• No results found

Databank Kamer van volksvertegenwoordigers

Titel I: Algemene principes

II. Opdrachten van openbare dienst:

4 EMPIRISCH ONDERZOEK

4.2 Meningen over het beheerscontract

4.4.1 Databank Kamer van volksvertegenwoordigers

In dit deel zullen parlementaire stukken uit de databank van De Kamer van Volksvertegenwoordigers ten eerste inzichten geven hoe het parlement bedenkingen maakt bij het beleid van Proximus. Concreet zullen parlementaire vragen van 2019-2020 omtrent Proximus per onderwerp geschetst worden. Vervolgens zullen conclusies geformuleerd worden inzake deze parlementaire vragen. Dit kan gerekend worden bij het verkennend onderzoek, door analyse van de parlementaire stukken krijgen we meer inzicht in het onderwerp van onze thesis. Deze informatie zal verder ook deel uitmaken van de topiclijsten voor de elite- interviews.

4.4.1.1 Vragen rond sociaal beleid Proximus

Melissa Depraetere (sp.a) stelde een parlementaire vraag nadat Proximus aankondigde tegen eind 2021, 1900 medewerkers af te vloeien. 550 van deze medewerkers zouden met brugpensioen kunnen gaan, voor statutairen gaat het om verlof voorafgaand aan verlof (niet het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag). Ze wijst op het feit dat veel gedwongen ontslagen kunnen vallen als de vrijwillige uitstapregeling niet wordt aanvaard door de medewerkers.

Ten tweede geldt voor contractuelen een andere regeling, hier wordt technische vooropzeg gegeven tot de vroegst mogelijke pensioenleeftijd. Iedereen die voor 31 december 2020 58 jaar is komt in aanmerking, voor contractuelen aan 70 procent van hun loon (met een dertiende maand) en voor statutairen 75 procent van hun loon (zonder dertiende maand). Er stellen zich vragen omtrent herscholingen en opleidingen en wat wanneer minder werknemers dan gedacht vrijwillig het bedrijf verlaten? Daarnaast worden vragen gesteld over het sociaal plan en de activeringsvergoeding (Databank van De Kamer van Volksvertegenwoordigers, 21 november 2019).

Het sociaal plan werd vervolgens in het paritair comité goedgekeurd op 9 december met als doel om zoveel mogelijk ontslagen te vermijden. Ten eerste wordt ingezet op vrijwillig vertrek en ten tweede op de activering door middel van opleiding, herscholingstrajecten, interne mobiliteit en een jobplatform met externe mogelijkheden tot activering. De laatste optie houdt in dat medewerkers kunnen meedoen aan workshops om te kijken waar mogelijkheden zijn op de arbeidsmarkt. Bovendien kan Proximus de medewerkers in contact brengen met diverse andere bedrijven (Databank van De Kamer van Volksvertegenwoordigers, 21 november 2019).

61 Rond de activeringsvergoeding is het antwoord duidelijk. Proximus valt niet onder het toepassingsgebied van de activeringsvergoeding, die de wet van 25 december 2017 bepaalt, omdat eerder een akkoord werd gesloten in 2016. Het Grondwettelijk Hof vernietigde tevens de activeringsvergoeding voor individuele arbeidsovereenkomsten en cao’s (Databank van De Kamer van Volksvertegenwoordigers, 21 november, 2019).

Jan Sporen (N-VA) had dezelfde bedenkingen zoals bij de eerdere vraag van Melissa Depraetere. Hij maakt de kritische opmerking die Proximus werknemers laat thuiszitten tot hun pensioen met behoud van een deel van hun loon. Hij benadrukt dat dit onaanvaardbaar is in een socio-economische context waar iedereen langer aan het werk moet om de werkzaamheidsgraad op te krikken. Deze werkzaamheidsgraad is essentieel voor sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffingen om de sociale zekerheid te kunnen financieren in de toekomst (Databank van De Kamer van Volksvertegenwoordigers, 21 januari 2020). De activeringsbijdrage werd ingevoerd om de striktere voorwaarden van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag te omzeilen. Op die manier kunnen werkgevers hun werknemers vrijstellen van prestaties al dan niet met verminderd loon. Artikel 37 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten is een uitzonderingsregel op de activeringsbijdrage en Proximus wil via deze uitzonderingsgrond ontkomen aan de activeringsbijdrage. Het gaat om verlengde opzegtermijnen tot aan het pensioen, maar deze zijn langer dan in de wet gestipuleerd staat. De vraag van Jan Sporen is of deze opzegtermijnen in aanmerking komen voor de uitzonderingsgronden van de activeringsbijdrage (Databank van De Kamer van Volksvertegenwoordigers, 21 januari 2020).

Conclusie

Proximus houdt zich aan de wet, maar mensen betalen om niet meer te moeten komen werken, lijkt in deze socio-economische tijden contradictorisch. De werkzaamheidsgraad moet omhoog, dit is ook het discours van de regering, maar het eigen overheidsbedrijf weet dit te omzeilen.

4.4.1.2 Vragen rond 5G

De meeste vragen rond 5G komen van Michael Freilich (N-VA), Leen Dierick (CD&V) en verschillende politici van de PS. Ten eerste gaat het over de veiligheid van het 5G-netwerk. In welke mate zijn er dus risico’s verbonden aan het 5G-netwerk? Belgische inlichtingdiensten voerden onderzoeken uit naar deze risico’s, waar hacking een onderdeel van uit maakt (Databank van De Kamer van Volksvertegenwoordigers, 18 december 2019; 29 januari 2020; 26 september 2019).

Ten tweede maken de volksvertegenwoordigers zich zorgen over uitrol van het 5G-netwerk. Een actieplan van de Europese Commissie voorziet dat de uitrol van het 5G-netwerk start vanaf 2020 tot 2025. In 2025 moet een volledige dekking te bereiken zijn over het ganse Europese grondgebied. De bezorgdheid is er dat België een achterstand heeft door een gebrek aan besluitvaardigheid. Daarnaast moet de regering de

62 consumenten en de burgers meer informeren over de 5G-plannen om verwarring te voorkomen (Databank van De Kamer van Volksvertegenwoordigers, 18 december 2019; 29 januari 2020; 26 september 2019).

Er worden vragen gesteld bij de plaatsing van 5G-antennes. Ze veroorzaken veel straling en hebben een impact op het milieu. Wat zal de impact zijn op de energievoorziening door het 5G-netwerk? Op alle overheidsniveaus dient nagedacht te worden over regulering en ondersteuning van nieuwe technologieën. Op die manier kan de energievoorziening en het algemeen belang gevrijwaard worden (Databank van De Kamer van Volksvertegenwoordigers, 18 december 2019; 29 januari 2020; 26 september 2019).

Conclusie

Er zijn nog veel onzekerheden over het 5G-netwerk op zowel bestuurlijk, economisch, technologisch en ecologisch vlak. De vragen die gesteld worden zijn inhoudelijk sterk, maar dragen voorlopig niet bij om de politieke impasse te doorbreken. Het BIPT komt hierdoor op het voorplan. Wat kan de regulator doen om het 5G-netwerk mogelijk te maken?

De rest van de vragen gaan eerder over operationele zaken dan over bestuurskundige zaken en doen bijgevolg minder ter zake in deze masterproef.

4.5 Financiële analyse

In dit onderdeel zal er verder een financiële analyse worden uitgevoerd met het doel de financiële sterktes en zwaktes van Proximus in kaart brengen. Dit vormt belangrijke informatie voor alle belanghebbenden in Proximus zoals de werknemers, de aandeelhouders met in het bijzonder de overheid, het management en de schuldeisers. Een financiële analyse gebeurt door historische financiële informatie te bestuderen om zo een beeld te vormen van de financiële positie van de organisatie en van daaruit een inschatting te maken naar de toekomstige evolutie. Dit zal in de praktijk worden uitgevoerd met behulp van financiële ratio’s die de verhoudingen of verschillen tussen twee of meer financiële grootheden uit de balans en resultatenrekening weergeven (Goeminne, 2020).

Om een duidelijk beeld te scheppen voor Proximus zullen wij drie soorten ratio’s berekenen. Het zal gaan over liquiditeit, solvabiliteit en rendabiliteit. Wat deze ratio’s allemaal inhouden wordt beschreven bij het onderdeel ‘Ratio-analyse’. Belangrijk is wel dat we steeds in acht nemen dat Proximus opereert in de telecomsector. Een algemeen geldend principe is namelijk dat ‘ratio’s altijd kunnen of moeten worden aangepast aan de specifieke context van de organisatie.’ (Goeminne, 2020).

Omdat de uitkomst van de berekende ratio’s slechts een bepaald richtcijfer is, is het moeilijk om dit te interpreteren. Daarom hanteren wij volgende werkwijze: door enerzijds de ratio’s van de Proximus voor

63 verschillende jaren te vergelijken kunnen wij een tendensanalyse uitvoeren. Meer specifiek zullen wij vijf boekjaren van Proximus (de periode 2014 t.e.m. 2018) onder de loep nemen om een trend te onderscheiden (Goeminne, 2020). Tuytten (2007) stelt dat een periode van minstens drie jaren en maximaal vijf jaren de waarde van de analyse verhoogt. Dit is dan ook de reden waarom wij voor een periode van vijf jaar hebben gekozen.

Anderzijds gaan we deze ratio’s ook gaan vergelijken met ratio’s van andere organisaties uit dezelfde sector. Deze sectoranalyse zal de ratio’s van Proximus vergelijken met die van hun twee grootste concurrenten Orange en Telenet. Op die manier kunnen we de financiële prestaties van Proximus positioneren tegenover die van de concurrentie (Goeminne, 2020). Vervolgens voeren wij ook een gedetailleerde analyse uit voor twee belangrijke parameters zijnde winst en omzet.

De informatiebron bij uitstek om al deze financiële informatie op te sporen is de jaarrekening. Wel dient er opgemerkt te worden dat de jaarrekening een momentopname is. De organisatie kan dus nog voor de afsluiting van een boekjaar extra inspanningen leveren om betere ratio’s te verkrijgen (Goeminne, 2020). Wij zullen gebruik maken van de geconsolideerde jaarrekening omdat hier een overzicht van het vermogen en de resultaten van de moedervennootschap Proximus nv én de dochtervennootschappen samen wordt gegeven. In de geconsolideerde jaarrekening kunnen we een geconsolideerde balans, geconsolideerde resultatenrekening en geconsolideerd kastroomoverzicht van de volledige entiteit terugvinden (NBB, z.d.).