Rapport van het inspectiebezoek aan Yildiz Thuiszorg
in Den Haag op 14 december 2021
Utrecht, februari 2022 V2037915
Inhoud
1 Inleiding 4
1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd 4 1.2 Onderzoeksmethode 4
1.3 Aanleiding bezoek 4
1.4 Schets thuiszorgorganisatie 4
2 Conclusie 6
2.1 Wat kan beter 6 2.2 Wat moet beter 6 2.3 Conclusie bezoek 6
3 Wat zijn de vervolgacties 8
3.1 De vervolgactie die de inspectie van Yildiz Thuiszorg verwacht 8 3.2 Vervolgacties van de inspectie 8
4 Resultaten 9
4.1 Thema 1 – cliënt centraal 9 4.2 Thema 2 – integrale zorg 10 4.3 Thema 3 – veilige zorg thuis 13
4.4 Thema 4 – professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 14 4.5 Thema 5 – sturen op kwaliteit 16
Bijlage Geraadpleegde documenten 19
1 Inleiding
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft op 14 december 2021 een aangekondigd bezoek gebracht aan Yildiz Thuiszorg in Den Haag.
Het doel van het inspectiebezoek was om een oordeel te geven over de kwaliteit en veiligheid van de zorg die Yildiz Thuiszorg levert aan cliënten thuis.
In dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen en het oordeel. Indien nodig geeft de inspectie aan welke maatregelen van Yildiz Thuiszorg worden verwacht naar aanleiding van deze bevindingen.
1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
De inspectie bewaakt en bevordert de kwaliteit en veiligheid van zorg. De
inspectie ziet erop toe of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. De verwachtingen en behoeften van patiënten en cliënten zijn daarbij een belangrijk uitgangspunt. De inspectie gaat in het toezicht uit van vertrouwen in de intrinsieke motivatie van zorgaanbieders om de best mogelijke zorg te verlenen.
1.2 Onderzoeksmethode
Tijdens het inspectiebezoek gebruikte de inspectie een toezichtinstrument gebaseerd op het toetsingskader ‘Toezicht op de zorg thuis’1.
Het toetsingskader bevat de volgende thema’s:
1. cliënt centraal 2. integrale zorg 3. veilige zorg thuis
4. professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 5. sturen op kwaliteit.
Het inspectiebezoek was van tevoren aangekondigd, en bestond uit de volgende onderdelen:
- gesprek met de bestuurder en zorgcoördinator;
- gesprek met een zorgverlener;
- gesprekken met een cliënt;
- inzage in vier cliënten zorgdossiers;
- terugkoppeling van de bevindingen door de inspectie.
1.3 Aanleiding bezoek
Aanleiding voor het inspectiebezoek aan Yildiz Thuiszorg is dat de inspectie deze organisatie niet eerder bezocht. De inspectie bezoekt Yildiz Thuiszorg om zich een beeld te vormen of de geboden zorg voldoet aan wet- en regelgeving.
1.4 Schets thuiszorgorganisatie
Yildiz Thuiszorg is een eenmanszaak ingeschreven bij het handelsregister met het KvK-nummer 71565728. Yildiz Thuiszorg heeft geen interne toezichthouder.
Wel is Yildiz Thuiszorg een WTZi-toegelaten zorginstelling voor verpleging, persoonlijke verzorging en begeleiding. De bestuurder van Yildiz Thuiszorg is ook bestuurder van Y. Yildiz Holding B.V. (KvK 84080965) waaronder verschillende andere zorgorganisaties vallen; Yildiz Thuiszorg B.V. (KvK 84087722), Papa Zorg B.V. (KvK 81811519) en Elbizorg B.V. (KvK 80371884).
1 Het toetsingskader staat op www.igj.nl.
De eerste twee genoemde organisaties zijn eveneens gevestigd in Den Haag, Elbizorg B.V. is gevestigd in Rotterdam. De gesprekspartners geven aan dat Yildiz Thuiszorg B.V. en Elbizorg B.V. bv’s zijn zonder activiteiten. Op dit moment leveren deze bv’s geen zorg. Papa Zorg B.V. levert wel thuiszorg.
Yildiz Thuiszorg levert op dit moment zorg aan vier cliënten. Alle cliënten ontvangen zorg door middel van zorg in natura (ZIN) vanuit de
Zorgverzekeringswet (Zvw). De organisatie levert zowel persoonlijke verzorging als verpleging. Yildiz Thuiszorg declareert de zorg bij de cliënten. De cliënten declareren de zorg bij de zorgverzekeraar. Twee andere personen staan op het cliëntenoverzicht ‘Yildiz Thuiszorg medewerkers en cliënten’. Voor deze personen heeft Yildiz Thuiszorg geen machtiging gekregen van de zorgverzekeraar. Aan deze cliënten levert Yildiz Thuiszorg geen zorg.
Één zorgverlener is per 1 december 2021 in dienst bij Yildiz Thuiszorg, voor 40 uur per week. Volgens het overzicht ‘Yildiz Thuiszorg medewerkers en cliënten’ is deze zorgverlener verzorgende IG (mbo).
Daarnaast kan Yildiz Thuiszorg een beroep doen op een vaste zorgverlener, een zelfstandige zonder personeel (zzp’er). Deze zorgverlener werkt als
verzorgende IG. Naast de zorgverlener is er een zorgcoördinator voor 40 uur per week in dienst. Deze zorgcoördinator heeft geen zorgachtergrond.
Van één zorgverlener die vermeld staat op het overzicht ‘Yildiz Thuiszorg medewerkers en cliënten’ is het contract de dag voor het inspectiebezoek gestopt.
Corona
Op het moment van het bezoek zijn er geen cliënten of zorgverleners besmet met COVID-19.
Bestuursgesprek 25 januari 2022
Tijdens het bestuursgesprek op 25 januari 2022 heeft de inspectie haar zorgen geuit over de bevindingen tijdens het inspectiebezoek op 14 december 2021. In het gesprek gaf de bestuurder een reflectie op de bevindingen. Ook vertelde de bestuurder op welke wijze Yildiz Thuiszorg met de verbeterpunten aan de slag is gegaan. Tijdens het gesprek vertelde de inspectie aan de bestuurder dat er een grote verbeteropdracht voor Yildiz Thuiszorg ligt. De bestuurder geeft in het gesprek aan externe hulp in te willen schakelen om grip op de verbeteropdracht te krijgen.
De inspectie heeft hierbij haar zorgen geuit aan de bestuurder van Yildiz Thuiszorg ten aanzien van beschikbare financiële middelen. Yildiz Thuiszorg gaf aan dat zij zich gingen beraden, op wat de beste vervolgstap zou zijn.
2 Conclusie
In dit hoofdstuk geeft de inspectie haar conclusie. Hierin staat hoe de inspectie de door Yildiz Thuiszorg geleverde thuiszorg beoordeelt. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.
2.1 Wat kan beter
Yildiz Thuiszorg kan de rol van de informele zorgverlener beter in het
cliëntdossier vastleggen. Ook de belasting van de informele zorgverlener kan Yildiz Thuiszorg beter in beeld brengen.
2.2 Wat moet beter
Alle cliënten moeten zorg krijgen die aansluit bij de actuele zorgbehoeften. De zorgverleners moeten de wensen, behoeften en de risico’s van de cliënt vastleggen in het cliëntdossier.
De zorgverleners moeten op een methodische wijze in het cliëntdossier werken. De zorgverleners moeten rapporteren op doelen en eerder gerapporteerde
bijzonderheden opvolgen. Evaluaties moeten tijdig en navolgbaar plaatsvinden.
Yildiz Thuiszorg moet ook zorgen dat de wijkverpleegkundige haar rol invult volgens landelijke richtlijnen. Zij moet zorgvuldig de (her)indicaties stellen en ervoor zorgen dat de cliënten actuele zorgplannen hebben.
De cliënten van Yildiz Thuiszorg moeten ervan uit kunnen gaan, dat ze zorg krijgen van zorgverleners met de juiste diploma’s, kennis en bevoegdheden.
Cliënten moeten erop kunnen rekenen dat Yildiz Thuiszorg zorgdraagt voor systematisch bewaken beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg.
Cliënten moeten erop kunnen rekenen dat Yildiz Thuiszorg een cultuur creëert waarin leren en verbeteren centraal staat. Zorgverleners moeten incidenten melden. Yildiz Thuiszorg moet zorgen voor een analyse van de incidenten en hiervan leren. Naar aanleiding van deze analyse moet Yildiz Thuiszorg passende
verbeteringen doorvoeren.
Yildiz Thuiszorg moet haar kennis vergroten over wet- en regelgeving en weten waaraan de organisatie moet voldoen. Yildiz Thuiszorg moet zich op de hoogte stellen van het kwaliteitskader wijkverpleging. Zorgverleners moeten kunnen werken volgens de richtlijnen en protocollen die in het werk nodig zijn. Yildiz Thuiszorg moet zorgen voor toegang tot protocollen en controleren dat zorgverleners dit toepassen. Zo moet Yildiz Thuiszorg ervoor zorgen dat
zorgverleners werken volgens de Veilige Principes in de Medicatieketen en volgens de actuele infectie en hygiënerichtlijnen.
Zij moet deel uit gaan maken van een lokaal zorgnetwerk.
2.3 Conclusie bezoek
Tijdens het bezoek aan Yildiz Thuiszorg op 14 december 2021 voldeed Yildiz Thuiszorg grotendeels aan twee van de getoetste normen. Aan de overige veertien normen voldeed Yildiz Thuiszorg (grotendeels) niet. De inspectie constateert dat het management van Yildiz Thuiszorg niet op de hoogte is aan welke wet- en regelgeving de zorg die Yildiz Thuiszorg levert moet voldoen.
Yildiz Thuiszorg stuurt onvoldoende op de kwaliteit en veiligheid van de zorg.
Yildiz Thuiszorg herkent ook onvoldoende risicovolle situaties. Dit brengt mogelijk risico’s voor de cliëntveiligheid met zich mee.
Op dit ogenblik lijkt Yildiz Thuiszorg laag complexe zorg te leveren. Echter door het ontbreken van actuele zorgplannen, kan de inspectie hier geen duidelijk beeld over krijgen.
De inspectie heeft nog onvoldoende vertrouwen dat Yildiz Thuiszorg zonder vervolgtoezicht zal gaan voldoen aan alle normen. Dit omdat Yildiz Thuiszorg tijdens het bezoek en in het bestuursgesprek nog onvoldoende urgentiebesef toonde. Yildiz Thuiszorg erkende wel dat zij nog onvoldoende kennis heeft om de benodigde verbeteringen te kunnen doorvoeren.
3 Wat zijn de vervolgacties
In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van Yildiz Thuiszorg verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.
3.1 De vervolgactie die de inspectie van Yildiz Thuiszorg verwacht
Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.
De inspectie verwacht dat Yildiz Thuiszorg binnen 1 maand na het vaststellen van het rapport, uiterlijk op 17 maart 2022, voldoet aan de volgende normen:
Norm 3.3 De wijkverpleging houdt zich aan de veilige principes in de medicatieketen als zij de zorg voor medicatie (deels) overneemt.
Norm 4.1 De wijkverpleegkundige stelt zorgvuldig de (her-)indicatie.
Norm 5.2 De zorgaanbieder draagt zorg voor borging van kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel en benodigdheden.
Tevens moet Yildiz Thuiszorg werken volgens de actuele richtlijnen op gebied van hygiëne en infectiepreventie.
De inspectie verwacht dat de zorgaanbieder binnen zes maanden, uiterlijk op 17 augustus 2022, op alle onderdelen zodanig verbetert dat deze aan de normen voldoen.
3.2 Vervolgacties van de inspectie
Op basis van de bevindingen en bovenstaande conclusie zal de inspectie opnieuw een bezoek brengen aan uw organisatie. De inspectie verwacht dat de
zorgaanbieder voldoet aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.
Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader. Het kan zijn dat de inspectie tijdens een volgend bezoek andere normen toetst.
4 Resultaten
Dit hoofdstuk beschrijft per thema de normen, het oordeel en de bevindingen.
De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:
Donkergroen: De organisatie voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.
Lichtgroen: De organisatie voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.
Geel: De organisatie voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.
Rood: De organisatie voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten of een
ernstige bevinding.
Blauw: De norm is niet getoetst.
4.1 Thema 1 – cliënt centraal
De cliënt ervaart dat de zorg thuis aansluit bij zijn behoefte en bijdraagt aan de kwaliteit van leven.
Norm 1.1
De cliënt krijgt zorg die aansluit bij zijn actuele zorgbehoeften.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg grotendeels niet aan deze norm.
De inspectie ziet in de dossiers dat de wijkverpleging niet navolgbaar risico’s tijdig signaleert. Zo leest de inspectie over een cliënt die duizelig is. De inspectie leest hier geen acties over terug. Op een andere plek leest de inspectie dat een cliënt benauwd is en last heeft van vocht in de benen. De inspectie leest in de rapportage als advies van de zorgverlener dat de cliënt vanwege het warme weer veel moet drinken. De inspectie leest echter niet terug of de benauwdheid door dehydratie komt of door bijvoorbeeld overvulling. De cliënt is bekend met cardiale problemen. De inspectie leest in de rapportages slechts een enkele keer iets terug over gezondheidsrisico’s. Wel ziet de inspectie dat bij alle vier de cliënten op papier een risicosignalering is ingevuld. De inspectie ziet dat de risico’s uit deze signaleringen niet vertaald zijn naar doelen in het zorgplan. Ook ziet de inspectie dat in de risicosignalering die zorgverleners na de indicatie invullen staat dat er geen valgevaar is. In het zorgleefplan staat dat er bij die cliënt wel valgevaar is. De inspectie hoort dat zorgverleners de risicoscreening invullen na de indicatiestelling bij een cliënt. Bij deze cliënt is echter de
risicosignalering ingevuld in mei 2021, terwijl de indicatie van augustus 2021 is.
De wijkverpleegkundige vertelt dat zij gebruik maakt van een ECD voor het opstellen van het zorgplan. Ze maakt gebruik van OMAHA voor het in kaart brengen van de zorgvraag. Bij wijzigingen in de zorg, past de
wijkverpleegkundige of de wijkverpleging het zorgplan niet aan ziet de inspectie (zie ook norm 2.2). De inspectie hoort dat zorgverleners soms wel de zorg aanpassen. Zij verlenen dan zorg, die niet in het zorgplan staat. Zo hoort de inspectie dat een cliënt nu bijvoorbeeld al enkele weken tweemaal daags zorg krijgt. Deze cliënt heeft een operatie ondergaan en meer ondersteuning nodig.
Norm 1.2
De cliënt krijgt zorg die bijdraagt aan kwaliteit van leven.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg grotendeels aan deze norm De cliënt die de inspectie spreekt is zeer tevreden over de zorg die hij ontvangt.
Hij kan altijd bellen, en dan staan ze voor hem klaar. De zorgcoördinator vertelt dat als een cliënt naar het ziekenhuis moet, zij de cliënt brengen. Dit is buiten de gestelde indicatie. De cliënt vertelt ook dat de verpleging zeer respectvol is.
De zorg houdt rekening met wat hij nog zelf kan doen, en waar hij ondersteuning bij nodig heeft, vertelt hij de inspectie. Zo kan hij zelf nog bepaalde dingen doen bij het douchen, maar heeft hij bij het aantrekken van kleding bijvoorbeeld ondersteuning nodig.
De cliënt vertelt ook dat er altijd dezelfde zorgverleners langskomen. In de ochtend een vaste, en in de avond een andere vaste zorgverlener. De vier cliënten van Yildiz Thuiszorg krijgen zorg van vaste zorgverleners, hoort de inspectie van verschillende gesprekspartners.
De zorgverleners spreken veelal dezelfde taal als de cliënten. De inspectie ziet dat alle zorgleefplannen ondertekend zijn door de cliënten. De cliënt die de inspectie spreekt vertelt, dat dit ook besproken is met hem. Hij heeft het ook besproken met zijn kinderen voor hij het ondertekende.
Norm 1.3
De cliënt krijgt de hulp en gelegenheid om zo veel mogelijk zelf de regie te voeren over de zorg thuis, de wijkverpleging sluit daarop aan.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg grotendeels niet aan deze norm.
De inspectie ziet de papieren dossiers in die bij de cliënt thuis liggen. Op de formulieren van de dossiers staat het oude adres van Thuiszorg Yildiz. Ook staat er een vast nummer, dat niet meer in gebruik is. Het mobiele nummer is nog wel actueel.
De inspectie hoort van de zorgcoördinator dat zij eenmaal per maand de
rapportages in de mappen probeert te doen. Dit lukt niet altijd. De inspectie ziet dat de cliënt wel toegang heeft tot het zorgplan en het contract met de
organisatie. De inspectie ziet in het dossier een toestemmingsformulier voor het delen van informatie met derden. Dit formulier is getekend door de cliënt. De datum op het formulier ligt in de toekomst. De inspectie ziet dat het formulier is aangepast met een correctiestift.
4.2 Thema 2 – integrale zorg
De cliënt krijgt afgestemde zorg thuis.
Norm 2.1
De wijkverpleging werkt samen/stemt af met de informele zorgverleners van de cliënt.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg grotendeels aan deze norm.
In het verslag van het intake gesprek, leest de inspectie informatie over de rol van de informele zorgverleners terug. De zorgverlener vertelt ook dat zij een informele zorgverlener goed kent. Als er iets is, vertelt zij, dan kan de informele zorgverlener haar altijd bellen.
De zorgcoördinator geeft aan dat zij een informele mantelzorger ondersteunt. Zij brengt en haalt een cliënt bijvoorbeeld op van het ziekenhuis, omdat de
informele zorgverlener geen rijbewijs heeft.
De inspectie hoort van de zorgcoördinator dat een informele zorgverlener erg verdrietig is. Hierover leest de inspectie geen informatie terug in het dossier.
De inspectie leest in geen van de vier dossiers iets terug over de belasting van de informele zorgverleners. Hierover staat geen informatie in het zorgplan. Ook in de rapportages leest de inspectie geen informatie over de belasting van informele zorgverleners terug.
Norm 2.2
De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging als team samenwerkt.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg niet aan deze norm.
Een zorgverlener vertelt dat ze zowel in de ochtend als in de avond zorg verleent bij alle cliënten. De inspectie ziet bij een cliënt alleen de ochtendrapportage terug in het dossier. De inspectie vraagt waarom er geen avondrapportage in het dossier staat. De zorgcoördinator geeft aan dat de cliënt geen avondzorg krijgt.
Zij reageert ook zeer verbaasd dat de zorgverlener hier ’s avonds komt. Zij vertelt op dat moment tegen de zorgverlener dat deze cliënt alleen ochtendzorg heeft. Later in het gesprek zeggen de bestuurder en zorgcoördinator dat dit gebeurde omdat de cliënt net uit het ziekenhuis was. Het zorgleefplan geeft één zorgmoment aan. Ook op de aftekenlijst, waarop de cliënt en de zorgverlener aftekenen dat de zorg is ontvangen, ziet de inspectie maar één aftekenmoment terug in de weken dat de zorgverlener er tweemaal daags was.
De inspectie ziet in de rapportage staan dat een cliënt een operatie heeft gehad.
De cliënt was twee dagen in het ziekenhuis. De inspectie ziet geen overdracht van het ziekenhuis voor de thuiszorg. In een folder in het digitale dossier leest de inspectie dat de cliënt met een catheter naar huis is gegaan. In de dagen na de operatie leest de inspectie geen informatie over de catheter terug in het papieren dossier. Ook het zorgplan is niet aangepast. De inspectie leest enkele dagen na de ingreep dat de ‘catheterzak is verwijderd’ in het ziekenhuis. In het medicatieoverzicht ziet de inspectie dat de cliënt een maand lang dagelijks subcutane medicatie nodig heeft na de operatie. De zorgverlener die elke dag bij deze cliënt komt, geeft dit niet, zo vertellen de verschillende gesprekspartners.
De zorgcoördinator kan niet aangeven wie deze medicatie geeft aan de cliënt, die dit niet zelf kan toedienen. In het zorgleefplan staat bijvoorbeeld dat hij ook begeleiding nodig heeft bij het smeren van crème. Na contact van de
zorgcoördinator met een medewerker die net uit dienst is, blijkt dat een zorgverlener van een van de andere thuiszorgorganisaties van de bestuurder, deze injectie geeft. Hierover leest de inspectie geen afspraken terug. De gesprekspartners geven aan dat dit informeel geregeld is. De inspectie leest hierover ook geen rapportage terug.
De inspectie ziet alle vier zorgdossiers in. De inspectie hoort van de zorgcoördinator dat zorgverleners de bevindingen via de app aan haar doorgeven. Zij neemt deze over in een document en zet een uitdraai van dit document in het dossier. De zorgverlener die op dit moment bijna alle
zorgmomenten zorg geeft, spreekt, begrijpt en leest basis niveau Nederlands, zo vertellen de zorgverlener en de zorgcoördinator. Daarom doet de
zorgcoördinator dit voor haar, tot zij de Nederlandse taal voldoende beheerst.
De inspectie hoort van een andere zorgverlener dat hij eveneens de bevindingen mondeling doorgeeft aan de zorgcoördinator.
De zorgcoördinator geeft aan dat het de afspraak is volgens de SOEP-rapportage te rapporteren. In twee van de vier dossiers ziet de inspectie dit terug.
In de andere twee dossiers ziet de inspectie dat de zorgcoördinator niet volgens deze methode rapporteert. De inspectie ziet niet terug in de rapportages welke zorgverlener zorg verleende aan de cliënt. Er is wel een aanwezigheidslijst in de map aanwezig. Hierop staat de handtekening van de cliënt en de zorgverlener per zorgmoment. Er is geen parafenlijst. De zorgcoördinator kan wel vertellen van welke zorgverlener welke handtekening is.
De inspectie ziet dat in de dossiers waarin Thuiszorg Yildiz de SOEP-methodiek gebruikt, in de zorgdossiers van verschillende cliënten meerdere keren precies dezelfde rapportage staat. Zo staat zowel in het ene als in het andere dossier op dezelfde datum in de ochtend bijvoorbeeld S: ik heb erg veel last van
vermoeidheidsklachten O: Meneer was erg moe, geholpen met douchen,
insmeren en aankleden E: Meneer aangeraden om voldoende water te drinken en te bewegen. P: Meneer blijven observeren. Ook de avondrapportage is identiek.
De inspectie ziet ook dat in één van de andere dossiers, meerdere keren dezelfde rapportage staat bij verschillende data. Zo staat er bijvoorbeeld op zowel 8 december als 7 november ‘dhr gaf dat hij nog pijn heeft in zijn benen.
Dhr naar wc begeleidt. Dhr geholpen met tanden poetsen. Dhr naar badkamer begeleidt en geholpen met uitkleden, douchen, afdrogen, aankleden en smeren.
Haren gekamd. Benen ingesmeerd. Dhr naar woonkamer begeleidt. Korte praatje gemaakt met dhr.’ De pijn in de benen leest de inspectie op veel dagen terug in de rapportage van de cliënt. De inspectie leest hierop verder geen actie terug.
De inspectie ziet dat zorgverleners niet op doel rapporteren. Om informatie over een doel terug te lezen, moet een zorgverlener alle rapportages teruglezen.
De inspectie leest in het zorgleefplan en in de opdracht van de huisarts dat Yildiz Thuiszorg driemaal per week de benen van een cliënt moet zwachtelen. De zorgcoördinator geeft aan dat dit niet meer gebeurt. Ook in de rapportage van de afgelopen weken leest de inspectie niet terug dat zorgverleners dit doen.
In het dossier leest de inspectie soms ook tegenstrijdige informatie. Zo staat in één document dat de cliënt wel en niet rookt. Bij een risico-inventarisatie staat aangekruist dat een cliënt zowel te veel als te weinig eet. Hierbij staat als actie dat er aandacht moet zijn voor het medicatie gebruik. Hierover leest de inspectie verder niets terug in het zorgleefplan. Waarom hier aandacht voor moet zijn, staat niet toegelicht.
Norm 2.3
De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging samenwerkt met zorgverleners van andere zorgorganisaties.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg niet aan deze norm.
De inspectie leest dat bij een cliënt sinds maart 2021 een fysiotherapeut betrokken moet zijn. Gesprekspartners kunnen niet aangeven of deze ook betrokken is. De zorgcoördinator heeft hierop nog geen actie ondernomen en noteert tijdens het inspectiebezoek dat zij de fysiotherapie moet inschakelen.
Bij meerdere cliënten leest de inspectie in de OMAHA-aanleiding terug dat fysiotherapie gestopt is vanwege angst voor corona. De inspectie leest niet terug in de dossiers, of en wanneer de cliënt de fysiotherapie wil herstarten.
Ook leest de inspectie niet terug dat zorgverleners hiervoor alternatieven zoeken of aanbieden. Daarnaast ziet de inspectie in het zorgdossier staan bij een cliënt dat het advies van de wijkverpleegkundige is om ergotherapie in te schakelen.
De inspectie leest niet terug dat Yildiz Thuiszorg deze inschakelde.
Gesprekspartners geven aan dat Yildiz Thuiszorg geen deel uitmaakt van een lokaal zorgnetwerk.
Gesprekspartners vertellen dat Yildiz Thuiszorg geen expertise inschakelde bij het treffen van coronamaatregelen. De inspectie ziet protocollen in die afkomstig zijn van de Belgische overheid (zie norm 5.2).
4.3 Thema 3 – veilige zorg thuis
De cliënt krijgt deskundige en veilige zorg thuis.
Norm 3.1
De wijkverpleging signaleert tijdig risico’s in de woonomgeving van de cliënt. Zij bespreekt deze risico’s met de cliënt.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg grotendeels niet aan deze norm.
In de zorgdossiers leest de inspectie geen informatie terug over het signaleren van risico’s in de woonomgeving. Wel leest de inspectie bij enkele cliënten dat er een douchestoel aanwezig is en een handvat. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij alleen de OMAHA-risicosignalering invult. De risico’s in de woonomgeving brengt zij niet in kaart. Een cliënt vertelt dat Yildiz Thuiszorg bij aanvang van zorg wel alle kamers in huis heeft bekeken. De organisatie gaf het advies om een douchestoel aan te schaffen.
Norm 3.2
De wijkverpleging is gekwalificeerd en vakbekwaam voor de verpleegkundige handelingen die ze uitvoert.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg niet aan deze norm.
De inspectie ziet geen uitvoeringsverzoeken in de zorgdossiers voor
voorbehouden handelingen, bijvoorbeeld in het zorgdossier van cliënten waar zorgverleners een injectie toedienen. De zorgcoördinator geeft later aan dat er geen uitvoeringsverzoeken aanwezig zijn. Bij één cliënt is inmiddels de handeling gestopt.
Zorgverleners van Yildiz Thuiszorg hebben geen toegang tot recente protocollen of richtlijnen. De inspectie ziet in de dossiers een medicatieprotocol van Vilans welke dateert uit 2015. Een zorgverlener geeft aan via een andere werkgever toegang te hebben tot protocollen.
Yildiz Thuiszorg kan de inspectie desgevraagd geen geldig Nederlands diploma laten zien van een zorgverlener (zie norm 5.2). Ook ziet de inspectie geen certificaten of andere documenten die aantonen dat de zorgverlener het juiste opleidingsniveau heeft. Daarnaast ziet de inspectie geen bewijs dat de
zorgverlener bevoegd en bekwaam is voor risicovolle- en voorbehouden handelingen. Uit de documenten en gesprekken is niet navolgbaar wie de risicovolle- en voorbehouden handelingen uitvoert.
Norm 3.3
De wijkverpleging houdt zich aan de veilige principes in de medicatieketen als zij de zorg voor medicatie (deels) overneemt.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg niet aan deze norm.
Yildiz Thuiszorg, zo vertellen gesprekspartners, heeft geen eigen medicatie protocol. In de zorgdossiers van de cliënten ziet de inspectie een protocol over het toedienen van medicatie van Vilans uit 2015. Gesprekspartners geven aan dat zij niet op de hoogte zijn van de Veilige Principes in de Medicatieketen. Yildiz Thuiszorg beschikt niet over medicatietoedienlijsten, ziet de inspectie. De zorgcoördinator geeft aan dat zij de medicatie aan de hand van het
medicatiedoosje toedienen. Ook het smeren van voorgeschreven crèmes tekenen zorgverleners niet af op een medicatietoedienlijst. Zorgverleners geven aan dat zij mondeling doorgeven aan de zorgcoördinator als zij medicatie hebben afgetekend. Ook de injecties die zorgverleners geven, tekenen zij niet af op een medicatietoedienlijst.
Norm 3.4
De wijkverpleging let erop dat er een veilige zorgrelatie is tussen de cliënt en zijn formele of informele zorgverleners.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg niet aan deze norm.
Zowel de ‘meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ als de ‘leidraad veilige zorgrelatie’ zijn onbekend bij de bestuurder en de zorgcoördinator. De zorgcoördinator vertelt wel ‘veilig thuis’ te kennen. De organisatie heeft hier geen beleid voor beschreven.
Norm 3.5
De wijkverpleging voorkomt onvrijwillige/verplichte zorg zoveel mogelijk. Indien van toepassing, voert zij onvrijwillige/verplichte zorg zorgvuldig en veilig uit.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg niet aan deze norm.
De bestuurder en de zorgcoördinator kunnen niet aangeven op welke wijze zij de Wet zorg en dwang (Wzd) hebben ingevoerd binnen de organisatie. Beiden kennen de inhoud van de Wzd ook niet en kunnen niet toelichten wat dit betekent voor de zorgverlening en voor Yildiz Thuiszorg. Zij vertellen dat zorgverleners niet geschoold zijn over de Wzd. De bestuurder geeft aan dat de zorgverlener zeer kundig is en geen scholing hierin hoeft te krijgen.
4.4 Thema 4 – professionele autonomie van de wijkverpleegkundige De wijkverpleegkundige handelt professioneel en autonoom.
Norm 4.1 2
De wijkverpleegkundige stelt zorgvuldig de (her-)indicatie.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg niet aan deze norm.
De inspectie ziet dat meerdere zorgplannen niet meer actueel zijn.
2 Norm 4.1 geldt niet voor cliënten die thuis Wlz-zorg ontvangen en vallen onder het addendum bij het kwaliteitskader verpleeghuiszorg.
Zo loopt een zorgplan tot 1 december 2021. Bij navraag vertelt de
zorgcoördinator dat zij de wijkverpleegkundige hiervoor nog niet heeft benaderd.
De machtiging loopt tot 24 december 2021, vertelt zij. Ook ziet de inspectie dat een veranderende zorgvraag bijvoorbeeld niet is aangepast in het plan (zie ook norm 2.2). De inspectie ziet ook gesignaleerde risico’s niet altijd terug in het zorgplan (zie norm 1.1). Zo bestaat bij een cliënt een risico op depressie en staat beschreven dat zorgverleners hierop moeten rapporteren. Dit staat in de risicosignaleringslijst die de zorgverleners invullen. Hierover staat geen doel in het zorgplan. Bij een andere cliënt komt uit de risicosignalering die zorgverleners invullen dat de actie is dat zorgverleners een vocht- en voedingslijst moeten bijhouden in verband met risico op ondervoeding. Ook dit leest de inspectie niet terug in het zorgleefplan.
De inspectie ziet ook dat bij een cliënt met een zorgleefplan dat twaalf maanden geldig is, de wijkverpleegkundige doelen stelt voor zes maanden. Een evaluatie van deze doelen leest de inspectie niet terug in het dossier.
De wijkverpleegkundige vertelt dat zij alleen de indicatie stelt op verzoek van de zorgcoördinator. Zij vertelt dat zij niet de zorg coördineert of organiseert. Ook vertelt zij de cliënt niet te volgen en of tussentijds de zorg bij te stellen. De wijkverpleegkundige geeft aan op de hoogte te zijn van het normenkader voor het indiceren en organiseren van zorg. Echter komt zij niet toe aan alle normen, omdat zij veel organisaties wil helpen met het indiceren. Voor de indicatiestelling gebruikt zij informatie van de zorgcoördinator, bijvoorbeeld een episodelijst of een brief uit het ziekenhuis. De wijkverpleegkundige neemt contact op met de cliënt. Zij vertelt bij voorkeur huisbezoeken te doen, maar in de coronatijd telefonisch de indicering gedaan te hebben. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij de indicering doet in een elektronisch zorgdossier. Zij vult hierin de
risicosignalering en het zorgplan in.
In de tussentijdse bijstelling van een zorgplan heeft de wijkverpleegkundige geen rol, zo licht zij toe. Bij voorkeur doet zij wel de herindicatie van cliënten die haar al bekend zijn. Zij herindiceert echter ook, als een andere
wijkverpleegkundige de eerste indicatie gedaan heeft. Bij het herindiceren gebruikt de zorgverlener het oude zorgplan en de informatie van de cliënt. Zij heeft geen zicht op de rapportages.
De zorgcoördinator geeft aan dat zij geen contact op neemt met de
wijkverpleegkundige om de zorg aan te passen, als dit nodig is. Zij vertelt dat dit te duur is. Daarnaast geeft zij aan dat de wijkverpleegkundige geen tijd heeft om te herindiceren. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij cliënten niet monitort.
De wijkverpleegkundige geeft in een gesprek ook aan dat zij op dit moment geen tijd heeft om cliënten te indiceren of te herindiceren.
Een cliënt vertelt dat hij drie tot vier keer per jaar contact heeft met de
wijkverpleegkundige. Hij vertelt dat hij dan de zorg bespreekt met haar, en dat zijn dochter dan tolkt omdat de wijkverpleegkundige zijn taal niet spreekt.
Norm 4.2
De wijkverpleegkundige functioneert als kwaliteitsbevorderaar.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg niet aan deze norm.
De zorgcoördinator geeft aan dat de wijkverpleegkundige alleen langs komt om te (her)indiceren.
De wijkverpleegkundige vertelt dat zij geen rol heeft als kwaliteitsbevorderaar.
Zij vertelt ook geen zicht te hebben op de deskundigheid van de zorgverleners bij Yildiz Zorg.
De inspectie hoort ook terug van zorgverleners dat zij alleen contact hebben met de zorgcoördinator.
4.5 Thema 5 – sturen op kwaliteit
De organisatie stuurt op kwalitatief goede zorg.
Norm 5.1
De zorgaanbieder draagt zorg voor het systematisch bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg niet aan deze norm.
De bestuurder vertelt dat hij Yildiz Thuiszorg enkele jaren geleden oprichtte omdat hij graag goede zorg wilde verlenen.
De bestuurder en de zorgcoördinator geven desgevraagd aan dat zij niet op de hoogte zijn van de kwaliteitseisen waar thuiszorg aan moet voldoen. Zo kennen zij het Kwaliteitskader Wijkverpleging niet. Ook de Wzd en de Veilige Principes in de Medicatieketen zijn onbekend. De inspectie ziet dat de zorgaanbieder
persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt die niet voldoen aan de kwaliteitseisen. Zo hebben de mondkapjes geen CE-keurmerk en voldoet de handalcohol niet aan de richtlijn.
De bestuurder licht toe dat hij zorgen heeft over de financiële situatie bij Yildiz Thuiszorg. De bestuurder vertelt echter geen financiële administratie bij te houden. Binnen Yildiz Thuiszorg is geen interne toezichthouder betrokken, zo vertelt de bestuurder. Intern toezicht is ook niet op een andere manier georganiseerd binnen Yildiz Thuiszorg. Yildiz Thuiszorg beschikt ook niet over een cliëntenraad.
De zorgcoördinator en bestuurder kunnen niet aangeven op welke wijze zij kwaliteitsinformatie verzamelen voor het bijstellen en evalueren van de zorg, de visie en het beleid. De bestuurder heeft geen volledig zicht op de
werkzaamheden van de zorgverleners. Zo blijkt tijdens het inspectiebezoek dat een zorgverlener vaker bij een cliënt komt, dan in het zorgplan staat. Hiervan zijn de bestuurder en zorgcoördinator niet op de hoogte, blijkt in het gesprek (zie norm 2.2).
Wel vraagt de zorgcoördinator elk half jaar naar de cliënttevredenheid van de cliënten. De inspectie ziet meerdere halfjaarlijkse formulieren die zijn ingevuld.
De inspectie ziet geen opvolging van mogelijke verbeteringen die hieruit naar voren komen. Daarentegen hoort de inspectie terug van de zorgcoördinator, dat cliënten altijd zeer tevreden zijn.
Norm 5.2
De zorgaanbieder draagt zorg voor borging van kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel en benodigdheden.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg niet aan deze norm.
De bestuurder vertelt dat de zorgverlener die Yildiz Thuiszorg in dienst heeft zeer kundig is.
Op de vraag van de inspectie hoe hij weet dat de zorgverlener op de juiste manier werkt, antwoordt de bestuurder dat hij veel mensenkennis heeft.
Daarnaast kan Yildiz Thuiszorg beroep doen op een zzp’er. Van de zorgverlener die in dienst is bij Yildiz Thuiszorg, kan de bestuurder alleen buitenlandse diploma’s laten zien. Deze zijn gedeeltelijk vertaald in het Nederlands. Volgens de lijst ‘Yildiz Thuiszorg medewerkers en cliënten’ is de zorgverlener
verzorgende IG. De inspectie ziet echter geen diploma voor verzorgende. De zorgverlener vertelt zelf een diploma voor verloskundige te hebben.
Yildiz heeft geen rooster voor de zorgverleners. De zorgcoördinator kan niet vertellen en niet laten zien wanneer de zorgverleners bij welke cliënten komen.
Zij vertelt wel dat de vaste zorgverlener in principe alle zorg verleent voor alle cliënten. Bij een cliënt komt af en toe de zzp-zorgverlener. Op het overzicht met zorgverleners ziet de inspectie een zorgverlener staan die op 13 december 2021 uit dienst is gegaan. Een cliënt vertelt de inspectie op 28 december 2021, dat hij de afgelopen weken altijd zorg kreeg van deze zorgverlener. In de ochtend heeft deze cliënt nooit zorg ontvangen van een andere zorgverlener. Volgens de zorgverlener in dienst, de bestuurder en de zorgcoördinator verleende de zorgverlener in dienst hier de zorg. De cliënt vertelt dat deze vaste zorgverlener in de afgelopen week wel een paar keer in de avond is geweest.
De inspectie hoort van de zorgcoördinator en merkt tijdens het gesprek dat de zorgverlener in dienst weinig Nederlands spreekt. Zij is nu nog niet in staat om het zorgplan of andere documenten in het dossier te lezen en te begrijpen. Zij krijgt hierover uitleg van de zorgcoördinator. De zorgcoördinator ontvangt de rapportages van de zorgverlener in het Turks en vertaalt deze naar het Nederlands. De zorgcoördinator vertelt geen voorbeelden van rapportages te kunnen laten zien zoals ze deze ontvangt van de zorgverlener.
De zzp’er werkt ook als verpleegkundige in opleiding voor een andere organisatie. Hij werkt enkele diensten per maand voor Yildiz Thuiszorg. Hij vertelt zijn bevoegd- en bekwaamheden bij te houden via zijn huidige opleiding en via de organisatie waar hij werkt. Hij vertelt reeds enkele jaren gediplomeerd te zijn als verzorgende IG, en nu in opleiding te zijn voor verpleegkundige niveau 4.
De inspectie ontvangt protocollen voor hygiëne en infectiepreventie van Yildiz Thuiszorg. Dit betreft een Draaiboek wijkverpleging COVID-19 van Vilans, 27 maart 2020. Ook ontvangt de inspectie een document COVID-19 gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen in de thuiszorg uit Vlaanderen versie 2 juli 2021.
Norm 5.3
De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.
Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg niet aan deze norm.
Yildiz Thuiszorg gebruikt (bijna)incidenten, (bijna)fouten en klachten niet voor het verbeteren van de zorg. Zo hoort de inspectie van de zorgcoördinator dat zorgverleners nooit een melding incidenten cliënten doen. Wijkverpleegkundigen hebben ook geen rol in het verbeteren van de kwaliteit naar aanleiding van een (bijna) incident of (bijna) fout.
Gesprekspartners vertellen dat er geen teamoverleg plaatsvindt, mede door corona. De zorgcoördinator belt de zorgverleners op, indien zij iets wil
overleggen of overdragen. Scholing biedt Yildiz Thuiszorg niet aan. De inspectie ziet en hoort ook niet terug dat er structureel aandacht is voor reflectie op het eigen handelen van de zorgverleners.
Bijlage Geraadpleegde documenten
- Deel I: Draaiboek wijkverpleging COVID-19, d.d. 27 maart 2020 - Agentschap Zorg en Gezondheid ‘COVID-19: gebruik van persoonlijke
beschermingsmiddelen in de thuiszorg’ versie 2 juli 2020 (bron: Vlaanderen is Zorg)
- Medicatieveiligheid, Vilans 13-5-2015
- Yildiz Thuiszorg medewerkers en cliënten’, dd 13 december 2021
