• No results found

iconografische bronnen met betrekking tot de site, inclusief hun bron/plaatsing

6. Historische landschapsreconstructie

6.2. Methodologie voor het in kaart brengen van het historisch terrein

Het gebruik van GIS is fundamenteel voor de reconstructie van historische landschappen.16 Het laat de integratie en de systematische analyse van verschillende datasets toe, en bovendien stelt het ons in staat om verschillende datasets bovenop elkaar te leggen en de interactie daartussen te analyseren. Voor de reconstructie van historische slagvelden heeft dit een specifiek belang. Landschappen kunnen dramatische veranderingen ondergaan in de jaren volgend op de veldslag, en zeker wanneer verschillende eeuwen voorbij gegaan zijn en wanneer er intens landbouw op plaatsvond en/of doorgedreven ontwikkeling zoals bvb. urbanisatie. Het is bijgevolg niet mogelijk om een slagveld volledig te begrijpen enkel in de context van het hedendaagse landschap.

Om beter te begrijpen hoe de gebeurtenissen van een slag zich voordoen, is het van essentieel belang om te begrijpen hoe het landschap er uitzag op het moment van de slag. De belangrijkste bron voor de landschapsreconstructie is de historisch kaart. Idealiter zijn alle historische kaarten van het gebied gekend en bestudeerd, met bijzondere aandacht voor de kaarten het dichtst bij de datum van de veldslag. De relevante kenmerken van het landschap van de verschillende kaarten worden dan geregistreerd in GIS. Deze data kunnen dan worden aangevuld met archeologische kenmerken door gebruik te maken van luchtfoto’s, Google Earth inbegrepen, en veldonderzoek. Op deze manier is het mogelijk om het landschap te reconstrueren – met een betrouwbaarheid afhankelijk van de kwaliteit van het bronmateriaal – zoals het er zou kunnen hebben uitgezien tijdens de veldslag. Niet alleen kan hierdoor de veldslag geanalyseerd worden, maar deze manier van werken laat ook toe om kenmerken te identificeren voor latere studie en voor het beheer- en behoudsbeleid. Door het consequent toepassen van deze methodologie beantwoordt de digitalisering van het hele onderzoeksgebied van Lafelt aan dezelfde standaard.

Dit onderzoeksgebied bevat de historische gemeenten van: Hees, Riemst, het zuidelijke deel van Veldwezelt, met inbegrip van het gehucht Kesselt, verder ook Vlijtingen, met de gehuchten van Lafelt en Ellicht, en Vroenhoven met inbegrip van Heukelom en het dorp Montenaken, dat nu Vroenhoven heet. Het gebied van Vroenhoven lag historisch zowel in het huidige België als Nederland. Na de Belgische onafhankeljkheid van Nederland in 1830 werd Vroenhoven opgesplitst tussen de twee landen. Het dorp Wilre, dat voorkomt in de verslagen van de veldslag en actie op het terrein zag, was onderdeel van Vroenhoven en ligt nu op Nederlands grondgebied. Het heet nu Wolder. Aangezien

16 Voor een volledige discussie over methodologie, zie:

http://archaeologydataservice.ac.uk/archives/view/midlandgis_ahrc_2010/downloads.cfm?CFID=87&CFTOKEN=56AF725D -A9E1-4379-A11CD397443D5B51&, and T Partida, (In preparation) 'Drawing the Lines: A GIS Study of Enclosure and Landscape in Northamptonshire', PhD, University of Huddersfield.

Wilre/Wolder buiten België ligt, is er geen digitale data van gemaakt, behalve een schetsmatige voorstelling van het grondgebied.

De twee belangrijkste kaarten uit het onderstaand bronmateriaal zijn de Omgeving van Maastrichtkaart (GAM 1091) en het Primitief Kadaster. Gegevens m.b.t. de negentiende-eeuwse wegen werden gedigitaliseerd op basis het Primitief Kadaster. Meer gedetailleerde data voor een voorbeeldzone werd gehaald uit een kaart van ca. 1765, met het modern kadaster en luchtfoto’s als gids.

Het gebied van de nederzetting van Vlijtingen werd aangemaakt door gebruik te maken van Ferraris, Slagveld plan V (zie bijlage 2) en de ICM kaart van de jaren 1880. De data van elke kaart werd in GIS opgenomen in een eigen tabel (datasets)

Kaart 3: Afbakening van het onderzoeksgebied met gemeentelijke grenzen

6.2.1 Het historisch landschap

De Slag bij Lafelt vond plaats in 1747. Vanuit een algemeen zichtpunt zijn de kaarten van Ferraris uit 1777 de meest betrouwbare bron voor hoe het landschap er toen uit zag. Echter, een gedetailleerde overzichtskaart die deels het slagveld van Lafelt bestrijkt, gemaakt ca. 1765, suggereert dat de eigenschappen van het landschap bij Ferraris vereenvoudigd zijn. De grootte van de nederzetting, de indeling ervan, en het wegennetwerk waren zonder twijfel veel complexer dan Ferraris toont. De algemene eigenschappen van het landschap zijn over het algemeen wel redelijk correct, zoals bvb open of gesloten landschap, akkerland of weide, ...

de daarmee geassocieerde gesloten delen - al dan niet volledig afgebakend door hagen – omgeven door weidse zones van open landbouwgebied. Een uitgebreid en complex netwerk van wegen en paden en paadjes doorkruiste dit gebied. Veel van de gesloten delen bevatten boomgaarden, vooral in Hees, Wilre en Montenaken. De enige gebouwen buiten de dorpen waren een molen ten noorden van Vlijtingen, en herbergen langs de hoofdweg tussen Tongeren en Maastricht.

Rondom de achttiende-eeuwse dorpen is er uitgebreidere moderne bebouwing. Alle dorpen zijn ondertussen uitgebreid en tussen de historische kernen werd er heel wat open ruimte opgevuld. Montenaken heeft ook ongeveer de helft van zijn vroeger gebeid verloren door het moderne kanaal. Wat overblijft van het historische dorpje ligt op het zuidelijke stuk van hedendaags Vroenhoven, dat in beide richtingen langs de Maastrichterweg uitbreidde (de hedendaagse N79). Lintbebouwing langsheen de grotere wegen komt voor in het hele gebied. Industriële ontwikkeling grijpt ook in op het landschap: een industrieel/commercieel complex in Riemst, baksteenproductie in Kesselt, en het massieve Albertkanaal dat het landschap van de oostelijke zijde van het slagveld doorklieft. Bijna al de boomgaarden zijn verdwenen. Sommige zijn volledig verloren gegaan door urbanisatie, maar vele zijn omgezet als gesloten weilanden. Tegengesteld hieraan is het landschap buiten de dorpen open gebleven en grotendeels cultiveerbaar, zoals het geweest is in de 18de-eeuw. Er zijn maar zeer weinig hagen buiten de grenzen van de dorpen te zien, en alhoewel één of twee wegen afgelijnd zijn met bomen, zijn er erg weinig bomen in het wijdere landschap.

Kaart 10: In het rood de nederzettingsgebieden van midden achttiende eeuw en het wegennetwerk van de jaren 1830. De omvang van moderne ontwikkeling en industrie is duidelijk. Behalve de uitbreiding van de

nederzettingsgebieden zijn er nu veel meer gebouwen in het ruimere landschap en vooral langs de wegen. Het wegennetwerk is sterk vereenvoudigd, let bovendien op de wegen, minstens een dozijn, richting Albertkanaal, die verloren zijn gegaan.

Twee ingrijpende veranderingen aan het landschap werden veroorzaakt door het ruilverkavelingsprogramma van 1956. Dit programma reorganiseerde hele stukken land

en het wegennetwerk. Ondanks het feit dat dit de structuur van het landschap dramatisch reorganiseerde had het geen groot visueel zichtbaar effect omdat de stukken grond onomheind bleven. Verandering in oriëntatie van de stukken grond op kadastraal niveau kan nauwelijks opgemerkt worden vanop het land zelf. Wijzigingen aan het wegennetwerk hadden een veel grotere impact. Vandaag is er nog steeds een complex netwerk van wegen in het landschap, maar het is veel minder uitgebreid dan 250 jaar geleden. Dit heeft als effect dat het landschap, in tegenstelling tot de situatie ten tijde van de slag, nu veel minder toegankelijk is.

Kaart 11: De kaart van de ruilverkaveling van 1956 deels uitgelicht. De nieuwe kavels na 1956 zijn aangegeven in het rood. De kavels van voor 1956 zijn aangegeven in het grijs. Er zijn vandaag nog steeds veel kleine percelen te zien, maar veel minder dan ervoor. De oriëntatie van de meeste percelen is eveneens ingrijpend aangepast.

Talrijk zijn de nieuwe wegen met zeer regelmatig patroon. Het meest in het oog springt de modern N79 die de Romeinse “Via Belgica” heeft vervangen. Ten tijde van de slag bij Lafelt was die Romeinse weg nog steeds de belangrijkste doorgangsweg naar Maastricht. De Romeinse weg ruimde plaats voor de moderne weg ca.1840. Restanten van die Romeinse weg vind je nog als overgebleven secties van wegen die bewaard zijn gebleven ten noorden en ten zuiden van de N79. Afgeschafte delen ervan zijn enkel nog zichtbaar als relictsporen in het landschap. Over het algemeen is er een opmerkelijk gebrek aan aanwijzingen voor oudere, verlorengegane wegen in het landschap ondanks het feit dat vele ervan als holle wegen aangeduid werden op de kaarten van de achttiende eeuw. Dit geeft aan hoe grondig de herverkaveling, de eerste in België, op het terrein werd aangepakt.

Kaart 12: De Romeinse weg is aangeduid in het rood. Het is duidelijk dat die niet een exact rechte route volgde. De moderne N79 snijdt dwars doorheen de oudere weg.

Kaart 13: Wegennetwerk van de jaren 1830 in zwarte stippellijnen tegen het digitaal hoogtemodel. De volle witte lijnen geven de gemeentegrenzen aan. DHM ©AGIV

6.2.2 Historische kaarten

Historische kaartbronnen voor het slagveld van Lafelt werden geïdentificeerd via een desktop onderzoek en door een onderzoek in de archieven van Maastricht. Een lijst van de belangrijkste primaire kaarten staat hieronder (in volgorde van datering), met bijhorend een beoordeling van elk van die kaarten.

Primaire kaarten