• No results found

Internationale zeestrategie als fundering van de Nederlandse zeestrategieën van 1912, 1921 en

2.12 De geslaagde Amerikaanse risicostrategie tegen Engeland en Frankrijk

In december 1890 verscheen het artikel‘The United States Looking Ou- tward’ van Mahan, een navalistische oproep pur sang.74 Hij zag de re-

cente Duitse koloniale expansie als bedreigend voor de Amerikaanse ex- pansie die op dat moment nog niet eens was begonnen. Hij be- schouwde het als een vergissing van zijn landgenoten dat zij weinig om koloniën gaven. Hij drong er op aan de Hawaï-eilanden te annexeren en op meer grip op het Caraïbisch gebied. Hij leek te zijn bezeten door de vredesstrategie dat zijn land moest meedoen aan het verdelen van de wereld voor het te laat was.

Natuurlijk propageerde Mahan om de, op kustverdediging gerichte, Amerikaanse vloot tot een krachtige slagvloot te transformeren. De geo- grafische afstand tot Europa beschermde het land onvoldoende, waarbij hij de beroerd verlopen oorlog van 1812 tegen Engeland oppoetste. Welke sterkte moest de nieuwe vloot volgens Mahan bezitten? Het be- langrijkste criterium was de politieke machtsbalans in Europa. Of liever, de machtsbalans plus – wat niet zal verbazen gezien zijn omschrijving van seapower – geografische omstandigheden. De sterkste vloten in 1890 waren die van Groot-Brittannië en Frankrijk. Twee landen die zeer dicht bij elkaar lagen, maar ver van Amerika. Om de grote afstand ge- makkelijker te overbruggen waren steunpunten nabij de Verenigde Sta- ten van waarde. Die bases moesten, besefte Mahan, in de Amerikaanse strategische calculaties worden opgenomen. Maar, zo realiseerde hij zich, zolang hun marines tegen elkaar gericht waren, konden de Britten en Fransen het zich niet permitteren om hun hele vloot tegen de Ver- enigde Staten in te zetten, alleen al doordat ze hun eigen land dan van bescherming ontdeden:75

In werkelijkheid is het uitgangspunt om de sterkte te calculeren van onze eigen vloot, het zorgvuldig bepalen van de strijdmacht die Groot-Brittannië of Frankrijk waarschijnlijk kan vrijmaken voor operaties tegen onze zeegrenzen, als deze goed verdedigd zouden zijn, zonder hun positie in Europa te verzwakken of hun koloniën en handel al te kwetsbaar te maken.76

Mahans gedachte veronderstelde dus een vlootopbouw tegen Frankrijk en vooral tegen Engeland, aangezien dit land de meeste schepen kon vrijmaken. Maar persoonlijk was hij pro-Brits en een belangrijk doel van deze risicostrategie was dat de Amerikaanse vloot een aantrekkelij- ke bondgenoot werd. Het liefst voor de Engelsen, formeel of informeel. Bondgenoten aantrekken was een tweede route naar onaantastbare sea-

power. Maar dan moesten de Verenigde Staten wel iets te bieden heb- ben: een zeemacht die serieuze steun kon geven aan de mogelijke bondgenoot en die de stabiliteit in bepaalde gebieden kon garanderen. Mahans standpunten vielen goed te verenigen met die van zijn navalis- tische landgenoten die in Engeland een bedreiging zagen en in een nieuwe slagvloot een waarborg.

De risicostrategie was de kunst om met een minder sterke vloot toch onaantastbare seapower te verwerven. De Amerikanen hanteerden bij de bouw van hun machtige slagvloot in de jaren 1890 zo’n strategie. Gege- ven de toenmalige politieke machtsbalans dwongen zij met hun vloot en diplomatie de Britten tot een ander standpunt.

Engeland stond in 1898 toe dat de Verenigde Staten de oorlog ver- klaarden aan Spanje en Cuba onder hun beheer namen. In het verleden zou zij zich minder gemakkelijk bij de rol van toeschouwer hebben neergelegd. Het Britse eskader kruisers in de Caraïben werd volledig overklast, oordeelde de commandant ervan een jaar later. Maar de eeuw dat zijn probleem werd opgelost door een stel slagschepen te sturen was voorbij.

Eind 1899 bonden de Britten verder in. Ze lieten hun scherpe hou- ding varen in hun conflicten met de Verenigde Staten en sloten twee jaar later het Hay-Pauncefote Treaty. Hiermee stelden ze hun relatie met dit land veilig, erkennend dat ze ter zee niet tegen de Amerikanen wa- ren opgewassen zolang ze grotere militaire verplichtingen elders had- den. De opbouw van de Amerikaanse risicovloot bereikte langzamer- hand het hoogtepunt. Toen de beroemde Britse marineconstructeur Sir William White deze in 1904 met eigen ogen inspecteerde, waren er ge- lijktijdig 14 slagschepen en 13 pantserkruisers in aanbouw: ‘Tussen de kaken van de Amerikaanse competitie kunnen we de scepter van de zeeën niet lang meer vasthouden zonder steun van onze koloniën.’77

Dat die steun de Britse industriële achterstand kon compenseren is ove- rigens rijkelijk optimistisch...

Vooral door de opstelling van de Verenigde Staten moesten de Britten zich vervolgens neerleggen bij de internationale vrijheid ter zee, waar- door ze hun aanval op Zuid-Afrika niet vergezeld konden gaan door een effectieve handelsblokkade. De Britten erkenden ook de Ameri- kaanse suprematie over het Caraïbisch gebied, waaruit ze zich rond 1904 strategisch terugtrokken.78Zo konden ze zich veilig concentreren tegen Frankrijk plus Rusland en kort daarna Duitsland. Voor de Ameri- kanen lag het voordeel erin dat zij zich voortaan konden richten op hun andere mondiale mededingers, Duitsland en Japan.

Met hun sterke risicovloot hadden de Verenigde Staten Mahans ideeën verwezenlijkt: welhaast onaantastbare seapower tegenover Groot-Brittan-

nië, terwijl hun vloot vanwege zijn sterkte in plaats van een dreiging nu als een aantrekkelijke rugdekking werd beschouwd. In 1911 kwam Ma- han op de ideale omvang van een vloot terug:

Deze zou zo groot moeten zijn, en zijn voorzieningen voor mo- bilisatie en logistiek zodanig, dat een buitenlandse mogendheid die een oorlog overweegt onmiddellijk angst voelt vanwege het directe gevaar dat deze vloot uitstraalt, tegen het land zelf, of te- gen de gebieden die het onder zijn hoede heeft en tegen de han- del. Het effect zal afschrikking zijn; en afschrikken is simpelweg een andere vorm van een afleidingsmanoeuvre.

Dit is aangekondigd, met militaire bondigheid en directheid, als de officiële doelstelling van de Duitse regering in haar nieuw- bouwprogramma van 1900:“Duitsland dient een vloot te hebben die zo groot is dat, zelfs voor de sterkste zeemacht, oorlog met Duitsland zodanige risico’s met zich meebrengt dat die zijn ei- gen suprematie in gevaar brengt.”79

Maar Mahan betreurde hierbij ook iets. De nu onaantastbare Ameri- kaanse seapower kwam in gevaar wanneer Duitsland beoogde hetzelfde te bereiken:

Ongelukkigerwijs betekent deze doelstelling, als zij op Groot- Brittannië is gericht, dat Duitsland de Verenigde Staten achter zich zal laten als zeemacht.80

Op dat moment was de Amerikaanse risicostrategie al niet meer tegen gericht tegen de machtsbalans Engeland-Frankrijk, maar tegen de ba- lans Engeland-Duitsland. En aangezien men nog steeds op vrij goede voet stond met de Britten, vooral tegen Duitsland.81

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN