• No results found

Opkomst van het probleem

7.2 Armoede en illegaliteit

Maandagmiddag 20 augustus 2001, een warme zomerdag. Op de redactie van het regionale televisiestation van Zandstad gaat de telefoon. Algemeen verslaggeefster Van Velzen neemt op en krijgt de voorzitter van de winkeliersvereniging uit het T-kwartier aan de lijn, de heer Ocüz, een Turkse ondernemer die wel vaker contact opneemt met de redactie van het televisiekanaal. Ocüz zegt dat hij een interessant verhaal heeft voor een nieuws item en vertelt dat het T-kwartier de laatste maanden overspoeld wordt door ille-gale Bulgaren. Ze komen met bussen naar de stad toe, werken illegaal in de kassen en slapen hutje mutje in illegale, brandgevaarlijke pensions, zo luidt zijn verhaal. Hij voegt daar nog aan toe dat de buurt veel last heeft van de nieuwkomers en voorspelt dat het een groot issue zal worden voor de hele stad. Van Velzen overlegt na dit telefoontje met de eindredacteur en gaat diezelfde middag nog langs bij de tipgever. Na eerst wat verteld te hebben over de achtergrond van de migranten uit Bulgarije, stelt Ocüz voor om een keer vroeg in de ochtend samen de straat op te gaan, dan kan hij haar plekken laten zien waar Bulgaren wachten op de busjes die hen naar een werkplek brengen. Hij kan dan ook als tolk optreden, omdat hij net als de meeste Bulgaren in Zandstad, de Turkse taal spreekt.

De verslaggeefster meent een goed onderwerp in handen te hebben (‘ik kreeg het item op een presenteerblaadje aangereikt’) en gaat meteen aan de slag. Terug op de redactie overlegt ze met de eindredacteur, regelt een cameraploeg en spreekt met de ondernemer af om elkaar om vier uur in de nacht op het K-plein te ontmoeten.2

Als ze de volgende ochtend vroeg op het K-plein samenkomen, ziet het er zwart van de mensen. Nu en dan rijden bestelbusjes aan en stappen mensen in. De verslaggeefster staat perplex en vraagt de cameraman zoveel mogelijk van het plein te fi lmen. In de tus-sentijd begint de ondernemer een praatje met een aantal Bulgaren. Hij brengt ze in contact met de verslaggeefster en vertaalt de korte vraaggesprekjes die voor de camera

2 Reconstructie van de totstandkoming van dit nieuwsitem is gebaseerd op gesprekken achteraf met de verslaggeefster en de ondernemer.

Book Van Gestel_2.indb 165

worden opgenomen. Als om acht uur in de ochtend de zon weer volop schijnt en op het plein de rust is teruggekeerd, vertrekt de fi lmploeg.

Terug op de redactie monteert de verslaggeefster de beelden, schrijft er een tekst bij en neemt contact op met verschillende lokale autoriteiten voor een reactie op het nieuws. Zowel de woordvoerder van de vreemdelingenpolitie als de woordvoerder van de burgemeester reageren verbaasd op het bericht dat ‘duizenden illegale Bulgaren in de afgelopen maanden naar de stad toe zijn gekomen’.3 Ze ontkennen het bericht niet, maar zeggen niet bekend te zijn met de problematiek. Diezelfde avond opent de nieuwsuitzen-ding van de regionale televisie met het issue. De nieuwslezeres:

‘Dag Dames en heren. Zandstad wordt de laatste maanden overspoeld door Turkse Bulgaren. Het gaat om vele duizenden mensen met een Bulgaars paspoort maar met Turkse wortels. De Bulgaren zijn naar Nederland gekomen in de hoop werk te vinden. Maar zij hebben daarvoor geen werkvergunning. De economische situatie in Bulgarije is de laatste tijd slecht.’

Dan volgt een reportage met beelden van groepen mannen die in het donker op een plein voor een benzinestation staan. Er hangt een nevel over het plein. De mannen klet-sen met elkaar, ogen jong en zijn gewoontjes gekleed: gymschoenen, een trainingsbroek en een sportjack. Veel hebben een plastic tas in hun hand en sommigen zien we een shaggie draaien. Zo nu en dan komt er een busje in beeld waar een aantal mannen instapt. Onderwijl vertelt de voice-over dat tussen vier en acht uur ’s nachts honderden mensen hier staan te wachten om al dan niet legaal in de regio van Zandstad te werken:

‘Sinds een paar maanden wordt het steeds drukker bij de verzamelpunten op het K-plein. Honderden Turkse Bulgaren willen hier ook werken.(..) Sinds begin april is de visum-plicht voor Bulgaren vervallen vanwege het aankomend lidmaatschap van de Europese Unie. Maar de economische situatie in Bulgarije is slecht. De Bulgaren mogen offi cieel drie maanden in Nederland blijven maar ze hebben geen werkvergunning.’

In de reportage komen verschillende Bulgaren in beeld die vertellen dat ze naar Neder-land zijn gekomen vanwege de armoede en uitzichtloosheid in eigen Neder-land. Eén van hen zegt bijvoorbeeld: ‘Ik ben hier om geld te verdienen voor de operatie van mijn zoon, hij heeft hartklachten’. De verslaggeefster komt tegen het einde van de reportage zelf ook in beeld en vertelt onder meer:

‘De vreemdelingendienst en de gemeente Den Haag zeggen niets te weten van een toe-name van Bulgaren in de stad.(…) Het is onwaarschijnlijk dat deze mensen ooit een

werk-3 Het aantal van ‘duizenden’ baseert de verslaggeefster op het verhaal van de ondernemer, op verhalen van de Bulgaren die ze heeft gesproken en op de informatie van een woordvoerder van een belangenver-eniging van loonbedrijfjes.

Book Van Gestel_2.indb 166

vergunning krijgen. Hun toekomst in Nederland is dus onzeker. Toch blijven veel mensen hoop houden.’

De reportage sluit af met beelden van het plein met een opkomende zon.

Dit nieuwsitem op 21 augustus 2001 is het eerste mediabericht waarin de toename van arbeidsmigranten uit Bulgarije centraal staat. Voor die tijd is de Bulgaarse migratie alleen zijdelings in de regionale krant ter sprake gekomen, in artikelen die in de zomer van 2001 verschenen en primair gingen over illegale arbeid, bedrijfsinspecties en aan-houdingen van illegale werknemers. De regionale televisie had over illegale Bulgaren nog niet eerder verslag gedaan maar brengt dankzij de tip van ondernemer Ocüz nu als eerste het nieuws van de vele Bulgaarse migranten in de wijk. Ocüz is, behalve onder-nemer, ook voorzitter van een winkeliersvereniging in het T-kwartier en lid van een bewonersoverleg. Als ik hem achteraf spreek over de totstandkoming van de eerste mediaberichten over Bulgaren en zijn rol daarin, is hij duidelijk: hij meent dat zijn zor-gen over de wijk door andere buurtbewoners werden gedeeld en dat hij de media heeft benaderd om de kwestie aan de orde te stellen. Hij vertelt:

‘We hadden het al eens ter sprake gebracht tijdens zo’n bewonersoverleg. Bij het stadsdeel wisten ze het al wel, maar konden ze ook niets doen en die ambtenaren die deden er ver-der ook niets mee. Soms moet je de media gebruiken om de autoriteiten iets kenbaar te maken. In die hoedanigheid heb ik een beetje slim geopereerd. Daarna is er veel gebeurd. (...) Als je de media inschakelt gaan heel veel dingen sneller, het werkt effectiever dan schrijven of bij elkaar komen om te vergaderen of zo. Vandaar dat ik veel contacten onder-houd met de pers. Iedereen is dan namelijk meteen op de hoogte: de politie, de wetonder-houders, de raadsleden, de burgemeester.’

Een dag nadat het eerste item over Bulgaren op de televisie verscheen, maakt verslag-geefster Van Velzen een follow up voor de nieuwsuitzending van die avond. Ze besluit contact op te nemen met de vereniging die de belangen behartigt van de loon- en uit-zendbureautjes in de regio. Deze vereniging begeleidt startende, veelal Turkse loon-bedrijfjes, probeert ze in goede banen te leiden en ze zogezegd ‘op het juiste pad’ te houden. De heer Filiz is medewerker van de vereniging en treedt tevens op als woord-voerder. Vanwege de aard van zijn werkzaamheden wordt Filiz vrijwel dagelijks gecon-fronteerd met werkzoekenden uit Bulgarije. Het kantoor van de vereniging is namelijk gehuisvest in het T-kwartier en regelmatig lopen Bulgaren binnen om te vragen of er werk voor hen is. Daarnaast wordt de vereniging benaderd door loonbedrijven die willen weten of het mogelijk is om ook Bulgaren in dienst te nemen. Over zijn ervaringen en opvattingen wil Filiz wel een boekje opendoen. De verslaggeefster gaat naar hem toe en neemt voor de camera een interview af. Ook worden beelden opgenomen van het kantoor van de belangenvereniging en van mensen die het pand in en uit lopen (Filiz is overi-gens een vriend van ondernemer Ocüz uit het T-kwartier).

Book Van Gestel_2.indb 167

Terwijl de verslaggeefster bezig is met de reportage besluit de eindredacteur van de nieuwsuitzending een aantal politici te bellen voor een reactie op het nieuws. Hij polst Kamerleden van de drie grootste politieke partijen over het bericht dat veel Bulgaren, al dan niet in georganiseerd verband, naar Nederland komen om hier illegaal werk te vin-den. Diezelfde avond presenteert de nieuwslezeres het onderwerp:

‘Een meerderheid van de Tweede Kamer wil harde maatregelen tegen de duizenden Bul-garen die de laatste maanden naar Zandstad zijn gekomen om hier te werken. Gisteren zag u in onze nieuwsuitzending dat de laatste tijd sprake is van een enorme toestroom van Bulgaren. Ze zijn in principe legaal in Nederland, maar ze werken zwart. PvdA, CDA en VVD willen daar snel een eind aan maken. Vandaag stelden VVD en CDA kamervragen aan minister Vermeend.’ 4

In de reportage die volgt, komt de reactie van de kamerleden niet meer ter sprake maar wordt aan de hand van het verhaal van Filiz de schrijnende situatie van werkzoekende Bulgaren belicht. Terwijl we beelden zien uit de reportage van de vorige dag – Bulgaren die vroeg in de ochtend staan te wachten op het in nevel gehulde plein – vertelt de voice-over dat dagelijks tientallen Bulgaren het kantoor van de belangenvereniging binnenlopen in hun zoektocht naar werk. Het antwoord dat zij krijgen is steevast ‘nee’, aldus de com-mentaarstem, omdat Bulgaren hier niet mogen werken. We zien vervolgens een Bulgaar in beeld die het kantoor van de belangenvereniging binnenloopt en na een afwijzend gebaar van de kantoormedewerker met een treurige blik in de ogen het pand weer ver-laat. Dan komt Filiz zelf in beeld, op straat voor het kantoorpand. Hij vertelt dat de Bulgaren die voor werk naar Nederland komen erg arm zijn (‘want de rijken komen hier niet’), dat ze hier belanden ‘via georganiseerde busreizen en natuurlijk via mond-op-mond reclame’ en dat ze er soms in Nederland pas achter komen dat ze hier helemaal niet mogen werken, vanwege het ontbreken van een werkvergunning. Na een uiteenzet-ting over vraag en aanbod van arbeidskrachten pleit hij aan het slot van de reportage voor tijdelijke werkvergunningen voor deze groep migranten.

Opmerkelijk aan dit nieuwsitem is dat het onderwerp op twee uiteenlopende manieren is ingekaderd: de inleidende tekst is geschreven vanuit het perspectief van

4 De volgende kamervragen zijn op 24 augustus 2001 ingezonden: (1) Bent u op de hoogte van de tele-visie-uitzending inzake illegale arbeid door Bulgaren? (2) Kunt u bevestigen dat in georganiseerd verband en op grote schaal personen per bus vanuit Bulgarije naar Nederland reizen om gedurende drie maanden illegaal werk te verrichten? (3) Kunt u aangeven sinds wanneer dit verschijnsel zich voordoet en om hoeveel illegale werknemers het gaat? (4) Is het juist dat hierbij Nederlandse Uitzend- en bemiddelingsbureaus dan wel loonbedrijven betrokken zijn? (5) Zijn bij de organisatie hiervan nog andere groeperingen of netwerken betrokken? Zo ja, welke? (6) Welke maatregelen bent u van plan te nemen om op de kortst mogelijke termijn een einde te maken aan deze vorm van illegale arbeid? (7) bent u bereidt op korte termijn de pakkans rond illegale arbeid te vergroten en de sancties op zodanige wijze te verhogen dat het te werk stellen van illegale werknemers niet langer loont? Zo neen, waarom niet? Het antwoord van de minister volgt begin oktober 2001 en wordt in paragraaf 8.3 besproken.

Book Van Gestel_2.indb 168

landelijke politici, terwijl in de reportage die daar op volgt vooral het perspectief van de Bulgaarse migranten naar voren komt. Verschillende journalisten zijn tamelijk zelfstandig met het onderwerp bezig geweest; de verslaggeefster heeft aan de hand van het verhaal van haar bron de armoedeproblemen van werkzoekende Bulgaren in de reportage cen-traal gesteld, terwijl de eindredacteur de verontwaardigde reacties daarop van de lande-lijke politiek als nieuws naar voren brengt. Door de ene bron te laten reageren op de andere bron, wordt door de nieuwsredactie dus een ‘nieuwswaardig’ feit gecreëerd en komt een andere dimensie van het verschijnsel van de Bulgaarse arbeidsmigratie voor het voetlicht: het accent verplaatst van de armoede van Bulgaren naar de illegale arbeid die Bulgaren verrichten. Op zo’n wijze creëert de regionale zender als het ware een ander nieuwsfeit over eenzelfde onderwerp. Of zoals verslaggeefster Van Velzen het zelf zegt: ‘het is niet zo dat wij dan gaan wachten op een reactie van Kamerleden, nee, dan gaan wij zelf bellen. Zo stook je het vuurtje ook op hè.’

Drie dagen later, op zaterdag 25 augustus 2001, besteedt de regionale krant op de bin-nenlandpagina onder de kop ‘Bulgaren op zoek naar zwart werk’ ook aandacht aan de kwestie. Filiz, de medewerker van de belangenvereniging, komt in dit krantenbericht opnieuw aan het woord. Hij vertelt hoe Bulgaren ‘van alle kanten belazerd worden. In eigen land door transporteurs (..) Hier in Zandstad door mensen die proberen valse pas-poorten aan ze te slijten en door werkgevers die misbruik van hun situatie maken.’ Filiz wijst in het artikel ook met een beschuldigende vinger naar de overheid, die volgens hem consequenter zou moeten handelen. ‘Of je laat ze toe en geeft ze toestemming om hier te werken, of je laat ze niet toe’, aldus Filiz.

Vervolgens besteedt het artikel aandacht aan het standpunt van een aantal lande-lijke politici die ‘naar aanleiding van de uitzending van de regionale televisie’ Kamervragen hebben gesteld. De kamerleden Verburg (CDA), Kamp en Blok (VVD) hebben de minister van Sociale zaken gevraagd of hij kan bevestigen dat er op grote schaal personen per bus uit Bulgarije naar Nederland reizen om hier illegaal werk te verrichten. Het CDA-kamer-lid Verburg komt in het krantenbericht ook aan het woord. Ze verwijt de werkgevers dat ze niet hebben geprobeerd via de offi ciële kanalen personeel te werven.

Tot slot komen in het artikel een paar visies naar voren op de geconstateerde toe-name van Bulgaren in de stad. Een woordvoerder van een werkgeversorganisatie zegt ‘de afgelopen maanden slechts ‘iets meer’ Bulgaren aangetroffen te hebben dan normaal’, een andere werkgeversorganisatie zegt helemaal niets gemerkt te hebben van Bulgaren die illegaal werk zoeken. Het artikel in de krant sluit af met de woorden: ‘Ome Jan daaren-tegen, die elke nacht met de soepbus Zandstad doorkruist, komt de laatste maanden geregeld Bulgaren tegen op zoek naar een boterham en een kop soep’.

Book Van Gestel_2.indb 169

Inmiddels kan de migratie van Bulgaren in de laatste week van augustus 2001 ook reke-nen op aandacht van enkele landelijke media. Zo bezoekt een verslaggever van een lan-delijk ochtendblad op een vroege ochtend het T-kwartier en schrijft een achtergrondarti-kel onder de kop ‘In de vroege ochtend stroomt Zandstad leeg, met Bulgaren’.5 Na deze reeks van berichten over de migratiestroom van Bulgaren is het een aantal weken stil rondom het onderwerp.

Bovenstaande reconstructie laat zien dat de eerste berichten van de regionale televisie ertoe hebben geleid dat het onderwerp onder de aandacht van de landelijke politiek is gebracht. De mediaberichten lokten verontwaardigde reacties van Kamerleden uit en die leidden weer tot schriftelijke kamervragen. Of die politieke agendering verder ook van invloed is op de politieke besluitvorming weten we dan nog niet, de minister heeft immers nog niet gereageerd op de Kamervragen en er heeft verder nog geen kamerdebat plaatsgevonden.

Belangstelling van de bestuursdienst

Maar hoe zit het nu met de invloed van de eerste nieuwsberichten op de agenda van de lokale overheid? Woordvoerders van zowel politie als gemeente zeiden tegenover de ver-slaggeefster immers niets te weten van de komst van grote groepen illegale Bulgaren naar de stad. Als in de derde week van augustus de eerste reportage over de toestroom van Bulgaren op de televisie verschijnt, is de gemeenteraad nog met zomerreces. De raadscommissie voor Veiligheid komt pas op vrijdagmiddag 7 september 2001 voor het eerst weer bijeen, dat is ruim twee weken na het verschijnen van de mediaberichten. Vragen van raadsleden naar aanleiding van de nieuwsberichten blijven tijdens die verga-dering dan ook uit. De kwestie wordt door niemand aan de orde gesteld, niet door het bestuur en niet door de raadsleden.

Dat betekent echter niet dat ‘achter de schermen’ het issue geen aandacht krijgt. Want terwijl de raad vakantie heeft, werkt een aantal beleidsmedewerkers van de gemeente Zandstad vanaf de zomer van 2001 aan een notitie over ‘uitbuiting van illegalen’ (zoals in de eerste paragraaf van dit hoofdstuk is besproken). Door de gesprekken die beleidsmedewerkers tussen augustus en half september 2001 met uiteenlopende des-kundigen voerden, werd hen langzaam duidelijk dat een groeiend aantal Bulgaren zich in het T-kwartier vestigen en voor veel overlast zorgen. Of de beleidsmakers al op de hoogte waren van de aanwezigheid van een grote groep Bulgaren in de wijk voordat de eerste reportages daarover op de lokale televisie verschenen, is niet exact te achterhalen. Zelf menen zij dat de berichten geen invloed hebben gehad op hun kennis omtrent de illegalenproblematiek.

5 In dit onderzoek wordt niet systematisch ingegaan op de aard en de frequentie van landelijke media-berichten omdat de focus hier primair gericht is op berichtgeving van regionale lokale media. Wel zal worden aangegeven wanneer ook in de landelijke pers veel aandacht is geweest voor de Bulgarenkwestie.

Book Van Gestel_2.indb 170

Duidelijk is dat het thema ‘uitbuiting van illegalen’ al in juli 2001 op de agenda van de Bestuursdienst stond, nog voordat het eerste item over Bulgaren op de televisie ver-scheen. Het thema ‘uitbuiting van illegalen’ is op een later tijdstip geconcretiseerd door de groep illegale Bulgaren in de notitie met name te noemen. (Zo zijn twee verwante issues samengekomen in één beleidsstuk). Aannemelijk is dat kennis omtrent de migra-tiestroom van Bulgaren naar het T-kwartier op ongeveer hetzelfde tijdstip op verschil-lende manieren naar boven is gekomen: via sleutelinformanten uit de wijk en via berich-ten in de lokale en daarna ook de landelijke media.

De woordvoerder van de burgemeester reageerde wel verbaasd bij het horen van het nieuws over illegale Bulgaren op 21 augustus 2001. Na het telefoontje van de televisie-verslaggeefster heeft hij even overlegd met het hoofd van de bestuursafdeling, zoals hij meestal doet als hij zo’n soort vraag krijgt van een journalist. Maar de mensen van de