• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Thuiszorg Rijnstad B.V. in Arnhem op 14 januari 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Thuiszorg Rijnstad B.V. in Arnhem op 14 januari 2021"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het inspectiebezoek aan Thuiszorg Rijnstad B.V.

in Arnhem op 14 januari 2021

Utrecht, februari 2021

V2027759

(2)

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd 3 1.2 Onderzoeksmethode 3

1.3 Aanleiding bezoek 3

1.4 Schets thuiszorgorganisatie 3

2 Conclusie 5

2.1 Wat gaat goed 5 2.2 Wat kan beter 5 2.3 Wat moet beter 5 2.4 Conclusie bezoek 5

3 Wat zijn de vervolgacties 6

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Thuiszorg Rijnstad verwacht 6 3.2 Vervolgacties van de inspectie 6

4 Resultaten 7

4.1 Thema 1 – Cliënt centraal 7 4.2 Thema 2 – Integrale zorg 8 4.3 Thema 3 – Veilige zorg thuis 10

4.4 Thema 4 – Professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 11 4.5 Thema 5 – Sturen op kwaliteit 12

4.6 Overig onderwerp: infectiepreventie 14

(3)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bracht op 14 januari 2021 een

aangekondigd bezoek met onaangekondigde elementen aan Thuiszorg Rijnstad B.V.

te Arnhem.

Het doel van het inspectiebezoek was om een oordeel te geven over de kwaliteit en veiligheid van de zorg die Thuiszorg Rijnstad B.V. levert aan cliënten thuis.

In dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen en het oordeel. Indien nodig geeft de inspectie aan welke maatregelen van Thuiszorg Rijnstad B.V. (Thuiszorg Rijnstad) worden verwacht naar aanleiding van deze bevindingen.

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

De inspectie bewaakt en bevordert de kwaliteit en veiligheid van zorg. De inspectie ziet erop toe of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

De verwachtingen en behoeften van patiënten en cliënten zijn daarbij een belangrijk uitgangspunt. De inspectie gaat in het toezicht uit van vertrouwen in de intrinsieke motivatie van zorgaanbieders om de best mogelijke zorg te verlenen.

1.2 Onderzoeksmethode

Tijdens het inspectiebezoek gebruikte de inspectie een toezichtinstrument gebaseerd op het toetsingskader ‘Toezicht op de zorg thuis’1.

Het toetsingskader bevat de volgende thema’s:

1. Cliënt centraal 2. Integrale zorg 3. Veilige zorg thuis

4. Professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 5. Sturen op kwaliteit.

Het inspectiebezoek was van tevoren aangekondigd, bevatte onaangekondigde elementen en bestond uit de volgende onderdelen:

- gesprek met de bestuurder en de zorgmanager;

- gesprek met de wijkverpleegkundige;

- gesprek met twee zorgverleners;

- gesprekken met twee cliënten (en hun mantelzorgers);

- inzage zorgdossiers;

- terugkoppeling van de bevindingen door de inspectie.

1.3 Aanleiding bezoek

De inspectie bezocht in augustus 2016 Thuiszorg Rijnstad in het kader van het toezicht op nieuwe zorgaanbieders. De zorgaanbieder voldeed toen nog niet aan alle onderdelen. In een schriftelijke hertoets constateerde de inspectie dat Thuiszorg Rijnstad in januari 2017 de randvoorwaarden voor goede en veilige zorg voldoende heeft beschreven en geïmplementeerd.

De inspectie bezoekt Thuiszorg Rijnstad nu om zich een beeld te vormen of de geboden zorg voldoet aan wet- en regelgeving.

1.4 Schets thuiszorgorganisatie

Thuiszorg Rijnstad is een kleine thuiszorgaanbieder in Arnhem. Het werkgebied van Thuiszorg Rijnstad is Arnhem Zuid en het gebied daaromheen tot aan Elst.

1 Het toetsingskader staat op www.igj.nl.

(4)

Thuiszorg Rijnstad heeft op 14 januari 2021, 43 cliënten in zorg. De cliënten ontvangen zorg vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige Zorg (Wlz). Eén cliënt ontvangt zorg vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), twee cliënten ontvangen zorg op basis van een persoonsgebonden budget (PGB).

Thuiszorg Rijnstad heeft vijf zorgroutes in de ochtend en twee zorgroutes in de avond. De zorgaanbieder levert geen geplande nachtzorg. Wel kunnen de cliënten 24 uur per dag voor ongeplande zorg een beroep doen op Thuiszorg Rijnstad.

Thuiszorg Rijnstad heeft voor de thuiszorg vijftien gediplomeerde zorgverleners in loondienst: een (1,0 fte) wijkverpleegkundige, acht (4,89 fte) wijkziekenverzorgen- den, twee (1,52 fte) leerling wijkziekenverzorgenden, twee (1,11 fte) helpenden plus, twee (0,44) helpenden en twee (0,83 fte) verzorgenden D. Daarnaast werkt de zorgaanbieder met zzp’ers (waaronder een wijkverpleegkundige, verpleegkundigen en verzorgenden).

Thuiszorg Rijnstad heeft een raad van toezicht, die bestaat uit twee personen. Ook heeft Thuiszorg Rijnstad een cliëntenraad. Deze bestaat nu uit één persoon. Er staat een vacature open voor de cliëntenraad.

Tijdens het bezoek komt naar voren dat de zorgaanbieder tot nu toe niet te maken heeft gehad met coronabesmettingen. De zorgaanbieder geeft aan steeds over voldoende beschermingsmiddelen te kunnen beschikken. Tijdens de zorgverlening dragen de zorgverleners afhankelijk van de zorgverlening persoonlijke

beschermingsmiddelen, zoals een mondkapje, handschoenen en/of een schort. De directeur vertelt dat zij alle zorgverleners steeds schriftelijk informeert over de maatregelen en over infectiepreventie.

(5)

2 Conclusie

In dit hoofdstuk geeft de inspectie haar conclusie. Hierin staat hoe de inspectie de door Thuiszorg Rijnstad geleverde thuiszorg beoordeelt. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

2.1 Wat gaat goed

De cliënten van Thuiszorg Rijnstad krijgen zorg op maat van betrokken

zorgverleners die de cliënten goed kennen. De wensen en behoeften van de cliënt staan centraal.

De cliënten zijn tevreden met de zorg van Thuiszorg Rijnstad.

De zorgverleners voelen zich ondersteund en werken graag bij Thuiszorg Rijnstad.

Thuiszorg Rijnstad investeert in de kwaliteit van de zorgverlening en in een goede organisatie van de zorg.

2.2 Wat kan beter

Thuiszorg Rijnstad kan de kwaliteit van zorg nog verder verbeteren door een grondige analyse van (bijna) incidenten.

2.3 Wat moet beter

Thuiszorg Rijnstad moet meer aandacht besteden aan hygiëne en infectiepreventie, zowel op het gebied van randvoorwaarden, opslag van middelen als naleving van protocollen op het gebied van hygiëne en infectiepreventie.

2.4 Conclusie bezoek

Thuiszorg Rijnstad voldoet (grotendeels) aan 15 van de 16 door de inspectie getoetste normen.

De enkele verbeterpunten die de inspectie tijdens het bezoek naar voren bracht, zijn inmiddels door de zorgaanbieder opgepakt.

(6)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van Thuiszorg Rijnstad verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Thuiszorg Rijnstad verwacht Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.

De inspectie vertrouwt erop dat de zorgaanbieder verdere verbetermaatregelen neemt op de punten waar de geboden zorg niet aan de normen voldeed. De inspectie gaat ervan uit dat de informatie in hoofdstuk 4 hiervoor voldoende handvatten biedt.

3.2 Vervolgacties van de inspectie

De inspectie vertrouwt erop dat de zorgaanbieder waarborgt dat de geboden zorg organisatiebreed voldoet en blijft voldoen aan de relevante wet- en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden. De inspectie sluit hierbij het inspectiebezoek af.

Dit betekent dat de inspectie Thuiszorg Rijnstad voorlopig niet opnieuw bezoekt. Als de inspectie signalen krijgt dat de kwaliteit en de veiligheid van de zorg niet op orde is, kan zij opnieuw op bezoek komen.

(7)

4 Resultaten

Dit hoofdstuk beschrijft per thema de normen, het oordeel en de bevindingen.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De organisatie voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Lichtgroen: De organisatie voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De organisatie voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De organisatie voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten of een ernstige bevinding.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema 1 – Cliënt centraal

De cliënt ervaart dat de zorg thuis aansluit bij zijn behoefte en bijdraagt aan de kwaliteit van leven.

Norm 1.1

De cliënt krijgt zorg die aansluit bij zijn actuele zorgbehoeften.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad aan deze norm.

In alle gesprekken komt naar voren dat de wijkverpleging eventuele risico’s voor de gezondheid van cliënten in beeld heeft. De inspectie ziet dat de wijkverpleging deze risico’s als aandachtspunten opneemt in het cliëntendossier. De inspectie ziet in alle drie zorgdossiers dat de wijkverpleging hier ook op rapporteert.

Een zorgverlener vertelt bijvoorbeeld dat zij bij een cliënt met een chronische ziekte per zorgmoment bekijken welke zorghandelingen de cliënt zelf doet en welke

handelingen zij die keer overnemen.

De inspectie hoort in gesprekken dat de wijkverpleging de zorg aanpast als de zorgbehoefte verandert. De zorgverleners vertellen dat zij bij een paar cliënten eerst regelmatig op bezoek gingen om vertrouwen te winnen. Stapje voor stapje starten ze vanuit dat vertrouwen de nodige zorgverlening op.

Norm 1.2

De cliënt krijgt zorg die bijdraagt aan kwaliteit van leven.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad aan deze norm.

De inspectie hoort van cliënten dat zorgverleners proberen de zelfredzaamheid van cliënten te vergroten. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij alleen die zorg indiceert die niet door de cliënt zelf, de eventueel aanwezige mantelzorg en niet door Wmo- zorgverleners kan worden gegeven.

Een cliënt vertelt dat Thuiszorg Rijnstad bij hem alleen het stoma verzorgt. De cliënt doet zelf zijn lichamelijke verzorging en houdt zelf dagelijks (op voorschrift van de arts) zijn gewicht in de gaten.

(8)

Cliënten krijgen de zorg van een overzichtelijk team. De inspectie hoort van cliënten dat er zo’n vier a vijf verschillende zorgverleners over de vloer komen. De cliënten vertellen dat de zorgverleners respectvol met hen en de mantelzorgers omgaan.

De inspectie ziet dat Thuiszorg Rijnstad zoveel mogelijk rekening houdt met datgene wat in het dagelijks leven belangrijk is voor de cliënt. Zo geeft een cliënt aan dat hij graag wil dat de wijkverpleging volgens een bepaalde wijze de stomazorg verleent.

Dat geeft hem zekerheid voor de rest van de dag. Hij vertelt dat de zorgverleners de zorg op die wijze geven.

Norm 1.3

De cliënt krijgt de hulp en gelegenheid om zo veel mogelijk zelf de regie te voeren over de zorg thuis, de wijkverpleging sluit daarop aan.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad aan deze norm.

De inspectie hoort in alle gesprekken dat Thuiszorg Rijnstad de cliënten betrekt bij het opstellen en bijstellen van het zorgplan. Als het zorgplan eenmaal is opgesteld kunnen cliënten het zorgdossier inzien als zij dat willen. Als ze inzage willen hebben, dan kunnen zij dit via een cliëntenportaal of het vragen aan een zorgverlener.

De inspectie hoort in een gesprek met een cliënt dat wanneer de zorg op een ander tijdstip gewenst is, dat dit ook mogelijk is. Bijvoorbeeld als de cliënt bezoek

ontvangt of voor een controlebezoek in het ziekenhuis moet zijn.

Ook vertelt een cliënt dat hij een telefoontje krijgt als de zorgverlening door omstandigheden later plaatsvindt dan afgesproken.

Een zorgverlener vertelt dat als een cliënt niet gedoucht wil worden, de

wijkverpleging dit respecteert. De zorgverlener bespreekt dan samen met de cliënt hoe die dag wel de lichamelijke verzorging kan plaatsvinden.

De cliënten vertellen dat zij weten hoe zij contact met Thuiszorg Rijnstad kunnen opnemen als zij bijvoorbeeld ongeplande zorg nodig hebben. Beide cliënten noemen daarbij spontaan de namen van de directeur en de zorgmanager.

4.2 Thema 2 – Integrale zorg

De cliënt krijgt afgestemde zorg thuis.

Norm 2.1

De wijkverpleging werkt samen/stemt af met de informele zorgverleners van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad aan deze norm.

De wijkverpleegkundige vertelt dat zij bij de indicatiestelling aandacht heeft voor de belastbaarheid van de mantelzorgers. De zorgverleners geven desgevraagd aan dat zij regelmatig vragen naar de belasting van de mantelzorgers. De mantelzorgers bevestigen dat de zorgverleners regelmatig gericht aandacht aan hen geven.

De inspectie ziet tijdens de dossierinzage dat Thuiszorg Rijnstad in een zorgplan de afspraken tussen de mantelzorger en de wijkverpleging helder vastlegt.

De zorgverleners vertellen dat de wijkverpleging met twee zorgverleners bij een cliënt in de terminale levensfase komen. Eerst hielp de mantelzorger tijdens de

(9)

zorgverlening de wijkverpleging. Sinds de mantelzorger aangaf dat het voor haar lichamelijk te zwaar werd, komt de wijkverpleging met twee personen.

Norm 2.2

De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging als team samenwerkt.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad aan deze norm.

De inspectie hoort van zorgverleners dat de wijkverpleging als team samenwerkt.

Zorgverleners kunnen met een beveiligde app op hun mobiele telefoon met elkaar communiceren. Dit gebruikt het team alleen voor algemene en praktische

informatie. Belangrijke cliëntgebonden informatie wordt door middel van de

rapportage in het elektronisch cliëntdossier gedeeld, zodat men er zeker van is dat de juiste collega op de hoogte is. Zorgverleners rapporteren over de geboden zorg op het moment dat zij klaar zijn met zorg verlenen bij de cliënt, zodat de informatie actueel is.

Ook ziet de inspectie dat de wijkverpleging methodisch werkt. De dossiers bevatten actuele zorgplannen met doelen en acties, en specifieke aandachtspunten. De inspectie ziet in dossiers dat zorgverleners (volgens afspraak) rapporteren op de aandachtspunten. De inspectie ziet in een ander zorgdossier dat de wijkverpleging de genezing van de wond in de gaten houdt en evalueert.

De zorgverleners geven aan dat zij in elke dienst een beroep kunnen doen op de bereikbare dienst van Thuiszorg Rijnstad.

Norm 2.3

De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging samenwerkt met zorgverleners van andere zorgorganisaties.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad aan deze norm.

De wijkverpleegkundige vertelt hoe zij samenwerkte met andere zorgverleners bij een cliënt die zichzelf verwaarloosde. Zij vertelt hoe zij er samen met onder andere de huisarts, de casemanager dementie, de Wmo-consulent en de wijkverpleging voor zorgde dat de cliënt toch (conform zijn wens) uiteindelijk verantwoord thuis kon laten wonen.

Een zorgverlener vertelt dat Thuiszorg Rijnstad voor cliënten met een complexe zorgvraag samenwerkt met het specialistisch team van een andere zorgorganisatie.

De inspectie ziet in het zorgdossier van de cliënt de afspraak staan dat de

zorgverleners van de andere thuiszorgaanbieder de morfinepomp bedienen en dat Thuiszorg Rijnstad bij verschillende zorgmomenten de pijn bij de cliënt observeert.

De directeur en de zorgmanager vertellen dat Thuiszorg Rijnstad nauwe contacten onderhoudt met het zorgnetwerk in Arnhem Zuid. De inspectie hoort in het gesprek met de wijkverpleegkundige en met de zorgverleners hoe dat in de praktijk naar voren komt, bijvoorbeeld bij cliënten die zorg mijden.

De directeur en de zorgmanager vertellen dat zij regelmatig contact hebben met de GGD met het oog op het coronavirus vanwege hun deskundigheid op het gebied van hygiëne en infectiepreventie.

(10)

De inspectie ziet in de dossiers dat de contactgegevens van de betrokken

zorgverleners in het zorgdossier zijn opgenomen, al is dat niet steeds op dezelfde plaats in het dossier.

4.3 Thema 3 – Veilige zorg thuis

De cliënt krijgt deskundige en veilige zorg thuis.

Norm 3.1

De wijkverpleging signaleert tijdig risico’s in de woonomgeving van de cliënt. Zij bespreekt deze risico’s met de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad aan deze norm.

De inspectie hoort van de wijkverpleegkundige en van de zorgverleners dat zij aandacht hebben voor risico’s in de woonomgeving van cliënt. Ze geven daarbij aan dat de cliënt uiteindelijk moet instemmen met het hulpmiddel of de aanpassing. Zo kan het zijn dat er aanpassingen nodig zijn in de badkamer om de cliënt zo lang mogelijk veilig te laten douchen. Ook letten zorgverleners op de mogelijkheid voor toiletbezoek in de nacht als de cliënt bijvoorbeeld moeite heeft met traplopen. Waar nodig bestellen zij in overleg met de cliënt een toiletstoel.

Als er technische aanpassingen nodig zijn zoals een wandbeugel, informeert de wijkverpleging de ergotherapeut. Deze handelt de aanpassing dan af met bijvoorbeeld de woningbouwvereniging. Zo vertelt een cliënt met de ziekte van Parkinson dat Thuiszorg Rijnstad er aan bijdroeg dat alle drempels in zijn woning zijn verwijderd om het valgevaar te minimaliseren.

In de gesprekken met de directeur en de zorgmanager, de wijkverpleegkundige en de zorgverleners komt naar voren dat Thuiszorg Rijnstad geen onvrijwillige of verplichte zorg toepast.

Norm 3.2

De wijkverpleging is gekwalificeerd en vakbekwaam voor de verpleegkundige handelingen die ze uitvoert.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad grotendeels aan deze norm.

De directeur vertelt dat Thuiszorg Rijnstad zorg verleent aan cliënten met

laagcomplexe of middencomplexe zorgvragen. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij eventueel met een zorgverlener meegaat als de zorgverlener niet helemaal zeker is of zij de handeling goed uitvoert. Als de wijkverpleging niet bevoegd of bekwaam is om een bepaalde handeling uit te voeren, schakelt Thuiszorg Rijnstad de

verpleegkundigen van een specialistisch team in van een andere zorgaanbieder in de regio.

De inspectie ziet dat het zorgdossier relevante protocollen bevat voor het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen. De zorgverleners hebben via een link in het zorgdossier inzage in de meest recente versie van het betreffende protocol.

De directeur vertelt dat de zorgverleners voorbehouden en risicovolle handelingen kunnen oefenen in een skillslab in Arnhem.

De inspectie ziet dat als de wijkverpleging voorbehouden handelingen moet uitvoeren, dat er niet in elk zorgdossier een geldig en volledig ingevuld

(11)

uitvoeringsverzoek in het zorgdossier zit. Zo mist bij een cliënt een uitvoeringsverzoek voor een maandelijkse injectie.

Norm 3.3

De wijkverpleging houdt zich aan de veilige principes in de medicatieketen als zij de zorg voor medicatie (deels) overneemt.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad aan deze norm.

De directeur en de zorgverleners vertellen dat Thuiszorg Rijnstad met actuele en complete toedienlijsten werkt. De apotheek verstrekt deze lijsten.

De twee cliënten die de inspectie bezoekt verzorgen zelf hun medicatie.

De zorgverleners vertellen dat zij voor het dubbel aftekenen van risicovolle medicatie de beveiligde app gebruiken waarmee zorgverleners elkaar kunnen controleren. In het eerste half jaar van 2021 gaat Thuiszorg Rijnstad over op het digitaal aftekenen van toegediende medicijnen.

De inspectie ziet twee verslagen van het teamoverleg in (november en december 2020). In deze verslagen is te lezen dat de zorgaanbieder de zorgverleners erop wijst dat zij de toegediende medicatie aftekenen.

Norm 3.4

De wijkverpleging let erop dat er een veilige zorgrelatie is tussen de cliënt en zijn formele of informele zorgverleners.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad aan deze norm.

Uit het gesprek met de zorgverleners komt naar voren dat zij op de hoogte zijn van de inhoud van de ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’. De

zorgverleners geven aan dat er tijdens het teamoverleg en tijdens het bespreken van cliëntsituaties aandacht is voor eventuele signalen van huiselijk geweld. Ook in het gesprek met de wijkverpleegkundige en de directeur en zorgmanager komt dit naar voren.

Ook geven de zorgverleners aan dat zij de inhoud van de ‘Leidraad veilige zorgrelatie’ kennen. Een zorgverlener vertelt dat er binnen de wijkverpleging en tijdens het teamoverleg regelmatig aandacht is voor het grenzen stellen binnen de zorgverlening. In het geval dat de veilige zorgrelatie in het geding is vertelt een zorgverlener dat zij weet wie zij daarvoor kan aanspreken binnen de organisatie.

Norm 3.5

De wijkverpleging voorkomt onvrijwillige/verplichte zorg zoveel mogelijk. Indien van toepassing, voert zij onvrijwillige/verplichte zorg zorgvuldig en veilig uit.

De norm is niet getoetst.

Thuiszorg Rijnstad geeft aan niet te maken te hebben met onvrijwillige zorg. Bij de cliënten van Thuiszorg Rijnstad met dementie is onvrijwillige zorg niet aan de orde.

4.4 Thema 4 – Professionele autonomie van de wijkverpleegkundige De wijkverpleegkundige handelt professioneel en autonoom.

(12)

Norm 4.12

De wijkverpleegkundige stelt zorgvuldig de (her-)indicatie.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad aan deze norm.

De inspectie ziet dat de wijkverpleegkundige de indicaties stelt volgens de normen.

De wijkverpleegkundige vertaalt de indicatie naar een zorgplan dat zij samen met de cliënt opstelt.

Bij Thuiszorg Rijnstad is de indicerend wijkverpleegkundige ook betrokken bij de zorgverlening. Soms levert zij zorg aan de cliënt. Zij monitort ook het verloop van de zorgverlening aan de cliënt door samen met de directeur en de zorgmanager als aanspreekpunt te fungeren voor cliënt gerelateerde zaken. De inspectie ziet in d e zorgdossiers dat de zorg op tijd wordt geëvalueerd en dat op basis van de

herindicatie zorgplannen worden bijgesteld door de wijkverpleegkundige.

Norm 4.2

De wijkverpleegkundige functioneert als kwaliteitsbevorderaar.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad aan deze norm.

In verschillende gesprekken komt naar voren op welke wijze de wijkverpleegkundige binnen Thuiszorg Rijnstad de taak invult om de kwaliteit van de zorgverlening verder te verbeteren. De wijkverpleegkundige vertelt hoe zij samen met de

directeur en de zorgmanager de kwaliteit van zorg toetsen en daarop bijsturen. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij de rapportages van de geboden zorg naleest of deze de informatie bevatten over de aandachtspunten in de zorgverlening. Ze vertelt dat zij de betreffende zorgverlener er professioneel op aanspreekt als bepaalde punten in de rapportage ontbreken.

De wijkverpleegkundige vertelt dat zij voldoende zicht heeft op de kwaliteit van zorg, doordat zij ook zelf meewerkt in de zorgverlening. Hierdoor signaleert zij vroegtijdig eventuele hiaten in de zorgverlening.

De wijkverpleegkundige vertelt dat zij in 2021 klinische lessen geeft aan de zorgverleners over onder andere omgaan met dementie, transfers en diabetes.

Ook vertelt zij dat zij wekelijks met de directeur en de zorgmanager overlegt om aan de hand van interne audits, steekproeven (bijvoorbeeld zorgdossiers) en signalen de kwaliteit van zorg te bespreken.

4.5 Thema 5 – Sturen op kwaliteit

De organisatie stuurt op kwalitatief goede zorg.

Norm 5.1

De zorgaanbieder draagt zorg voor het systematisch bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad aan deze norm.

Thuiszorg Rijnstad heeft een visie op persoonsgerichte zorg die de inspectie

terugziet in de praktijk. De directeur vindt het belangrijk dat de mens centraal staat tijdens de zorgverlening en dat de zorgverleners persoonlijke aandacht geven aan de cliënten. Ook vertelt de directeur dat zij niet de ambities heeft om een grote

2 Norm 4.1 geldt niet voor cliënten die thuis Wlz-zorg ontvangen en vallen onder het addendum bij

(13)

thuiszorgaanbieder te worden; zij wil graag zicht houden op de dagelijkse praktijk binnen de zorgverlening.

De directeur en de zorgmanager vertellen dat zij zicht hebben op het ziekteverzuim en het verloop van de zorgverleners. Doordat zij allebei regelmatig meewerken in de zorgverlening, hebben zij zicht op de kwaliteitsaspecten binnen de zorgverlening.

De inspectie ziet in een document dat Thuiszorg Rijnstad een hoge tevredenheid van cliënten heeft. Thuiszorg Rijnstad komt voor in de top 20 van de

thuiszorgaanbieders met de hoogste cliëntwaardering van Zorgkaart Nederland.

Thuiszorg Rijnstad heeft een raad van toezicht die bestaat uit twee leden. De

directeur en de zorgmanager vergaderen formeel drie keer per jaar met de raad van toezicht. Daarnaast is er volgens de directeur tussentijds overleg mogelijk.

Thuiszorg Rijnstad heeft een cliëntenraad die momenteel bestaat uit één persoon. Er is een vacature voor een tweede lid voor de cliëntenraad. De zorgmanager vertelt dat de cliëntenraad en de raad van toezicht ook onderling goed contact hebben.

De directeur en de zorgmanager vertellen dat Thuiszorg Rijnstad tot nu toe nog niet te maken heeft gehad met besmettingen met het coronavirus onder cliënten en zorgverleners. Volgens de directeur waren er steeds voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen voor de zorgverleners beschikbaar en ondersteunen zij de zorgverleners door instructies op papier en instructies in de praktijk.

Norm 5.2

De zorgaanbieder draagt zorg voor borging van kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel en benodigdheden.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad grotendeels aan deze norm.

De directeur vertelt dat zij het aannemen van nieuwe cliënten laat afhangen van de deskundigheid en de aanwezigheid van de zorgverleners. De wijkverpleegkundige geeft aan dat zij samen met de directeur en de zorgmanager kijkt of er ruimte is in de planning om een cliënt in zorg te nemen.

De directeur vertelt dat zij in het afgelopen jaar (2020) vanwege de uitbraak met het coronavirus een aantal scholingen moesten annuleren. De scholing over het uitvoeren van riscovolle en voorbehouden handelingen zal volgens de directeur en de wijkverpleegkundige plaatsvinden in een mobiel skillslab.

Daarnaast vertellen de directeur en de zorgmanager dat zij letten op het lerend vermogen van de zorgverleners en hen stimuleren om verder te leren om hun deskundigheid verder te verhogen. Twee zorgverleners (niveau 2) van Thuiszorg Rijnstad volgen een opleiding tot verzorgende niveau 3.

De directeur en de zorgmanager geven aan dat zij, als ze de planning niet rond kunnen krijgen, gebruik maken van zzp’ers. Deze zelfstandigen zonder personeel zijn al langere tijd werkzaam voor Thuiszorg Rijnstad.

Thuiszorg Rijnstad heeft vijf dienstauto’s beschikbaar zodat de wijkverpleging de routes kan rijden. Ook biedt Thuiszorg Rijnstad ICT-ondersteuning zodat de wijkverpleging tijdens de routes de zorgplannen kan inzien, met elkaar kan communiceren en kan rapporteren.

(14)

De inspectie ziet dat de zorgaanbieder in de kantoorruimte voldoende persoonlijk beschermingsmiddelen beschikbaar heeft voor de zorgverleners. Volgens de directeur is deze ruimte altijd toegankelijk voor de zorgverleners.

Tijdens het toezichtbezoek ziet de inspectie dat de zorgverleners onder het

uniformjasje een shirt dragen met lange mouwen. De zorgverleners geven aan dat zij die dragen vanwege de kou buiten. De directeur geeft tijdens het bezoek aan dit niet te hebben opgemerkt. Zij zegt toe alle zorgverleners te informeren dat dit niet is conform de geldende richtlijnen en de hygiëne- en de infectiepreventieprotocollen.

Norm 5.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad grotendeels aan deze norm.

Thuiszorg Rijnstad geeft aan dat zij de melding indicenten cliënten (MIC)-meldingen gebruiken om de kwaliteit van de zorgverlening verder te verbeteren. De directeur en de zorgmanager vertellen dat zij in de eerste helft van 2021 overgaan naar een digitaal aftekensysteem voor medicatie. Dit doen zij naar aanleiding van de MIC- meldingen over het niet aftekenen van toegediende medicijnen.

Volgens de zorgverleners en de notulen van de teamoverleggen eind 2020 is er in het teamoverleg steeds aandacht voor de onderwerpen van de MIC-meldingen.

De directeur geeft aan dat de wijkverpleging op casusniveau leert van meldingen over (bijna) incidenten in de zorgverlening.

Volgens de directeur en de zorgmanager verwacht de wijkverpleging dat zij elkaar aanspreken als zij zaken niet uitvoeren, zoals afgesproken. De wijkverpleegkundige heeft hierin een sturende rol. Naar aanleiding van een melding maakt Thuiszorg Rijnstad voor de zorgverlener(s) een verbeteractie aan en de wijkverpleegkundige gaat na of de betreffende zorgverlener de verbeteractie opvolgt.

Uit de gesprekken met de directeur en de zorgmanager, de wijkverpleegkundige en de zorgverleners maakt de inspectie op dat Thuiszorg Rijnstad de meldingen nog niet voldoende analyseert op basisoorzaken.

4.6 Overig onderwerp: infectiepreventie Norm

De zorgaanbieder borgt de veiligheid van de cliënten en de zorgverleners tijdens COVID-19.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Rijnstad hier grotendeels niet aan.

Tijdens het toezichtbezoek ziet de inspectie dat de zorgaanbieder een deel van de voorraad persoonlijke beschermingsmiddelen, met name een grote hoeveelheid handschoenen opslaat in de toiletruimte van het kantoor. Volgens de directeur gebruikt Thuiszorg Rijnstad deze ruimte nauwelijks. Ook treft de inspectie daar blaasspoelvloeistof en steriele blaaskatheters in de verpakking aan.

Ook ziet de inspectie dat in de toiletruimte, waar een aantal zorgverleners tijdens de bezoekdag gebruik van maakten, geen papieren handdoekjes en geen middel om de handen te desinfecteren aanwezig zijn.

(15)

De inspectie ziet dat de zorgaanbieder in de naastgelegen kantoorruimte

verbandmiddelen en incontinentiemateriaal opslaat. De inspectie ziet dat Thuiszorg Rijnstad niet alle middelen conform de richtlijnen ‘los van de grond’ opslaat.

De directeur zegt tijdens het bezoek toe dit alles, inclusief de kleding van de zorgverleners (zie 5.2) op korte termijn in orde te brengen.

De inspectie ziet daarentegen dat de steriele verbandmiddelen en andere steriele middelen niet over de gebruiksdatum zijn.

In de reactie op het conceptrapport geeft de directeur aan dat (zoals tijdens het bezoek toegezegd) Thuiszorg Rijnstad de bovenstaande punten over de infectiepreventie heeft opgepakt. Volgens de directeur zijn deze punten nu in orde.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De wijkverpleegkundige vertelt de inspectie dat ze wel een arbeidscontract heeft met Zara Thuiszorg, maar niet contractueel met Thuisbasis Brabant

Tijdens de gesprekken met de wijkverpleegkundigen en zorgverleners hoort de inspectie dat de cliënten van Thuiszorg INIS geen onvrijwillige zorg nodig hebben..

De gesprekspartners vertellen de inspectie dat er ook zorgverleners van buiten Dila Thuiszorg betrokken zijn bij de zorg aan beide cliënten.. Zo vertelt de vennoot dat bij

De inspectie toetste of de zorgaanbieder bij het gebruik van e-health zorgt voor de nodige voorwaarden voor goede en veilige zorg, die volgen uit wetten, (veld)normen en

De inspectie hoort van gesprekspartners en leest in de cliëntdossiers dat de zorgverleners van Vida Care samenwerken en de zorg afstemmen met informele zorgverleners van de

De inspectie ziet dat Nieuwendijk zich inzet om de kwaliteit van zorg te verbeteren, echter nog onvoldoende om grotendeels aan deze norm te voldoen (zie bevindingen op thema

Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg grotendeels aan deze norm De cliënt die de inspectie spreekt is zeer tevreden over de zorg die hij ontvangt.. Hij kan altijd

Daarnaast ziet de inspectie in de zorgdossiers dat Mem Thuiszorg een overzicht heeft van alle betrokken zorgverleners.. Ook leest de inspectie in het verslag