• No results found

5 Resultaten bestuurskundige analyse van grensoverschrijdende samenwerking

5.5 Conclusies praktijk grensoverschrijdende samenwerking

In de bestuurskundige verkenning heeft centraal gestaan of er in de geselecteerde grensoverschrijdende natuurgebieden sprake is van grensoverschrijdende samenwerking, hoe deze samenwerking is vormgegeven, op welke thema’s wordt

samengewerkt en of er sprake is van samenwerking in het kader van Natura2000. In aansluiting op het ecologisch deel is ook meer specifiek nagegaan of de voor het geselecteerde gebied aangewezen soorten onderwerp van samenwerking zijn. Het centraal stellen van internationale samenwerking heeft als gevolg dat de (grens)parken waarin de geselecteerde Natura2000 natuurgebieden liggen meer op de voorgrond zijn getreden.

De drie geselecteerde grensoverschrijdende natuurgebieden, (1) HR Ossendrecht en VR Brabantse Wal versus HR Kalmthoutse Heide en Staartse Heide, (2) HR Meinweg vs. HR Lüsekamp u. Bosbeek, Meinweg mit Ritzroder Dünen en Helpensteiner Bachttal – Rothenbach; en (3) HR Geuldal versus Roelbelsbos langs de Gulp bij Slenaken (onderdeel van de HR Voerstreek) maken alle drie onderdeel van (grens)parken: Grenspark de Zoom-Kalmthoutse Heide, Grenspark Maas- Schwalm-Nette en het Drielandenpark.

In alle drie de parken is er sprake van grensoverschrijdende samenwerking, op het niveau van bestuurders, beleidsambtenaren en beheerders. De vormgeving en intensiteit van de grensoverschrijdende samenwerking verschilt per park. Zo zijn er in het geval van het grenspark de Zoom-Kalmthoutse Heide een Bijzondere Commissie, een Stuurgroep, werkgroepen en een beheerdersoverleg. In het geval van het Grenspark Maas-Schwalm-Nette is er een algemeen bestuur met vertegenwoordigers van de deelnemende partijen en een secretariaat dat wordt bemand door twee personen. In het Drielandenpark bestaat sinds 2001 een Internationale Stuurgroep en een Ambtelijke Projectgroep, elk met een secretariaat. Beheerders hebben samenwerking op het niveau van projecten en daarnaast zijn er informele contacten (excursies, belcontact, etc.). In het algemeen lijkt het zo te zijn dat op het niveau van beheerders de samenwerking veelal informeel van aard is en zich vaak beperkt tot informatie-uitwisseling en consultatie. Dit in tegenstelling tot de samenwerking op het niveau van beleidsambtenaren dat veelal een formeel karakter kent. Hier wordt soms ook overgegaan tot afspraken over procedures en methodieken.

Elk park heeft zijn eigen historie als het gaat om grensoverschrijdende samenwerking, dit is onder andere vanwege de verschillende momenten van oprichting van de grensoverschrijdende parken. In het geval van het recent opgerichte Drielandenpark waren er bijvoorbeeld al langer contacten, maar dient het Drielandenpark als raamwerk om oude contacten te onderhouden en nieuwe contacten beter vorm te geven om zo tot goede samenwerking in concrete projecten te komen. Natuurdoelen zijn wel verwoord in het project Drielandenpark en er wordt zelfs verwezen naar Natura2000, maar Natura2000 is op zichzelf niet de belangrijkste motor voor grensoverschrijdende samenwerking. Verder moet gemeld

Natura2000 maakt daar wel onderdeel van uit, maar wordt niet als zodanig geadresseerd. Zo heeft men voor Lüsekamp het aanleggen van een aantal grotere poelen op stapel staan, die een verbeterde habitat tot gevolg hebben voor een aantal (Natura2000-)soorten. Het wordt echter in documenten en door respondenten niet zo verwoord.

De doelstelling per (grens)park heeft veelal niet alleen betrekking op natuur(ontwikkeling). De grensoverschrijdende samenwerking in de drie verschillende parken is ook gericht op andere thema’s zoals recreatie, educatie, landbouw, etc.

Grensoverschrijdende samenwerking in de gebieden verloopt over het algemeen redelijk. Een formele structuur lijkt daarbij een belangrijke waarborg te zijn. Samenwerking over het algemeen vraagt vanwege veelal verschillende belangen altijd afstemming. Grensoverschrijdende samenwerking heeft echter ook te maken met zaken als een verschillende taal, verschillende overheidsstructuur, verschillende mentaliteit, afstemming van beleidsplannen, verschil in politiek systeem, verschil in regelgeving, verschil in beleid, kaartmateriaal dat slecht op elkaar aansluit, etc. Zo wordt Natura2000 in België, Duitsland en Nederland op een andere manier geïmplementeerd (zie hoofdstuk 5). In Nederland zijn de richtlijnen opgenomen in de nog vast te stellen Natuurbeschermingswet en de Flora- en Faunawet19 waar het soortenbescherming betreft. In de Natuurbeschermingswet wordt met vergunningen gewerkt en moet er voor elk gebied een beheersplan worden opgesteld. In België is natuurbescherming in handen van de deelstaten. In Vlaanderen worden de richtlijnen opgenomen in het Decreet Natuurbehoud, het Bosdecreet en in de Jachtwetgeving. In Duitsland zijn de Vogel- en Habitatrichtlijn in het Bundesnaturschutzgesetz geïmplementeerd en worden zij nader uitgewerkt op deelstaatniveau. De algemene notie is dat genoemde verschillen de samenwerking moeilijker maken, maar niet onmogelijk (zie hoofdstuk 4).7

Tot slot is bij het achterhalen van informatie per casus ook informatie van grensoverschrijdende initiatieven met betrekking tot Natura2000 in het algemeen en niet zozeer voor de geselecteerde gebieden naar voren gekomen. Dit betreft een opdracht van de Benelux Economische Unie om een grensoverschrijdend ecologische Basisplan te ontwikkelen. Deze heeft als voornaamste doel om voor grensoverschrijdende gebieden waarvoor niet eerder een vorm van samenwerking bestond een visie ten aanzien van natuur te ontwikkelen. Tevens is er door DLG in Roermond in opdracht van de Nederlands-Duitse commissie voor de ruimtelijke ordening een inventarisatie van grensoverschrijdende flora en fauna en habitatgebieden in Nederland en Duitsland gedaan.

Met betrekking tot de geselecteerde cases kan kortom geconcludeerd worden dat op dit moment Natura2000 (nog) geen stimulans vormt voor grensoverschrijdende samenwerking, maar dat er wel wordt samengewerkt onder de noemer natuur(ontwikkeling) waarbij sommige initiatieven een bijdrage leveren aan de intenties en doelstellingen van Natura2000.