• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Apeldoorn en omstreken, locatie Randerode in Apeldoorn op 6 december 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Apeldoorn en omstreken, locatie Randerode in Apeldoorn op 6 december 2021"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het inspectiebezoek

aan Stichting Zorggroep Apeldoorn en omstreken, locatie Randerode

in Apeldoorn op 6 december 2021

Utrecht, februari 2022 V2036384

(2)
(3)

Inhoud

1 Inleiding 4

1.1 Aanleiding bezoek 4

1.2 Beschrijving ZGA e.o. en locatie Randerode 4 1.2.1 ZGA e.o. 4

1.2.2 Locatie Randerode 5

1.3 Actuele ontwikkelingen in het kader van de Wzd en de Wvggz 6

1.4 COVID-19 6

2 Conclusie 7

2.1 Overzicht van de resultaten 7 2.2 Wat gaat goed 7

2.3 Wat kan beter 7 2.4 Conclusie bezoek 8

3 Wat zijn de vervolgacties 9

3.1 De vervolgacties die de inspectie van de zorgaanbieder verwacht 9 3.2 Vervolgacties van de inspectie 9

4 Resultaten 10

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg 10 4.1.1 Resultaten 10

4.2 Thema Deskundige zorgverlener 12 4.2.1 Resultaten 13

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid 16 4.3.1 Resultaten 16

Bijlage 1 Methode 19

Bijlage 2 Geraadpleegde documenten 21

(4)

Pagina 4 van 22

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bracht op 6 december 2021 een onaangekondigd bezoek aan Stichting Zorggroep Apeldoorn en omstreken (hierna: ZGA e.o.), locatie Randerode in Apeldoorn.

De inspecteurs toetsen of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is

voorgeschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. Het toetsingskader is slechts een selectie hieruit.

Als de inspecteurs het tijdens het bezoek nodig vinden ook andere thema’s te onderzoeken dan doen zij dit. De inspecteurs benoemen de onderzochte thema’s dan apart in dit rapport.

De in dit rapport gebruikte begrippen liggen vast in een verklarende woordenlijst.

De inspecteurs verzamelen informatie door middel van observaties, een rondleiding, het inzien van documenten en gesprekken. Ze toetsen de thema’s persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener en sturen op kwaliteit en veiligheid.

Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader.

1.1 Aanleiding bezoek

Op 28 januari 2020 stelde de inspectie ZGA e.o. voor een periode van negen maanden onder verscherpt toezicht. De inspectie constateerde structurele tekortkomingen op het gebied van kwaliteit en veiligheid van de zorgverlening bij ZGA e.o. Aan het einde van het verscherpt toezicht oordeelde de inspectie dat ZGA e.o. sinds de instelling van het verscherpt toezicht veel werk verzette.

Ondanks de COVID-19 pandemie werkten alle betrokkenen gestaag door aan het verbeterplan en leverde ZGA e.o. tijdig resultaatsverslagen aan. De inspectie concludeerde dat door de verbeterplannen en het toegenomen vertrouwen in de wijze waarop de bestuurder en het MT sturen, vertrouwen in verdere verbetering bij ZGA e.o. gerechtvaardigd is.

Met dit bezoek vormt de inspectie zich opnieuw een beeld van de kwaliteit en veiligheid van de zorg bij ZGA e.o.

1.2 Beschrijving ZGA e.o. en locatie Randerode 1.2.1 ZGA e.o.

ZGA e.o. biedt verschillende diensten op het gebied van wonen, zorg en welzijn in Apeldoorn. ZGA e.o. heeft vijftien locaties, waaronder woonvoorzieningen, woonzorgcentra en verpleeghuizen. Ook heeft ZGA e.o. vier verpleegunits en een revalidatie- en herstelcentrum en biedt ZGA e.o. thuiszorg, dagbesteding en hospicezorg aan. In een aantal van deze locaties realiseerde ZGA e.o.

kleinschalige woongroepen voor mensen met een vorm van dementie. ZGA e.o.

heeft een éénhoofdige raad van bestuur en zes leden in de raad van toezicht.

ZGA e.o. heeft een directeur wonen, zorg en welzijn die alle zorgactiviteiten aanstuurt en een directeur behandeling. Daarnaast heeft ZGA e.o. nog vier andere managers; de manager kwaliteit en beleid, manager human resources, manager facilitair en de manager beheer. De teams zorgverleners worden

(5)

aangestuurd door teammanagers. ZGA e.o. heeft circa 20 teammanagers in dienst.

Behandeldienst

ZGA e.o. heeft een eigen behandeldienst. Deze behandeldienst levert

(para)medische zorg aan de cliënten. Een specialist ouderengeneeskunde (SO) is medisch eindverantwoordelijke van de cliënten van Randerode. Daarnaast heeft Randerode (GZ)psychologen, ergotherapeuten, fysiotherapeuten, diëtisten, maatschappelijk werkers en logopedisten. ZGA e.o. heeft een academische status voor het opleiden van SO’s, physician assistants, huisartsen en GZ- psychologen.

Organisatieontwikkelingen

ZGA e.o. is voornemens om een tweede bestuurder aan te trekken om zo een collegiaal bestuur te vormen. Ook is de directeur behandeling recent vertrokken bij de organisatie. Een directeur behandeling a.i. zal deze positie voor zes tot acht maanden gaan vervullen.

1.2.2 Locatie Randerode

Randerode is een woon/zorgcentrum dat diensten verleent op het gebied van wonen, zorg en welzijn. In het gebouw is ook locatie Winkewijert gevestigd.

Winkewijert heeft afdelingen voor geriatrische revalidatie en eerstelijnszorg. Dit inspectiebezoek richt zich op Randerode en laat Winkewijert buiten beschouwing.

Randerode heeft drie afdelingen voor cliënten met een psychogeriatrische (PG) zorgvraag, waarvan één afdeling voor jonge mensen met dementie. Daarnaast zijn er twee afdelingen voor cliënten met een somatische zorgvraag. Ook heeft Randerode een afdeling voor dubbelzorg waar cliënten zowel een psychische als een somatische zorgvraag hebben. De inspectie bezocht de afdelingen

dubbelzorg, somatiek en PG.

Randerode bestaat uit een deel nieuwbouw en oudbouw. Deze twee gebouwdelen zijn met een gang aan elkaar verbonden. In de nieuwbouw is de

revalidatieafdeling gevestigd. In het midden van deze afdeling is een ruimte waar mensen TV kunnen kijken en eten. Iedere cliënt heeft een kamer met een eigen sanitaire ruimte. In de oudbouw zijn de PG, dubbelzorg en de somatische afdelingen gevestigd. Op iedere afdeling zijn meerdere gemeenschappelijke ruimtes. In de oudbouw hebben cliënten een eigen kamer, ze delen soms sanitair met twee of drie andere cliënten.

Cliënten

Op het moment van het inspectiebezoek wonen er binnen Randerode 130

cliënten met een indicatie op basis van de Wet langdurige zorg. De zorgprofielen van de cliënten variëren tussen de 4LG, 5LG, 6LG, 5VV, 6VV, 7VV en 9VVb.

Zorgverleners

De zorgverleners van Randerode werken in teams. De teams zijn gekoppeld aan één afdeling. In totaal heeft Randerode zes teams. Drie teammanagers geven leiding aan de zes teams. De teammanagers hebben ieder een eigen doelgroep:

PG, somatiek of dubbelzorg. De totale formatie voor de zorgverlening bedraagt 68,66 fte. Dit zijn 110 zorgverleners. De niveaus van de zorgverleners variëren van zorgbegeleidingsassistent (niveau 1) tot verpleegkundige (niveau 5).

Randerode heeft 17 zorgbegeleidingsassistenten, 19 helpenden (plus), 55 verzorgenden(-IG), 14 Eerst Verantwoordelijk Verzorgende (EVV’ers) en 5 verpleegkundigen. Daarnaast zijn er 5 leerling-verzorgenden en zes leerling- verpleegkundigen.

(6)

Pagina 6 van 22

1.3 Actuele ontwikkelingen in het kader van de Wzd en de Wvggz

ZGA e.o. had een Bopz-aanmerking voor Randerode en is sinds 1 januari 2020 in het openbaar locatieregister ingeschreven als Wet zorg en dwang (Wzd)-locatie.

1.4 COVID-19

Ten tijde van het inspectiebezoek zijn er op verschillende afdelingen 1 of meer besmettingen. De zorgaanbieder werkt met kleurcoderingen om de omvang van het aantal besmettingen te duiden. In principe verplaatsen zij geen cliënten naar andere afdelingen/cohorten. Vanuit bron- en contactonderzoek zien zij dat de besmettingen bij cliënten veelal door bezoek plaatsvinden. De zorgaanbieder biedt bezoek bij binnenkomst de mogelijkheid een zelftest af te nemen. Dit omdat men ervaarde dat niet iedereen dat thuis deed, of kan bekostigen. De zorgaanbieder heeft een hoog verzuim gerelateerd aan COVID-19. Het beleid hierbij is dat zorgverleners thuisblijven bij besmetting en/of (milde) klachten. Bij besmette huisgenoot maar zelf geen klachten, met een negatieve zelftest en een FFP2 masker mogen zorgverleners aan het werk. Zorgverleners krijgen met regelmaat te maken met agressie vanuit bezoekers. Onder andere om die reden (en vanwege aanbieden zelftesten) wordt gewerkt met een gastvrouw bij de ingang van het pand. Zorgaanbieder heeft zelf alle cliënten voorzien van een booster vaccinatie. Zij hebben ook 12 momenten gepland om alle zorgverleners te prikken.

(7)

2 Conclusie

Dit hoofdstuk start met een samenvatting van de resultaten weergegeven in taartdiagrammen. Daarin staat hoe de inspectie de geleverde zorg beoordeelt.

Vervolgens geeft de inspectie haar conclusie over Randerode. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

2.1 Overzicht van de resultaten

Onderstaande diagrammen laten per thema zien hoe de inspectie Randerode beoordeelt. Een toelichting op de kleuren in de diagrammen staat in hoofdstuk 4.

Oordeel Thema 1 Thema 2 Thema 3

voldoet 2 1 2

voldoet grotendeels 2 3 1

voldoet grotendeels niet 0 1 0

voldoet niet 0 0 0

niet getoetst 1 2 0

2.2 Wat gaat goed

Randerode heeft in de tijd na het verscherpt toezicht inzicht en daadkracht getoond om verdere veranderingen door te voeren en te borgen. Hierbij staat de cliënt met zijn wensen en behoefte centraal. De cliënt krijgt warme en liefdevolle zorg. Deskundige zorgverleners kennen de cliënten en hebben aandacht voor de wensen van de cliënt. Randerode heeft de professionele afwegingen rondom risico’s en wensen van cliënten beter georganiseerd. Zorgverleners maken hierin samen met de cliënt professionele afwegingen. De cultuur in Randerode is gericht op leren en verbeteren. Er is een cultuur ontstaan waarin reflecteren en elkaar aanspreken vanzelfsprekend geworden is.

2.3 Wat kan beter

De inspectie vraagt aandacht voor de verdere borging van reeds ingezette verbeteringen en ontwikkelingen binnen Randerode. Gecreëerde structuren kunnen zorgverleners in de weg staan om persoonsgerichte zorg te geven. Ook het methodisch werken verdient aandacht. In het zicht van de implementatie van het nieuwe elektronische cliëntdossier (ECD) en naleving van de Wet zorg en dwang dienen zaken als wils(on)bekwaamheid en individuele afwegingen per cliënt bij de inzet van onvrijwillige zorg, vastgelegd te worden. Ook vraagt de inspectie blijvend aandacht voor de invloed van COVID-19 op de inzet van zorgverleners en de hoge werkdruk die zij langdurig ervaren.

Thema 1:

Persoonsgerichte zorg (5 normen)

Thema 2:

Deskundige zorgverlener

(7 normen)

Thema 3: Sturen op kwaliteit en

veiligheid (3 normen)

(8)

Pagina 8 van 22

2.4 Conclusie bezoek

Randerode voldoet grotendeels aan de gestelde normen. Elf van de twaalf getoetste normen voldoen grotendeels. De kwaliteit en de veiligheid van de zorgverlening in Randerode is in vergelijking met de vorige toezichtbezoeken aanzienlijk verbeterd. Dit geeft vertrouwen in de aansturing, de zelfreflectie en de transparantie van het management van ZGA e.o. De inspectie vertrouwt er daarom op dat ZGA e.o. zich blijvend zal inzetten voor verbetering en borging van de kwaliteit en veiligheid van zorg.

(9)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk leest u wat we van de zorgaanbieder verwachten.

Daarna leest u wat de inspectie zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgacties die de inspectie van de zorgaanbieder verwacht Zorgaanbieders moeten voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.

De inspectie gaat ervan uit dat het management van ZGA e.o. de in gang gezette verbeteringen doorzet en op korte termijn ook voldoet aan de normen waaraan locatie Randerode tijdens het inspectiebezoek ‘grotendeels’ en ‘grotendeels niet’

voldeed. De inspectie verwacht dat ZGA e.o. verbeteringen organisatiebreed doorvoert.

3.2 Vervolgacties van de inspectie

De inspectie concludeert dat de zorg in Randerode op dit moment van voldoende kwaliteit is en verwacht dat deze op orde blijft. De inspectie sluit daarom op basis van de bevindingen en conclusies in dit rapport het toezichttraject voor deze locatie af.

(10)

Pagina 10 van 22

4 Resultaten

Dit hoofdstuk beschrijft per thema de normen, het oordeel en de bevindingen.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Lichtgroen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg

Het startpunt voor het geven van de zorg zijn de wensen van de cliënt. Kent de zorgverlener de cliënt? Kent hij1 zijn geschiedenis? Weet hij wat de cliënt belangrijk vindt en wat de cliënt niet wil? Is er sprake van een evenwichtige en respectvolle relatie tussen een cliënt en een zorgverlener? Wordt er goed geluisterd naar de cliënt en zijn naasten? En belangrijker, staan de wensen van de cliënt centraal? Wordt hier gehoor aan gegeven? De cliënt heeft de regie en wordt daarbij ondersteund door zijn naasten en de zorgverlener.

4.1.1 Resultaten Norm 1.1

Iedere cliënt heeft inspraak in en afspraken over de doelen van de zorg, behandeling en ondersteuning.

Volgens de inspectie voldoet Randerode aan deze norm.

De inspectie ziet en hoort dat cliënten inspraak hebben in het zorgleefplan. Zo voert een EVV’er voor de opname van een cliënt een opnamegesprek met de cliënt en de contactpersoon van de cliënt. In dit gesprek staan kennismaking en wensen van de cliënt centraal. Dit opnamegesprek vormt de basis voor het zorgleefplan. Een verslag van het opnamegesprek ziet de inspectie terug in het ECD.

Eenmaal per jaar is er een zorgleefplanoverleg (ZLPO) voor iedere cliënt. Vooraf evalueert de EVV’er de zorg met de cliënt en/of contactpersoon. Bij het ZLPO zijn in ieder geval de EVV’er, de SO aanwezig en waar nodig sluiten andere betrokken disciplines, zoals de psycholoog of de teammanager aan. De cliënt en contactpersoon mogen aansluiten als zij dat wensen. In het cliëntendossier ziet de inspectie verslagen van het ZLPO terug. Ook is er eenmaal per jaar een vast overleg met cliënt, familie en de EVV’er. In dat overleg bespreken EVV’ers met cliënten en familie hoe zij de zorg bij Randerode ervaren.

1 Voor de leesbaarheid wordt hier de mannelijke vorm gebruikt; waar ‘hij’ staat bedoelt de inspectie ook

‘zij’.

(11)

Norm 1.2

Zorgverleners kennen de cliënt, zijn wensen en behoeften.

Volgens de inspectie voldoet Randerode aan deze norm.

De inspectie hoort en leest dat zorgverleners de cliënten kennen. Zorgverleners kennen de levensgeschiedenis van de cliënt en gebruiken deze informatie bij het uitvoeren van de dagelijkse zorg. De inspectie leest deze informatie ook terug in het ECD. Een zorgverlener vertelt dat informatie uit het verleden helpt om de cliënt beter te begrijpen, bijvoorbeeld over de gezinssamenstelling of vroegere beroepen. Zo hoort de inspectie dat een cliënt vroeger graag op zichzelf was. De zorgverleners zoeken met deze cliënt naar een balans tussen in de groep zijn en tijd voor zichzelf. Deze aanpak leest de inspectie terug in het ECD. Ook kennen zorgverleners de voorkeuren van de cliënt. Zo weten zorgverleners welke cliënten vroeg naar bed gaan en welke cliënten graag nog wakker blijven en in de huiskamer willen blijven.

Daarnaast ziet de inspectie dat er een breed aanbod aan activiteiten is. Tijdens het inspectiebezoek hoort de inspectie dat cliënten verschillende activiteiten ondernemen. Zo is er een wekelijkse wandelclub, zijn er 1 op 1 activiteiten en zijn er groepsactiviteiten. Een activiteitenbegeleider vertelt dat er een aantal cliënten genieten van een christelijk muziekprogramma op tv. Voor deze cliënten zet hij dit programma op in een aparte huiskamer. De inspectie leest in het cliëntendossier dat cliënten hiervan genieten en meezingen met de liederen.

Norm 1.3

Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over hun leven en welbevinden.

Volgens de inspectie voldoet Randerode grotendeels aan deze norm.

Tijdens het inspectiebezoek ziet de inspectie dat zorgverleners oog hebben voor de eigen regie van de cliënten, zij stimuleren deze bij de cliënt. Zo ziet de inspectie dat zorgverleners cliënten keuzemogelijkheden bieden, bijvoorbeeld in eten of drinken. Als een cliënt het moeilijk vindt om een keuze te maken, bieden de zorgverleners de mogelijkheden visueel aan. De inspectie hoort dat een zorgverlener vraagt wat een cliënt wil eten met de lunch. De inspectie ziet dat bijna alle cliënten brood eten. De cliënt geeft aan warme havermoutpap met een vleugje kaneel te willen. De zorgverlener maakt dit direct voor de cliënt. Ook ziet de inspectie dat een zorgverlener een cliënt stimuleert om zelf te eten. De cliënt geeft aan dit zelf niet te kunnen. De zorgverlener geeft de cliënt een lepel in haar handen en fluistert: “toe maar, je kunt het”. Deze kleine aanmoediging is voor de cliënt genoeg om zelfstandig te eten.

De inspectie ziet dat de zorgverleners aansluiten bij de behoefte en

mogelijkheden van de cliënt. Cliënten kunnen zelf aangeven hoe laat ze opstaan of naar bed gaan. Ook kunnen ze zelf bepalen hoe en waar ze de dag

doorbrengen. De inspectie ziet tijdens de rondgang dat alle kamers van cliënten verschillend zijn ingericht met eigen spullen.

Tegelijkertijd ziet en hoort de inspectie dat er structuren zijn die het aansluiten bij de regie van de cliënt in de weg staan. Zo maken zorgverleners gebruik van vier verschillende karren tijdens de lunch die in en uit de ruimte worden

gereden. Ook hoort en ziet de inspectie dat alle cliënten van de somatische afdeling na de lunch een dutje gaan doen. Een zorgverlener vertelt dat hierdoor

(12)

Pagina 12 van 22

zorgverleners met pauze kunnen. Of iedere cliënt behoefte heeft een aan dutje, is niet individueel afgestemd.

Daarnaast hoort en ziet de inspectie dat afspraken rondom wils(on)bekwaamheid niet altijd vastliggen op de somatische afdeling. Zo ziet de inspectie in een dossier van een cliënt met complexe problematiek dat de wilsbekwaamheid van deze cliënt ‘onbekend’ is. Dit terwijl de cliënt al enkele jaren in de locatie verblijft. Bij een andere cliënt ziet de inspectie dat de wilsbekwaamheid wel is ingeschat. Het dossier vermeldt dat deze cliënt op onderdelen zelf kan beslissen en op andere onderdelen wilsonbekwaam is.

Norm 1.4

Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met respect behandeld.

Volgens de inspectie voldoet Randerode grotendeels aan deze norm.

Zorgverleners sluiten aan bij de behoefte van de cliënt. Een zorgverlener vertelt dat ze in de avond in meerdere huiskamers de maaltijd aanbieden. De maaltijd kan hierdoor in kleinere groep worden gegeten en dit sluit aan bij de

verschillende behoeften van de cliënten. Zo is er een groep die zelfstandig snel wil eten en een groep die een langzamer tempo aanhoudt. Het contact tussen zorgverlener en cliënt is warm en liefdevol. Regelmatig legt een zorgverlener een arm om een cliënt en maken zorgverleners contact met cliënten. De inspectie ziet zorgverleners op ooghoogte gaan zitten om met een cliënt te praten. Ook hoort de inspectie dat zorgverleners wisselend voor- en achternamen van cliënten gebruiken. Uit navraag komt naar voren dat dit op aangeven van de cliënt is. De afspraken hierover ziet de inspectie terug in het cliëntdossier. De inspectie ziet een zorgverlener die een cliënt helpt met eten. De cliënt geeft hierbij het tempo aan van het eten. Zo spreken een zorgverlener en een cliënt af dat hand omhoog betekent dat de zorgverlener moet stoppen.

Tegelijkertijd ziet de inspectie dat zorgverleners voornamelijk aandacht hebben voor cliënten die duidelijk aanwezig zijn. Cliënten die stiller teruggetrokken zijn, krijgen minder aandacht. Zo ziet de inspectie tijdens een maaltijdmoment dat een tafel met een aantal cliënten geen eten op tafel heeft staan. Cliënten aan deze tafel zitten stil te kijken, zij spreken niet met elkaar. Zorgverleners zijn met cliënten aan andere tafels bezig om hen te helpen met de maaltijd. Na een kwartier schuift een zorgverlener aan bij de tafel met de stille cliënten. Zij zet eten neer en stimuleert hen te gaan eten. De inspectie ziet dat cliënten gaan eten en er ontstaan gesprekjes tussen de cliënten en de zorgverlener.

Norm 1.5

Zorgverleners ondersteunen cliënten om hun informele netwerk in stand te houden of uit te breiden.

De norm is niet getoetst.

4.2 Thema Deskundige zorgverlener

De zorgaanbieder zet voldoende en deskundige zorgverleners in. Hij schoolt, ondersteunt en stimuleert hen structureel.

De samenstelling van het personeel past bij de zorgvragen van de cliënten. De zorgverleners zijn voldoende deskundig. Zij kennen de grenzen van hun deskundigheid. Daarnaast zijn zorgverleners in staat om samen te werken. De zorgaanbieder zorgt voor de voorwaarden waaronder zorgverleners methodisch

(13)

kunnen werken. De zorgverlener is in staat methodisch te werken. Methodisch werken garandeert dat het verbeteren van de kwaliteit van de zorg continu onder de aandacht is van alle zorgverleners.

Methodisch werken houdt in dat zorgverleners werken volgens de Plan-Do- Check-Act(PDCA)-cyclus:

- Plan: kijken naar de werkzaamheden en een plan maken hoe deze kunnen verbeteren.

- Do: de verbeteringen uitvoeren.

- Check: beoordelen of het resultaat van de veranderingen het gewenste resultaat oplevert.

- Act: de werkzaamheden bijstellen aan de hand van de gevonden resultaten.

Het methodisch werken is ook van toepassing op het thema Sturen op kwaliteit en veiligheid.

4.2.1 Resultaten Norm 2.1

Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en ondersteuning op basis van gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften,

mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Randerode grotendeels aan deze norm.

De inspectie ziet dat zorgverlener professionele afwegingen maken, vanuit het perspectief van de cliënt. Zo hoort en leest de inspectie over een cliënt die de behoefte heeft om naar buiten te gaan. De afspraak is dat deze cliënt met haar dochter naar buiten gaat om bijvoorbeeld een rondje door de buurt te rijden.

Juist tijdens de COVID-19 pandemie, is er voor deze cliënt de afweging gemaakt dat naar buiten gaan belangrijk voor haar was.

De inspectie ziet in het ECD dat als de zorgverleners een gezondheidsrisico vaststellen, er automatisch een doel wordt gesteld op dit risico. Zo ziet de inspectie dat het risico op probleemgedrag is gescoord bij een cliënt. In het zorgleefplan ziet de inspectie een doel op dit probleemgedrag met daarbij acties zoals het rustig benaderen en uit een situatie weglopen. Daarentegen ziet de inspectie dat niet alle risico’s adequaat gescoord zijn. Bij een cliënt is het risico op incontinentie niet gescoord terwijl de cliënt incontinent is. Volgens de

zorgverlener is er geen risico op incontinentie omdat de cliënt al incontinent is.

De inspectie ziet een zorgvuldige risicoafweging van de inzet van onvrijwillige zorg. Bij onvrijwillige zorg is een arts zichtbaar betrokken. Ook staan

evaluatiedata en overwegingen vaak in het cliëntdossier opgenomen. De

inspectie leest terug dat zorgverleners wensen en risico’s tegen elkaar afwegen.

De inspectie hoort van behandelaren dat zorgverleners regelmatig alternatieven aandragen voor onvrijwillige zorg. Tegelijkertijd ziet de inspectie verschil in het vastleggen van afspraken over de inzet onvrijwillige zorg. Bij de inzet van een tentbed op dezelfde afdeling, zijn in het ene cliëntdossier wel evaluatiedata en overwegingen opgenomen, in het andere cliëntdossier ontbreken deze gegevens.

Norm 2.2

Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het cliëntdossier.

Volgens de inspectie voldoet Randerode grotendeels niet aan deze norm.

(14)

Pagina 14 van 22

De inspectie ziet dat zorgverleners in wisselende mate methodisch werken. ZGA e.o. maakt gebruik van standaard doelen in het ECD die algemeen en volgens een vast format geformuleerd zijn. Zo leest de inspectie bijvoorbeeld het doel

“Ik vind het belangrijk om zelf regie te voeren over het leven.” en “ik ervaar een daginvulling afgestemd op mijn wensen en behoeften zoals vastgelegd in de domeinen en passend bij mogelijkheden.” Een uitwerking van wensen en behoeften is niet opgenomen in het cliëntdossier. De standaard geformuleerde doelen zijn niet aan te passen door zorgverleners. Een zorgverlener vertelt dat de doelen vaak niet aansluiten bij een cliënt. De acties die volgen op de doelen, kunnen zorgverleners wel zelf formuleren en cliënt specifiek maken.

Ook leest de inspectie dat een cliënt “voorlichting” krijgt hoe om te gaan met het valrisico. In hoeverre de cliënt met vergevorderde dementie in staat is deze voorlichting te begrijpen, leest de inspectie niet terug in het cliëntdossier.

Daarnaast werkt ZGA e.o. met een communicatieschrift per afdeling. Hierin staan de voedings- en benaderingsadviezen voor de keukenassistenten

geschreven. Een zorgverlener vertelt dat de keukenassistenten niet in het ECD lezen of rapporteren, ook al is dit wel de afspraak. EVV’ers moeten wijzingen bijhouden in het ECD en in het communicatieschrift.

Ook rapporteren zorgverleners voornamelijk op voeding, incontinentie en algemeen dagelijkse levensverrichtingen (ADL). Zorgverleners hebben minder aandacht voor het gedrag en welbevinden van de cliënt in de rapportage.

Daarnaast hoort en ziet de inspectie dat zorgverleners niet altijd opvolging geven aan behandelopdrachten. Zo ziet de inspectie dat een opdracht tot observatie van gedrag niet terugkomt in het cliëntendossier. Ook leest de

inspectie in rapportage over een wond dat “de wond er beter uitziet”. Vervolgens leest de inspectie niets meer over de wond. Volgens de zorgverlener is dat omdat de wond genezen is. Dit leest de inspectie niet terug in het ECD.

Tegelijkertijd ziet de inspectie dat acties wel specifiek voor cliënten zijn geschreven. Hierin leest de inspectie kenmerken van de cliënt terug zoals dat een cliënt graag buiten is. Dit kunnen zorgverleners stimuleren als ze merken dat de cliënt onrustig wordt. Gesprekspartners vertellen dat de werkdruk door COVID-19 besmettingen erg hoog is. EVV’ers krijgen uren om de cliëntdossiers bij te werken. Een zorgverlener vertelt ervoor te kiezen, in overleg met collega’s, deze uren in de zorg te werken in plaats van de cliëntdossiers bij te werken.

Norm 2.3

De zorgaanbieder zorgt dat zorgverleners ruimte krijgen om systematisch te reflecteren op goede, veilige en persoonsgerichte zorg. Vanuit de reflectie kunnen zorgverleners verbeteringen toepassen.

Volgens de inspectie voldoet Randerodeaan deze norm.

Meerdere gesprekspartners vertellen dat ze elkaar kunnen aanspreken op professioneel gedrag. Alle teams werken met verbeterborden aan de hand van bijvoorbeeld klachten of een melding incident cliënt (MIC). De inspectie leest dat een team zich afvraagt hoe het kan dat er meerdere cliënten recent zijn gevallen en hoe ze de zorg voor deze cliënten kunnen verbeteren. Een gesprekspartner vertelt dat teams wekelijks “rond het verbeterbord staan” om de verbeteringen en de voortgang te bespreken.

De teams hebben gewoonlijk maandelijks overleg. In het overleg bespreken de zorgverleners de zorg. Ook staan ze stil bij het eigen handelen en is er

(15)

casuïstiek bespreking. Behandelaren vertellen naar wens aan te sluiten bij overleg van de teams. Meerdere gesprekspartners geven aan dat er een open sfeer heerst binnen de teams. Ze kunnen elkaar aanspreken en durven twijfels met elkaar te bespreken. In de teams hebben zorgverleners vanaf niveau 3 of hoger een aandachtsgebied zoals mondzorg of decubitus. De

aandachtsfunctionaris is het eerste aanspreekpunt bij een onderwerp. Ook is de aandachtsfunctionaris verantwoordelijk voor kennisdeling op het specifieke aandachtsgebied.

Wel geven gesprekspartners aan dat de frequentie van de diverse

overlegvormen wisselt. De inspectie hoort dat in verband met COVID-19 het continuiteitsplan in werking is gesteld, waardoor alle niet noodzakelijke overleggen zijn gestopt. Voor zorgverleners is het daardoor nu niet altijd duidelijk hoe en waar zij zaken kunnen bespreken waar zij tegenaan lopen.

Norm 2.4

Zorgverleners houden relevante ontwikkelingen in hun vakgebied bij om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen bieden.

De norm is niet getoetst.

Norm 2.5

De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

Volgens de inspectie voldoet Randerode grotendeels aan deze norm.

De bestuurder, de directeur zorg en de zorgverleners vertellen dat de

activiteitenbegeleiders sinds de COVID-19 periode zijn toegevoegd aan de teams op de afdelingen. De activiteitenbegeleiders bieden individuele activiteiten en begeleiding aan de cliënten en dragen bij aan een rustige sfeer in de

huiskamers. De inspectie ziet de inzet van de activiteitenbegeleiders terug tijdens de observatie. Ook de keukenassistenten zijn meer betrokken bij het team, vertellen gesprekpartners.

De inspectie ziet en hoort van verschillende gesprekspartners dat ZGA e.o. de rol van de teamcoach heeft verstevigd. Verschillende gesprekspartners vertellen dat hierdoor ook de rol en verantwoordelijkheden van de EVV-ers duidelijker

worden. Zij zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor de persoonsgerichte zorg van de cliënten van ZGA e.o. Teammanagers vertellen zicht te houden op het bijhouden van de bevoegd- en bekwaamheden van zorgverleners. Zij spreken zorgverleners erop aan tijdig scholing te volgen.

Gesprekspartners vertellen dat scholing zoveel als mogelijk doorgang vindt. In documenten leest de inspectie dat sinds de zomer van 2021 scholingen weer zijn opgestart. Ook doelgroepspecifieke scholingen vinden plaats, zoals omgaan met dementie. De scholingen “ik blijf wie ik ben” voor de overgang van medisch- naar welzijnsmodel vinden ook plaats. Het management vertelt vooral te kijken naar wat wel kan in plaats van wat niet meer kan. Tegelijkertijd hebben

scholingen vertraging opgelopen door COVID-19, is het verzuim hoog en geven zorgverleners aan langere tijd een hoge werkdruk te ervaren.

Norm 2.6

Zorgverleners handelen volgens de afspraken zoals beschreven in protocollen, richtlijnen en handreikingen. Zij weten wanneer zij wel en niet kunnen afwijken.

(16)

Pagina 16 van 22

De norm is niet getoetst.

Norm 2.7

Zorgverleners werken multidisciplinair en schakelen tijdig disciplines en specifieke expertise in van binnen of buiten de organisatie. In deze

samenwerking maken zorgverleners afspraken wie waarvoor verantwoordelijk is.

Volgens de inspectie voldoet Randerode grotendeels aan deze norm.

Meerdere disciplines vertellen de inspectie prettig samen te werken. De communicatie onderling is goed. Gesprekspartners vertellen laagdrempelig en snel te kunnen overleggen over cliënten. Hiervoor zijn meerdere

overlegstructuren ingericht. Iedere week vindt er een artsenvisite plaats. De inspectie leest en hoort dat de psycholoog samen met de SO en zorgverleners, regelmatig gedragsvisites doet. Dit is eens in de twee weken op een PG afdeling en eens in de vier weken op een somatische afdeling. Daarnaast zijn

behandelaren zoals psycholoog en arts aanwezig bij de ZLPO’s.

In het ECD ziet de inspectie de betrokkenheid van meerdere disciplines terug. De inspectie ziet dat alle betrokken disciplines rapporteren in het ECD. Daarentegen zijn niet alle overwegingen van behandelaren zichtbaar in het ECD voor

zorgverleners. Bij de inzet van psychofarmaca is de overweging hiervan en het doel niet zichtbaar voor de zorgverlener. De zorgverlener geeft aan niets te kunnen zien of veranderen in het zorgleefplan aan het betreffende onderdeel.

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid

Goede zorg en deze op niveau houden begint bij een goed management.

Managers sturen op de kwaliteit van zorg, coördineren en controleren wat er gebeurt op de werkvloer. Onvoldoende sturing door het management betekent risico’s op de werkvloer die zorgverleners niet altijd kunnen voorkomen.

4.3.1 Resultaten Norm 3.1

De zorgaanbieder stelt de persoonsgerichte zorg en ondersteuning centraal en borgt de veiligheid van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Randerodeaan deze norm.

De inspectie ziet en hoort over de ontwikkeling van een nieuwe missie en visie van ZGA e.o. De missie van ZGA e.o. is: ZGA e.o. als partner dichtbij. Met als kernwaarden: met hart en ziel, lef en duurzaam.

De raad van bestuur vertelt dat zij, met betrokkenheid van de raad van toezicht bezig is met de inhoud van de beleidslijn en de implementatie hiervan.

Gesprekspartners vertellen dat de nieuwe koers van ZGA e.o. meer

persoonsgericht is. Zorgverleners voelen zich betrokken bij de ontwikkelingen van ZGA e.o. Zo zijn er verschillende medewerkersdagen geweest die goed zijn bezocht. Tijdens de medewerkersdagen bespreken de aanwezigen

ontwikkelingen van ZGA e.o. Medewerkers kunnen dan ook input meegeven.

Daarnaast leest de inspectie in documenten van Randerode dat teammanagers een eigen jaarplan zullen maken per afdeling. In dit jaarplan moet de visie van ZGA e.o. vertaald worden naar de afdeling en voorzien worden van concrete doelen. Binnen Randerode hebben verschillende verhuizingen en verbouwingen

(17)

plaatsgevonden. Het management vertelt dat nieuwbouw op de planning staat, maar dat het wisselen en opknappen van een aantal afdelingen toch doorgang kon vinden. Zo is de dubbelzorg naar een eigen vleugel in het gebouw gegaan in plaats van onderdeel te zijn van herstelzorg. Gesprekspartners vertellen dat er hierdoor meer rust op de afdeling is. Cliënten en zorgverleners zijn betrokken bij de inrichting en opknappen van de afdelingen.

Ook ten opzichte van onvrijwillige zorg heeft ZGA e.o. een beleid opgesteld met hierin de visie van ZGA e.o. en een verdeling van verantwoordelijkheden.

Gesprekspartners vertellen dat het veel energie kostte om de Wzd in het ECD in te richten. Zij vertellen ook dat vrijheid als uitgangspunt in de zorg heel goed bij zorgverleners in het hoofd zit. Dit ziet en hoort de inspectie terug tijdens de dossierinzage.

Norm 3.2

De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Volgens de inspectie voldoet Randerode grotendeels aan deze norm.

Het management vertelt dat ZGA e.o. hard heeft gewerkt aan het op orde krijgen en houden van de kwaliteit van zorg. De inspectie leest in de documenten dat er op een aantal terreinen kennis is opgedaan bij extern deskundigen om de kwaliteitsverbetercyclus goed in te richten. Ook vertelt het management dat zij samen met extern deskundigen, behandelaren en

zorgverleners werken aan het continu leren en verbeteren. Het management van ZGA e.o. monitort de kwaliteit en veiligheid van de zorg via een

kwaliteitsdashboard. Zo is vanwege toenemende onrust en daaruit

voortkomende MIC’s besloten om de huiskamerdienst in de avond uit te breiden.

Een zorgverlener vertelt dat er veel onrust in de avond was. Met een langere huiskamerdienst in de avond, is de onrust minder, ervaren de zorgverleners.

De inspectie ziet en hoort van gesprekspartners dat er nu een vast

managementteam is en er vaste medewerkers zijn in de kwaliteitsstaf. Het huidige management heeft zicht op de kwaliteit en veiligheid van zorg binnen de organisatie.

Uit documenten en gesprekken blijkt dat ZGA e.o. ieder kwartaal een rapportage maakt van de gemelde incidenten. In de rapportage leest de inspectie het aantal en het soort incidenten. De inspectie hoort en leest dat zorgverleners bereid zijn een MIC in te vullen en deze met elkaar te bespreken. Ook betrekken zij

behandelaren als het gaat om begeleiding van onrust of effecten van medicatie.

Het leren en verbeteren naar aanleiding van incidenten (MIC) is echter nog niet volledig. De inspectie leest in de stukken dat de zorgaanbieder bij de analyse van meldingen nog niet altijd tot de basisoorzaken komt. Zo leest de inspectie bij een incident dat de zorgverlener niet goed heeft gelezen en dat ze beter op moet letten.

Norm 3.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet Randerodeaan deze norm.

(18)

Pagina 18 van 22

De inspectie ziet tijdens de observatie en hoort tijdens de gesprekken dat er binnen Randerode een open cultuur is. Zorgverleners en het management vertellen open en transparant over de huidige stand van zaken. Wat zij vertellen ziet de inspectie ook terug in de praktijk. Ook vertellen zorgverleners elkaar aan te spreken bij dingen die (minder) goed gaan (zie norm 2.3). Zowel

behandelaren als zorgverleners geven aan dat zij regelmatig met elkaar overleggen hoe zij het beste kunnen handelen in bepaalde situaties. Daarnaast hoort en leest de inspectie dat Randerode een plan heeft opgesteld voor teamontwikkeling. Coaches gaan teams ondersteunen op het gebied van kwaliteit en veiligheid.

Het management van ZGA e.o. zegt zich in te zetten voor een open en lerende cultuur. Zij vertellen hierin ook zelf met elkaar te reflecteren op hun eigen handelen.

ZGA e.o. is deel van een lerend netwerk waarin zorgaanbieders informatie en kennis uitwisselen en leren van elkaar. Regionaal zijn er diverse overleggen om de zorg rondom COVID-19 zo goed mogelijk vorm te geven. ZGA e.o.

participeert actief in deze overleggen.

(19)

Bijlage 1 Methode

De inspecteur toetst of de zorg wordt gegeven zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

Om tot een goed onderbouwd oordeel te komen, gebruikt de inspectie tijdens het bezoek verschillende informatiebronnen. De inspectie vergelijkt en weegt de informatie uit deze bronnen. Vervolgens beoordeelt de inspectie of de geboden zorg door Randerode voldoet aan relevante wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. In de bevindingen beschrijft de inspectie per norm welke informatiebronnen zijn gebruikt om tot dit oordeel te komen en welke methode zij daarvoor gebruikt heeft.

Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende informatiebronnen gebruikt:

- Gesprekken met twee cliënten

- Observatie van vijf cliënten op afdeling, zie uitleg over de methode hieronder;

- Gesprekken met vijf uitvoerende medewerkers van afdeling;

- Gesprekken met vier behandelaars;

- Gesprekken met het management(team);

- Zes cliëntdossiers van afdeling, team, huiskamer;

- documenten, genoemd in bijlage 2;

- een rondgang door de locatie

Inspecteurs beoordelen op de werkvloer of de zorgaanbieder goede zorg verleent. De inspecteurs passen zich zo veel mogelijk aan het ritme van de dag op de locatie aan. Om een beeld te krijgen van deze locatie starten de

inspecteurs zo mogelijk met een kort gesprek met de eindverantwoordelijke van die dag of de leidinggevende. Daarnaast vindt een rondleiding door de locatie plaats zodat de inspecteurs zich een beeld kunnen vormen van de leefsituatie van de cliënten en de werksituatie van de zorgverleners. Verder zijn de

inspecteurs voor een groot deel van de tijd op de afdelingen of in de woningen aanwezig. In verschillende huiskamers observeren de inspecteurs cliënten en zorgverleners. Hiervoor gebruiken zij de observatiemethode SOFI (zie de uitleg hieronder). Tijdens de observatie kijken de inspecteurs hoe zorgverleners de cliënten aanspreken en hoe het contact tussen de cliënten en zorgverleners is.

De inspecteurs voeren door de dag heen, waar mogelijk, gesprekken met managers, zorgverleners, cliënten, cliëntvertegenwoordigers en

cliëntenraadsleden. Zij zien ook cliëntdossiers en documenten in.

De inspecteurs kunnen overlegvormen zoals bijvoorbeeld een multidisciplinair overleg of een overdrachtsmoment bijwonen.

(20)

Pagina 20 van 22

Uitleg observatiemethode SOFI

De inspectie maakt gebruik van een gestandaardiseerde methode om cliënten te observeren als extra informatiebron. Deze methode heet SOFI, Short

Observational Framework for Inspection. Dit hulpmiddel is ontwikkeld door de Universiteit van Bradford en CQC (de Engelse Inspectie voor de

Gezondheidszorg).

Krijgt de cliënt overdag activiteiten aangeboden die hij of zij zinvol of leuk vindt?

Spreekt de zorgverlener de cliënt aan op een manier die de cliënt plezierig vindt?

Hoe de cliënt de zorg ervaart, maakt onderdeel uit van de kwaliteit. Cliënten kunnen vaak moeilijk zelf aangeven wat hun wensen zijn. Hoe kan een inspecteur dan beoordelen of de zorg aansluit bij de wensen van deze cliënt?

Met SOFI zitten twee inspecteurs ieder in een huiskamer. Zij observeren hoe zorgverleners reageren op een cliënt, en andersom. Stimuleren de zorgverleners activiteiten voor cliënten? Praten zorgverleners met de cliënten, zingen zij een liedje, doen ze een spelletje of gaan zij wandelen met de cliënt. Hoe is de stemming van cliënten, hoe betrokken zijn zij bij hun omgeving?

Na de observatie volgt een gesprek met de zorgverleners waarin situaties die de inspecteurs hebben gezien aan de orde komen. Zo krijgen de inspecteurs een beter beeld hoe de individuele cliënten de zorg ervaren.

Wilt u meer weten over SOFI dan kunt u dit lezen op de website van de Universiteit van Bradford.

(21)

Bijlage 2 Geraadpleegde documenten

- Overzicht van ’de zorgprofielen van cliënten van de te bezoeken locatie(s);

- Overzicht van fte’s van zorgverleners en behandelaars op de bezochte locatie;

- Overzicht van ziekteverzuim en personeelsverloop van de te bezoeken locatie(s) van de laatste 12 maanden;

- Overzicht van scholing in de afgelopen twee jaar aan de medewerkers van deze locatie en de planning voor het lopende jaar;

- Overzicht van MIC-meldingen en daarvoor ingezette verbeteracties van deze locatie(s) van de laatste 12 maanden;

- Visie en kernwaarden van de zorgaanbieder;

- Visie op persoonsgerichte zorg;

- Beleid WZD;

-

Kwaliteitsplan (V&V)

(22)

Pagina 22 van 22

Duidelijk. Onafhankelijk. Eerlijk.

www.igj.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op basis van bovenstaande bevindingen concludeert de inspectie dat de organisatie de genoemde randvoorwaarden voor veilige en goede zorg onvoldoende heeft beschreven.. Te

De zorgaanbieder dient zijn visie op en beleid over preventie, terugdringing, besluitvorming en uitvoering van vrijheidsbeperkende maatregelen te beschrijven. Indien er geen sprake

Ook werken zorgverleners van de afdeling somatiek niet volgens alle afspraken uit de procedure voor de retourbox en retourmedicatie.. Module

De inspectie hoort dat dit aantal bewust is verminderd zodat de manager thuiszorg meer tijd heeft voor het opbouwen van netwerken, onder andere in de wijk Bouwlust &

Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg grotendeels aan deze norm De cliënt die de inspectie spreekt is zeer tevreden over de zorg die hij ontvangt.. Hij kan altijd

Daarnaast ziet de inspectie in de zorgdossiers dat Mem Thuiszorg een overzicht heeft van alle betrokken zorgverleners.. Ook leest de inspectie in het verslag

Volgens de inspectie voldoet Ruimzicht grotendeels niet aan deze norm.. Bij de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen (VBM) zijn afwegingen niet

• de lokale media-instelling heeft voldaan aan alle aspecten van contractuele verplichtingen die bij niet- nakoming van materieel belang zouden kunnen zijn voor