• No results found

Aanbevelingen

In document ANTON DE KOM UNIVERSITEIT VAN SURINAME (pagina 104-109)

9. Aanbevelingen

Als eerst kan ik nu overtuigd zeggen: ‘De concept-contextmethode werkt!’

Het interventieonderzoek heeft uitgewezen dat toepassing van de concept-contextmethode binnen een module positief bijdraagt aan projectmatig leren, zorgt voor een verhoogde

self-efficacy bij de studenten, ervoor zorgt dat de studenten gemotiveerd werken aan de

opdrachten en dat de transfer van kennis en vaardigheden naar een nieuwe leersituatie wordt bevorderd. Ook de leerresultaten uit de lessenserie horende bij de module Boekouden 3 en de leerresultaten horende bij het boekhoudenproject zijn verbeterd door toepassing van de concept-contextmethode. Het onderzoek naar een mogelijk ontwerp van de module ‘Boekhouden 3’ naar de concept-contextbenadering die studenten door verhoogde self-efficacy beter voorbereid op projectmatig werken en bijdraagt aan verbetering van het leerresultaat van het boekhouden project heeft naar mening van collega docenten en de opleidingscoördinator van de opleiding Economie positieve resultaten opgeleverd voor de opleiding.

In dit hoofdstuk doe ik enkele aanbevelingen aan verschillende actoren over de effectiviteit van de interventie.

Aanbevelingen aan de opleiding Economie

Na het eerste leerjaar van de opleiding Economie doorlopen studenten nogal wat modules die in de vorm van projecten worden aangeboden. Hierbij kan gedacht worden aan de volgende modules: Mini onderneming, Marketing, Bedrijfssimulatie, Computerboekhouden, Organisatie & Management, Toegepaste Algemene Economie en Project Bedrijfseconomie in de beroepspraktijk. Tijdens het interventieonderzoek ben ik mij ervan bewust geworden dat toepassing van de concept-contextmethode ook positieve vruchten kan afwerpen bij genoemde projectgerichte modules. Dit weergeeft het generatief vermogen van de interventie. Door het interventieonderzoek zijn er collega docenten geïnteresseerd geraakt in de werking van concept-contextmethode. Deze collega’s zijn van mening “dat de

studenten die de concept-contextmethode hebben ervaren een positieve leerhouding hebben ontwikkeld. De studenten uit de interventiegroep zijn stukken gemotiveerder tijdens andere projecten dan de andere studenten die niet eerder in contexten hebben geleerd. Ook hebben de studenten uit de interventiegroep aangeleerde leerstrategieën uit de concept-context ingerichte lessenserie bewust toegepast tijdens nieuwe projectmatige modules, zoals Mini onderneming en Marketing” (persoonlijke gesprekken, Augustus 2014 & December 2014).

Naar mening van de opleidingscoördinator kan “de context-contextmethode ook toegepast

worden in andere modules binnen de opleiding Economie met het oog op het betekenisvol opleiden van de toekomstige leraren Economie” (persoonlijk gesprek, December 2014).

99 Uit gesprekken met studenten (januari 2014) blijkt dat tweedejaars-studenten Economie onder andere moeite hebben om de theoretische kant van de didactische principes van de economische vakken te begrijpen. Dit heeft tot gevolg dat studenten deze principes ook niet concreet kunnen verwoorden en toepassen in praktijksituaties, zoals de stage. Door de didactische principes in context aan te bieden kan er een verbetering optreden in de zienswijze, denkwijze en toepassing van de studenten met betrekking tot deze principes. Het aanbod van de concept-contextmethode kan ertoe bijdragen dat de didactische principes voortaan beter begrepen en op de juiste wijze toegepast zullen worden door de studenten. Ook voor de docenten levert deze methode voordelen op. De docent die de studenten in principe klaar stoomt voor het beroep van leraar zal ervaren dat de leraar in opleiding nu betere invulling geeft aan zijn toekomstig te bekleden functie en ook zijn eigen leerproces leert sturen.

Ik zie deze interventie als het voortraject van de innovatie en implementatie van een didactiek voor de deelvakken van de handelswetenschappen die onderwezen worden op het MULO. De opgeleverde resultaten en de theoretische kaders uit dit onderzoek kunnen gebruikt worden als valide onderzoeksmateriaal bij de ontwikkeling van de vakdidactiek behorende bij het boekhoudenproject. Daar ik ervan overtuigd ben dat de concept-contextmethode werkt in het economie onderwijs, net name ter bevordering van het leren in projectonderwijs, doe ik ook de aanbeveling om de interventie voort te zetten. Hierbij wil ik collega’s over de concept-contextmethode informeren en ze instrueren bij het ontwikkelen van contextopdrachten voor projectgerichte modules. Dit met de bedoeling de docenten zelfstandig en of in sectieverband vertrouwd te doen raken aan de concept-contextmethode. De docenten zouden de ontworpen contextopdrachten kunnen aanbieden tijdens hun eigen lessen en daarbij toetsen als deze methode daadwerkelijk leidt tot verbeterde leerresultaten bij hun studenten.

Verder wil ik de kennis en vaardigheden voortvloeiende uit het onderzoek met de docenten delen en ze de nodige tools aanreiken bij het inrichten van hun lessen naar de concept-contextmethode. Ik zie ernaar uit de collega docenten te helpen in het vaardig worden bij de ontwikkeling van contexttaken en de inrichting van hun lessen naar de concept-contextmethode. Naar mijn mening moeten de lerarenopleiders toegerust worden met de kennis en vaardigheden (strategieën) horende bij de concept-contextmethode. Bij de ontwikkeling van de contexttaken doe ik de aanbeveling de richtlijnen, zoals Kneppers (2009) die beschrijft, te gebruiken als leidraad en van daaruit een eigen invulling te geven aan het geheel. Behalve de richtlijnen die Kneppers heeft vastgesteld dient er zeker ook aandacht besteed te worden aan de opleidingsprincipes, het vakgebied, het doel, de studentengroep en de docent. Hierbij moet vooraf ook eerst worden bekeken wat de toegevoegde waarde van de concept-contextmethode voor het leerproces van de studenten is en wat de meerwaarde van de methode is voor een bepaalde module. Het is raadzaam

100 dat wij docenten de koppen bij elkaar steken en de huidig gehanteerde methodes in projectonderwijs ter vergelijking plaatsen naast de concept-contextmethode. Vervolgens stel ik voor de pro’s en contra’s van beide methodes te inventariseren en een analyse hiervan te doen. Dat wat reeds werkt wordt behouden en aangescherpt en dat wat nog niet werkt wordt aangepast of er wordt iets nieuws ontworpen. Als aanvulling op de theorie van Kneppers doe ik de aanbeveling om in de concept-contextmethode bewust gespreksmomenten in te bouwen waarbij de studenten zich uiten over toegepaste activiteiten. Hier heb ik het met name over die gespreksvormen die het probleemoplossend denken stimuleren zoals ‘het leergesprek’ (Standaert, Troch, Peeters & Stroobants, 2012). Dit met het doel dat studenten zelf komen tot principes en methoden. Naast het komen tot nieuwe inzichten moet bij toepassing van de concept-contextmethode expliciet worden stilgestaan bij het ‘leren waarderen en toepassen’ van principes en methoden in een volgende leersituatie.

Om genoemde argumenten en met het oog op het doen slagen van project ingerichte modules beveel ik de opleiding Economie aan andere modules ook in te richten naar de concept-contextmethode. Hierop aansluitend beveel ik de opleiding Economie van harte aan gebruik te maken van de onderzoeksresultaten van het analyse- en interventieonderzoek en relevante informatie uit de ontworpen concept-context ingerichte lessenserie voor de module ‘Boekhouden 3’.

Aanbevelingen aan het instituut

Bij het vaststellen van de onderzoeksresultaten uit de interventie realiseerde ik me dat de docenten van de opleiding Economie en van andere opleidingen van het I.O.L. met toepassing van de concept-contextmethode de studenten enorm kunnen stimuleren in de ontwikkeling van de competenties die vereist zijn voor de uitvoering van hun toekomstig beroep als leraar op VOJ niveau. Deze competenties worden vooral ontwikkeld bij de verschillende beroepsvormende modules. Binnen de opleiding Economie worden de modules Vakdidactiek en Instituutspracticum aangeboden, waarin de vakkennis en vaardigheden maar meer nog de didactiek van het desbetreffend vak wordt aangeleerd.

Met het oog op de accreditatie van de opleidingen en professionalisering van de docenten van het I.O.L. doe ik de aanbeveling naar de opleidingscoördinator van de opleiding Beroepsvorming en de directie om ook tijdens genoemde beroepsvormende modules te werken volgens de concept-contextmethode. Door de concept-contextmethode toe te passen bij genoemde modules kan de student relevante beroepscompetenties meteen in context ontwikkelen. Docenten kunnen met toepassing van de concept-contextmethode de verschillende kernconcepten vorm doen krijgen door deze in context aan te bieden. Door toepassing van het proces van contextualiseren, decontextualiseren en recontextualiseren worden studenten geholpen beknopte begrippen en aspecten uit de leerstof te begrijpen

101 wat vervolgens transfer bevorderend werkt (Peters, 2012). In dit alles is het raadzaam om de gewenste competenties, horende bij een module, concreet te formuleren voor de student. Dit kan het best aan de hand van indicatoren. De student kan dan vooraf weten wat van hem verwacht wordt bij een module en kan dan zelf natrekken in hoeverre hij wel of niet voldoet aan de competentie.

Verder beveel ik de directie van het I.O.L. aan de opleiding Economie het voortouw te geven in het professionaliseren van zijn docenten op het gebied van module ontwikkeling. Hierbij zal het noodzakelijk zijn dat de docenten getraind worden in het ontwikkelen van curricula en de uitvoer ervan. Ook moeten docenten getraind worden in de concept-contextmethode in projectonderwijs. Naast dit onderzoek zijn er binnen de opleiding Economie nog drie docenten die deel hebben genomen aan de Educatieve Mastersopleiding. Eén van de masters doet onderzoek naar curriculum ontwikkeling door docenten. De ander onderzoekt de ontwikkeling van samenwerkingsvaardigheden binnen projectgerichte modules en de andere masterstudent doet onderzoek naar de leerstijlen van de studenten binnen de opleiding Economie. Gekeken naar de aard van de onderzoeken die deze masters hebben uitgevoerd kan het effect van de professionalisering van de docenten van de opleiding Economie echt worden versterkt als genoemde masters nauw met elkaar werken.

Ik zal eerst de stakeholders en collega docenten uit het docententeam van de opleiding Economie moeten interesseren in het voorstel en ook mijn innovatie moeten implementeren binnen de opleiding Economie. Het is aan te bevelen om vanuit de opleiding Economie te werken in werkgroepen, waarbij de groepen regelmatig ‘overleg’ en ‘brainstorm’ momenten hebben waar kennis, vaardigheden en ervaringen worden gedeeld. De werkgroepen kunnen gezien worden als de werkarmen van de opleiding Economie. Het is ook raadzaam producten te ontwikkelen binnen de werkgroepen. Deze werkgroepen kunnen te zijner tijd hun ontwerpen delen met andere collega’s tijdens themadagen van het instituut. Het ligt in de bedoeling dat er een kern gevormd wordt uit deze werkgroepen die het brein zullen vormen van het instituut op ‘innovatie gebied’.

Er dient een ‘mindshift’ plaats te vinden bij de lerarenopleiders. Het is noodzakelijk dat de lerarenopleider zijn beroep niet langer ziet als slechts ‘het overdragen’ van kennis en vaardigheden aan de leraar in opleiding. De lerarenopleider moet in principe de leraar in opleiding meer gaan zien als ‘tussenproduct’ en de leerlingen op VOJ niveau, die in de toekomst deel uit zullen maken van die maatschappij, als ‘eindproduct’. Bij het bedenken, ontwikkelen en implementeren van onderwijsaspecten binnen de lerarenopleiding dient dus steeds verder gedacht te worden dan de student als leraar in opleiding. De concept-contextmethode bevat typische elementen die de ‘mindshift’ bij de docenten kan helpen bevorderen. Naar mijn mening zal het I.O.L. met toepassing van de concept-contextmethode het beroep van leraar VOJ op een hoger niveau helpen tillen, daar de

102 studenten (leraren in opleiding) met behulp van deze methode betekenisvol zullen leren. In het verlengde hiervan is de kans groot dat de afgestudeerde studenten, die tevens toekomstige leraren op VOJ niveau worden, de in context ontwikkelde beroepscompetenties effectief zullen inzetten in de stage (beroepspraktijk) met het gevolg dat zij op hun beurt hun leerlingen zullen ‘equippen’ en in voldoende mate met de juiste kennis en vaardigheden zullen kunnen sturen in hun eigen leerproces. Met deze gedachte komt het aspect van de ‘dubbele bodem’ in het onderwijs tot uiting en wordt deze in tact gehouden.

Wij, leraren opleiders, moeten het initiatief nemen en ergens beginnen indien we daadwerkelijk willen dat de opleiding en in het verlengde daarvan het instituut zich opnieuw een professionele positie in de samenleving verwerft. Dit gezegd hebbende beveel ik tot slot de opleidingscoördinator en het heel docententeam van de opleiding Economie aan om samen hun hoofd te buigen over het huidig curriculum van de opleiding. Het curriculum zou onder andere opnieuw bekeken moeten worden qua haalbaarheid, de relevantie en inhoud van de modules en de didactiek van de verschillende vakken.

In document ANTON DE KOM UNIVERSITEIT VAN SURINAME (pagina 104-109)