• No results found

In dit onderzoek staan de mogelijkheden van opheffen en wijzigen ten opzichte van het thans geldende appélverbod centraal. In dat kader is beoordeeld of de mogelijkheden van opheffen en wijzigen voldoen aan de beginselen van effectiviteit en effectieve rechtsbescherming. Daarnaast is onderzocht of bijzondere nationale belangen opheffing van het appélverbod rechtvaardigen.

Zoals door Simons al werd gesteld, zijn de mogelijkheden van opheffen en wijzigen evident ongeschikt om als intern appél te fungeren. Toch bestaat er naar aanleiding van de beginselen van effectiviteit en effectieve rechtsbescherming geen aanleiding om het huidige systeem te wijzigen. Aan de door het Europees Hof van Justitie geformuleerde criteria met betrekking tot het beginsel van effectieve rechtsbescherming wordt voldaan, waardoor de mogelijkheden van opheffen en wijzigen in combinatie met de bodemprocedure voldoende waarborgen bieden. Het Europees Hof van Justitie dient immers rekening te houden met de processuele autonomie van de lidstaten. Mocht toch sprake zijn van schending van het beginsel van effectieve rechtsbescherming, dan kent de Nederlandse bestuursrechtspraak de mogelijkheid tot incidentele doorbreking van het appélverbod. Ook op het punt van effectiviteit schieten de mogelijkheden van opheffen en wijzigen niet te kort. Doordat naast de voorlopige voorzieningenprocedure te allen tijde een bodemprocedure aanhangig is alsmede het doel van de mogelijkheden van opheffen en wijzigen gelegen is in het alsnog toegewezen krijgen van een voorlopige voorziening, nadat nieuwe feiten en omstandigheden aan het licht zijn gekomen, kan door een verzoek tot het opheffen of wijzigen van een voorlopige voorziening het doel bereikt worden.

Gelet op het bovenstaande ben ik thans van mening dat de huidige mogelijkheden van opheffen en wijzigen met voldoende waarborgen omkleed zijn, zodat het wijzigen van het huidige systeem geen toegevoegde waarde zal hebben in het kader van effectiviteit en effectieve rechtsbescherming. Ook de bijzondere belangen zoals thans in dit onderzoek besproken geven mijns inziens geen aanleiding om anders te oordelen.

Aanleiding tot wijziging op grond van de bijzondere belangen, is wellicht te vinden in de rechtspolitieke sfeer.

Bronnen- en literatuurlijst

De Poorter & De Waard, JBplus 2003/3

J.C.A. de Poorter & B.W.N. de Waard, ‘Het procesbelang in bestuursrechtelijke procedures’, JBplus 2003/3 p. 112-114.

Daalder & Heinrich, JBplus 2005/2

E.J. Daalder en J.P. Heinrich, “De bestuursrechtelijke voorlopige voorziening:

overzicht en enige ontwikkelingen” JBplus 2005/2, p. 43-52.

Slump, JBplus 2005/2

D.A.C. Slump, ‘Verantwoord kortsluiten: de toepassing van artikel 8:86 Awb’, JBplus 2005/2.

Simons, JBplus 2005/3

Th.G.M. Simons, ‘De beoordeling van een verzoek om voorlopige voorziening’, JBPlus 2005/3. p. 56-70.

De Waard, JBplus 2005/3

B.W.N. de Waard, ‘Doorbreking van appelverboden’, JBplus 2005/3.

De Poorter, NTB 2006/2

J.C.A. de poorter, ‘De voorlopige voorzieningsprocedure: is een herbezinning vereist op de wettelijke regeling van de voorlopige rechtsbescherming?’, NTB 2006/2. P. 1-10

Marseille 2006

A.T. Marseille, “Voorlopige oordelen, verstrekkende beslissingen”, in: Th. G.M.

Simons, A.T. Marseille & B.W.N. de Waard, De voorlopige voorziening in het bestuursrecht (VAR-reeks 136), Den Haag: Bju 2006, p. 114 - 115.

Simons 2006

Th. G.M. Simons, “De voorlopige voorziening in het Nederlandse bestuursrecht”, in:

Th. G.M. Simons, A.T. Marseille & B.W.N. de Waard, De voorlopige voorziening in het bestuursrecht (VAR-reeks 136), Den Haag: Bju 2006, p. 78 - 83.

Verheij, NTB 2007/40

N. Verheij, ‘Afscheid van het administratief beroep’ NTB 2007/ 40.

Gerbrandy 2009

A. Gerbrandy, Convergentie in het mededingingsrecht. ‘De invloed van het EG-recht op materiële toepassing, toegang, bewijs en toetsing bij de Nederlandse mededingingsbestuursrechter, bezien in het licht van effectieve rechtsbescherming’

(diss. Utrecht), Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2009 p. 18.

Steyger 2010

E. Steyger, ‘Beroepstermijnen aanbestedingsrecht en het effectiviteitsbeginsel’, in:

Rechtsbescherming; Overheidsaanbestedingen, Den Haag: Bju 2010 p. 198.

Schlössels & Zijlstra 2010

Schlössels en Zijlstra, ‘Bestuursrecht in de sociale rechtsstaat’, Deventer: Kluwer 2010. p. 1330 e.v.

Widdershoven 2011

R.J.G.M. Widdershoven, ‘Het beginsel van effectieve rechtsbescherming’, in: A. van den Brink, S.A. de Vries en M.P.A. de Koninck, Beginselen bouwen Burgerschap, Den Haag: BJu 2011, p. 103 - 114.

Borman 2013

T.C. Borman Tekst & Commentaar Algemene wet bestuursrecht, De voorlopige voorziening bij: Algemene wet bestuursrecht, Artikel 8:81.

Borman 2013

T.C. Borman Tekst & Commentaar Algemene wet bestuursrecht, Opheffing en wijziging voorlopige voorziening bij: Algemene wet bestuursrecht, Artikel 8:87.

Willemsen 2014

P.A. Willemsen, De toegang tot het bestuursrechtelijk hoger beroep gewogen, Deventer: Kluwer 2014, p. 4.

Giesen 2015

I. Giesen, Wat is ‘effectieve rechtsbescherming?’, Asser Procesrecht/Giesen 2015/92.

Van Rijn van Alkemade 2016

J.M.J. van Rijn van Alkemade, Effectieve rechtsbescherming bij de verdeling van schaarse publieke rechten (diss. Leiden) 2016, Den Haag: BJu, p. 24.

De Poorter 2017

J.C.A. de Poorter, T&C Awb, commentaar op art. 6:16 Awb.

Ten Cate, JBplus 2017/01

H.S. ten Cate, ‘Doorpakkende’ voorzieningenrechters in bezwaar, een volgende stap in het kader van effectieve en finale geschillenbeslechting’, JBplus 2017/01.

Van Driel, JBplus 2017/4

M.M. van Driel, ‘De voorzieningenrechter kan (bijna) alles’, in: D.A. Verburg, R.J.G.M.

Widdershoven, A.T. Marseille en M.M. van Driel, De voorlopige voorziening: Di(c)k voor mekaar?, JBplus 2017/4, p. 1.

Wet van 20 december 2012 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht (Wet aanpassing bestuursprocesrecht), Stb. 2012, 682

Commissie-Polak 1996

Commissie Evaluatie Awb I, Toepassing en effecten van de Algemene wet bestuursrecht, 1994-1996, p. 58.

Commissie-Boukema 2001

Commissie Evaluatie Awb II, Toepassing en effecten van de Algemene wet bestuursrecht, 1997-2001, p. 7.

Kamerstukken

Kamerstukken II 1991/92, 22495, 3, p. 157 - 160.

Kamerstukken II 2003/04, 29279, 16, p. 11-12.

Jurisprudentie

CRvB 27 november 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BY4808.

CRvB 9 mei 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:1776.

ABRvS 5 april 2006, ECLI:NL:RVS:2006:AV8667 m.nt. A.T. Marseille.

ABRvS 8 april 2009, ECLI:NL:RVS:2009:NI1038.

ABRvS 8 april 2009, ECLI:NL:RVS:2009:BI1038 m.nt. W. van den Aardweg.

ABRvS 9 oktober 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3902.

ABRvS 4 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3003.

ABRvS 29 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:869.

ABRvS 21 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3544.

ABRvS, 20 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1982.

ABRvS 24 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2824.

HvJEU 16 december 1976, ECLI:EU:C:1976:188.

HvJEU 15 mei 1986, ECLI:EU:C:1986:206.

HvJEU 10 april 2003, ECLI:EU:C:2003:228.

HvJEU 13 januari 2005, ECLI:EU:C:2005:10.

HvJEU 19 september 2006, ECLI:EU:C:2006:587.

HvJEU 13 maart 2007, ECLI:EU:C:2007:163.

HvJEU 18 januari 2010, ECLI:EU:C:2010:45 (Uniplex).

HvJEU 28 januari 2010, ECLI:EU:C:2010:46 (Commissie / Ierland).

HvJEU 18 maart 2010, ECLI:EU:C:2010:146.

HvJEU 22 december 2010, ECLI:EU:C:2010:811, m.nt. R.J.G.M. Widdershoven (DEB/Duitsland).

HvJEU 26 september 2018, ECLI:EU:C:2018:775.

HvJEU 26 september 2018, ECLI:EU:C:2018:776.

EHRM 5 juli 2016, ECLI:CE:ECHR:2016:0705JUD0029094