• No results found

Iconen van het foodcluster

4 Het Westland als een dynamisch en veerkrachtig tuinbouwcluster: een evolutionaire studie van de Glazen Stad

4.2 Bedrijvigheid in het Westland

4.2.4 De opkomst van de veiling in het Westland

Het Westland staat bekend om zijn aan de tuinbouw gerelateerde

bedrijvigheid. Een belangrijke ontwikkeling in dit cluster was de groei van het veilingwezen.

Weliswaar was het Westland niet de pionier wat het veilingwezen betreft, maar het was wel een snelle leerling. Pionier in het bij afslag veilen van tuinbouwproducten was De Broeker Veiling, ontstaan in Broek op Langedijk in 1887. Het huidige (later gebouwde) veilinggebouw aldaar had als

onderscheidend voordeel dat de tuinders met hun schuiten beladen met groenten door de afmijnzaal konden varen.

In tegenstelling tot onze verwachtingen stond bij de oprichting van de eerste veilingen in het Westland niet zozeer het prijsvormend proces van het veilen markertechnologie. Vanaf 1989 opent Rijk Zwaan gemiddeld elk jaar een

nieuwe vestiging buiten Nederland. In 2004 zet het veredelingsbedrijf in Nederland een tweede onderzoekslocatie op in Fijnaart (Noord-Brabant). Ten slotte neemt Rijk Zwaan het initiatief tot integrale ketenzorg door nauwere samenwerking tussen de partners in de gehele keten, zoals telers, exporteurs en supermarkten. Het assortiment van Rijk Zwaan bestaat vooral uit vruchtgroenten, bladgewassen, wortelgewassen en koolsoorten.

In 2015 is Rijk Zwaan, nummer vijf wereldwijd voor groentezaden, een internationaal familiebedrijf met zo’n 30 dochterbedrijven en 2500 medewerkers, waarvan 1100 in Nederland. Rijk Zwaan is een zeer

kennisintensief bedrijf, waar jaarlijks ongeveer 15% van de totale omzet van bijna 400 miljoen euro aan onderzoek, ontwikkeling en veredeling wordt besteed. Vanwege de wereldwijde concurrentiestrijd kondigt Rijk Zwaan in 2016 aan versneld 250 miljoen euro te gaan investeren, waarvan 150 miljoen in Nederland, voor kassen, laboratoria en onderzoekscentra.90

Priva

Een ander interessant toeleveringsbedrijf, gelegen op steenworp afstand van Rijk Zwaan, is Priva, een familiebedrijf dat installaties levert voor klimaat- en procesautomatisering voor de glastuinbouw maar ook

gebouwbeheersystemen voor gewone gebouwen.91 In 1959 opgericht door

Jan Prins en zijn oom Cor Valk in De Lier als Valk & Prins is het groot geworden met de verkoop van de heteluchtkachels en ventilatoren in de jaren zestig en zeventig.

Reeds in 1956 begon Jan Prins met het experimenteren met Hylo Salamander potkachels voor de tuinbouw, ook wel ploffers genoemd. Deze met olie gestookte kachels, die met een plof ontstaken, werden in de kas gezet om bij te verwarmen. De potkachels hadden niet eens een rookgasafvoer naar buiten de kas. Ondernemer Jan Prins en tuinders ontdekten min of meer bij toeval dat als gevolg van die in het warenhuis hangende rookgassen de groei alsmede de kwaliteit van sla en (later) tomaten werd gestimuleerd en het teeltseizoen van sla kon worden verlengd. Nadat duidelijk werd dat het positieve groei-effect kwam door het verbrandingsproduct CO2, werd de

potkachel vaker ingezet als aanjager van productiviteitsverbeteringen. Na dit eerste succes begon Jan Prins met het ontwikkelen en verkopen van uiteindelijk volautomatische, in de kas hangende CO2-branders met tijdklok.

In 1965 veranderde de bedrijfsnaam in Priva, afgeleid van de namen van de oprichters Prins en Valk. Het bedrijf groeide snel tot zo’n 300 medewerkers. Eind jaren ‘60 kwam het bedrijf in zwaar weer. De groei was eruit, de kosten waren flink gestegen en een reorganisatie was nodig. Rond 1973, met de voor de tuinbouw moeilijke eerste oliecrisis, werd Valk & Prins gered door het investeringsvehikel VEEM van Bank Mees & Hope. Voor Jan Prins betekende dit dat hij zowel zijn baan als bedrijf kwijt was. Twee jaar later werd Prins alweer gevraagd om leiding te gaan geven aan het inmiddels flink afgeslankte Priva: Jan Prins en 29 medewerkers begonnen met de transformatie van

Koppert Cress: streeft naar continue vernieuwing van haar assortiment micro-groenten. Sion Young Plants: phalaenopsis veredelaar zet samen met haar klanten altijd 'the next step in orchids'.

Priva: ontwikkelt en produceert technologie (software, hardware en diensten) voor de optimalisering van omgevingscondities

en procesbeheer voor de tuinbouw, gebouwautomatisering en alles daartussenin.

Fotografie:Priva

Tuinderij Vers: is een modern groenteverwerkingsbedrijf, gespecialiseerd in het snijden, mengen en verpakken van groenten

van zelfstandige veilingen, de Bond Westland. Zogenaamde kleine veilingen waren vooral gericht op kleinere partijen groenten en fruit voor nabije steden. Grote veilingen waren meer op export gericht en deden aan voorverkoop voor levering aan de handelaar op de volgende dag. De industrialisatie, urbanisatie en welvaart nam toe, dus bouwden ze veilinggebouwen, groeven havens voor aan- en afvoer van de oogst met tuindersschuiten en legden sporen aan voor de distributie per trein. De Vereeniging Westland werd ook actief met afzetbevordering, met name naar Duitsland. Afzetbevordering werd vanaf 1917 nationaal geregeld, nadat in 1916 de veilplicht tot stand was gekomen om voor het binnenland het aanbod aan groenten zeker te stellen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag het prijspeil lange tijd zeer hoog. Pas in 1920 waren alle producten weer geheel vrij verhandelbaar.94

Tot aan de jaren ‘30 breidde de Westlandse tuinbouw zich gestaag uit (zie Tabel 6). Was de omzet van de Westlandse groenteveilingen samen in 1900 een half miljoen gulden (1 gulden = 0.45 euro), dit steeg via 1,5 miljoen (1910) en 10,6 miljoen (1920) tot 20,4 miljoen in 1930, al werd de munteenheid in die periode 40% minder waard.95 Internationaal kwamen invoerrechten en

fytosanitaire maatregelen regelmatig aan de orde, maar toch overwon in de jaren ’20 telkens de concurrentiekracht van de Nederlandse groententeelt. De vrachtwagen en de trein gingen binnenlands vervoer per boot

vervangen. Lijnboten en chartervaart hielden elkaar scherp voor goedkope transporten naar Engeland. Regionaal bezien waren exporteurs in Rotterdam geconcentreerd.96

Tabel 6 Omzetcijfers veilingen in het Westland.

Zoals elders besproken kwam het Westland in een langdurige periode van neergang terecht, veroorzaakt door de internationale economische crisis van de jaren ’30. Nederland leed sterk onder de crisis, waarna nationaal prijstoeslagen, minimumprijzen, braakleggingen en teeltvergunningen werden ingevoerd. Tijdens de jaren ‘30 en de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) werd het veilingsysteem uitgehold, eerst door lange perioden van doordraai van aangevoerde producten en in de oorlog juist door maximumprijzen.97

In 1946 werd de vrije prijsvorming weer ingevoerd.

De bloementeelt en -veiling kwam relatief laat op gang en ze ondervond sterke hinder van de economische crisis. Men begon met het telen van chrysanten en produceerde tulpen en snijgroen. De in 1923 opgerichte centraal, maar zag men in het veilen een ideaal instrument om de uitwassen

van de zogenaamde consignatiehandel tegen te gaan, te weten de sterke afhankelijkheid van oogstvoorschotten van handelaren en gerommel met kwaliteit, gewicht, en afrekening.92 Na de hausse van de aardappelhandel

in de periode 1850-1880 zorgden de dramatische terugval en de opgetreden agrarische crisis voor een schokeffect, waaruit verschillende nieuwe initiatieven zijn voortgekomen, vooral bedoeld als correctie op het marktdenken, zoals coöperaties, veilingen en boerenleen-/voorschotbanken. Een belangrijke aanjager van deze nieuwe organisatievormen was de vanuit de afdeling Westland van de Hollandse Maatschappij van Landbouw opgerichte Commissie, met daarin burgemeesters van verschillende Westlandse gemeenten, onafhankelijke experts en tuinders uit de regio, die een voorstel uitwerkte voor de verbetering van de handel in aardappelen en fruit. De Commissie wilde toezicht organiseren op de kwaliteit, de hoeveelheid en de verpakking van de te verzenden producten.93

De Westlandse afdeling van de Hollandse Maatschappij van Landbouw besloot op 25 april 1889 per gemeente te streven naar een veiling met afslag- systeem, waartoe ze ondanks protesten de Vereeniging Westland oprichtte. De Vereeniging Westland zou een keurmerk voor voornamelijk de handel in en de export van aardappelen invoeren om deze markt transparanter te maken. Zo zouden goedgekeurde aardappelen het handelsmerk van de Vereeniging Westland mogen voeren. Echter, specifieke telers en handelaren hadden een goede reputatie opgebouwd en wilden dat niet opgeven. Het idee voor een veiling paste in de plannen van de Vereeniging Westland: door de veiling zouden de tuinders een hogere opbrengst krijgen en voor de kooplieden betekende het keurmerk Westland de garantie voor goede kwaliteit van aangeboden groente- en fruitproducten. Tot dan toe moesten tuinders zelf naar steden toe om kennis van de markt te verkrijgen of vertrouwen op rondreizende handelaren, die als bemiddelaars producten in consignatie namen om pas bij doorverkoop te betalen. Bij veiling bij afslag moeten alle handelaren in open concurrentie kopen en direct contant betalen. Niet alleen de tuinders maar ook de handelaren moesten hun best gaan doen voor een goede deal. Reeds in 1889 werd de veiling van Honselersdijk opgericht en een jaar later die van Naaldwijk. Daarna ging het heel snel met de verspreiding van nieuwe veilingen in het Westland. Bijna ieder dorp startte zijn eigen veiling. Op een gegeven moment waren er twaalf groente- en fruitveilingen, te weten Poeldijk, Honselersdijk, Naaldwijk, Naaldwijk-Zwartendijk, Westerlee, Maasland, ’s-Gravenzande, ’s-Gravenzande- Woutersweg, Monster, Wateringen, Rijswijk-Sammersbrug, Kwintsheul, en twee bloemenveilingen, te weten de Coöperatieve Centrale Westlandse Snijbloemenveiling (CCWS) en Westland.

Ondanks tegenwerking en scepsis werd dit veilsysteem langzaam maar zeker een groot succes. Het afmijntoestel, de voorloper van de bekende klok met teruglopende prijswijzer, werd in 1905 ingevoerd. De veilingen namen het betalingsrisico op zich en keurmeesters keken naar inhoud en gewicht. De plaatselijke afdelingen van Vereeniging Westland werden in 1915 een bond

genoemd, verkochten aan exporteur of groothandel, die op hun beurt weer aan importeurs en/of detaillisten en supermarkten verkochten. De opkomst van inkoopconcentratie van supermarkten ging ten koste van importeurs en detaillisten, en zorgde voor stroomlijning van gestandaardiseerde, uniforme producten. Dit was op dat moment in het voordeel van Nederlandse veilingen, die ook de verkoop naar nieuwe exportlanden wisten te bevorderen.

Zoals eerder al gemeld groeide de bloemenveiling in de jaren ’70 tot ’90 sneller dan de groenteveilingen (zie ook Tabel 6). In deze tijd speelden geregeld fytosanitaire problemen bij specifieke producten en/of landen en kwam er meer standaardisatie in verpakkingen en stapelwagens. Reeds in 1973 begon men met het bemiddelen van grote partijen potplanten voor offerte-prijzen. Het via de veiling, en later veel buiten de veiling om, verhandelen van bloemen uit het buitenland nam een grote vlucht ter aanvulling op de in de winter lage binnenlandse aanvoer. Dit gold eerst voor anjers uit Israël en later voor rozen uit Afrika. In Nederland werd het productieareaal van anjers en rozen overgenomen door chrysanten en later potplanten.

In het Westland waren in de roerige jaren ‘90 twee grote groenteveilingen overgebleven, namelijk de reeds genoemde veiling Westland Noord en veiling Westerlee. Deze consolideerden hun omzet onder de naam Veiling Westland, waarna vestiging Westerlee een aanvoerpunt werd. Op Westland Noord bleef de veilingklok draaien. Met de komst van de computer, de tomatencrisis en de verdere bundeling van inkoopmacht van supermarktketens veranderden de wensen van de retailmarkt. De lijnen van de teler naar de supermarkt moesten korter, om geld te besparen, en het moest met een betere kwaliteit. De veilingstatuten werden veranderd, zodat men geen stemrecht meer had per teler maar naar omzet, waardoor de grote telers meer macht kregen. Om meer marktgericht te werken kwam de latere minister Cees Veerman op 13 december 1995 met het plan om alle veilingen van Nederland te laten fuseren en onder de naam Voeding Tuinbouw Nederland verder te gaan. Met een krappe meerderheid stemden op 31 mei 1996 de leden van veiling Westland voor dit fusieplan. Acht landelijke groente- en fruitveilingen consolideerden door de fusie en de commerciële naam werd Voeding Tuinbouw Nederland (waaruit veilinghuis The Greenery voortkwam).

Reeds in 1997 werd door The Greenery, één van de grootste internationaal opererende afzetcoöperaties in groente en fruit, besloten om de vestiging Poeldijk te sluiten. De activiteiten werden verschoven naar vestiging Westerlee, omdat deze centraler gelegen was en een betere verbinding met de Rotterdamse haven had. Hiermee wilde The Greenery 11 miljoen gulden besparen. In 1999 werd de vestiging opgeheven. Het veilingterrein werd verkocht voor 152,5 miljoen gulden aan de bloemenveiling CCWS en een aantal handelshuizen en doet sindsdien dienst als bedrijventerrein ABC Westland.

Schaalvergroting bij zowel productie als afzet maakte dat de veiling als handelsplaats ook daarna onder druk bleef staan. Men wilde buiten de veiling om direct handelsrelaties opzetten. Supermarktketen Albert Heijn CCWS had reeds in 1931 een omzet van 0,85 miljoen gulden.98 Deze centrale,

inmiddels coöperatieve, Westlandse snijbloemenveiling is reeds vanaf 1931 gevestigd op de huidige Westlandse locatie van Flora Holland. In 1931 kwam in Poeldijk een tweede bloemenveiling tot stand, Westland geheten, die in 1969 werd opgeheven. In ‘s Gravenzande hield men kort een bloembollenveiling.99

In de jaren ‘30 groeide de aanvoer van anjers, fresia’s en enkele potplanten. Na de Tweede Wereldoorlog leidde het grootschalig en efficiënt veilen tot verkoop van groenten volgens gestandaardiseerde indelingen, het zogenaamde blokveilen. Producten werden ingedeeld naar soort, maat, gewicht, en/of kwaliteit en via de veilingklok voor de koperstribune verhandeld. Eventuele verkoop buiten de klok om werd financieel wel via de veiling afgewikkeld. Tot in de jaren ‘70 zorgden de krachten van welvaartsgroei, areaaluitbreidingen, mechanisatie, internationale concurrentie en concentratie van supermarkten en groothandel voor goede en slechte jaren. Zo groeide bijvoorbeeld de Westlandse veilingomzet van tomaten sterk, na de oorlog tot 75 miljoen kilo in 1950, via 100 miljoen. kilo in 1960, goed voor een omzet van 73 miljoengulden, door naar 350 miljoen kilo rond 1970.100

Na 1960 kwam ook de omzet aan bloemen, met name fresia’s en anjers, al snel boven de 24 miljoen gulden.101

De ontwikkeling van de bloemenveiling werd tot in de jaren ’60 beperkt door stookverboden en productiebeperkingen. De teeltvergunning voor bloemen en daarmee het areaal bleef 34 jaar bestaan tot in 1966. In 1963 besloeg het areaal bloemen 230 hectare waarvan 140 hectare onder glas.102

Exportveiling CCWS hield een klokveiling met producten op naam van de aanvoerder, in plaats van een anonieme veiling per blok van gelijke producten, zoals bij de groenteveilingen. Het kunnen kopen van een breed assortiment is bij de bloemenveiling een bewerkelijk maar cruciaal concurrentievoordeel, in tegenstelling tot bij groenteveilingen, waar grote hoeveelheden

homogene tomaten, komkommers en paprika’s overheersen. Dit stimuleerde specialisatie en aandacht voor kwaliteit bij bloemen- en plantenkwekers. De bloemenveiling moest daardoor relatief veel aandacht besteden aan de verscheidenheid aan vraag en aanbod ten aanzien van rijpheid, lengte, kwaliteit en verpakkingen. In de jaren ‘70 groeide in het Westland vooral de teelt en veilingaanvoer van potplanten. Bij de bloemen overheerste de export van anjers en fresia’s naar Duitsland. Reeds in de jaren ‘60 kwam driekwart van de Westlandse veilingomzet tot stand door export.103

Reeds in 1970 werd de trend van consolidatie ingezet met de oprichting en bouw van groenteveiling Westland-Noord, uit een fusie van zeven Westlandse veilingen. Al jaren lag de rentabiliteit van de groententeelt lager dan de bloementeelt, met als gevolg omschakeling en kostenbeheersing. Aanbodconcentratie, kostenbeheersing en logistieke modernisering waren dan ook belangrijke doelen van de nieuwe fusieveiling.104 Dit zorgde, onder

andere, voor betere verpakkingen, dockboards en tijdelijke voorraadvorming in centrale koelhuizen. Tomaten, komkommers en kropsla waren de grootste productgroepen geworden. Gespecialiseerde kopers, veilingcommissionairs

veel tuinders wegens onvoldoende solvabiliteit en rentabiliteit (gedwongen) gestopt. Voor alle glastuinbouwregio’s, maar zeker in het Westland, wordt hard gewerkt aan herstructurering en ontwikkeling van de glastuinbouw (binnen de Coalitie HOT): grotere kavels met bijvoorbeeld duurzame energievoorziening, verbetering van de agrologistiek en infrastructuur en verbetering van de mededingingsregels en gezamenlijke marktbewerking. Via meerdere routes worden een duurzaam CO2-netwerk en een

warmtenetwerk gerealiseerd, samen met de haven van Rotterdam en andere omliggende steden. Grootschalige vanuit het Westland gerunde telersverenigingen (DOOR Partners, Harvest House, Decorum Plants, Zentoo), handelshuizen (van Vliet Flower, FleuraMetz, Dutch Flower Group, Greenyard) met hun hoofdkantoor meestal elders, maar ook sommige specialisten in productie, toelevering en veredeling lijken gesterkt uit het economische dal te zijn gekomen. Er is alweer ruimtedruk door de woningbouw, maar ook door ruimteclaims van toeleveranciers (bijvoorbeeld stek/zaadbedrijven, installatie-, en kassenbouwbedrijven) van de glastuinbouw en van verwerkers (koeling, pakstations, snijderij, transport, handel) van de producten, deels afkomstig van grote tuinbouwpercelen buiten het Westland, deels van ver buiten Nederland. Het Westland lijkt vooral een uitvalsbasis van uiteenlopende ondernemende bedrijven uit het glastuinbouwcluster te zijn geworden.