• No results found

Weinig betekenisvol betekenisvol betekenisvolle betekenisvol le le le verantwoording verantwoording verantwoording verantwoordingen en en en

Weinig

Weinig

Weinig betekenisvolbetekenisvolbetekenisvollebetekenisvollelele verantwoordingverantwoordingverantwoordingverantwoordingenenenen

De kritiek van sociale professionals op de wijze van verantwoorden is voor een groot deel in lijn met de kritiek vanuit de literatuur. De kritiek van uitvoerend sociaal werkers en teamleiders is samen te vatten in drie punten: (1) aan verantwoorden wordt weinig vervolg gegeven, in ieder geval op de werkvloer; (2) in de systematiek die bij het verant- woorden van prestaties gehanteerd wordt, voelen sociaal werkers zich weinig erkend in hun werkambities en (3) de inhoud van de verantwoordingen wordt door sociaal werkers als niet aansluitend bij professionele normen ervaren. Ik ga eerst in op die drie punten waarin de verantwoordingspraktijk weinig betekenisvol is en vervolgens op hoe sociaal werkers en staf met hun ongenoegens over de verantwoording omgaan.

Een eerste punt van kritiek uit de literatuur dat in de praktijk nadrukkelijk terug te zien is, betreft het weinige vervolg dat gegeven wordt aan verantwoordingen. Uit de bestuurskundige kritiek van o.a. Power en Dubnick komt naar voren dat systematisch en geregeld conform vaste procedures verantwoorden verwordt tot een ritueel. Dat is in dit onderzoek niet op bestuurlijk niveau onderzocht, maar duidelijk is wel dat op de

werkvloer weinig gedaan wordt met de geregistreerde gegevens en de verantwoor- dingsrapportages. De verantwoordingen worden volgens de sociaal werkers inhoudelijk niet of nauwelijks besproken. In de tweede ronde gesprekken bij De Kring zijn er signalen dat het systeem bij De Kring ritualiseert: het op de geplande tijd en in de geplande vorm rond krijgen van de registraties en rapportages staat op de voorgrond. De sturing die het computerprogramma geeft, versterkt de nadruk op procedures en formats (zie ook Noordegraaf en De Wit, 2013, p. 396).

Dat de professionals zich weinig erkend voelen door de aard van de verantwoording en dat die verantwoording niet aansluit bij hun professionele normen – het tweede en derde punt van hun kritiek - sluit aan bij het verschil tussen resultaten en processen zoals dat in de literatuur (o.a. MacIntyre, Sennett en Van Heijst) beschreven wordt. De professio- nals benadrukken vooral het proces en de maatstaven die daarvoor gelden.

Het tweede punt van kritiek dat in de onderzochte verantwoordingspraktijk naar voren komt, is de geringe rol die sociaal werkers in de verantwoordingssystematiek hebben. Het werk wordt op managementniveau en in relatie tot de lokale overheid beoordeeld. Er wordt een systematiek gehanteerd waar sociaal werkers zich niet in herkennen. Soci- aal werkers zijn gefrustreerd door de geringe rol die hun stem in de verdere besprekingen speelt. Verantwoorden ervaren de sociaal werkers alleen betekenisvol als ze in het verantwoordingsarrangement een eigen rol en eigen inbreng hebben. Zij willen mee kunnen praten over de wijze van registreren en rapporteren, mee kunnen praten over de interpretatie van de gegevens en een rol kunnen vervullen in de communicatie met de verantwoordingvrager. De professionals voelen zich volgens eigen zeggen alleen aangesproken op professionele verantwoordelijkheid als ze een actieve rol hebben in de verschillende fase van de verantwoording.

Voor de sociaal werkers is de betekenis van verantwoorden ook gelegen in de relatie van registreren en verantwoorden met de dagelijkse praktijk. De sociaal werkers vinden het belangrijk dat de rapportages in eigen gelederen worden besproken en dat die gesprekken ook implicaties kunnen hebben voor hoe er verder gewerkt wordt. Nu is dat niet of nauwelijks zo. Verantwoorden wordt nu vooral ervaren als een verplichting en als ‘iets van de leiding’.

Opvallend is tegen deze achtergrond dat de sociaal werkers van mening zijn dat ze in het algemeen in hun eigen werksituatie behoorlijk veel vrijheid hebben. In de enquête scoort de vraag “Ik heb het gevoel dat ik zelf kan bepalen op welke manier ik mijn werk

doe” gemiddeld hoog: 3.0 op een schaal van 1 tot 4. Het verschil tussen de ervaren ruimte in de dagelijkse praktijk en de ervaren beperkingen in de verantwoordings- systematiek om eigen inzichten in te brengen bevestigt de gedachte dat de verantwoording ver afstaat van de dagelijkse praktijk en daar geen als vanzelfsprekend ervaren onderdeel van vormt.

Een derde punt van kritiek in zowel de literatuur als in de onderzochte verantwoordings- praktijk betreft de inhoud van de verantwoordingsrapportages. Daarin ligt het accent volgens de sociaal werkers te veel op kwantiteiten: aantallen activiteiten, aantallen deelnemers. Een belangrijk gegeven in dit kader is dat de doelen van de activiteiten en projecten die in de goedgekeurde offerte nog nadrukkelijk genoemd worden bij de vertaling naar teams en individuele sociale professionals uit beeld geraken. In de afspraken met teams en individuen staan de te bereiken kwantitatieve prestaties voorop en dat geldt ook voor de registraties en rapportages. Er is ook weinig gelegenheid om (de evaluatie van) de relationele processen in de verantwoording aan bod te laten komen. De stem van betrokken burgers is beperkt tot klanttevredenheidsonderzoeken, die overigens weinig frequent plaatsvinden.

De moeilijkheid om de dagelijkse praktijk en de externe verantwoording bij elkaar te brengen, komt ook voort uit het verschil tussen het professionele perspectief en het bestuurlijke en managerial perspectief. De – veelal kleine - doelen van de dagelijkse uitvoeringspraktijk contrasteren met de grote doelen van het gemeentelijke sociaal beleid. In dezelfde geest constateerde Duyvendak een grote kloof tussen de concrete werkzaamheden en de bescheiden doelen van de sociaal werkers “en de ronkende beleidstaal waarin het management spreekt (omdat het in die termen wordt afgerekend).” (Duyvendak et al., 2003, p. 20). De acties die de jongerenwerker onderneemt in de beschreven casus van het tafelvoetbalspel zijn te kenschetsen als een praktijk waarbij de kwaliteit – de standards of excellence van MacIntyre − tot uiting komt in de wijze waarop het gesprek met de jongeren aangegaan wordt. De acties zijn niet zonder doel, maar het doel is wel klein en ligt dicht tegen de activiteit zelf aan. In registraties en rapportages zijn die doelen en die werkwijzen niet of nauwelijks terug te vinden.

Iets dergelijks geldt ook voor de ‘resultaten’ die samen met burgers – in coproductie – gerealiseerd worden. Ook die resultaten – en de concrete context waarbinnen die behaald zijn - zijn weinig in beeld in registraties en verantwoordingsrapportages.

Verantwoording wordt ervaren als een extra klus, die noodzakelijk is vanwege de externe verplichtingen, maar weinig met het ‘echte’ werk te maken heeft. De administratieve last, uitgedrukt in tijd, is voor de meeste sociaal werkers minder belastend dan in de publieke discussie over verantwoording naar voren komt. De sociaal werkers in dit onderzoek hebben het over een dag per kwartaal, maar deze last weegt desondanks voor veel sociaal werkers zwaar, omdat de administratieve taken niet ervaren worden als zinvol voor hun primaire taken. Registreren is een klus die sociaal werkers vooral voor anderen doen. “Registreren is niet zo erg, maar wel als je dat voor anderen doet die de registraties ook nog eens gebruiken om jouw werk naar zich toe te trekken. Dat zijn de werkelijke lasten van administratieve lasten” concluderen Noordegraaf en Sterrenburg, (2009, p. 125) uit onderzoeken bij verschillende beroepsgroepen in de publieke sector. Ook de sociaal werkers in dit onderzoek lopen niet zozeer te hoop tegen de hoeveelheid tijd die aan registratie besteed moet worden, maar tegen een registratie “die weinig of niet dienstbaar is aan de hulpverlening zelf, maar vooral nuttig is voor onderzoekers, geldschieter of managers,” (Tonkens, 2008, p. 155-156).

Het registreren en rapporteren zoals dat in deze situatie door de sociaal werkers gedaan wordt, wordt door hen niet ervaren als verantwoording in de zin dat zij aan een forum uitleggen welke acties ze ondernomen hebben, welke keuzes ze daarbij gemaakt hebben en waarom, en hoe dat uitgepakt heeft. Registreren en verantwoorden verwordt tot een administratieve klus, die als noodzakelijk kwaad bij het werk hoort. Sociaal werkers en staf gaan ‘creatief’ om met de rapportageverplichtingen en zorgen er met diverse kunstgrepen voor dat de verslagen op tijd klaar zijn. “Zolang de geëvalueerden niet het gevoel hebben dat ze deelgenoot zijn van de evaluaties en de uitkomsten ervan, wordt de kans op ‘gaming’ en perverse effecten groter.” (Noordegraaf en de Wit, 2013, p. 409).

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN