• No results found

Bergen - Bergen aan Zee | Duingebied

Op donderdag 5 september 2019 hebben Hollandia archeologen in opdracht van PWN een stuifduin in Bergen aan Zee en de daar aan de voet liggende vlakte geïnspecteerd op aanwezige archeologische resten. Dit was de vierde keer dat archeologen de plek kwamen inspecteren. Eerder werd kort na het afplag-gen (na 2010) melding gemaakt van de vondst van menselijke botten. Archeoloog Sjeng Dautzenberg heeft de locatie bezocht en het bot verzameld. Gedacht werd aan resten van de ‘vergeten oorlog van 1799’. Daarom werd het bot opgestuurd naar het Poznan radiocar-bon laboratorium om te laten dateren. Het bot bleek 20ste-eeuws te zijn en zou mogelijk verband kunnen houden met de Tweede Wereldoorlog.

Het gebied rond Bergen aan Zee ten noorden van het huidige Zeehuis was in de oorlog Sperrgebiet en alleen toegankelijk voor Duitsers. In het Zeehuis werden soldaten ondergebracht die in het gebied veldoefenin-gen uitvoerden.

Een betonnen grenspaal ten westen van het terrein, die de grens tussen het duingebied dat onder beheer staat van de PWN (zuidzijde) en Staatsbosbeheer (noordzijde) markeert, is in die tijd vele malen beschoten. Met name aan de westzijde van het terrein tegen het hoge stuifduin aan, is afval en puin uit de Tweede Wereldoorlog gevonden, waaronder stukken beton, resten prikkeldraad, glas en aardewerk. Het is mogelijk dat de menselijke botten hier verband mee houden, maar van de locatie is vooralsnog niet bekend dat het

Het terrein in 2016.

foto©Hollandia ar

cheologen

Deze betonnen paal in het Duingebied bij Bergen is de Tweede Wereldoorlog beschoten door de Duitsers.

foto©Hollandia ar

cheologen

een executieplaats is geweest en voor zover bekend zijn resten van gefusilleerde verzets-strijders herbegraven.

De menselijke resten op deze plek zijn daar-door nogal opmerkelijk. Inmiddels is duidelijk dat het om meer individuen gaat. Ook bij de laatste kartering in 2019 zijn verspreid over de vlakte meerdere menselijke resten gevonden. In 2016 is een vergelijkbare inspectie van het terrein uitgevoerd door Koert Salomons en Jan de Koning van Hollandia archeologen samen met PWN-boswachter Dirk Glorie. Hierbij werden op de vlakte inheems-Romein-se scherven gevonden op circa 2 m boven N.A.P. Hierbij werd ook een rozetfbula uit de 1ste eeuw gevonden. Eerder was door Dirk Glorie al een draadfbula gevonden.

Enkele andere aardewerkfragmenten leken vroegmiddeleeuws, maar duidelijk te deter-mineren stukken ontbraken. De inheems-Romeinse aardewerkfragmenten waren in minuscule brokjes uiteengevallen en lagen op een finterdunne ‘dessert pavement’, een

dun restant van een iets langer vochtvasthou-dende, want humeuze laag. Hieronder lag gewoon een pakket duinzand. Op meerdere plaatsen zijn coupes gezet; doorsnedes met de schep gegraven, dwars op de donkere dag-zomende humeuze lagen. De gehele zone met oud oppervlak, al dan niet destijds door de mens belopen, is ingemeten en bleek aanzien-lijk groter dan de eerder door google earth gemaakte opname vanuit de lucht. De dyna-miek van het terrein - ooit stuifduin - en vanaf het einde van de 19de eeuw weer aan-geplant en sinds 2010 weer stuivende, was toen ook al duidelijk.

In januari 2018 is er wederom menselijk bot gevonden op het terrein, zowel door scholie-ren (waardoor de vondst zelfs in het Jeugd-journaal kwam, https://jeugdJeugd-journaal.nl/ artikel/2213589-kinderen-vinden-een-skelet-van-een-mens.html) als door een vrouw die haar hond hier uitliet. De botten zijn door Hollandia archeologen verzameld en bekeken door Sjeng Dautzenberg. Waarschijnlijk gaat

> Het terrein in 2019. >> Bij iedere storm verandert het landschap een beetje.

Onder: de menselijke schedel die meegenomen werd door kinderen, waardoor de locatie een jeugdjournaal

item werd. foto©Hollandia ar

cheologen

foto©Hollandia ar

cheologen

foto©Hollandia ar

cheologen

het om soldaten die in 1799 bij de slag in de duinen om het leven zijn gekomen.

De aanleiding voor de kartering in 2019 waren de lagen en objecten die op het vlak, na de zaterdagstorm van 10 augustus, door twee bramenplukkers werden gevonden. De zuid-westerstorm had het stuifduin fink

uitgebla-zen en nieuwe ‘oude’ lagen en vondsten aan het licht gebracht. Een aantal scherven leek bovendien uit de Vroege Middeleeuwen te komen, mogelijk Karolingisch (750-900). Deze scherven lagen vooral aan de zuidzijde van het stuifduin. Waar precies de plek was die we eerder hadden bezocht, konden we helaas niet goed meer vaststellen. Deze rela-tief lage vlakte, op gemiddeld 2 m boven N.A.P. is of weer geheel ondergestoven of begroeid. Door de twee met GPS gemaakte overzichtskaarten van toen en nu over elkaar heen te leggen kan dit worden uitgezocht. Het terrein is dit keer uitgebreid afgelopen met een metaaldetector. Dit leverde drie bronzen boogjes op van (waarschijnlijk) ‘Germaanse’ boogfbulae en een vergelijkbare fbula met een intacte veerrol.

Ook deze vondsten zijn - net als de eerder gevonden fbulae - uit de Romeinse Tijd.

Er was sprake van meerdere lagen, maar het stratigrafsch verband hiertussen is door erosie nauwelijks te achterhalen. Zeer waar-schijnlijk gaat het, net als de meeste andere vindplaatsen in overstoven duingebieden, om bewaard gebleven laagtes die aan de boven-zijde allemaal zijn afgetopt door erosie en vervolgens zijn afgedekt door jong duinzand. Het grondwaterpeil heeft bepaald tot welke hoogte deze laagtes bewaard zijn gebleven. Er is dus al veel verdwenen. Doordat antro-pogene sporen totaal ontbreken, is ook na deze inspectie, net als bij de vorige, dezelfde conclusie getrokken: er was bewoning, en de bijbehorende bewoningssporen kunnen in de toekomst nog tevoorschijn komen. Wél waargenomen zijn plekken en concentra-ties van vondsten. In een aantal gevallen konden binnen deze schervenconcentraties nog fragmenten aan elkaar gepast worden,

foto©Hollandia ar

cheologen

foto©Hollandia ar

cheologen

Oude lagen, restanten van bodems, zijn maar heel even zichtbaar en intact. zodat het waarschijnlijk is dat ze van

eenzelf-de pot zijn.

Er is in het veld gekozen om ver genoeg uit elkaar liggende vondstconcentraties afzonder-lijk in te meten. Zo zijn er uiteindeafzonder-lijk 16 vondstnummers uitgeschreven. Behalve aardewerk werd er op verschillende plekken wit (verbrand) menselijk bot gevonden. Ook opmerkelijk zijn enkele fragmenten van vuursteen. Uit een donkere zandige veenlaag kwam een lichtbruin nog scherp afslagje van een stuk vuursteen en een groter stuk vuur-steen tevoorschijn, weliswaar gezandstraald, maar mogelijk een artefact van vergelijkbare lichtbruine vuursteen. Hier lagen ook nog andere brokjes natuursteen, zoals kiezel en graniet. Het is dus niet uitgesloten dat hier ook oudere prehistorische lagen vrijkomen. In de buurt van Hargen zijn in het duin van de zeereep de resten van prehistorische akkers gevonden, vermoedelijk uit de Vroege IJzer-tijd.

De omstandigheden maakten het mogelijk om enige doorsnedes te graven, maar deze werden al snel overstoven. Het schaven van stukjes vlak was ook een zinloze exercitie, omdat het nieuw geschaafde direct weer door een waas van stuifzand werd afgedekt. Toch konden ook nu weer geen sporen worden vast-gesteld. We kijken naar dagzomende lagen (i.e. aan het oppervlak zichtbare lagen die naar een kant nog onder het oppervlak liggen) van oude duinkommen. De lagen vormen daarmee een oude hoogtelijnenkaart van een geërodeerd landschap.

Het ontbreken van sporen blijkt in het geval van dit terrein niet het ontbreken van vond-sten te betekenen. Bij elke storm verandert hier het landschap, stuiven weer lagen vrij die duizend jaar bedekt zijn geweest door jong duinzand. Op een van deze lagen zijn drie Romeinse munten en een hele kleine T-vormi-ge speld van brons T-vormi-gevonden. De munten zijn een denarius van Antoninus Pius (148-149

Veel donkere plekken in het zand lijken op sporen, maar blijken dagzomende bodemrestanten. In een aantal gevallen liggen er vondsten op; nooit erin.

na Chr.) en een van Hadrianus (122 na Chr.). Zeldzaam is een quinarius van Hadrianus. Veel scherven, hoewel zeer aangetast, blijken op grond van de magering en de zachtheid van het baksel veel ouder dan Romeins, namelijk prehistorisch, vermoedelijk uit de Late Bronstijd of Vroege IJzertijd. Deze vondsten (Romeinse munten en prehistori-sche prehistori-scherven) zijn niet bij elkaar gevonden, maar op afzonderlijke dagzomen. Deze vond-sten kunnen in ruimte vlak bij elkaar liggen, maar liggen stratigrafsch en dus in tijd, want op verschillende lagen, mijlenver uit elkaar.

Hollandia archeologen, Jan de Koning, Niels Tuinman en Ron van Wezop

foto©Hollandia ar cheologen foto©Hollandia ar cheologen foto©Hollandia ar cheologen

Op enkele lagen werden wel objecten gevonden, zoals deze Romeinse

munt en haarspeld uit Twee scherven

de 2de eeuw. uit de Late

IJzertijd of Vroeg-Romeinse Tijd.

foto©Hollandia ar

cheologen

Enkele doorsnedes hebben aangetoond dat de mens weinig te maken had met de ogenschijnlijke sporen. De lagen zijn zonder

uitzondering natuurlijke bodemrestanten. Enkele vondsten van het terrein: drie zilveren Romeinse munten van boven naar onder: denarius Hadrianus (122 na Chr.), denarius Antoninus Pius (148-149 na Chr.), quinarius van Hadrianus (119-121 na Chr.). Rechtsboven T-vormige naald (brons), blauwe glaskraal en bronzen speld. Rechtsonder drie met kwarts gemagerde prehistorische scherven (Vroege IJzertijd?).

Collectie Rijkmuseum bew erking © Nancy de Jong-Lambr egts

Het totale onderzoeksgebied dat in meerdere fases onderzocht zal worden.