• No results found

GAM 1091: Caarte van een Gedeelte van de Environs van Maastricht, relative tot geanexeerd Ontwerp en Memorie c.1765

iconografische bronnen met betrekking tot de site, inclusief hun bron/plaatsing

2. GAM 1091: Caarte van een Gedeelte van de Environs van Maastricht, relative tot geanexeerd Ontwerp en Memorie c.1765

Van alle kaarten die geïdentificeerd werden voor het slagveldgebied is dit de meest gedetailleerde. Ze is ongesigneerd en ongedateerd, maar werd gemaakt na 1748 want ze verwijst naar overgebleven sporen van het Beleg van Maastricht van 1748. De archiefinstelling in Maastricht die ze in bewaring heeft, dateert deze kaart circa 1765. Behalve de uitzonderlijke detaillering van deze kaart is er ook een geschreven legende die nog meer informatie geeft. Deze legende geeft aan dat deze kaart een voorbeeldkaart was, gemaakt als onderdeel van een bod voor een grotere opmeting die in totaal 63 kaarten zou

bevatten en die ‘bruikbaar in tijden van oorlog’ zou zijn. Aangezien deze kaart

gemaakt werd met de bedoeling om meer opdrachten te krijgen, werden alle belangrijke eigenschappen door de landmeters met groot detail en met grote nauwkeurigheid ingetekend.

Een korte situatieschets: na een aantal militaire nederlagen in de Zevenjarige Oorlog, ten dele te wijten aan slechte landkaarten, beval Keizerin Maria Theresia van Oostenrijk een opmeting en intekening van haar grondgebied, met

inbegrip van de Oostenrijkse Nederlanden (hedendaags België).17

De opdracht werd uiteindelijk toegewezen aan Ferraris en uitgevoerd in de jaren 1770. Het is best mogelijk dat andere voorstellen ingediend werden door verschillende landmeters en dat deze kaart daarvan een voorbeeld kan zijn.

17

De Coene, K., Ongena, T., Stragier, F., Verust, S., W. & De Maeyer, P. (2012). Ferraris, the legend. The Cartographic Journal, vol. 49 (1), pp. 30-42. https://biblio.ugent.be/publication/2116980

Kaart van de omgeving van Maastricht, c. 1765 (GAM 1091) met bijzonder gedetailleerde weergave van de

belangrijkste eigenschappen van het landschap: dorpskernen; weidse stukken open land zonder bomen of hagen; een bijzonder ingewikkeld netwerk van wegen en paden waarvan er vele holle wegen waren. (De geschreven legende aan de zijkant van de kaart werd hier afgesneden. De kaart is weergeven met het noorden bovenaan.)

De kaart toont in detail eigenschappen in het landschap die relevant zijn voor beweging, bevoorrading en inkwartiering van troepen. Ook verdedigbare posities en mogelijke hinderlagen, van essentieel belang voor militaire bevelvoerders, zijn aangegeven. Van de posities, oriëntaties en de afstanden wordt beweerd dat ze heel nauwkeurig zijn en zo helder ingetekend werden dat ze ‘in een oogopslag’ konden worden gevat. Het grondgebied dat de kaart bestrijkt is klein, ongeveer 9,3 km². Het ligt in het kerngebied van het slagveld

en omvat de dorpen Wilre, Montenaken, Lafelt, Kesselt, Hees en Veldwezelt. Vlijtingen, dat platgebrand werd gedurende de slag en nadien werd herbouwd, en Ellicht vallen buiten het gebied van de kaart. Dit valt te betreuren want er zijn geen nauwkeurige kaarten van vóór de negentiende eeuw van Vlijtingen en Ellicht die ons een accuraat zicht kunnen geven van grenzen en uitzicht van deze dorpen in de periode van de slag bij Lafelt.

Individuele afsluitingen met landgebruik zijn aangeduid door kleur. Bomen stellen de talrijke boomgaarden voor. De plattegronden van de dorpen zijn nauwkeurig, maar het is onzeker of individuele indelingen dat ook zijn. Hagen rond dorpen waren belangrijk voor militaire bevelvoerders, zowel voor verdediging als voor de aanval. Bijgevolg kunnen we de omgrenzende haagaanduidingen als correct beschouwen. De legende vermeldt dat de nauwkeurigheid van hagen vooral van toepassing is op ‘deze hagen die de uiterste begrenzingen aangeven’. Er is ondertussen zoveel gewijzigd en nieuw ontwikkeld binnen de dorpen dat het heel moeilijk is om de aflijning van deze achttiende-eeuwse hagen op een hedendaags plan uit te tekenen.

Het landgebruik binnen de dorpsomheiningen was voornamelijk weide, een aantal werden verbouwd als akkers en de rest was boomgaard. In Hees, Wilre en Montenaken waren boomgaarden het meest voorkomende landgebruik. Buiten de dorpsgrenzen was het land volledig akkerland.

Gebouwen worden voorgesteld met de correcte oriëntatie en met donkere en lichte schaduwwerking die respectievelijk bewoning en schuren aanduidt. Wegen zijn bijzonder goed aangeduid: elke weg is ingekleurd of voorzien van een letter om de status aan te geven, en bijgevolg de grootte en beschikbaarheid voor troepen en karren. Grote wegen die dorpen verbinden met belangrijke steden zijn aangeduid met bruine schaduw. Lokale wegen die de dorpen onderling verbinden zijn getekend met een zwarte lijn aan de ene kant en gemarkeerd met de letter ‘C’. Kleinere veldwegen die soms doodlopen zijn gemarkeerd met dubbele stippellijnen en de letter ‘L’. Voetpaden zijn smal en aangeduid met ‘v’. De militair belangrijke wegdelen die holle wegen zijn en bedijkte wegen, zijn aangeduid met arceringen. Met een getal wordt diepte/hoogte boven de vijf voet aangeduid. Het is echter niet volledig duidelijk wat dijken zijn en welke delen holle wegen. De meeste van de holle wegen die wel op de kaart aangeduid zijn, zijn vandaag bijna volledig verdwenen. Slechts enkele zijn herkenbaar als bodemsporen en enkele andere kunnen gezien worden op de LIDAR data. Enkel de holle wegen rond Ellicht zijn het beste bewaard. De hoofdweg van Tongeren naar Maastricht die door het slagveld liep, viel in 1747 samen met de Romeinse ‘Via Belgica’. Er zijn twee herbergen op het korte stuk van deze hoofdweg op de kaart, maar er zijn op de kaart van Ferraris twee bijkomende herbergen afgebeeld verder naar het westen langs deze zelfde weg.

Alle wegen zijn gedigitaliseerd met oog voor hun belangrijkheid. Er is aangegeven of ze holle wegen of bedijkte wegen zijn, en hoe diep en hoog die zijn. Omdat Lafelt het gebied was waar de sleutelacties plaatsvonden, is elke omheining/afsluiting en elke gebouw ingetekend. Voor Hees, Kesselt en Montenaken zijn enkel de vormgrenzen gedigitaliseerd. Alle kenmerken in het wijdere landschap zijn eveneens gedigitaliseerd.

3. Ferraris

Aan Joseph Ferraris werd tussen 1771-1778 de opdracht toegewezen door het Habsburgse bestuur om een ‘kaartenkabinet’ te maken van de Oostenrijkse Nederlanden. De kaarten werden gemaakt op een schaal van 1:11,520 en

waren bedoeld voor militaire doeleinden. Daarom zijn ze van uitzonderlijk belang bij de reconstructie van het historisch landschap omdat de ingetekende kenmerken noodzakelijkerwijs ook van belang zijn voor legers en hun bevelvoerders: wegen, bruggen, waterlopen, versterkingen, bossen, etc. Details van eigenschappen in het landschap werden in de begeleidende teksten beschreven maar de kaarten zelf hebben geen legende.

Dit is typisch voor militaire kaarten van deze periode omdat aangenomen werd dat de gebruikers van de kaarten de conventies i.v.m. kaarten kenden.18 Een recente studie voorziet in een analyse van de kaarten met een nieuwgemaakte legend, en die hebben we gebruikt voor deze studie.19 De nieuwe legende is een grote hulp bij het interpreteren van de symbolen en de inkleuringen maar houdt geen rekening met de nauwkeurigheid van de kenmerken op zich of met een consistent gebruik van schaal. De variatie in zowel stijl als nauwkeurigheid kan verklaard worden door het inzetten van verschillende landmeters en cartografen, elk met hun eigen idee van stijl, en met hun eigen nauwgezetheid. Ook de productiekost speelt een rol aangezien de eerste kaarten over het algemeen gedetailleerder zijn dan de latere toen het beschikbare geld opgebruikt was. Andere militaire kaarten van de achttiende eeuw hebben gelijkaardige kenmerken, vooral deze gemaakt door Roy in Schotland in de periode 1747-1755, en de kaarten gemaakt in Engeland door de Commissie voor Artillerie vanaf 1781.20

18

Zie eveneens de kaart Environs van Maastricht (GAM 1091), die bovendien een geschreven legende heft maar geen ‘sleutel’ zoals we die wel vinden op een hedendaagse kaart.

19

De Coene, K., Ongena, T., Stragier, F., Verust, S., W. & De Maeyer, P. (2012). Ferraris, the legend. The Cartographic Journal, vol. 49 (1), pp. 30-42. https://biblio.ugent.be/publication/2116980

20

Ferraris Carte de Cabinet c.1777. Grote gebieden waren niet opgemeten en sommige kenmerken zoals het dorp Montenaken, zijn verkeerd geplaatst. Vergelijk met de detaillering in de Maastricht-kaart.

Als we de Ferrariskaarten voor het gebied van Lafelt vergelijken met de kaarten voor Oudenaarde valt een opmerkelijke inconsistentie op in de kwaliteit en de nauwkeurigheid van de gegevens. Die van Oudenaarde hebben een hoge nauwkeurigheidsgraad in planvorm en oppervlakte van de dorpen, en in de plaatsbepaling van kenmerken zoals molens, herbergen en kapellen in het wijdere landschap, en in het wegennetwerk

.

21

Voor Lafelt toont een vergelijking met de kaart “Environs van Maastricht” dat de dorpen schetsmatig ingetekend werden, en bovendien verkeerd georiënteerd, en dat de planvormen verkeerd zijn. De vergelijking met de nederzettingen van het Primitief Kadaster toont hetzelfde voor het wijdere gebied, en sommige dorpen (Montenaken en Hees) zijn verkeerd gelokaliseerd. Sommige wegen kunnen geïdentificeerd worden maar in het algemeen is het ingetekende netwerk bijzonder onbetrouwbaar. Dit komt deels door het verkeerd plaatsen van de dorpen. Bovendien zijn er hele zones van niet-opgemeten grond; een gebied dat ruwweg overeenkomt met het dorp Vroenhoven, en een ander gebied ten noorden van Hees.

Omwille van de onbetrouwbaarheid van de gegevens van de Ferrariskaarten zijn er geen data van gedigitaliseerd.

21

Foard G., Partica T., Vandeburie J., De Vriendt B., Urmel L., Derde W.: Een archeologische evaluatie en waardering van het slagveld van Oudenaarde 1708. Rapport voor het Agentschap Onroerend Erfgoed 2012.