• No results found

Troepenontplooiing en verloop van de acties

8.4 Archeologie van de slag bij Lafelt

8.4.2 Begravingen in massagraven

De aanwezigheid van massagraven is een indicatie voor de locatie en intensiteit van slagveldactie. Daarenboven kunnen sporen van trauma op de beenderen bijdragen tot het begrijpen van de aard van de actie en de efficiëntie van de verschillende soorten wapens die werden gebruikt. De weinige massagraven die werden teruggevonden bevestigen het gebruik dat de lichamen eerst werden ontdaan van de kleren en persoonlijke bezittingen vooraleer ze werden begraven. Aldus levert de meerderheid van de massagraven weinig artefacten op, met als uitzondering projectielen die in het lichaam worden aangetroffen. In het geval van loden kogels kan dit data opleveren over verschillende soorten inslagen, die complementair zijn aan de sporen van trauma op de beenderen.

In Lafelt is de situatie niet anders. Sinds de jaren zestig van vorige eeuw werden op een zestal plaatsen op of in de buurt van het slagveld sporen van begravingen ontdekt. Dit hoeft niet te verwonderen: naar schatting vonden zo’n vijftienduizend soldaten de dood tijdens de slag bij Lafelt. Opvallend is dat de aangetroffen skeletten zich steeds op geringe diepte bevonden.

Op 23 oktober 1962 liep op het gemeentehuis van Vlijtingen de melding binnen van een vondst van menselijke resten in het gehucht Lafelt. De resten waren gevonden tijdens het graven van een bietenkuil van een lokaal landbouwbedrijf. Op 30 cm diepte werden drie op elkaar gelegen skeletten aangetroffen. Er werden geen overblijfselen van kleren of knopen, geweren of dolken aangetroffen, zodat kan verondersteld worden dat de gesneuvelden werden ontkleed en/of beroofd. (5)

In 1971 werden door landbouwer Albert Peumans in de Maastrichterstraat in Herderen twee schedels aangetroffen bij het plaatsen van een weideafsluiting. Eén van de schedels vertoonde een schotwonde aan het voorhoofd, veroorzaakt door een kogel die in de schedel zelf werd teruggevonden. Hoeve Peumans zou gebouwd zijn in 1715 en zou tijdens de slag bij Lafelt dienst hebben gedaan als veldhospitaal en als verblijfplaats van hoge officieren of commandopost. De schedel met kogel werd nadien geschonken aan het heemkundig museum van Vlijtingen waar hij ook vandaag nog te bezichtigen valt. (6)

Een krantenartikel uit 1993 maakt melding van de vondst van twee ‘krijger-skeletten uit de slag bij Lafelt'. De ‘krijgers’ werden op geringe diepte aangetroffen bij het aanleggen van een vijver ter hoogte van de Iers Kruisstraat 158. Uit de gevonden skeletten bleek dat één van de krijgers een kogel in het bekken kreeg en een dubbele armbreuk opliep. De ander had een verbrijzelde schedel. (2)

Uiteindelijk belandden de overblijfselen op het gemeentehuis van Riemst. Daar werden deze in juli 2013 onderzocht door fysisch antropologe Birgit Berk. Een eerste vaststelling was dat de skeletten niet volledig waren. Zo ontbrak er één schedel en verscheidene botten.36

Alle botten werden gedetermineerd om het Minimum Aantal Individuen (MAI) te bepalen. Hieruit volgde dat het MAI drie is. Naast de twee individuen die op de foto van de opgraving te zien zijn, zijn er nog botten van minstens één ander individu gevonden. Het betreft twee (mogelijk) mannelijke individuen van 16-18 jaar en 13-17 jaar oud met grotendeels vergelijkbare pathologie. Beide individuen hadden DDD op de thracale en/of de lumbale wervels. Beide individuen hadden periostitis op de schedel.

Enthesopathie op de claviculae, humerus, femori en tibiae laten zien dat beide

individuen hun lichaam zwaar belastten. Individu 1 was 170 cm lang, maar gezien de onvolgroeide botten had hij zijn volwassen lengte nog niet bereikt. Individu 2 had meerdere lijnen emailhypoplasie, ontstaan op een leeftijd van ca 2,3 en 4 jaar oud. Verder een mogelijke breuk van de humerus links; osteochondritis dissecans op deze humerus distaal en een genezen patellafractuur links wijzen in ieder geval op trauma.

Kaart 17: Aanduiding van massagraven: 1) Veldwezelt; 2) Iers Kruisstraat I, Stratermans met extra onderzoek door Birgit Berk; 3) Iers Kruisstraat II, enkele skeletten werden aangetroffen tijdens de aanleg van de sporthal; 4) Bonderstraat / Iers Kruisstraat III: opgraving 2013; 5) Iers Kruisstraat IV: drie skeletten gevonden in 1962 in de nabijheid van het Iers Kruis; 6) Herderen: twee schedels gevonden in 1971 op de hoek van de Tolstraat en de Maastrichterweg. 7) Het massagraf dat gevonden werd in Riemst, indien authentiek, is niet accuraat gelokaliseerd.

Skeletten aangetroffen bij het aanleggen van een vijver ter hoogte van de Iers Kruisstraat nr. 158

In datzelfde krantenartikel worden nog enkele andere vindplaatsen besproken. In de Iers Kruisstraat werden tijdens funderingswerken bij een nieuwbouw sporen van begravingen gevonden. Ook bij de aanleg van de sporthal in de Iers Kruisstraat werden er skeletten aangetroffen. (3)

Tot slot is er ook melding37 van skeletten te Riemst langs de 4. Klein-Lafeltstraat, bij de aanleg van een bouwput in de Dieterenbank te Veldwezelt (1) en te Herderen38.

Naar aanleiding van een geplande nieuwbouw werd begin 2013 een archeologische opgraving uitgevoerd aan de Bonderstraat te Lafelt. (4) Reeds tijdens het voorafgaand proefsleuvenonderzoek waren er menselijke skeletten aan het licht gekomen. Bij het archeologisch onderzoek, verdeeld over 9 werkputten, zijn 19 individuen aangetroffen, alsmede secundair botmateriaal. De skeletten werden aangetroffen in één massagraf en in enkele aparte contexten.

Het betreft 16 volwassenen en 3 onvolwassen individuen. Van de volwassen individuen konden er 14 als (mogelijk) mannelijk worden gedetermineerd. Van 2 individuen was het geslacht niet te bepalen. De gemiddelde leeftijd was 26,2 jaar. Met een gemiddelde lengte van 172,3 cm waren de mannen niet groter dan de mannen uit dezelfde periode die in nederzettingscontext zijn gevonden. Er is weinig pathologie gevonden op zowel de botten als de gebitten. Het lijkt erop dat de mannen die ervoor kozen om naar het

37 Persoonlijke communicatie met Tim Vanderbeken

38

leger te gaan of geselecteerd werden voor het leger zelf, gezonde jonge mannen waren.

Ruwe fotogrammetrie massagraf Bonderstraat (Foto:Condor)

Wel kwamen veel gevallen van trauma voor en veel botveranderingen die wijzen op een grote lichamelijke belasting van met name de rug en de schouders. Er is sprake van trauma wanneer het bot beschadigd is door een breuk of door bijvoorbeeld een wapen. Bij het genezen van het bot wordt extra botweefsel gevormd, zogenaamde

callusvorming. Er zijn ook breuken die niet de mogelijkheid hebben gehad om te helen,

omdat ze (indirect) de dood tot gevolg hadden. Dit heet een perimortem-breuk. Deze breuken zijn in archeologische context vaak moeilijk te herkennen. Perimortem-breuken kunnen ontstaan wanneer iemand verongelukte en daarbij botten brak. Wanneer iemand met een zwaard of mes is verwond, kunnen er ook haksporen op het bot ontstaan. In enkele gevallen is dergelijke perimortem verwonding aannemelijk. Het was echter niet mogelijk om dit onomstotelijk vast te stellen.

Op de femur van individu 6 zijn haksporen te zien. Ze zijn zeker in het verleden ontstaan, maar dit hoeft niet te betekenen dat ze perimortem zijn. Individu 5 had een rond gat in de linker pelvis, die lijkt te zijn gemaakt door een priem of iets dergelijks. Het gat is te klein om door een kogel te zijn veroorzaakt.

Haksporen op de femur van individu 6

Rond gat in de linker pelvis van individu 5

Ook de schedelfractuur van individu 1 kan perimortem zijn. De radiating fractures, die licht naar buiten gedeukt zijn, geven aan dat de klap van buiten kwam. Er is geen bewijs gevonden voor afgehakte ledematen.

Mogelijke perimortem schedelfractuur van individu 1

Er zijn ook fracturen waarbij botvorming aangeeft dat er een proces van heling heeft plaatsgevonden. Individu 4 heeft een geheelde schedelwond, mogelijk ontstaan door een klap op het hoofd. Verder is er een individu met een verbrijzelde pols. De radius is gespleten en de handwortelbeentjes ernstig gedegenereerd en vervormd. Het lijkt erop dat individu 16 geen of slechte medische behandeling heeft gekregen na zijn polstrauma.

Verbrijzelde pols individu 16

Gezien de onzekerheid omtrent de perimortem-breuken, is het lastig om te bepalen hoeveel gevallen van trauma in de populatie van Lafelt voorkwamen, maar het zijn er in ieder geval 3 van de 19 (16%). Dit is relatief weinig vergeleken met andere slagvelden uit vroegere perioden. Bijvoorbeeld bij skeletten afkomstig van de slag bij Towton in Engeland (1461) kwamen meer gevallen van (genezen) trauma voor, bij 12 van de 37 individuen (32%). Dit is niet verwonderlijk aangezien in de 15de-eeuw de oorlogvoering voornamelijk met slagwapens werd gevoerd. Deze waren minder dodelijk dan geweren (waardoor er meer kans op herstel was) en ze laten meer sporen na op het skelet.39

39

massagraf Bonderstraat. (Foto: Condor)