TITEL VI. BEVOEGDHEDEN EN PLICHTEN VAN HET TOEZICHTHOUDEND PERSONEEL HOOFDSTUK 1 Toezichthoudend personeel
Artikel 223.
§1. Het toezichthoudend personeel zijn de werknemers aan wie het bestuur een deel van zijn werkgeversgezag heeft gedelegeerd.
§2. Het werkgeversgezag wordt gedelegeerd in rechte lijn volgens het organogram.
§3. Het toezichthoudend personeel bestaat uit de hiërarchische lijn waarin volgende rollen mogelijk zijn:
1° Lid van het managementteam zoals aangeduid door het bestuur;
2° Diensthoofd is het hoofd van een dienst volgens het organogram;
3° Leidinggevende is elke werknemer die leidinggeeft aan de werknemers zoals bepaald in zijn functiebeschrijving;
4° Toezichter is elke werknemer die een aantal taken van leidinggeven opneemt zoals bepaald in zijn functiebeschrijving.
De lijst van de functies en rollen van de leden van de hiërarchische lijn is als bijlage 7 bijgevoegd.
§4. De direct leidinggevende is de leidinggevende die rechtstreeks een werknemer aanstuurt.
Artikel 224.
Wanneer iemand van het toezichthoudend personeel afwezig is, wordt hij vervangen. De plaatsvervanger verkrijgt dezelfde bevoegdheden en plichten.
De secretaris beslist over de plaatsvervanging van een leidinggevende in het kader van dit hoofdstuk door een werknemer van een lagere graad.
HOOFDSTUK 2 ALGEMEEN
Artikel 225. DeontologieHet toezichthoudend personeel moet tegenover de werknemers de deontologische regels respecteren. Hiervoor verwijzen we naar het hoofdstuk deontologie van dit arbeidsreglement.
Artikel 226. Waarborgen rechten van werknemers
Het toezichthoudend personeel zorgt voor de naleving van de arbeidsvoorwaarden, het arbeidsreglement, de maatregelen die in de organisatie getroffen zijn of die nodig zijn voor het welzijn op het werk en andere richtlijnen die het bestuur of de secretaris uitgevaardigd heeft.
Toezichthoudend personeel dat deze rechten van de werknemers van hun dienst miskent, kan daarvoor een sanctie krijgen volgens titel VII strafbare tekortkomingen, sancties en
beroepsmogelijkheden.
Versie 2.0 – Gemeenteraad 29/6/2015 p. 41 van 101
HOOFDSTUK 3 CONTINUÏTEIT VAN DE DIENSTVERLENING
Afdeling 1. Algemeen
Artikel 227.Het diensthoofd is verantwoordelijk voor de organisatie van de dienst- en hulpverlening.
Het diensthoofd stelt alles in het werk om de dienst te verzekeren en treft vooraf maatregelen om mogelijke verstoring van de dienst- en hulpverlening te voorkomen.
Alleen als er gevaar dreigt voor de werknemer of de burger door overmacht, kan het diensthoofd uit veiligheidsoverwegingen de dienst sluiten. Het diensthoofd brengt meteen de secretaris op de hoogte.
De secretaris beslist over eventuele opschorting van de dienstverlening.
Artikel 228.
Als de dienst gesloten is, geeft de leidinggevende de werknemers een taak die bijdraagt tot het nut van de organisatie.
Afdeling 2. Afdeling 2 Staking
Artikel 229.Bij aangekondigde staking stelt het diensthoofd stelt alles in het werk om de dienst te verzekeren en treft vooraf maatregelen om mogelijke verstoring van de dienst- en hulpverlening te voorkomen. Als dat nodig is, stelt hij de planning van de werkzaamheden bij om de gevolgen van mogelijke acties te beperken.
Artikel 230.
Als het diensthoofd informatie heeft waaruit blijkt dat hij de dienst niet kan verzekeren, dan geeft hij die zo snel mogelijk door aan de secretaris.
Alleen als er gevaar dreigt voor de werknemer of de burger door overmacht, kan het diensthoofd uit veiligheidsoverwegingen de dienst sluiten. Het diensthoofd brengt meteen de secretaris op de hoogte.
Als het diensthoofd oordeelt dat de dienst- en hulpverlening te beperkt is, dan meldt hij dit aan de secretaris. Als de secretaris oordeelt dat sluiten van de diensten niet mogelijk is, kan de bevoegde overheid alleen beslissen tot opeising van werknemers in kader van veiligheid en hygiëne en voor zover het wettelijke kader dat mogelijk maakt.
Artikel 231. werkwilligen
Wie zich op een stakingsdag aanbiedt om te komen werken, is werkwillig. Als de dienst gesloten is, geeft de leidinggevende de werknemers die niet staken een taak die bijdraagt tot het nut van de organisatie.
HOOFDSTUK 4 TOEPASSEN INSTRUMENTEN VOOR PERSONEELSBELEID
Artikel 232. Instrumenten personeelsbeleidDe leidinggevende, het diensthoofd en het lid van het managementteam past de instrumenten voor personeelsbeleid toe volgens de bepalingen van de rechtspositieregeling.
Versie 2.0 – Gemeenteraad 29/6/2015 p. 42 van 101 Artikel 233. Communicatie
De werknemer heeft recht op informatie bij de uitoefening van zijn taak. Het toezichthoudend personeel is verplicht om rechten, plichten, reglementen, maatregelen en richtlijnen van het bestuur of de secretaris doeltreffend te communiceren met de werknemers van zijn dienst.
HOOFDSTUK 5 TOEZICHT OP DE ARBEID
Artikel 234. Organisatie van de arbeidHet toezichthoudend personeel is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken.
Het toezichthoudend personeel verdeelt de taken, volgt de productiviteit en de kwaliteit van het werk op en waarborgt de orde en discipline op de werkvloer.
De werknemer voert de taken uit onder de verantwoordelijkheid van diegene die hem de taken heeft opgedragen.
Artikel 235. Veiligheid en hygiëne
§1. Het toezichthoudend personeel waarborgt de normale werking van de machines, voertuigen, en toestellen.
§2. Het toezichthoudend personeel is verantwoordelijk voor het doen naleven van alle voorschriften van veiligheid en hygiëne.
§3. Het toezichthoudend personeel draagt geen werk op met onaanvaardbaar risico.
HOOFDSTUK 6 CONTROLEMAATREGELEN
Artikel 236. Controle arbeidstijdDe leidinggevende, het diensthoofd en het lid van het managementteam is bevoegd om de controle op de arbeidstijd te voeren via het daarvoor geldend systeem.
Artikel 237. Arbeidsgeschiktheid
Als de leidinggevende, het diensthoofd en het lid van het managementteam vermoedt dat een werknemer niet geschikt is om te werken, dan kan hij een werknemer verbieden om het werk aan te vatten of verder te zetten zoals bepaald in artikel 279 van dit reglement.
De leidinggevende, het diensthoofd en het lid van het managementteam verwijst in dit geval de werknemer door naar de bedrijfsarts en brengt de personeelsdienst hiervan op de hoogte.
Artikel 238. Werkmiddelen
Het toezichthoudend personeel ziet toe op het gebruik van werkmiddelen. Hij stelt eventuele misbruiken vast en meldt ze aan de secretaris.
Artikel 239. Gezondheid, veiligheid en welzijn op het werk
Voor de controlemaatregelen over gezondheid, veiligheid en welzijn op het werk verwijzen we naar titel VIII gezondheid, veiligheid en welzijn op het werk.
Versie 2.0 – Gemeenteraad 29/6/2015 p. 43 van 101
HOOFDSTUK 7 ORDEMAATREGELEN
Artikel 240.
Het toezichthoudend personeel neemt de maatregelen die nodig zijn om de veiligheid van de werknemers of derden, de orde en goede werking van de organisatie of dienst te verzekeren.
HOOFDSTUK 8 BEPALINGEN VOOR WERKNEMER DIE PERSONEN IN OPLEIDING BEGELEIDEN
Artikel 241.
Dit hoofdstuk geldt voor de werknemers die personen in opleiding begeleiden in het kader van maatschappelijke integratie, stages of andere opleidingstrajecten.
Artikel 242.
De werknemer die personen in opleiding begeleidt, rapporteert objectief naar leidinggevenden en bevoegde overheden. Zij geven hun leidinggevenden duidelijk feedback over de inzetbaarheid van de leerlingen in opleiding.
De werknemer die personen in opleiding begeleidt, maakt proactief gebruik van alle beschikbare gegevens om de begeleidings- of opleidingssituatie succesvol te starten, voort te zetten, te veranderen of zo nodig te stoppen.