal vlak Een rolletje spelen

Leeftijdsfase

(Voorbereiding op de) volwassenheid Verantwoordelijkheid

Zelfstandigheid

Stap 3: categorieën en bijbehorende hoofd- en sub-codes schematisch weergeven

Bovenstaande zeven categorieën, met bijbehorende hoofd- en sub-codes, zijn per categorie weergegeven in een ‘woordspin’. Onderaan staat aangegeven welke codes relatief veel zijn voorgekomen en welke codes relatief minder zijn voorgekomen (zie bijlagen G t/m M).

Figuur 19: Voorbeeld woordspin categorie Zelfvertrouwen

Figuur 18: Lijst met categorieën, hoofd- en sub-codes

Stap 4: codeboom per categorie met hoofd- en sub-codes

Een codeboom zorgt voor de onderverdeling en rangschikking van de verschillende codes; dit is af te lezen aan de inspringingen. ‘Zelfvertrouwen’ is in onderstaand voorbeeld de categorie, daaronder staan diverse hoofdcodes, veelal definities van deze categorie. Onder de hoofdcodes staan diverse sub-codes, die horen bij de hoofdcode (zie bijlagen N t/m T).

Figuur 20: Voorbeeld codeboom categorie Zelfvertrouwen

Stap 5: citaten per categorie onderbrengen Ervaringen en verwachtingen

Nee, ik heb nog wel genoeg tijd, dat zeker. Ik zeg ook niet, ik sluit ook niks uit, ik zet het ook niet zwart op wit, maar ik weet wel dat ik zelf het één en ander nog heb uit te zoeken, wil ik het leven op het toneelschool, en ik ga er zeker voor en ik spring wel in het diepe, ik zie wel wat er wordt aangereikt, het is niet zo dat ik me laat weerhouden of zo.

Waarom theater?

Ja, dat vooral. Het acteren is zeg maar een soort hoer in het leven, je kan zeg maar alles kwijt wat je opkropt of waar je mee zit of ja, alles kun je er op het podium uitgooien, omdat het kan en alles mag, heerlijk.

Effect op persoonlijk vlak

Heel erg met jezelf omgaan, inderdaad. Je groeit van een jong persoon naar een volwassene eigenlijk op een hele verrijkte manier, maar gewoon een brede manier.

Je bent alleen maar echt heel erg met jezelf bezig, je leert jezelf heel goed kennen, echt heel goed. (…) Ook wel eens confronterend, absoluut, maar daar leer je echt mee om te gaan. En je raakt natuurlijk nooit uitgeleerd als acteur, je bent nooit (…) Ja, je komt altijd wel weer dingen tegen en, maar ja, ik ben zeker wel veranderd daardoor. Ik ben denk ik meer mens geworden daardoor.

Effect op sociaal vlak

Als het… je leert van elkaar ook heel veel, maar ook opbouwende kritiek en zo, dat vind ik heel fijn en het stimuleert me als ik, ook als ik aan anderen laat zien wat ik doe en het pakt goed uit, dat is heel fijn. Ja, dat vooral, absoluut. Je leert wel de mens kennen en hoe eigenlijk we toch allemaal hetzelfde in elkaar zitten of zo.

Zelfvertrouwen

Oké, op een podium heb ik echt zelfvertrouwen en dan doe ik wat ik moet doen en dan vind ik het supergaaf, dat geeft me echt een kick, maar als ik bijvoorbeeld in school is dat heel anders, dan heb ik echt helemaal niet zoveel zelfvertrouwen eigenlijk. Alleen dat zal ik niet uiten, ik ben geen zielig iemand, maar ik ben echt wel onzeker, dat ben ik wel.

Ik denk dat zelfvertrouwen heel veel te maken heeft met dat je je prettig voelt met wie je bent, wat je denkt, dat je uitspreekt wat je denkt, hoe je eruit ziet, dat je daar blij mee bent. Nou en als je een voorstelling hebt dan je haar wel wil opscheren, omdat je denkt van nou, ja, het is niet het einde van de wereld. (…) elke sterke kant die je hebt is ook meteen je valkuil, maar ik kan echt gigantisch gedreven zijn.

Acteren

Je kunt natuurlijk niet anders, je kunt niet iemand anders zijn dan jezelf, dus je gebruikt altijd wel iets van jezelf in een rol, maar… dus in die zin is het wel altijd een stukje van mezelf, een deel.

Ik voel me veel vrijer tijdens het acteren, dan kan ik dingen zeggen terwijl ik dat echt voel en dan denken ze dat dat acteerwerk is. Dat kan ik gewoon wel zeggen.

(Los) Koppeling

Nou, je moet niet echt gaan acteren buiten natuurlijk, maar ook weer wel, want je moet wel overkomen, je moet niet alles weggeven van kijk, dit heb ik, dit is er met mij aan de hand. Dat moet je ook wel een beetje verbergen soms.

Dat je inderdaad volwassener wordt door wat je doet en wat je leert. Maar sowieso ben ik wel een puber natuurlijk, dus dat… [lacht] komt er allemaal wel bij, ja.

Omdat het onderzoek is gekoppeld aan een advies aan de verschillende gezelschappen heb ik tevens een categorie ‘ontwikkeld’ die betrekking heeft op de gezelschappen en hun werkwijze.

Gezelschappen, werkwijze

Nee! Ik heb het liefste nog dat ik zoveel mogelijk zelf mag bedenken eigenlijk. Wel dat er enigszins richtlijnen zijn, vind ik het prettigst, maar dat ik daarin nog wel heel vrij ben en met z’n allen kunnen creëren.

Stap 6: de frequentie van de codes weergeven

Figuur 22: Voorbeeld codes en frequentie De Noorderlingen Figuur 23: Voorbeeld codes en frequentie alle gezelschappen

(Zie bijlage U t/m CC voor alle overzichten)

Stap 7: de codes definiëren

De definities van de meeste codes zijn vrij duidelijk, andere codes zijn minder voor de hand liggend en zijn dan ook in het kader van het onderzoek gedefinieerd (zie bijlage DD voor de definities van alle codes). Definities van de codes in het kader van het onderzoek

Anders tegen dingen aan gaan kijken

Een mogelijk effect van het acteren, zo heeft het individu bijvoorbeeld nieuwe visies of inzichten gekregen ten opzichte van het zelf of bepaalde kwesties. Confronterend Door te acteren kan het individu met zichzelf in aanraking worden gebracht,

wat zowel positieve, als negatieve gevolgen zou kunnen hebben. Deze

confrontatie zou een proces van zelfreflectie en zelfbeoordeling in gang kunnen zetten, waarna zelfvertrouwen kan worden vergroot of verminderd.

Koppeling persoonlijk en sociaal vlak

De verbinding tussen de ontwikkelingen op persoonlijk en sociaal vlak. Wanneer het individu op persoonlijk vlak iets meemaakt zou dit kunnen doorwerken op sociaal niveau. En vice versa.

Zelfvertrouwen Het vertrouwen in wie je bent en wat je kan, het gevoel dat je er toe doet. Zoektocht Een ontdekkingsreis naar jezelf als gevolg van het acteren.

Resultaten

In het onderzoek naar het mogelijke effect van het acteren op de identiteitsvorming en ontwikkeling van adolescenten zijn 39 interviews gehouden met 34 verschillende respondenten. Deze respondenten zijn afkomstig uit een drietal gezelschappen (De Noorderlingen [7], De Steeg [2] en Theater te Water [10]), twee ‘opleidingen’ (Kunst, Theater, Media en Muziek aan het Noorderpoort College [6] en de Jeugdtheaterschool [6]) en één project (het NNT Dichterbij Project [3]). Het verschil tussen deze gezelschappen is gelegen in hun werkwijzen, motivaties, aspiraties en doelstellingen. De respondenten verschillen op een aantal vlakken van elkaar: geslacht, leeftijd (14-16 jaar, 17-20 jaar of 21+ jaar), opleidingsniveau (VMBO, HAVO, VWO, Gymnasium, MBO, HBO of WO), jaren acteerervaring (0-1 jaar, 1-2 jaar, 3-5 jaar, 6-8 jaar of 8+ jaar) en hun aspiraties en verwachtingen voor de toekomst (wel of niet een professionele acteercarrière). (Zie bijlage EE voor het overzicht van ‘de feiten’ van de geïnterviewde respondenten) Deze gegevens heb ik gehaald uit de door de respondenten voorafgaand aan de interviews ingevulde vragenlijsten. De data van de interviews zijn uitgetypt, gefragmenteerd en gecodeerd. De hieruit verkregen data zijn weergeven in codebomen en woordspinnen. Dit proces heeft zeven categorieën opgeleverd, waarin de verschillende meest voorkomende (10 of meer keer) codes zijn ondergebracht: 1. Ervaringen en verwachtingen; 2. Waarom theater?; 3. Het effect op persoonlijk vlak; 4. Het effect op sociaal vlak; 5. Zelfvertrouwen; 6. Acteren en 7. Koppeling. De verschillende data zijn met elkaar vergeleken en de belangrijkste bevindingen zullen uiteen worden gezet.