• No results found

4 Delphi-bevraging

4.6 BELEIDSMATIGE ONTWIKKELINGEN

4.6.2 Alternatieve financiering

Diegenen die niet akkoord gingen met de stelling, uitten vooral hun bezorgdheid over de

overlevingskansen van erfgoedgemeenschappen. Daarnaast werd beklemtoond dat het rekenen op vrijwilligers niet realistisch is, zeker niet voor langdurige projecten. Een iemand wees het toenemend individualisme aan als achterliggende factor, iemand anders de toenemende tijdsdruk. Structureel behoud, beheer en ontsluiting van erfgoed is en blijft een professionele bezigheid. De overheid mag haar taken niet van zich afschuiven, maar moet meer samenwerken. Toch moet er over gewaakt worden dat de invloed van private partners onroerend erfgoed niet herleidt tot een commercieel product zoals andere.

De twee respondenten die helemaal niet akkoord gingen, wezen de terugtrekking van de overheid onder het mom van de vergroting van het draagvlak, radicaal af. Een van hen stelde dat omdat erfgoed als maatschappelijk relevant wordt gezien, het behoud ervan een overheidstaak is. De andere voegde toe dat de overheid ervoor moet zorgen dat ook ‘moeilijk’ erfgoed een plaats heeft, los van erfgoedgemeenschappen.

4.6.2 Alternatieve financiering

De reacties op de stelling dat Publiek-Private Samenwerking (PPS) en crowdfunding in de toekomst de overheidsinvesteringen in onroerend erfgoed zullen aanvullen en zo doen toenemen, waren iets meer gespreid over de verschillende antwoordcategorieën. 62% van de respondenten was het eens met deze stelling (helemaal akkoord of akkoord), terwijl 19% noch akkoord, noch niet akkoord antwoordde en 18% het niet eens was (niet akkoord of helemaal niet akkoord). Een iemand gaf enkel een inhoudelijke reactie, terwijl 7 andere ondervraagden de vraag open lieten.

De weerkerende argumentaties betreffen vooral de potenties en risico’s van de alternatieve financieringsmogelijkheden zelf, vaak vertrekkend vanuit

ervaringen in andere werkvelden, alsook de discussies over de formele omkadering van de alternatieve financierings-systemen.

Daarnaast werd de link naar ‘toenemende

overheids-investeringen’ dikwijls betwijfeld en de vrees voor het omgekeerde geuit.

Figuur 49: Aanvulling van overheidsinvesteringen in onroerend erfgoed door PPS en crowdfunding? (Ns=176, Nt=186)

Bij wie het eens was met de stelling (62%), vinden we respondenten die de alternatieve

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

als een win-winsituatie gezien vanwege de vaak tegenstrijdige belangen. De noodzaak van een beter juridisch en fiscaal kader, vooral dan voor crowdfunding, werd meermaals onderstreept.

De alternatieve financieringssystemen zijn echter geen oplossing voor alle tekorten en kunnen de overheidsinvesteringen niet vervangen.

Wie noch akkoord, noch niet akkoord aanstreepte (19%), zag de systemen veelal als middel en niet als oplossing. Iemand voegde eraan toe: ”crowdfunding kan wel draagvlakverhogend en activerend

werken, eerder dan een focus op extra financiering”. Verschillende respondenten beklemtoonden dat

de systemen niet tot gevolg zouden mogen hebben dat de overheidsinspanningen dalen, terwijl anderen dit als een gevreesde realiteit zagen. Dat ze de overheidsinspanningen zouden doen toenemen, werd meermaals betwijfeld. PPS werd ook niet door iedereen en altijd als een

goedkopere mogelijkheid gezien, maar wel beschouwd als een kans om extra middelen te genereren. Crowdfunding werd dan weer als een democratisch proces gezien, dat in Vlaanderen echter nog niet voor de hand ligt, en bovendien als te onzeker om als vaste financieringsbron te fungeren. Er werd ook gewezen op de werklast die crowdfunding vraagt.

De respondenten die het niet eens waren (18%) zagen vooral de risico’s van de systemen, in het bijzonder de kans op een daling van de overheidsinvesteringen. Ook hier rezen vragen bij de prijs van PPS voor de gemeenschap, bij de tegengestelde belangen van de betrokken partners, en bij het wisselend succes van het systeem omwille van een uitblijvende rentabiliteit voor de private partner. Een iemand merkte op dat de (fundamentalistische) onrealistische houding van de overheid kansen in de weg staat, iets wat ook al eerder in vraagvorm aan bod kwam.

4.6.3 Subsidiariteit

In de derde stelling opperden we dat toenemende subsidiariteit meer verantwoordelijkheid voor onroerend erfgoed legt bij de steden en gemeenten waardoor het erfgoedbeleid dichter bij de mensen komt. Een voorbeeld van subsidiariteit vinden we terug in het (nieuwe) erfgoeddecreet van 12 juli 2013 waar ze inspraak krijgen als ze erkend zijn als onroerenderfgoedgemeente. Zo’n

gemeente kan een aantal taken van de Vlaamse overheid overnemen, zoals toelating geven voor werken aan beschermd onroerend erfgoed.

Iets meer dan de helft van de respondenten (53%) was het eens met deze stelling (helemaal akkoord of akkoord), tegenover 21% die noch akkoord, noch niet akkoord ging en evenveel, met name 21%, het niet eens was (niet akkoord of helemaal niet akkoord). 5% antwoordde ‘weet het niet’ terwijl 11 respondenten de vraag niet beantwoordden. Deze stelling deed weerom een vierde van de

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

In alle antwoordcategorieën werden kansen en/of risico’s van

subsidiariteit naar voor gebracht. Meermaals werd echter de link in vraag gesteld dat subsidiariteit het erfgoedbeleid ook dichter bij de mensen zou brengen. Daarenboven betwijfelden velen of de

mogelijkheden van de lokale

besturen momenteel toereikend zijn om die verantwoordelijkheid op te nemen.

Figuur 50: Brengt toenemende subsidiariteit het erfgoedbeleid dichter bij de mensen? (Ns=175, Nt=186)

Bovendien werd ook hier gevreesd voor de financiële kant van de zaak.

Twee respondenten gingen in op de erkenning van erfgoedgemeente en vonden de procedure te strak.

Wie het eens was met de stelling (53%) legde veelal het accent op de praktische toepassing van de subsidiariteit en wees daarbij op de problemen van de aan-/afwezigheid van voldoende expertise en financiële middelen op lokaal niveau. Daarnaast werden een aantal potentiële risico’s beklemtoond: de mogelijke verschillen in lokale benadering en hierdoor bijvoorbeeld het gebrek aan eenduidigheid over gans Vlaanderen. Er werd gekeken naar de Vlaamse overheid die daarover moet waken en die ook de lokale besturen moet ondersteunen. Bovendien benadrukte iemand dat bepaald erfgoed bovenlokale samenwerking vraagt. Een respondent had in deze groep twijfels bij de link en zag in subsidiariteit nog geen garantie voor een erfgoedbeleid dat dichter bij de burger staat. Iemand anders vertaalde de link in de zin dat subsidiariteit wel vlotter kan zorgen voor een maatschappelijk draagvlak om geld te mobiliseren. Sommigen vroegen zich af of de kortere afstand geen gevaar inhoudt dat electorale belangen of marktmechanismen zullen meespelen bij lokale beslissingen. Bij wie noch akkoord, noch niet akkoord ging (21%), kwamen dezelfde twijfels en vragen veelvuldiger en explicieter terug, zowel bij de mogelijkheden en de potentiële gevolgen van de subsidiariteit als bij de gesuggereerde link. Verschillende respondenten beklemtoonden het belang van een lijn in een globaal beleid en van het grotere verhaal.

Wie het niet eens was (21%), onderstreepte uitdrukkelijker de beperkte middelen van lokale besturen aan geld en mensen. Twee respondenten keken uit naar de plannen voor een nieuwe gemeentefusie. Twee anderen stelden bovendien ook hier de link in vraag.

Bij wie helemaal niet akkoord ging, waren de bemerkingen bij de budgettaire mogelijkheden en de expertise van lokale besturen nog meer uitgesproken. Ook de potentiële risico’s op een verminderde transparantie en op het primeren van andere belangen, werden beklemtoond. Er werd verwezen naar buitenlandse ervaringen, waar sterk gewerkt wordt aan begeleiding.

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////