• No results found

Een blik op de toekomst van het Rotterdam Food Cluster

Afbeelding 9 Artist impression van de Floating Farm.

Het concept is ontwikkeld door een consortium bestaande uit Courage, Uit Je Eigen Stad en Beladon. Doel van de initiatiefnemers is om de stad zelfvoorzienender te maken, de veeteelt dichter bij de eindconsument te brengen en minder beslag te leggen op de beperkte beschikbare ruimte. Omdat Nederlanders al eeuwen met en op het water leven, is een drijvend boerenbedrijf een logische stap. Op een innovatieve, diervriendelijke en economische manier wordt het beste van Nederland, maritieme technologie en agrokennis, bij elkaar gebracht. Liefkozend wordt ook wel van het ‘nieuwe Rotterdamse theater op water’ gesproken.

Maar de Floating Farm heeft ook al voor de nodige discussie gezorgd. Zo vroeg de Partij voor de Dieren zich hardop af of de koeien niet zeeziek zouden worden. De partij beschuldigde de initiatiefnemers van een gebrek aan realiteitszin. Toch besloot de gemeenteraad van Rotterdam op

16.1.2 Ecosystemen Primaire ecosysteem

De zaadselectie is in handen van gespecialiseerde bedrijven als Monsanto en Rijk Zwaan. De zaadjes worden gezaaid bij gespecialiseerde kwekers, waar ze tot kleine gewassen zonder vruchten groeien. Na vier tot zes weken worden die in de kassen van Duijvestijn geplant, waar de tomaten na twaalf weken geoogst kunnen worden. Dit proces begint in december. Van maart tot en met oktober is de oogstperiode. Tijdens deze periode werken er ongeveer negentig mensen bij Duijvestijn Tomaten, in november en december ongeveer 25. LogiFour verpakt de tomaten in verschillende verpakkingen en vervoert ze naar de klant. Al voordat de zaden zijn geplant, is een groot deel van de afzet bepaald. Duijvestijn doet mee aan verschillende programma’s waarin wordt geëxperimenteerd met nieuwe ontwikkelingen, zoals het gebruik van nieuwe zaden en een snellere teelt.

Arbeid, ondersteuning en innovatie

Ondanks de hoge mate van automatisering zijn er nog steeds arbeidskrachten nodig. Kennis buiten het bedrijf wordt vooral gezocht bij universiteiten, hogescholen en gespecialiseerde bedrijven die zich richten op bijvoorbeeld nieuwe kruisingen van tomatenplanten. Het werk zelf wordt voornamelijk uitgevoerd door arbeidsmigranten uit Oost-Europa. De concurrentie bestaat uit telers verspreid over heel Europa.

16.1.3 Disruptief potentieel

De Nederlandse export van tomaten leverde in 2013 $1,8 miljard op, wat ons land tot ’s werelds grootste tomatenexporteur maakte. Velen zien tomaten als hét visitekaartje van de Nederlandse tuinbouw.203 Duijvestijn Tomaten is

voorloper op het gebied van innovatie en duurzaamheid in de teeltsector. De toegepaste technieken en methodes kunnen in de sector verspreid worden om zo de ecologische voetafdruk ervan te verminderen. Dit zorgt niet alleen voor een positief imago, maar ook voor werkgelegenheid en kostenbesparingen, wat weer bijdraagt aan de concurrentiekracht van de Nederlandse tomatentelers. De technieken en processen van Duijvestijn Tomaten kunnen ook gebruikt worden in andere sectoren van de tuinbouw, zoals voor de teelt van komkommers of andere groenten. Voor de

ontwikkeling van de medicinale tak zoekt Duijvestijn Tomaten contact met studenten/onderzoekers en de medische sector. Hieruit komen mogelijk opleidingen voort die zich richten op de link tussen teelt en medicijn, wat weer tot nieuwe werkgelegenheid kan leiden. Volgens het bedrijf kunnen de eerste medicijnen al in de nabije toekomst op de markt verschijnen.

Duijvestijn Tomaten vindt dat de huidige markt een hoog abstractieniveau heeft. Iedereen weet dat er iets moet veranderen, maar slechts een paar spelers ondernemen daadwerkelijk actie. Er wordt nog veel gepionierd en vraag en aanbod zijn slecht op elkaar afgestemd. Duijvestijn wil zelf de komende vijf jaar het energiedistributienetwerk verbeteren om stroom efficiënter te kunnen afleveren bij de consument. Daarnaast wil het bedrijf de afhankelijkheid van de seizoenen verminderen via jaarrondproductie.

Waardepropositie

Floating Farm kan in een tijd waarin landbouwgrond steeds schaarser wordt het wereldvoedselprobleem helpen oplossen. De drijvende boerderij biedt 365 dagen per jaar dagvers gras aan koeien. Dat zorgt voor meer omega 3-vetzuren in de melk. Het hele jaar door kan dagvers voedsel aan de klant worden geleverd. Het streven is om met één drijvende boerderij 25.000 mensen te voeden.

Floating Farm brengt daarnaast mensen in contact met landbouw en veeteelt. Het initiatief speelt in op de behoefte van consumenten om te weten waar hun eten vandaan komt. Het lokale ecosysteem met een korte keten past in het concept van de circulaire economie.

Kanalen

Floating Farm is een business-to-business concept. Klanten worden via offline en online kanalen bereikt. De initiatiefnemers maken bewust geen gebruik van sociale media. Wel zijn ze bezig met het opzetten van een community, een zogenaamd fan-netwerk. Langs deze weg willen ze hun concept

wereldwijd bekendheid geven. Zelfs in de huidige prototypingfase vinden veel belangstellenden al de weg naar Floating Farm. Het binnenhalen van klanten gebeurt vooral via internationale netwerken.

Klantrelaties

Conform de huidige trend in de voedselindustrie bevindt Floating Farm zich dichtbij de klant. De initiatiefnemers proberen een naam te vestigen die staat voor betrouwbaarheid, transparantie en hoge productkwaliteit.

Omzetstromen

De grootste en belangrijkste inkomstenbron van Floating Farm betreft de verkoop van drijvende boerderijen. Hoewel dat wel eens verondersteld wordt, is het onjuist dat Floating Farm ook geld wil verdienen met de ‘edutainment- functie’.

Bedrijfsmiddelen

Innovatie speelt een grote rol bij Floating Farm. Het concept is tot stand gekomen door samenwerking met verschillende organisaties en onderwijsinstellingen. Kennis en expertise zijn de belangrijkste hulpbronnen van Floating Farm. Volgens initiatiefnemer Peter van Wingerden komen er ongetwijfeld Chinese klonen, maar deze zullen die bij lange na niet kunnen tippen aan de kennis en expertise die Floating Farm heeft.

Kernactiviteiten

Floating Farm gelooft heilig dat de ruimte voor groei en innovatie in de wereld op het water ligt. Problemen door lange ketens of een verstoorde voedseltoevoer kunnen ermee worden voorkomen. Floating Farms dragen volgens Peter van Wingerden bij aan een betere wereld.

28 november 2016 dat de bouw van dit eerste drijvende melkveebedrijf kon beginnen.

Volgens Peter van Wingerden, een van de initiatiefnemers, is het water bij uitstek de plek om te innoveren, ontdekken en combineren, en moet het water de groei van de wereld opvangen. Door de trek naar de stad, de groei van de wereldbevolking en de bijbehorende klimaatproblemen is er in zijn ogen een uitstekende voedingsbodem voor Floating Farm.

Het idee voor Floating Farm ontstond nadat orkaan Sandy de

goederenstroom naar Manhattan verlamde. Als reactie hierop werd bedacht om de voedselketen te verkorten en de productie naar de stad te halen. Volgens Van Wingerden voelen veel partijen zich aangesproken door dit innovatieve concept en willen ze er vanaf het begin bij zijn.

16.2.1 Businessmodel

Figuur 50 Businessmodel canvas van Floating Farm. Klantsegmenten

De prospects van Floating Farm zijn met name vastgoedeigenaren uit de hele wereld. De drijvende boerderij kan namelijk overal gevestigd kan worden, mits er water is met aanliggend land. De Floating Farm wordt dan gepacht door een lokale boer. Dit laatste valt overigens niet onder de verantwoordelijkheden van Floating Farm. Ook gemeenten kunnen belangrijke klanten worden van Floating Farm. Nu urban farming in opkomst is, staat Floating Farm sterk in de belangstelling van met name wereldsteden.

17 De Koplopers van het foodcluster op de Zuid-Hollandse eilanden

Als aanvulling op de cijfermatige studies uit deel I en deel II zijn twaalf bedrijven uit het foodcluster op de Zuid-Hollandse eilanden geportretteerd (zie Tabel 12). Deze bedrijven werden geselecteerd op hun bijzondere rol binnen het foodcluster en hun innovatie-uitdagingen. In de portretten worden de innovaties van deze bedrijven beschreven, vooral voor zover dat innovaties van het bedrijfsmodel betreft. Daarnaast wordt specifiek aandacht besteed aan het innovatienetwerk en de rol van het Rotterdams foodcluster in het bijzonder.

17.1 Overeenkomsten: rentmeesterschap en ontsnappen aan de margedruk

Een opvallende overeenkomst tussen veel geportretteerde bedrijven is het belang dat men hecht aan het op economisch én ecologisch verantwoorde wijze ondernemen met een focus op de lange termijn. Het begrip  ‘rentmeesterschap’ wordt expliciet dan wel impliciet omarmd. De nauwe verwantschap van bedrijven met de natuur en het feit dat veel bedrijven familiebedrijven zijn lijken daar debet aan te zijn. Rentmeesterschap houdt in dat het bedrijf ooit dient te worden overgedragen aan een volgende generatie: daarvoor werkt men voortdurend aan een gezonde onderneming en het voorkomen van uitputting van landbouw- of visgrond. We vinden in het idee van rentmeesterschap een belangrijke drijfveer om te innoveren. Een innovatief bedrijf is immers óók vele malen interessanter voor een volgende generatie.

Naast het meer ideologisch perspectief zien we ook in de technologie een gedeelde focus: precisielandbouw en het optimaliseren van de teeltopbrengst c.q. visvangst zónder daarbij de bron – de natuur – uit te putten. Hier zien we ook de kracht van regionale samenwerking. Toeleveranciers en partners vullen elkaar niet alleen aan in de primaire productieketen, maar juist ook in de samenwerking rondom innovatie. In deel II van dit rapport werd al geconcludeerd dat bedrijven uit het zuidelijke foodcluster relatief vaak samenwerken met kennisinstellingen. Uit deze portretten komt naar voren dat zij dat vooral doen met Wageningen University & Research en

hogescholen buiten Zuid-Holland. De relaties met het Rotterdamse foodcluster zijn over het algemeen vrij beperkt. Vanzelfsprekend wordt er veel uitgevoerd via de Rotterdamse haven, maar van samenwerking op het gebied van product- of marktinnovaties en technologische innovatie is weinig sprake. Toch liggen daar volgens de geïnterviewde ondernemers wel degelijk mogelijkheden, vooral om een circulaire keten te ontwikkelen, voor nieuwe toepassingen van informatietechnologie en om een proeftuin en groeibasis van afnemers op te bouwen.

Partners

De initiatiefnemers zijn voortdurend op zoek naar nieuwe partners. Vereiste is dat die samen met Floating Farm de voedselproblematiek willen aanpakken en dat ze met hun expertise meerwaarde bieden. Partnerships werden tot nu toe vooral aangegaan met kennisinstellingen uit Nederland. Ook wordt samengewerkt met innovatieve kleine bedrijven en leveranciers.

Kostenstructuur

De voornaamste kostenposten bestaan uit het gebouw en het benodigde materiaal. Op dit moment wordt er nog geen winst gemaakt. Een belangrijke kostenpost zou bestaan uit het patent op de technologie, maar hier maakt Floating Farm nog geen gebruik van. De filosofie van de initiatiefnemers is dat als je iets goeds wilt doen voor de wereld, je anderen niet moet tegenhouden om hetzelfde te doen. Het merk is wel gepatenteerd, vooral om er een kwaliteitskeurmerk van te maken.

16.2.2 Disruptief potentieel

Floating Farm heeft een groot disruptief potentieel omdat het concept heel simpel op te schalen valt. De plannen hiervoor staan in het visieboek van Floating Farm. Het enige dat hoeft te gebeuren is dat er meer drijvende boerderijen uitgerold worden. Vastgoedeigenaren of bedrijven als FrieslandCampina verpachten die vervolgens aan lokale boeren. Eén drijvende boerderij, eventueel in combinatie met een kippenfarm en een food strip, moet een stadswijk met 25.000 bewoners kunnen voeden.

Floating Farm verwacht gekloond te worden door Chinese ondernemingen, maar heeft zich hiertegen volgens Peter van Wingerden gewapend door een grote technologische voorsprong. Recent is een patentaanvraag gedaan. Van Wingerden hoopt dat Floating Farm een businessconcept wordt waar niemand omheen kan en dat tegelijkertijd een niet-economische toegevoegde waarde vertegenwoordigt voor de mensheid en de wereld.

16.2.3 Waardering vestigingsklimaat

Van Wingerden vindt dat de Gemeente Rotterdam Floating Farm

onvoldoende ondersteunt. ‘Het zijn veel woorden en weinig daden.’ Als de stad het project aan de rest van de wereld zou tonen, zou dat fantastische PR voor Rotterdam kunnen zijn. Floating Farm staat op goede voet met de havenbedrijven, maar die band is zonder hulp van de gemeente ontstaan.

Tabel 13De motivatie om te innoveren en de rol die technologie daarin speelt, varieert tussen de bedrijven. Margedruk en rentmeesterschap zijn terugkerende thema’s.

Tabel 13 vat de belangrijkste innovatiekenmerken van de geportretteerde bedrijven beknopt samen.

Tabel 12 Twaalf bedrijven werden geportretteerd

vanwege hun rol binnen het foodcluster en hun innovatievermogen.

Het bedrijf onderscheidt zich door de hoge kwaliteit van zijn producten en de capaciteit om deze kwaliteit ook het hele jaar door te kunnen leveren (aardappelen). Daarbij heeft het veel aandacht voor duurzame productie – deels omdat de families belang hechten aan goed rentmeesterschap over de grond die al generaties in bezit is, maar ook omdat het bedrijf hiermee tegemoet komt aan de verwachtingen vanuit de markt. Hoge kwaliteit van de verse producten is belangrijk voor de afnemers zodat deze zich op hun beurt kunnen onderscheiden, bijvoorbeeld met verse friet. Daarvoor is het belangrijk om een constante kwaliteit te kunnen leveren gedurende het gehele jaar, dus ook in de zes tot acht weken vóór de nieuwe oogst.

Klantgroepen, distributiekanalen en de relatie met de consument

Zelf noemen de ondernemers hun afzet ‘glokaal’. Novifarm produceert zowel voor de lokale markt als voor wereldwijde exportbedrijven. De producten vinden hun weg naar de consument via supermarkten, groothandelaren, de verwerkende industrie en de horeca. Deze laatste categorie is geen reguliere afnemer van akkerbouwers; Novifarm heeft deze ontluikende markt zelfstandig verkend en ontsloten. Meer hierover vertellen we in de paragraaf waarin de samenwerking met de Rotterdamse keten van Bram Ladage wordt uitgediept. Hoewel nog marginaal in afzet, vormen de culinaire frietbakkers een bijzonder distributiekanaal waarbinnen Novifarm zich zeer goed kan onderscheiden. Een kanaal dat met afzet naar Polen en Frankrijk geleidelijk aan ook internationale dimensies lijkt te krijgen.

De aard van de activiteiten maakt dat de relaties die het bedrijf onderhoudt veelal business-to-business zijn en er diverse schakels tussen het bedrijf en de consument zitten. De ondernemers realiseren zich dat hogere toegevoegde waarde pas geleverd kan worden als aan specifieke behoeften van klanten kan worden voldaan. Steeds meer bewerkingen worden uitgevoerd voor afnemers – zoals wassen en verpakken – en in samenwerking met Bram Ladage organiseert het bedrijf jaarlijks een aardappeloogstdag voor consumenten.