• No results found

Er werden kogels aangetroffen in de nabijheid van zeven skeletten, waarvan één skelet met twee kogels en een deel van een geweer. In totaal werden er 14 kogels aangetroffen, één loden kogelfragment, en één ijzerhoudende kogel van een iets groter kaliber (25 mm). Daarnaast werden er een aantal ijzerhoudende fragmenten teruggevonden, waaronder een complete bajonet en vier andere grote ijzerhoudende fragmenten naast andere, moeilijker te identificeren ijzeren objecten. Verder waren er drie vondsten uit koperlegering en twee vuurstenen voor geweren. Een catalogus van de kogels en van de overige vondsten is terug te vinden in Bijlage 1 en 2.

Het is belangrijk om te wijzen op de grote hoeveelheid ijzerhoudende artefacten die werden teruggevonden tijdens de opgraving op en in de buurt van het massagraf. Dit staat in contrast met het zeer kleine aantal ijzeren objecten die werden verzameld door de detectoristen, waar de niet loden voorwerpen voornamelijk uit koperlegering bestonden. Dit kan, althans gedeeltelijk, het effect van verval van ijzerhoudende metalen (in vergelijking met andere metaaltypes), aantonen in de ploeglaag in vergelijking met een gestratificeerde context. Bijvoorbeeld het relatief grote aantal items van de graven zou meer gefragmenteerd teruggevonden zijn indien ze zich bevonden in de ploeglaag en indien ze niet zouden verzameld zijn door landbouwers. Bij de kleinere items zou corrosie de identificatie onmogelijk hebben gemaakt of volledig hebben vernield. Maar het is ook mogelijk dat dit de focus van detectoristen aantoont om onderzoek te verrichten in de non-ferro modus. Aldus kunnen we niet vaststellen hoeveel veldslag-gerelateerde ijzerhoudende objecten overleven in de ploeglaag. Steekproeven van systematisch onderzoek in een "alle metalen modus" zou uitsluitsel moeten brengen.

De artefacten die werden verzameld in het massagraf zijn ook van belang aangezien tot dusver slechts enkele van dergelijke verzamelingen werden bestudeerd. Nagenoeg alle kogels afkomstig van de opgraving van een skelet tonen een ongewoon hoge graad van corrosie. Daartegenover staat dat de kogels die afkomstig zijn van elders, diegene die niet meteen te associëren zijn met een lichaam, in goede conditie zijn. Dit lijkt erop te wijzen dat de hoge graad van corrosie een direct gevolg is van de zuren die afkomstig zijn van het verval van de lichamen. Daarenboven is er een aanzienlijk verschil tussen de tegenoverliggende hemisferen van de meeste van de vervallen kogels, waarvan er sommige een zwarte of donkergrijze verkleuring vertonen van de minder gecorrodeerde delen.

Het is niet duidelijk of de graad van corrosie van de ene ijzeren kogel, afkomstig van skelet 12, ook werd versneld door zijn contact met het lichaam, alhoewel hier opnieuw de extreme corrosie geconcentreerd is op slechts één helft van de kogel. Het is moeilijk om het origineel kaliber van deze kogels te bepalen ten gevolge van de graad van corrosie, maar de gemiddelde diameter bedraagt 25 mm. Zijn belang wordt hieronder besproken samen met vergelijkbare detectorvondsten.

Kogel 7.53 werd gevonden op een aanzienlijke afstand van een skelet en is in goede conditie alhoewel de zwarte kleur duidt op lood corrosie afzettingen, hetgeen wijst op anaerobe bewaringsomstandigheden.

Ijzeren kogel 7/53, van circa 25 mm, gevonen nabij skelet 12, met extreme corrosie op de bovenste helft.

In de meeste bodemcontexten leidt de corrosie van lood tot een laagje loodcarbonaat, dat het proces van verval stopt. In bepaalde omstandigheden, voornamelijk bij de aanwezigheid van organische zuren en lucht, ontwikkelt dit beschermend laagje zich niet en corrodeert het lood zeer snel. Zulke agressieve omgeving kan aangetroffen worden daar waar lichamen begraven werden, wat resulteert in een micro omgeving als gevolg van de interactie van de lichaamssappen en de matrix van de bodem. Zo zal een kleisubstraat het weglekken van de lichaamssappen vertragen terwijl een lage zuurtegraad zuurdere vloeistoffen kan creeëren. Beide zullen leiden tot een snellere corrosie. Deze effecten zullen minder aanwezig zijn bij individuele begravingen.

In de meeste gevallen is het waarschijnlijk dat het verschil in conditie van de kogels binnen één graf werd veroorzaakt door de locatie van de kogel in verhouding tot de poel van lichaamssappen. Verschillende kogels vanop het slagveld van Lafelt 1747 vertonen een extreem verschil in corrosie in de tegenovergelegen helften. De beter bewaarde helft vertoont vaak een zwarte verkleuring, hetgeen wijst op corrosie van loodsulfide, hetgeen zich ontwikkelt in anaerobe omstandigheden. In deze gevallen is het mogelijk dat de kogels in de lichaamssappen lagen waarbij de onderste helft in het water zelf lag en er geen lucht kon inwerken, terwijl de bovenste helft niet volledig omgeven was met water en sneller erodeerde.

De graad van corrosie op de kogels van graven levert problemen op voor de analyse van de impactsporen aangezien de achteruitgang van de toestand van de kogels zulk inslagbewijs zal verwijderd hebben. In sommige gevallen blijven aanwijzingen op de minder gecorrodeerde helft van de kogel achter en is onderzoek van de impact nog mogelijk.

Kogel 5/26.3 in de nabijheid van een skelet. Ondanks massale corrosie op één helft, is op deze kogel een duidelijke inslag merkbaar op de intacte helft. Daarnaast zijn er ook groeven zichtbaar die zich verder verspreiden van de kant waarop een rode afzetting zichtbaar is.

Voorts werden er tijdens de opgraving ook twee geweer vuurstenen aangetroffen. De grootte van de vuurstenen wijst erop dat deze afkomstig zijn van een musket.