• No results found

2.3 Beschrijving van het biotisch milieu

2.3.2 Vegetatie

2.3.2.2 Biologische Waarderingskaart (BWK)

2.3.2.2.1 Vegetatie volgens de BWK (Paelinckx et al. 2008)

De Biologische Waarderingskaart vormt een basisdocument voor het natuurbehoud in Vlaanderen. Het is de enige beschikbare gebiedsdekkende inventaris van de Vlaamse biotopen en wordt daarom algemeen aangewend als referentiekader. De Biologische Waarderingskaarten leveren nuttige informatie betreffende de toestand en betekenis van het natuurlijk milieu. Een belangrijk toepassingsgebied is de implementatie van de EU Habitatrichtlijn, waaronder de opmaak van kaarten van de Natura 2000 habitats en het onderzoek naar de staat van instandhouding van die habitats (zie § 2.3.2.3).

De inventarisatie van de Biologische Waarderingskaart gebeurt aan de hand van een vooraf bepaalde set karteringseenheden. Deze zijn geordend in een aantal klassen. Elke klasse bevat diverse karteringeenheden.

Tabel 2.11 en figuur 2.7 geven een overzicht van de op het militair domein gekarteerde eenheden en hun relatief aandeel op het terrein. De oppervlakteverdeling is gebaseerd op de dominerende vegetietypes per eenheid. Deze cijfers zijn benaderend, omdat hier geen rekening werd gehouden met complexen; de gekarteerde eenheden bestaan vaak uit complexen van verschillende vegetatietypen.

Kaart 2.22 in bijlage 5 geeft een overzicht van de vegetatie volgens de BWK-typologie. De kaart toont per eenheid het belangrijkste (dominante) vegetatietype.

Graslanden Heiden Duinen

Mesofiele eikenbossen Loofhoutaanplanten Naaldhoutaanplanten Valleibos

Struw elen Akkers

Andere gekarteerde elementen Urbaan gebied, bebouw ing

Figuur 2.11: Oppervlakteverdeling van de gekarteerde BWK-eenheden op het militair domein te Malle. De oppervlakteverdeling is benaderend, omdat hier geen rekening werd gehouden met complexen.

www.inbo.be Geïntegreerd natuur- en bosbeheerplan voor het militair domein van Malle 43

Code Type Opp (ha) Aandeel

(%)

GRASLANDEN 89,33 41,24

ha struisgrasvegetatie op zure bodem 39,7 18,31

hab struisgrasvegetatie met boomopslag 0,44 0,20

hn zure borstelgrasvegetatie 0,92 0,42

hx zeer soortenarme graslanden 48 22,14

hj vochtig grasland gedomineerd door russen (Pitrus) 0,27 0,12

HEIDEN 31,86 14,71

cg droge struikheidevegetatie 18,9 8,72

cgb droge strukheidevegetatie met boomopslag 2,47 1,14

cm gedegradeerde heide met dominantie van Pijpenstrootje 1,71 0,79 cd gedegradeerde heide met dominantie van Bochtige smele 7,35 3,39 cmb/

cmdb

gedegradeerde heide met boomopslag 1,43 0,66

DUINEN 1,87 0,86

dm vegetatieloos stuifduin 1,87 0,86

MESOFIELE EIKENBOSSEN 7,97 3,68

qb eiken-berkenbos 7,41 3,42

p allerlei naaldoutaanplanten, excl. Grove den 5,46 2,52

VALLEIBOS 0,46 0,21

vn nitrofiel alluviaal elzenbos 0,33 0,15

vo oligotroof elzenbos 0,13 0,06

ANDERE GEKARTEERDE ELEMENTEN 29,79 13,74

k kleine landschapselementen en andere gekarteerde elementen

2,52 1,16

ki vliegveld 27,27 12,58

URBANE GEBIEDEN, BEBOUWING 2,24 1,03

u urbaan gebied, bebouwing 2,24 1,03

Tabel 2.11: Overzicht van de gekarteerde BWK-eenheden op het vliegveld te Malle en hun oppervlakteverdeling. De vermelde cijfers zijn benaderend, omdat er geen rekening werd gehouden met complexen.

Een aanzienlijk deel (meer dan 40%) van het terrein bestaat uit graslanden. Iets meer dan de helft hiervan bestaat uit zeer soortenarm grasland. Dit zijn de graslanden in landbouwconcessie die sterk bemest worden. Het betreft zeer soortenarme begroeiingen met een dominantie van vnl. raaigras (hx). De andere graslanden zijn waardevolle schrale graslanden. Het betreft vooral struisgrasvegetaties op zure bodem (ha). Een aantal bestanden vertonen kenmerken van heischraal grasland (ha/hn).

Heidevegetaties nemen ca. 15% van het terrein in. Het betreft hier vooral droge heide (cg), waarvan ca. een derde vergrast (met Pijpenstrootje of Bochtige smele) of gedegradeerd is (cm(b)/cd(b).

44 Geïntegreerd natuur- en bosbeheerplan voor het militair domein van Malle www.inbo.be

Slechts een zeer klein deel van het terrein bestaat uit stuifduinen (dm).

Bijna een kwart van het terrein bestaat uit bos. Hiervan bestaat het overgrote deel uit naaldhoutaanplant (p/pp), vnl. van Grove den. Het aandeel loofbos is kleiner en bestaat veelal uit (jong) eiken-berkenbos (qb). Hier en daar zijn loofhoutaanplanten (n) en valleibos (vn/vo) terug te vinden.

Onder de categorie ‘andere gekarteerde elementen’ valt voornamelijk het grote aandeel (13%) op dat wordt ingenomen door de vliegpiste (ki).

Hieronder volgt een korte beschrijving van de gekarteerde eenheden op het militair domein:

ha(b) – Deze eenheid heeft een nogal ruime interpretatie. Het gaat zowel over de eerder soortenarme pioniervegetaties van het Buntgras- en het Dwerghaververbond met o.a.

Zandstruisgras, Zandzegge, Buntgras, enz. als over de meer soortenrijke (hei)schrale graslanden met Fijn schapegras, Tandjesgras, Zandblauwtje, Grasklokje, enz.

Struisgrasvegetaties met struik- of boomopslag worden aangeduid met hab.

hn – Deze eenheid wordt voorbehouden voor de karakteristieke heischrale graslanden met Borstelgras, Tandjesgras en Hondsviooltje. Deze vegetatie komt voor in minder goed ontwikkelde toestand (vnl. bestanden 13a en 12g) en steeds in complex met ha.

hx – De zeer soortenarme, bemeste graslanden naast de start- en taxibaan vallen onder deze noemer. Het inzaaien en vervolgens bemesten van deze graslanden zorgt voor een uiterst soortenarme vegetatie. Langs sommige randen waar vaker gemaaid wordt, zijn nog sporen van een iets schralere vegetatie te vinden.

hj - Deze eenheid komt beperkt voor aan het voormalige munitiedepot aan de zuidoostkant van het domein. Het betreft een grasland met sterke dominantie van Pitrus.

cg(b) – Hieronder vallen de droge heidevegetaties met Struikhei in de hoofdrol. Op het vliegveld komen bijzonder waardevolle vormen voor met de aanwezigheid van allerhande korstmossen. Struikheivegetaties met boomopslag worden aangeduid met cgb.

cm/cd(b) – Gedegradeerde, zeer soortenarme heide met dominantie van Pijpenstrootje (Molinia caerulea) of Bochtige smele (Deschampsia flexuasa) worden aangeduid met respectievelijk cm en cd. Gedegradeerde heidevegetaties met boomopslag worden aangeduid met cmd of cdb.

qb/qs – De aanwezige mesofiele eikenbossen bestaan voor het grootste deel uit eiken-berkenbos (qb). Het betreft veelal jonge bossen; oud eiken-eiken-berkenbos is niet aanwezig. Een beperkt deel wordt gecatalogeerd als zuur eikenbos (qs).

n – Deze eenheid omvat de loofhoutaanplanten (vnl. Zomereik en Amerikaanse eik).

pp – Hieronder vallen de naaldhoutbestanden bestaande uit Grove den. Er wordt nog een onderscheid gemaakt op basis van de aanwezige ondergroei (struiken en bomen, grassen, heide of geen ondergroei).

p – Hieronder vallen de exoot naaldhoutbestanden. Het betreft naaldhoutaanplanten van lork, Douglasspar en Corsicaanse den.

vn/vo – De oppervlakte valleibos op het militair domein is uiterst beperkt en komt slechts in slecht ontwikkelde vorm voor. Een deel van bestand 1b vertoont kenmerken van nitrofiel alluviaal elzenbos (vn). Een smalle strook langs het meest stroomafwaarts gelegen deel van de ontwateringsgracht van de startbaan vertoont kenmerken van oligotroof elzenbos (vo).

www.inbo.be Geïntegreerd natuur- en bosbeheerplan voor het militair domein van Malle 45

sz/se – De aanwezige struwelen werden vnl. gekarteerd als opslag van allerlei aard (sz).

Het betreft hoofdzakelijk jonge opslag van berk. Enkele zones waar recent vogelkersbestrijding werd uitgevoerd werden gekarteerd als kapvlakte (se).

bs – De enige aanwezige akkers betreffen twee wildakkers aangelegd door de plaatselijke wildbeheereenheid in functie van de jacht.

k/ki – Onder de ‘andere gekarteerde elementen’ vallen o.a. ruigten en opgehoogde terreindelen. De landingsbanen werden gekarteerd als ki. Ook kleine landschapselementen zoals houtkanten vallen hieronder.

u – Onder deze eenheid vallen o.a. de aanwezige gebouwen en loodsen.

2.3.2.2.2 Biologische waardering

Op basis van de aanwezige vegetatie gebeurt een evaluatie van de ‘biologische waarde’ van de gekarteerde eenheden. Op basis van 4 criteria, nl. zeldzaamheid, biologische kwaliteit, kwetsbaarheid en vervangbaarheid, wordt aan iedere karteringseenheid, een waardecijfer toegekend. Gezien polygonen door complexen van karteringseenheden getypeerd kunnen worden, kan ook de evaluatie een combinatie van de bovenvermelde waarderingsklassen zijn. Tabel 2.12 geeft een overzicht van de waarderingsklassen die worden onderscheiden.

Biologische waardering Opp (ha) %

Biologisch zeer waardevol 54,70 25,2 Biologisch waardevol 58,29 26,9 Biologisch minder waardevol 75,61 34,8 Complex van waardevolle en zeer waardevolle ellementen 24,12 11,1 Complex van minder waardevolle en waardevolle elementen 0,72 0,3 Complex van minder waardevolle en zeer waardevolle elementen 3,33 1,5 Complex van minder waardevolle en waardevolle tot zeer

waardevolle elementen

0,22 0,1

Tabel 2.12: Oppervlakteverdeling van de verschillende waarderingsklassen van de BWK voor het militair domein te Malle.

Kaart 2.23 in bijlage 5 geeft een overzicht van de Biologische Waardering van het gebied.

De heidevegetaties, schrale graslanden en bossen krijgen allen een waardering als

‘biologisch zeer waardevol’. De cultuurgraslanden zijn ‘biologisch minder waardevol’.