• No results found

Internationale zeestrategie als fundering van de Nederlandse zeestrategieën van 1912, 1921 en 1939

2.7 Mahan opkomst als geostrateeg, zeestrateeg en voorstander beslissingslag

Mahan als geostrateeg

Geen zeestrateeg heeft meer invloed gehad dan de Amerikaanse kapi-tein-ter-zee Mahan. Hij structureerde het navalisme vanaf 1890 ten gunste van het slagschip en de heerschappij ter zee. Deze ommezwaai werd begunstigd door de twijfel aan de torpedoboot en daarmee aan de opvattingen van de Jeune École. Sindsdien raakte ook de moderne han-delsoorlog met kruisers en zeer zeker de industriële oorlog op de ach-tergrond. Wie was hij?

Alfred Thayer Mahan, die in 1840 het levenslicht zag, was bovenal een geostrateeg. Hij hield zich bezig met het machtsevenwicht tussen staten, of liever verstoringen daarvan. Peilers van die macht vormden de economische omvang en geografische ligging van een land. Hij had waardering voor de Britse geograaf Halford Mackinder, die stelde dat de industriële revolutie grote landen als de Verenigde Staten en Rusland economisch tevens minder afhankelijk maakte van het buitenland.32 (Zulke landen vormden als het ware een binnenzee, waarin via spoorlij-nen, wegen en waterwegen grondstoffen en producten vanuit het ene gebied het andere bereikten.)

In het in 1900 verschenen The problem of Asia waarschuwde Mahan dat een steeds meer industrialiserend Rusland steeds zwaarder op zijn buren zou drukken en meende dat de zeemogendheden dit moesten compenseren door het land vanaf vele kanten onder militaire tegendruk te zetten.33Dit is de als containment aangeduide strategie die de Ameri-kanen rond 1947 tegen dat land ontwierpen, in zijn geest, want hij was in 1914 overleden.

Hetzelfde zou volgens Mahan moeten gebeuren tegen een (over) machtig China, wanneer dit reusachtige rijk zich, in navolging van Ja-pan, had geïndustrialiseerd.34Hij lijkt er niet zeker van te zijn of dat af-doende was. Als zo’n groot deel van de mensheid als de Chinese bevol-king als één man in beweging kwam, kon het land een groter probleem worden dan Rusland. Mahan hoopte maar dat er binnen China zelf een machtsbalans zou ontstaan van meerdere politieke partijen met tegen-gestelde visies op eigen expansie.35

Dit in balans willen brengen van land power door seapower (zeemacht) was typerend voor Mahan. Zijn grootste interesse daarbij had de histori-sche ontwikkeling van seapower die daartoe in staat was.

Inzicht gaat voor vertrouwen in technologische superioriteit

Mahan had een holistische en een over het algemeen genuanceerde kijk op zeegeschiedenis. Door het bestuderen ervan ontwikkelde hij zich

van een anti-imperialist tot een apostel van het kolonialisme.36 Zoon van een docent militaire geschiedenis, doceerde hij zelf zeegeschiedenis aan de Amerikaanse Naval Academy.

Zijn voornaamste – en later keer op keer juist gebleken – angst was dat de militairen van zijn land te veel op de superioriteit van de Ameri-kaanse industriële revolutie gingen vertrouwen.37 Zoiets kon ten koste gaan van goed leiderschap. Wat hij wilde waren marineofficieren met inzicht in zeestrijd, opdat ze de juiste beslissingen namen. Hoewel hij meende dat dit inzicht uiteindelijk ongrijpbaar was als het talent voor muziek, kon het, net als bij muziekopleidingen, worden ontwikkeld en wel door de zeestrijd nauwkeurig te bestuderen.38Met deze visie volgde hij min of meer Von Clausewitz, die, evenals de Zwitser Jomini, de stu-die van oorlog naar een hoog niveau had weten te tillen.39De grondoor-log wel te verstaan, maar aan beiden ontleende Mahan veel ideeën voor de zeestrijd, niet het minst over het belang van geografie.

Jomini en Von Clausewitz

Jomini’s in 1838 verschenen hoofdwerk bevat veel elementen van een leerboek.40Als men de praktische voorbeelden als de opstelling van le-geronderdelen weglaat, blijft een tamelijk kort geheel over van strategi-sche beginselen, vaak geformuleerd op een manier die militairen aan-spreekt: korte, duidelijke stellingen, regels en instructies. Ze worden toegelicht en geïllustreerd met historische voorbeelden. Zij het vaak in de vorm van een algemene regel, waarop uitzonderingen mogelijk zijn. Ook geeft Jomini een ‘schets’, zoals hij terecht zegt, van de geschiede-nis van landingen vanuit zee, want hij heeft deze landingen nergens uitgewerkt.41

Von Clausewitz is filosofischer, meer psychologisch en veel uitvoeri-ger dan Jomini. Zijn onvoltooide hoofdwerk Vom Kriege, dat vanaf 1832 het licht zag, is beslist geen handboek voor aan het front, maar een be-schouwing over hoe oorlogen te voeren.42 Hij zet zich af tegen korte eenvoudige leerstellingen, aangezien die een doel in zichzelf kunnen worden. Hoog gelegen terreinen of gemakkelijk te versperren bergpas-sen, bijvoorbeeld, zijn op zichzelf niet belangrijk, maar alleen voor zo-verre ze een bepaalde strategie dienen. Soms kan een strategie zelfs worden gediend door te zondigen tegen allerlei tactische en strategische beginselen, anders gezegd door ernstige risico’s te nemen, als men de tegenstander maar goed genoeg kent om te weten dat hij hier geen ge-bruik van kan maken.

De rode draad van zijn verhaal is dat men elk element van een strate-gie niet als op zichzelf staand moet zien, maar als een middel. Men moet zich altijd afvragen welk doel dit dient. Zelfs de militaire strategie – de overkoepelende strategie van leger en vloot – is een middel. Dit

dient, samen met buitenlands beleid, om een politieke strategie te be-reiken, wat leidde tot zijn overbekende uitspraak:‘Oorlog is de voortzet-ting van politiek met andere middelen.’

Von Clausewitz besteedt veel ruimte aan de kracht van het strategisch defensief boven het offensief. Hoewel hij geen aandacht schenkt aan zeestrategie, kan, wanneer men die overziet, rustig worden gezegd dat dit defensief en andere eigenschappen van de landstrijd nadrukkelijker gaan gelden voor de zeestrijd, naarmate de ongereptheid van de ocea-nen meer wordt bevlekt door landstructuren als eilanden of grotere landmassa’s.

The Influence of Seapower

‘I awoke one morning and found my self famous’, wat Lord Byron over-kwam na de verschijning van zijn gedicht Childe Harold, overover-kwam ook Mahan. Na de verschijning in 1890 van The Influence of Sea Power upon History was hij, tot zijn verbazing, op slag wereldberoemd. Het is nog steeds zijn bekendste werk. Hoewel ook eerdere perioden aan bod kwa-men, analyseerde hij hierin vooral de kracht en de nalatigheden van Frankrijk in de achttiende eeuw om successen te boeken tegen de Britse overmacht ter zee.

Mahans reputatie werd twee jaar later pantserstaalhard, om zo te zeg-gen, door twee vervolgdelen die de Franse Revolutie en de Napoleonti-sche tijd behandelden. Die revolutie leidde tot een dramatisch kwali-teitsverlies van de Franse vloot, in het bijzonder bij de officieren. Door-dat het Britse zeeoverwicht hierdoor min of meer bij voorbaat vaststond, concentreerde hij zich op de invloed van het nu onaantast-bare Engeland op Frankrijk en de rest van de wereld.

Jomini, die aandacht besteedde aan van overzee aangevoerde Britse legers, constateerde dat de Engelsen zich al lang veel meer richtten op het vernietigen van rivaliserende vloten en op het onderwerpen van ko-loniën, dan op het ondernemen van grote invasies.43 Mahan brak zich niet het hoofd over dit Britse gemis. Omdat hij gereserveerd stond te-genover landingen vanuit zee (mogelijk mede vanwege zijn studies van de Amerikaanse Burgeroorlog waarin een grote landing uiteindelijk mislukte), zag hij niet zozeer transportvloten die legers overzetten als de ultieme manifestatie van seapower, maar slechts economische uitput-ting door een blokkade.

Die uitputting kende zijn grenzen, is later aangetoond. Aangezien Engeland voor de hoogtij van de industriële revolutie nooit beslissend kon worden verslagen via een handelsoorlog, simpelweg doordat zijn economie en voedselvoorziening onvoldoende afhankelijk van de zee waren, kan het geen verbazing wekken dat Frankrijk, dat nog minder af-hankelijk daarvan was, alle ongemakken ten spijt met een Britse

blok-kade kon leven.44Het is zelfs zo dat Engeland niet veel meer kon doen dan de Franse overzeese verbindingen afsnijden, maar de kustvaart, die voor Frankrijk veel belangrijker was, nooit efficiënt heeft kunnen aan-pakken.45

Die twee vervolgdelen van Mahan waren omslachtig en veel lezers bla-derden door naar de climax, waar oneliners oplichtten als ‘In this strug-gle of endurance Napoleon fell’ en het welhaast poëtische ‘Those far distant, storm-beaten ships, upon the Grand Army never looked, stood between it and the dominion of the world’.46Ze stonden in de hoofd-stukken over de Trafalgar Campaign en verwoordden de onaantastbaar-heid van de Britse seapower. Om dit ideaal te bereiken zag Mahan de be-slissende zeeslag als het snelste en beste middel. Als fraaiste voorbeeld gold die bij Kaap Trafalgar, waar de Britse vlootvoogd Nelson op 21 okto-ber 1805 de Franse en Spaanse Atlantische vloten totaal versloeg en elk gevaar uitsloot van een Napoleontische landing in Engeland. Een eerder hoogtepunt was 1798, toen Nelson bij de monding van de Nijl de Franse Middellandse Zeevloot vernietigde.

Sinds Trafalgar droomden niet alleen de Britse, maar ook andere ma-rines van een beslissingsslag en Mahan stond in deze traditie. In de landstrijd stond zo’n slag sinds de overwinningen van Napoleon bijna even centraal. En voor de beslissingsslag was in beginsel maar één type schip doorslaggevend, het slagschip.

2.8 Escalatie van het navalisme in 1905 (1): beslissingsslag bij

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN