• No results found

De uitdagingen voor het onroerend erfgoed

Bevolking Vlaams Gewest (observaties 1975-2015; verwachtingen 2020-2060)

2.7 SOCIAAL-CULTURELE VERANDERINGEN

2.7.7 De uitdagingen voor het onroerend erfgoed

2.7.7 De uitdagingen voor het onroerend erfgoed

In de literatuur worden velerlei linken tussen onroerend erfgoed en sociaal-culturele trends naar voor geschoven. Overigens zijn ook de verschillende sociaal-culturele trends en de impacts met elkaar verweven. We geven de belangrijkste hieronder weer.

De veranderende waarden in de postmoderne samenleving met meer oog voor kwaliteit,

authenticiteit en duurzaamheid kunnen het draagvlak en interesse voor erfgoed doen toenemen. De toenemende scholing en mondigheid kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Anderzijds kunnen andere nog steeds dominante en materialistische waarden een claim leggen op het duurzaam omgaan met onroerend erfgoed. Doordat we steeds meer en intensiever willen consumeren, of het nu is onder de vorm van producten of diensten, ontstaat niet enkel druk op de ruimte en de

natuurlijke hulpbronnen maar ook op onroerend erfgoed.

Onroerend erfgoed en het historisch verleden kunnen in tijden van voortdurende en steeds snellere

veranderingen een belangrijke rol spelen in de ondersteuning van de persoonlijke en collectieve identiteitsvorming, als een vorm van houvast, een continuïteit tussen het verleden en de toekomst.

De toenemende individualisering gaat samen met een verminderde invloed van traditionele collectieve structuren en netwerken, met een verzelfstandiging van mensen en het realiseren van een persoonlijke keuzebiografie … Die verzelfstandiging heeft gevolgen voor de sociale samenhang. In een geïndividualiseerde samenleving zouden ook meer en meer mensen hun roots willen kennen

en op zoek gaan naar hun verleden en individuele identiteit. Voor het onroerend erfgoed betekent

dit dat het aan maatschappelijk belang kan winnen en biedt dit heel wat opportuniteiten.414

De mondialisering versterkt de zoektocht naar de persoonlijke identiteit. Hier zijn niet enkel de economische aspecten van tel, maar ook het sociaal-politiek element van ‘nationale, regionale, of lokale trots’ waarin erfgoed een belangrijk element kan vormen.

Onze identiteit wordt onder meer geuit in de keuze van tijdsbestedingen en van de ruimtelijke omgeving bv. voor wonen of ontspanning. Bouwkundig erfgoed en landschappen kunnen hierbij van

bijzonder belang zijn, als bezienswaardigheid, toeristische bestemming, decor, recreatiegebied…. Door de verschillende functies die zij voor mensen kunnen hebben, worden hun maatschappelijke waarden voor het individu en de samenleving zichtbaarder. Een studie uit Nederland laat zien dat ‘het oude’ een brede aantrekkingskracht uitoefent. Bij een vrije keuze van woonplek, zou twee derde van de bevolking het cultuurhistorische karakter van de woonomgeving een rol laten spelen in de

overwegingen.415 Hier lopen de huidige bewoners van historische binnensteden en dorpskernen,

alsmede de plattelandsbewoners voorop. Hieruit kan worden afgeleid dat zij hun huidige woonomgeving mede om deze reden appreciëren.

414 Clark 2006, 86

415

van den Broek e.a. 2005, 25

Dezelfde studie stelt dat 4% van de volwassen Nederlanders zegt dat het historische karakter van de gebouwen een grote rol heeft gespeeld bij de keuze zich te vestigen waar men nu woont. Nog eens 18% geeft aan dat het een zekere rol heeft gespeeld. Het zijn vooral de bewoners van de historische binnensteden die deze mening zijn toegedaan. Zij die de cultuurhistorisch waardevolle dorpskernen bewonen, volgen op enige afstand. Bewoners van het landelijke gebied geven eveneens aan de historische bebouwing te hebben meegewogen.

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Van potentieel belang voor het onroerend erfgoed is dat in de beleving van de buurt, de

aanwezigheid van ‘mooie’ gebouwen en ‘groen’ belangrijk wordt geacht, net zoals de mate waarin

men burenlawaai of verkeersoverlast ervaart in zijn directe leefomgeving.416 De interpretatie van

‘mooi’ en de link met bouwkundig erfgoed is uiteraard voor discussie vatbaar.

De individualisering gekoppeld aan een gestegen opleidingsniveau (cf. infra) en de gemiddeld stijgende welvaart speelt ook een rol op het vlak van de menselijke relaties en de verhouding tot

organisaties of overheid. Van deze laatste wordt meer communicatie en transparantie verwacht.

Maar ook meer inspraak bij de besluitvorming. Mensen reageren kritischer op overheidsbeslissingen. (cf. beleidstrends) Dit zou mogelijks kunnen leiden tot meer reacties op de behouds- en

beheersactiviteiten van het onroerenderfgoedbeleid zowel in bepaalde dossiers als inzake

regelgeving. Onroerend erfgoed is voor de burger niet iets van experten of van de overheid, maar van de samenleving. Deze moet daar dan ook meer toegang toe hebben en mee mogen praten over de ontwikkeling en het gebruik ervan.

Door het verlies van invloed van traditionele netwerken zouden mensen zich mogelijks minder identificeren met het onroerend erfgoed dat hieraan gelinkt is (kerken, hoeves, industrieel

onroerend erfgoed …) wat eveneens het draagvlak kan beïnvloeden. Het loskomen van traditionele netwerken kan eveneens een impact hebben op de erfgoedparticipatie, in het bijzonder m.b.t. de inzet als vrijwilliger of als deelnemer aan het verenigingsleven. Het zou zo een invloed kunnen uitoefenen op de werking van erfgoedverenigingen en de ontwikkeling van

erfgoedgemeenschappen. Het zou immers kunnen vertalen in een dalende deelname aan bepaalde erfgoedactiviteiten of het onbetaald meewerken binnen een erfgoedvereniging. Rekening houdend met de vergrijzing van de bevolking zou het eveneens kunnen leiden tot verwaarlozing van bepaald onroerend erfgoed doordat de traditionele gemeenschap die de zorg ervoor opnam dit niet meer kan en wanneer dit niet overgenomen werd of wordt door andere organisaties of instanties. Denk aan heel wat religieus of agrarisch erfgoed. Vandaar het groeiend belang dat onderstreept wordt om onroerend erfgoed levend te houden voor de samenleving en de maatschappelijke waarden ervan te expliciteren door nieuw onderzoek.

Het ontstaan van meer en meer ‘lichte’ gemeenschappen, meestal kleinschalige, informele groepen waarin mensen samen activiteiten doen, kan voor de onroerenderfgoedzorg dan weer kansen bieden onder de vorm van nieuwe erfgoedgemeenschappen, wat de trend van vergrijzing van de klassieke erfgoedverenigingen kan doen afremmen.

In de geïndividualiseerde behoefte aan levenskwaliteit waarbij ontspanning en vermaak een

centralere positie innemen, kan erfgoed een speciale rol spelen. Het erfgoedtoerisme zit bv. sterk in

de lift, met weliswaar soms een druk op de draagkracht van het erfgoed als gevolg. Ook het groter wordend belang van onroerend erfgoed als ‘aantrekkelijk decor’ voor bepaalde activiteiten zoals onder meer wandelen, winkelen, feesten … is niet te negeren en vormt mogelijkheden om het draagvlak voor onroerend erfgoed te behouden en/of te vergroten.

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Wijzigende levensstijlen, zoals op het vlak van comfort, energie, ruimtegebruik, consumptie… doet

de druk op het onroerend erfgoed eveneens steeds sterker voelen. Tegelijkertijd vormt dit echter opportuniteiten zoals op het vlak van ruimtegebruik waarbij meer aandacht gaat naar het tegengaan van leegstand.

De hoeveelheid beschikbare recreatieve tijd maar ook de fragmentering ervan heeft gevolgen voor onze betrokkenheid bij onroerend erfgoed. Wie weinig of geen tijd heeft, zal immers ook geen tijd kunnen vrijmaken voor een bezoek aan een historisch monument of museum, een wandeling doorheen een landschap, het meewerken als vrijwilliger aan het behoud van erfgoed… Maar het steeds ruimere en gediversifieerde culturele en vrijetijdsaanbod waaruit mensen kunnen kiezen, vormt ook een beperking. Wanneer een overweldigende mogelijkheid aan keuzes om onze aandacht en gefragmenteerde tijd vraagt, is de positionering van het onroerend erfgoed erg belangrijk. In de literatuur wordt sterk de nadruk gelegd op de gevolgen van vele ontwikkelingen op het cultureel aanbod en de positionering van het onroerend erfgoed daarbinnen. Er gaat veel aandacht naar wat de trends betekenen voor de ontsluiting van onroerend erfgoed. Digitalisering, grote

toegankelijkheid, gerichte communicatie, inspelen op belevingswaarden … het zijn groeiende verwachtingen die de samenleving stelt t.a.v. de erfgoedsector. Onroerend erfgoed moet voor de samenleving betekenis hebben en behouden, het is immers iets van die samenleving.

De motivatie om voor een bepaalde vrijetijdsbesteding te kiezen, is vanzelfsprekend cruciaal, maar toch zijn de patronen van onze erfgoedparticipatie, net als overigens onze cultuurparticipatie, niet enkel te verklaren vanuit onze allerindividueelste invulling op basis van smaken of ‘goesting van het

moment’.417 Cultuursociologisch onderzoek leert ons dat ze ontstaan in de context van de sociale

werkelijkheid waarbij bijvoorbeeld persoonskenmerken zoals opleiding, leeftijd… een invloed uitoefenen.

Het algemene welvaartspeil van een regio kan in relatie gebracht worden met het niveau van de interesse in onroerend erfgoed. Wanneer immers niet aan de primaire behoeften (fysiologische behoeften zoals honger, dorst, slaap en veiligheidsbehoeften zoals woning, werk, enz.) voldaan is, kan er – zo kunnen we afleiden uit de omkering van de behoeftentheorie van Maslow – minder ruimte zijn voor de invulling van andere behoeften zoals de nood aan zekerheid (cf. infra), zelfverwerkelijking… waarin onroerend erfgoed een belangrijke rol kan spelen door o.m. haar

esthetische en/of belevingswaarde… In het rijtje van de drang naar kennis, schoonheid, kunst… hoort eveneens onroerend erfgoed thuis. Alhoewel Vlaanderen een relatief welvarende regio is, kan de groeiende ongelijkheid een hypotheek leggen op de interesse voor onroerend erfgoed. Het is dan ook een uitdaging voor de onroerenderfgoedsector om de groeiende groep van armen en sociaal

uitgeslotenen te betrekken bij het onroerend erfgoed.

In het levenslang leren speelt de erkenning van competenties verworven via niet-formeel leren een belangrijke rol. Voor de restauratiesector Voor de restauratiesector loopt een traject rond

beroepskwalificaties waar competenties nodig om een beroep uit te oefenen in de sector benoemd

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

worden. Wanneer ervaringsleren ook tot erkenning zou kunnen leiden, zou het groeiend tekort aan

bepaalde restaurateurs en ambachtslui kunnen worden opgevangen.418 Het onroerend

erfgoeddecreet van 2013 voorziet in het uitwerken van kwaliteitslabels voor verschillende

vakgebieden, die op basis van nog af te spreken richtlijnen zoals bv. permanente vorming, zouden kunnen worden toegekend.

Op basis van de literatuurstudie kunnen we afleiden dat heel wat sociaal-culturele trends het onroerend erfgoed voor grote uitdagingen stellen. Het is moeilijk in te schatten hoe de trends de komende decennia verder zullen evolueren. We vertrekken dan ook vanuit de vastgestelde sociaal-culturele trends van de voorbije decennia zonder ze te strak te willen extrapoleren. Vooral de waarschijnlijkheid dat, en de intensiteit waarmee ze zich zullen verder zetten, zijn haast

onvoorspelbaar. Er bestaat overigens nog bitter weinig concreet onderzoek naar. Veel berust op algemene sociologische onderzoeken of empirische momentopnames van erfgoedparticipatie en/of vertrekt vanuit debatten over en onderzoek naar de waarde(n) van erfgoed.

Wijzigingen inzake waardepatronen, denken en gewoontegedrag gaan doorgaans heel geleidelijk. Toch kunnen sommige onvoorspelbare gebeurtenissen, ook wereldwijd, een schok teweeg brengen. Denken we aan de val van de Berlijnse muur in 1999, de aanslag van 11 september 2001 of aan de tsunami in Japan met de Fukushima kernramp als gevolg in 2011. Ook doen zich economische, geopolitieke, technologische… trends voor die van buiten af het sociaal en cultureel klimaat op relatief korte termijn snel en grondig door elkaar kunnen schudden. Denken we aan de opkomst van het internet en het succes van de sociale media met gevolgen voor de connectiviteit tussen mensen. Het laat zich moeilijk raden wat de financiële en economische crisis op langere termijn zal betekenen of wat de effecten van de wereldwijde economische en machtsverschuivingen voor het sociale klimaat in het westen of voor onze levensstijl zullen zijn.

In een trendanalyse is het alleszins belangrijk om oog te hebben voor alle signalen die zouden kunnen leiden tot een veranderend sociaal-cultureel klimaat. Vast staat de samenhang en

wisselwerking van de sociaal-culturele ontwikkelingen onderling en met de andere maatschappelijke trends. De toekomst zal uitwijzen hoe sterk de dwarsverbanden zijn.

Tabel 7: Mogelijke impacts van sociaal-culturele trends op onroerend erfgoed Belangrijkste trends Waar- schijn-lijkheid van trend* Termijn van mogelijke impact op OE**

Mogelijke impact op onroerend erfgoed

Steeds snellere veranderingen in samenleving ZW KT Groter belang van onroerend erfgoed voor identiteitsvorming

Maar ook groter risico op vernietiging van onroerend erfgoed (op wereldschaal) Verhoogd draagvlak

Maar ook minder interesse voor het verleden

Veranderende relaties Andere verwachtingen t.a.v. de overheid, verenigingen en sector Individualisering W Verhoogde druk op ruimte

Nadruk op zelfbeschikking over kwaliteit van leefomgeving waarin onroerend erfgoed een rol kan spelen Secularisering, loskomen van tradities ZW KT Verminderde belangstelling voor onroerend erfgoed dat gebonden was aan tradities en religie

Risico voor verwaarlozing van dit onroerend erfgoed

Verzelfstandiging ZW KT Eigen keuzes in belangstelling voor, en actieve betrokkenheid bij onroerend erfgoed Consumers worden prosumers Meer kennisdeling maar ook meer beïnvloeding van waardering door burger Veranderende waarden Andere verwachtingen t.a.v. onroerend erfgoed en andere definities

Meer aandacht voor de ontsluiting (nieuwe verwachtingen) Dominante waarden van de moderne

consumptiemaatschappij

Meer aandacht voor de gebruikswaarde en de belevingswaarde van onroerend erfgoed (duurzaamheid) Meer aandacht voor de vrije toegankelijkheid en permanente beschikbaarheid

Meer (vluchtiger) gebruik van onroerend erfgoed als ‘decor’ of consumptieproduct Verhoogde aandacht voor duurzaamheid,

authenticiteit, sharing… als tegentrend

W LT Verhoogde aandacht voor onroerend erfgoed en voor de verschillende waarden ervan (duurzaamheid) Meer samenwerking verwacht

Meer verwachtingen t.a.v. van de gebruikswaarden van onroerend erfgoed voor de samenleving Hogere scholing ZW KT Meer participatie aan onroerenderfgoedactiviteiten

Meer vraag naar inspraak in besluitvorming

Erkenning van ervaringsgericht leren in bepaalde vakgebieden zoals restauratiesector Veranderingen in tijdsbesteding Meer concurrentie tussen (cultuur-)aanbod voor aandacht, tijd en geld van de samenleving Versnippering tijd en verhoogde tijdsdruk ZW KT Minder tijd beschikbaar voor erfgoed algemeen

Meer belangstelling voor lokaal erfgoed Veranderende erfgoedparticipatie W KT Meer digitale toegang tot onroerend erfgoed

Meer virtuele bezoeken i.p.v. reële bezoeken

Meer, dan wel minder, inzet voor klassieke erfgoedverenigingen Toenemend belang van (nieuwe) erfgoedgemeenschappen Vernieuwde connectiviteit tussen mensen rond onroerend erfgoed Consumers worden prosumers

Meer erfgoedtoerisme ZW KT Toenemende waarde van onroerend erfgoed als troef in het toeristisch aanbod Druk op erfgoedwaarde door aantal bezoekers

* O=onzeker, W=waarschijnlijk, ZW=zeer waarschijnlijk

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////