• No results found

Afwezigheden

In document Arbeidsreglement Stad Geel (pagina 25-0)

TITEL III. DE ARBEIDSTIJD

HOOFDSTUK 5 Afwezigheden

Artikel 138. Vakantieverlof, vrij te nemen feestdagen, omstandigheidsverlof, onbetaald verlof

§1. Vakantieverlof, vrij te nemen feestdagen, omstandigheidsverlof en onbetaald verlof kan opgenomen worden in halve of hele dagen.

Versie 2.0 – Gemeenteraad 29/6/2015 p. 26 van 101

§2. Vakantieverlof, vrij te nemen feestdagen, omstandigheidsverlof en onbetaald verlof moet opgenomen worden in het kalenderjaar waarin het toegekend wordt. Het is niet overdraagbaar naar het volgende kalenderjaar.

§3. De werknemer mag dit verlof in principe vrij kiezen. De werknemer vraagt het verlof vooraf aan.

Het aantal uren verlof dat aangevraagd wordt, moet in verhouding staan tot het tijdstip van de aanvraag en de continuïteit van de dienstverlening.

§4. De leidinggevende evalueert de aanvraag en zoekt een evenwicht tussen dienstbelang en persoonlijk belang om het verlof toe te staan of te weigeren.

§5. Als de werknemer ziek wordt voor de aanvang van één of meerdere aaneensluitende dagen afwezigheid door vakantieverlof, een ingeplande vrij te kiezen feestdag, omstandigheidsverlof of onbetaald verlof, dan wordt het verlof opgeschort en geldt de regeling voor afwezigheid door ziekte.

Afdeling 2. Vakantieverlof (Toepassing artikel 257, 258 en 259 van de rechtspositieregeling)

Artikel 139. Hoofdvakantieverlof

De werknemer heeft recht op minstens veertien en maximum 31 kalenderdagen aaneengesloten vakantie per jaar.

Om alle werknemers de mogelijkheid te geven het hoofdvakantieverlof op te nemen tijdens de zomer, moet het hoofdvakantieverlof dat tijdens de maanden juni, juli, augustus en september wordt opgenomen, voor 1 april van het kalenderjaar aangevraagd zijn.

Artikel 140. Collectieve sluiting

Bij volledige sluiting van een dienst, moet de werknemer voor de periode van de sluiting bij voorrang vakantieverlof opnemen.

Als de werknemer geen recht heeft op vakantieverlof, dan kan hij een andere vorm van afwezigheid opnemen. Deze regeling geldt zowel voor brugdagen als voor langere collectieve sluiting.

De secretaris stelt voor het begin van het kalenderjaar de collectieve sluitingsdagen vast na overleg met de representatieve vakorganisaties.

Artikel 141.

De werknemer kan elk kalenderjaar maximum vier aparte vakantiedagen opnemen zonder dat de leidinggevende het dienstbelang kan inroepen om het vakantieverlof te weigeren.

De werknemers in de vaste arbeidstijd kunnen per kalenderjaar 7:36 uur vakantieverlof opnemen in minuten.

Afdeling 3. Arbeidsduurverminderingsdagen

Artikel 142.

Deze afdeling is van toepassing voor de werknemers in het Federaal gezondheidsakkoord.

Artikel 143.

Arbeidsduurverminderingsdagen worden per kalendermaand toegekend.

Afdeling 4. Feestdagen (toepassing artikel 260 van de rechtspositieregeling)

Artikel 144. Algemeen

Een feestdag heeft de waarde van een volledige werkdag (7:36 uur).

Versie 2.0 – Gemeenteraad 29/6/2015 p. 27 van 101 Feestdagen worden alleen toegekend aan werknemers die in actieve dienst zijn en kunnen alleen opgenomen worden door werknemers die in actieve dienst zijn.

Feestdagen kunnen niet uitbetaald worden.

Artikel 145. Feestdag op een op zaterdag of zondag

Als een feestdag op een zaterdag of een zondag valt, dan kan de werknemer deze feestdag op een ander moment opnemen.

Artikel 146. Werken op een feestdag

Als een werknemer moet werken op een feestdag, dan kan hij die feestdag op een ander moment opnemen. Voor de gewerkte dag geldt de regeling voor onregelmatige prestaties.

Artikel 147. Feestdag en vast werkplan

Als een feestdag samenvalt met een inactiviteitsdag in het werkplan als gevolg van deeltijds werken, dan heeft de werknemer geen recht op deze feestdag.

Artikel 148. Feestdag en variabel werkplan

Als de werknemer een variabel werkplan heeft, dan heeft hij recht op alle feestdagen.

Afdeling 5. Ziekteverlof (toepassing artikel 297, 268, ... rechtspositieregeling)

Onderafdeling 1 - toepassingsgebied

Artikel 149.

Deze afdeling geldt bij afwezigheid door ziekte, verlenging van afwezigheid door ziekte en herval.

Herval is de situatie waarbij een werknemer binnen de veertien dagen opnieuw afwezig is door dezelfde ziekte.

Als de werknemer de regelgeving voor melding, attestering en controle niet volgt, dan brengt de werkgever hem via een aangetekende brief op de hoogte.

De contractuele werknemer heeft voor die dag geen recht op gewaarborgd loon. De statutaire werknemer komt voor die dag in de administratieve stand non-activiteit.

Gedurende de loopbaan krijgt de werknemer maximum één bericht waarbij de regeling voor ziekteverlof in herinnering wordt gebracht. Bij deze berichtgeving vervalt de inhouding van loon of de toekenning van de administratieve stand non-activiteit voor die eerste keer.

Onderafdeling 2 - melding Artikel 150.

De werknemer brengt minimaal een half uur voor de start van de servicetijd zijn leidinggevende op de hoogte van zijn arbeidsongeschiktheid door ziekte. De leidinggevende verwittigt de

personeelsdienst zo snel mogelijk.

Bij verlenging van de arbeidsongeschiktheid door ziekte brengt de werknemer de leidinggevende vooraf op de hoogte van de verlenging. Dat gebeurt de werkdag voor de oorspronkelijk voorziene terugkeer, voor 12 uur.

De verwittiging van arbeidsongeschiktheid verloopt via rechtstreeks contact met de leidinggevende of zijn afgevaardigde, ofwel door de werknemer ofwel door een derde. Rechtstreeks contact is een persoonlijk contact via telefoon of gsm, al dan niet via het antwoordapparaat.

Versie 2.0 – Gemeenteraad 29/6/2015 p. 28 van 101 Artikel 151. Verblijfplaats

§1. Als de werknemer na het indienen van het medisch attest op een andere plaats verblijft dan zijn woonplaats, zelfs tijdelijk, dan moet hij dit onmiddellijk meedelen aan de personeelsdienst.

§2. De regeling voor afwezigheid door ziekte geldt ook bij verblijf in het buitenland.

Onderafdeling 3 - Medisch attest Artikel 152.

De werknemer rechtvaardigt zijn afwezigheid door ziekte met een medisch attest. Het medisch attest vermeldt:

- de arbeidsongeschiktheid;

- de waarschijnlijke duur ervan;

- of de werknemer zijn verblijfplaats mag verlaten;

- of het over een verlenging van een voorafgaande afwezigheid door dezelfde ziekte gaat.

Komt deze vermelding niet voor op het medisch attest, dan zal vermoed worden dat de beide ongeschiktheden aan dezelfde ziekte te wijten zijn.

- of het over een herval van een voorafgaande afwezigheid door dezelfde ziekte gaat binnen de 14 kalenderdagen. Komt deze vermelding niet voor op het medisch attest, dan zal vermoed worden dat de beide ongeschiktheden aan dezelfde ziekte te wijten zijn.

Het medisch attest moet in één van de drie landstalen of het Engels opgesteld zijn.

Artikel 153.

De werknemer bezorgt het medisch attest zo snel mogelijk en uiterlijk binnen de twee werkdagen aan de personeelsdienst, te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid door arbeidsongeschiktheid.

Voor werknemers die deeltijds werken, is de inactiviteitsdag ook een werkdag. Feestdagen en brugdagen zijn geen werkdagen.

Artikel 154.

Drie aparte dagen per kalenderjaar kan de werknemer zich ziek melden zonder medisch attest.

De werknemer moet geen medisch attest indienen als hij ziek naar huis gaat na prestaties van minimum twee uur.

Artikel 155. Medisch attest indienen

Er zijn vier mogelijkheden om het medisch attest in te dienen:

1. Met de post

De werknemer stuurt het medisch attest op via de Post. De datumstempel van de Post is het bewijs.

2. Persoonlijk afgeven

De werknemer bezorgt het medisch attest aan de personeelsdienst, rechtstreeks of via het onthaal.

Als de werknemer het medisch attest niet zelf kan indienen, dan kan een derde dat doen. De datumstempel van de dienst die het attest ontvangt, is het bewijs. Op eenvoudige vraag kan de werknemer ook een ontvangstbewijs krijgen.

3. Elektronisch

De werknemer bezorgt het medisch attest elektronisch via personeelsdienst@geel.be voor werknemers van stad en AGB en via personeelsdienstocmw@geel.be voor werknemers van het

Versie 2.0 – Gemeenteraad 29/6/2015 p. 29 van 101 OCMW. De datum van de verzending van de mail is het bewijs. De werknemer dient het originele medisch attest binnen de week in.

4. Via de brievenbus van het stadhuis of van het sociaal huis

De werknemer stopt het medisch attest in de brievenbus van het stadhuis of van het sociaal huis. De brievenbussen worden elke werkdag ’s morgens gelicht. Als de werknemer zijn medisch attest in de loop van de namiddag of avond in de brievenbus stopt, riskeert hij dat het pas de volgende dag bij de inkomende briefwisseling zit. Dan geldt de datumstempel van de dag dat de brievenbus wordt leeggemaakt. Deze manier van indienen geeft de werknemer dus geen bewijs dat het attest binnen de gestelde termijn ingediend is.

Artikel 156. Overmacht

Als de werknemer door omstandigheden buiten zijn wil om zijn medisch attest niet kan indienen, dan verwittigt hij de personeelsdienst hiervan door iemand te laten langskomen of via telefoon.

Onderafdeling 4 - Medische controle Artikel 157.

De werknemer met ziekteverlof staat onder het toezicht van de medische controledienst die de werkgever aanduidt.

Als de werknemer is opgenomen in het ziekenhuis of als de afwezigheid het gevolg is van een

arbeidsongeval, dan staat hij niet onder toezicht van de medische controledienst. Het medisch attest bewijst of dit van toepassing is.

Artikel 158.

De werknemer die zich ziek gemeld heeft, moet zich de eerste twee dagen in de namiddag, vanaf 12 uur tot 18 uur ter beschikking houden voor medische controle.

Artikel 159.

De medische controle gebeurt aan huis. De medische controledienst verwittigt de werknemer via SMS wanneer het controlebezoek zal plaatsvinden. Als de werknemer geen gsm heeft, dan brengt de medische controledienst hem telefonisch op de hoogte.

Artikel 160.

Als de controlearts en de behandelende arts dezelfde zijn, dan meldt de werknemer dit aan de personeelsdienst. De personeelsdienst vraagt de medische controledienst dan om een andere controlearts in te schakelen.

Artikel 161.

De controlearts onderzoekt of de arbeidsongeschiktheid en de vermoedelijke duur van de afwezigheid gewettigd is. De controlearts kan hiertoe de behandelende arts raadplegen.

De controlearts maakt ter plaatse een verslag op van zijn bevindingen waarvan hij één exemplaar aan de werknemer geeft. Het verslag vermeldt:

- Dat er sprake is van arbeidsongeschiktheid;

- De periode van arbeidsongeschiktheid;

- Bijzonderheden van de aard of oorzaak van de arbeidsongeschiktheid;

- Of er sprake is van dezelfde oorzaak bij herhaling van arbeidsongeschiktheid;

Versie 2.0 – Gemeenteraad 29/6/2015 p. 30 van 101 Artikel 162. Organisatie van de controle

Het diensthoofd vraagt een controlebezoek via de personeelsdienst. Als het controlebezoek nog dezelfde dag moet plaatsvinden, dan moet het diensthoofd de controle voor 10 uur aanvragen.

De leidinggevende voert na elke controle een gesprek met de werknemer om na te gaan of de afwezigheid door ziekte eventueel het gevolg is van algemene of psychosociale belasting op het werk.

Artikel 163. Weigering

Als de werknemer de medische controle weigert, dan wordt het gewaarborgd loon geweigerd.

Het verslag van de controlearts geldt als bewijs van weigering van medische controle.

De werknemer krijgt een schriftelijke mededeling van de weigering van gewaarborgd loon of de toekenning van de administratieve stand non-activiteit.

Artikel 164. Werknemer thuis afwezig

Als de werknemer niet thuis is op het moment dat de controlearts zich aanmeldt, dan krijgt de werknemer een uitnodiging om zich voor controle aan te melden bij de controlearts. Als de

werknemer niet ingaat op die uitnodiging, dan geldt dit als een weigering van controle. Het verslag van de controlearts geldt als bewijs van weigering.

Artikel 165. Werknemer verhinderd

Als de werknemer verhinderd is om op de uitnodiging in te gaan, dan neemt hij contact op met de personeelsdienst om een andere afspraak te maken.

Artikel 166. Kosten van de controle

De reiskosten van de werknemer zijn voor rekening van de werkgever.

Onderafdeling 5 - Terugkeer uit ziekteverlof Artikel 167. Terugkeer

Als de werknemer terugkeert uit ziekteverlof van minstens vier weken, dan moet hij zijn rechtstreeks leidinggevende twee werkdagen vooraf verwittigen van zijn terugkeer. De leidinggevende verwittigt de personeelsdienst.

Na een afwezigheid door ziekte van minstens vier weken, stelt de bedrijfsarts de arbeidsgeschiktheid vast voor de hervatting.

Artikel 168. Vervroegde terugkeer

Als de werknemer vroeger terugkeert uit ziekteverlof dan zijn medisch attest vermeldt, dan moet hij zijn rechtstreeks leidinggevende vooraf verwittigen van zijn terugkeer. De leidinggevende verwittigt de personeelsdienst.

De bedrijfsarts kan de arbeidsgeschiktheid vaststellen.

Onderafdeling 6 - Betwistingen Artikel 169. Overlegprocedure

Als de werknemer niet akkoord gaat met de bevindingen van de controlearts, dan bezorgt de werknemer het verslag van de controlearts binnen 24 uur aan de behandelend arts.

De controlearts zal de behandelende arts raadplegen om tot een consensus te komen.

Indien de behandelende arts een nieuw attest aflevert, geldt dit als een verlenging.

Versie 2.0 – Gemeenteraad 29/6/2015 p. 31 van 101 Artikel 170. Arbitrageprocedure

§1. Als de betwisting tussen behandelende arts en de controlearts blijft bestaan na de

overlegprocedure, dan kunnen werkgever en/of werknemer het geschil voorleggen aan een derde arts of aan de bevoegde arbeidsrechtbank.

§2. Als de werknemer voor een arbitrageonderzoek kiest, dan zullen de behandelende arts en de controlearts in gemeenschappelijk overleg een derde arts aanduiden.

§3. De medische controledienst organiseert de arbitrageprocedure.

§4. De uitspraak van deze procedure is bindend voor werknemer en werkgever en zij zullen zich naar zijn oordeel schikken.

§5. De kosten van de arbitrage zijn voor rekening van de verliezende partij (werknemer of werkgever).

Artikel 171. Arbeidsrechtbank

De arbitrageprocedure doet geen afbreuk aan het recht van werkgever en werknemer om het geschil door de arbeidsrechtbank te laten beslechten.

Afdeling 6. Omstandigheidsverlof (toepassing artikel 291 en 292 rechtspositieregeling) Artikel 172.

§1. Omstandigheidsverlof kan opgenomen worden in halve of hele dagen.

§2. De werknemer mag dit verlof in principe vrij kiezen. De werknemer vraagt het verlof vooraf aan.

§3. Omstandigheidsverlof tot vier dagen moet opgenomen worden in de maand voor en / of de maand na de omstandigheid. Vaderschapsverlof moet opgenomen binnen de vier maanden na de geboorte van het kind.

Afdeling 7. Dienstvrijstellingen (artikel 325, 326, 327, 328, 329, 330, 331, 332, 333 rechtspositieregeling)

Artikel 173. Attestering

De werknemer attesteert elke dienstvrijstelling met uitzondering van de dienstvrijstelling voor sociale activiteiten op het werk.

Artikel 174. Toepassing artikel 325 rechtspositieregeling - Vrijwilliger brandweerkorps of korps voor burgerlijke bescherming - Rode Kruis of Vlaamse Kruis

De werknemer kan alleen dienstvrijstelling krijgen als hij bij de veiligheidsdienst in een wachtdienst zit of opgeroepen wordt. Dit moet blijken uit het attest of de dienstplanning.

De leidinggevende verleent de dienstvrijstelling. Hij houdt hierbij rekening met de dienstverzekering.

De werknemer gebruikt zijn eigen vervoer voor eigen rekening.

Artikel 175. Toepassing artikel 331 rechtspositieregeling - Oproeping administratieve gezondheidsdienst

De werknemer krijgt dienstvrijstelling voor de tijd die nodig is voor de verplaatsing en voor het onderzoek. De kosten van de verplaatsing zijn voor rekening van de werkgever.

Versie 2.0 – Gemeenteraad 29/6/2015 p. 32 van 101

Afdeling 8. Staking

Artikel 176.

Werknemers die staken, doen dat voor een hele dag (standaardtijd).

Afdeling 9. Faciliteiten voor syndicaal afgevaardigden Artikel 177. Erkenning als afgevaardigde

De representatieve vakorganisaties bezorgen voor 1 januari van het volgende jaar de lijst van hun afgevaardigden aan de secretaris.

De secretaris neemt bij het begin van het kalenderjaar kennis van de afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties.

Alleen de werknemers die erkend zijn als afgevaardigde, kunnen aanspraak maken op faciliteiten voor hun syndicaal werk.

Artikel 178. Dienstvrijstelling

De afgevaardigden krijgen dienstvrijstelling voor de terugkerende vergaderingen van het comité voor preventie en bescherming op het werk, het onderhandelings- en overlegcomité en de eventuele voorbereidende vergaderingen. Deze activiteiten worden bij het begin van het kalenderjaar in overleg tussen representatieve vakorganisaties en werkgever vastgelegd en moeten daarom niet geattesteerd worden. De werknemer moet aanwezig zijn op het overleg, wat moet blijken uit de notulen van het overleg.

De dienstvrijstelling geldt voor de nodige tijd en kan alleen toegekend worden tijdens de diensttijd volgens het werkplan. De verplaatsingstijd naar de activiteit geldt als dienstvrijstelling.

Artikel 179. Vakbondsverlof (toepassing artikel 314 rechtspositieregeling)

De werknemer moet voor elke afwezigheid voor alle andere syndicale activiteiten dan de terugkerende vergaderingen, vakbondsverlof aanvragen.

De werknemer vraagt het vakbondsverlof vooraf aan met het attest van de representatieve vakorganisatie. Dat attest vermeldt de plaats van de activiteit, de dag en het begin- en eind uur.

De duur van het vakbondsverlof dat aangevraagd wordt, moet in verhouding staan tot het tijdstip van de aanvraag. De leidinggevende kan het vakbondsverlof niet weigeren.

Het vakbondsverlof geldt voor de nodige tijd en kan alleen toegekend worden tijdens de diensttijd volgens het werkplan. De verplaatsingstijd naar de activiteiten geldt als vakbondsverlof.

HOOFDSTUK 6 Arbeidstijdregistratie Afdeling 1. Algemeen

Artikel 180. Toepassingsgebied

§1. Alle werknemers van het lokaal bestuur registreren hun arbeidstijd volgens het geldende systeem: begin en einde diensttijd, afwezigheden.

§2. De decretale graden en de werknemers die geen vaste werkplek hebben, registreren alleen de afwezigheden volgens het geldende systeem. De lijst van werknemers die geen vaste werkplek hebben, is als bijlage 5 bijgevoegd.

§3. Registreren gebeurt individueel en persoonlijk. De werknemer mag niet voor zijn collega's registreren en mag zijn collega's ook niet voor hem laten registreren.

Versie 2.0 – Gemeenteraad 29/6/2015 p. 33 van 101 Artikel 181. Elektronisch systeem voor arbeidstijdregistratie

§1. De werknemers moeten het geldende systeem voor arbeidstijdregistratie gebruiken. De registratie gebeurt volgens de gebruiksvoorschriften van het geïnstalleerde systeem.

§2. Elke werknemer krijgt van de centraal beheerder bij indiensttreding voor de duur van zijn tewerkstelling toegang tot het systeem voor de registratie van de arbeidstijd via een personeelspas.

De personeelspas is persoonlijk. Bij het einde van de tewerkstelling moet de personeelspas worden ingeleverd.

§3. De werknemer meldt eventuele schade aan de personeelspas of het verlies ervan

onmiddellijk aan de centraal beheerder. De centraal beheerder annuleert dan de personeelspas en maakt een nieuwe aan. Vanaf het tweede verlies of beschadiging betaalt de werknemer de

personeelspas voor kostprijs. De werknemer levert een onbruikbare personeelspas terug in bij de centraal beheerder.

§4. Als het elektronisch arbeidstijdregistratiesysteem niet functioneert, dan houdt de werknemer zijn arbeidstijden schriftelijk bij. De werknemer geeft de geregistreerde arbeidstijd na de herstelling van het systeem in.

Artikel 182. Locatie

De werknemer gebruikt het registratiesysteem op zijn toegewezen werkplek of de dichtstbijzijnde werkplek.

Afdeling 2. Rollen in het arbeidstijdregistratiesysteem

Artikel 183. Centraal beheerder

Een centraal beheerder is een werknemer die in het elektronische arbeidstijdregistratiesysteem de bevoegdheden heeft die nodig zijn om de basisgegevens van de arbeidstijdregistratie te beheren.

De centraal beheerder kent de rollen in het arbeidstijdregistratiesysteem toe op basis van de plaats van de werknemer in het organogram.

Artikel 184. Teamleider

Een teamleider is een beheerder in het elektronische arbeidstijdregistratiesysteem die ook

leidinggevende is en die de bevoegdheden heeft om arbeidstijdregistratie van de medewerker van zijn team te beheren.

Artikel 185. Planner

Een planner is een beheerder in het elektronische arbeidstijdregistratiesysteem die ook leidinggevende is en die de bevoegdheden heeft om arbeidstijd van de leden van zijn team te plannen.

Artikel 186. Tussenpersoon

Een tussenpersoon is een werknemer die geen leidinggevende functie heeft maar die het dagelijks beheer van de arbeidstijdregistratie in opdracht van een leidinggevende opvolgt.

Artikel 187. Consultatie

Consultatie is de bevoegdheid voor een werknemer om in het elektronische

arbeidstijdregistratiesysteem de arbeidstijdregistratie van andere teams te raadplegen.

Artikel 188. Medewerker

Een medewerker is een werknemer die in het elektronische arbeidstijdregistratiesysteem de bevoegdheden heeft om zijn arbeidstijd te beheren.

Versie 2.0 – Gemeenteraad 29/6/2015 p. 34 van 101

Afdeling 3. Registratie van de vaste arbeidstijd

Artikel 189. Begin en einde van de arbeidstijd

De werknemer is uiterlijk aanwezig op het uur dat zijn werkplan aangeeft.

De werknemer vertrekt ten vroegste op het uur dat zijn werkplan aangeeft.

Artikel 190. Registratie arbeidstijd

§1. De werknemer registreert zijn aanwezigheid voor het begin van de arbeidstijd en na het einde van de arbeidstijd.

§2. Als de werknemer vergeet te registreren, dan kan hij de gepresteerde uren binnen de week nog ingeven met motivering. De teamleider aanvaardt of weigert deze aanvraag.

Artikel 191. Registratie pauze 30 minuten

§1. De werknemer registreert voor het begin van de pauze en na het einde van de pauze.

§2. Als de werknemer de pauze niet registreert, dan kent het arbeidstijdregistratiesysteem automatisch een pauze toe die gelijk is aan de pauze die voorzien is in het werkplan.

§3. Als de werknemer een pauze van minder dan 30 minuten registreert, dan kent het

arbeidstijdregistratiesysteem automatisch een pauze toe die gelijk is aan de pauze die voorzien is in het werkplan.

Artikel 192. Registratie opdracht buiten de toegewezen werkplek

Artikel 192. Registratie opdracht buiten de toegewezen werkplek

In document Arbeidsreglement Stad Geel (pagina 25-0)