• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Dila Thuiszorg v.o.f. in Den Haag op 30 november 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Dila Thuiszorg v.o.f. in Den Haag op 30 november 2021"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het inspectiebezoek aan Dila Thuiszorg v.o.f.

in Den Haag op 30 november 2021

Utrecht, februari 2022 V2038043

(2)

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd 3 1.2 Onderzoeksmethode 3

1.3 Aanleiding bezoek 3 1.4 Beschrijving organisatie 4 2 Conclusie en vervolgacties 5 2.1 Conclusie bezoek 5

2.2 Wat zijn de vervolgacties 5

2.2.1 De vervolgactie die de inspectie van Dila Thuiszorg verwacht 5 2.2.2 Vervolgacties van de inspectie 5

3 Resultaten 7

3.1 Thema 1 – De cliënt 7

3.2 Thema 2 – Afgestemde zorg 8 3.3 Thema 3 – Veiligheid 9

3.4 Thema 4 – Indicatie en herindicatie 10 3.5 Thema 5 – Kwaliteit en personeel 11 3.6 Thema 6 – COVID-19 12

Bijlage 1: Geraadpleegde documenten 13

(3)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft op 30 november 2021 een

aangekondigd bezoek gebracht aan Dila Thuiszorg v.o.f. (hierna: Dila Thuiszorg) te Den Haag. Het doel van het inspectiebezoek was om te beoordelen of bij Dila Thuiszorg (als kleine organisatie in de zorg thuis) de voorwaarden aanwezig zijn om goede en veilige zorg te leveren. In dit rapport beschrijft de inspectie de

bevindingen en het oordeel. Indien nodig geeft de inspectie aan welke verbeteringen zij van Dila Thuiszorg verwacht naar aanleiding van deze bevindingen.

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

De inspectie bewaakt en bevordert de kwaliteit en veiligheid van de zorg. De inspectie ziet erop toe of de zorgaanbieder de zorg heeft georganiseerd, zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

De inspectie houdt ook toezicht op kwaliteit en veiligheid bij nieuwe

zorgaanbieders in de zorgmarkt. Het werkveld van nieuwe zorgaanbieders is groot. Zorginstellingen komen en gaan, fuseren en wisselen sneller van doelgroep dan de grote(re) zorgaanbieders. Om een beeld te krijgen van de zorgaanbieders in dit veld, stuurt de inspectie vragenlijsten naar nieuwe en nog onbekende zorgaanbieders. Hiermee maken we een inschatting van mogelijke risico’s. Als de inspectie zich geen goed beeld kan vormen van de risico’s, bezoekt de inspectie een zorgaanbieder.

1.2 Onderzoeksmethode

Tijdens het inspectiebezoek gebruikt de inspectie het toetsingskader ‘Toezicht op de Zorg Thuis – Start’.

Het toetsingskader bevat de volgende thema’s:

1. De cliënt

2. Afgestemde zorg 3. Veiligheid

4. Indicatie en herindicatie 5. Kwaliteit en personeel 6. COVID-19

Het inspectiebezoek bestaat uit de volgende onderdelen:

• Gesprek met bestuurder

• Gesprek met zorgverlener

• Inzage in zorgdossiers

• Inzage in (beleids)documenten

• Een afsluitend gesprek met de bestuurder

1.3 Aanleiding bezoek

De inspectie vroeg de zorgaanbieder informatie aan te leveren over onder andere de zorg, de cliënten, de zorgverleners en beleid. Bij de opgevraagde informatie ontving de inspectie ook (beleids)documenten (zoals het medicatiebeleid). Op basis van de toegezonden informatie kon de inspectie niet beoordelen of bij Dila Thuiszorg de voorwaarden voor goede en veilige zorg aanwezig zijn. Daarom bezocht de inspectie Dila Thuiszorg.

(4)

1.4 Beschrijving organisatie

Dila Thuiszorg is een thuiszorgorganisatie en biedt persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding en huishoudelijke hulp. Dila Thuiszorg heeft Den Haag als werkgebied. Het management bestaat uit twee vennoten. De inspectie spreekt tijdens het bezoek beide vennoten.

De organisatie heeft geen toelating in het kader van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi). Dila Thuiszorg is niet geregistreerd als locatie in het openbaar locatieregister Wet zorg en dwang (Wzd)/Wet verplichte ggz (Wvggz).

Dila Thuiszorg is op 1 februari 2018 opgericht als éénmanszaak. Op 1 januari 2019 is Dila Thuiszorg overgegaan tot een vennootschap onder firma (v.o.f.) en gestart met de daadwerkelijke zorg.

Ten tijde van het bezoek levert de zorgaanbieder zorg aan twee cliënten. Eén cliënt is bekend met psychogeriatrische problematiek. De andere cliënt heeft een

verstandelijke beperking.

Beide cliënten hebben een indicatie op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz).

De cliënten hebben een zorgprofiel met respectievelijk een zorgzwaartepakket VV 5 en VG 4.

De zorg wordt gefinancierd met een persoonsgebonden budget (pgb). Dila Thuiszorg heeft geen contract met een zorgkantoor.

De zorg wordt verleend door de twee vennoten (1,3 fte). Beiden hebben geen zorgachtergrond. De organisatie huurt sinds kort een zzp’er in voor een deel van de administratieve taken.

Hierna spreekt de inspectie in dit rapport over zorgverlener wanneer de vennoot als zorgverlener optreedt en van vennoot als eindverantwoordelijke van de

zorgorganisatie.

COVID-19

Ten tijde van het bezoek zijn er geen cliënten of zorgverleners besmet met COVID-19. De vennoot vertelt dat één van de cliënten in 2020 COVID-19 heeft gehad.

Ontwikkelingen organisatie

Ten tijde van het inspectiebezoek heeft de zorgaanbieder geen plannen voor uitbreiding. Een vennoot vertelt dat hij mogelijk in de toekomst wel meer cliënten wil aannemen.

Daarnaast had de inspectie aan de hand van het conceptrapport een aanvullend gesprek met de vennoten op 29 december 2021. Tijdens het gesprek geven de vennoten aan dat zij de kwaliteit en veiligheid van de zorg willen verbeteren en aan wet-en regelgeving willen voldoen. Zij willen hiervoor verbetermaatregelen nemen en waar nodig externe hulp inschakelen. De vennoten geven tijdens het gesprek aan dat zij verwachten dat Dila Thuiszorg op korte termijn aan de getoetste normen voldoet.

(5)

2 Conclusie en vervolgacties

In dit hoofdstuk geeft de inspectie haar conclusie. Hierin staat hoe de inspectie de voorwaarden voor goede en veilige zorg bij Dila Thuiszorg beoordeelt.

Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 3. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

2.1 Conclusie bezoek

De inspectie constateert dat Dila Thuiszorg (grotendeels) niet voldoet aan de getoetste normen. Dila Thuiszorg voldoet aan zeven van de negen getoetste normen (grotendeels) niet. De organisatie voldoet grotendeels aan twee normen.

De inspectie heeft op basis van het inspectiebezoek nog onvoldoende vertrouwen in de wijze waarop Dila Thuiszorg stuurt op de kwaliteit en veiligheid van zorg.

De zorgaanbieder verzamelt geen kwaliteitsgegevens om de kwaliteit en

veiligheid van de zorg te bewaken en waar nodig bij te sturen. De zorgaanbieder registreert bijvoorbeeld geen MIC-meldingen. Ook zijn de kwaliteit en veiligheid in de dagelijkse zorgverlening kwetsbaar. De inzet en deskundigheid van zorgverleners zijn onvoldoende afgestemd op de zorgzwaarte en –behoefte van de cliënten.

De inspectie ziet de afstemming van zorg (intern en extern) niet terug in de zorgdossiers. Ook voldoet de medicatiezorg niet aan de veilige principes in de medicatieketen. Uit het inspectiebezoek en het gesprek op 29 december 2021 blijkt dat de zorgaanbieder direct wil verbeteren. Zo ontving de inspectie na het inspectiebezoek actuele toedienlijsten die de zorgverleners nu gebruiken bij het toedienen van medicatie. De inspectie ziet dat de vennoten hierop aftekenen.

Verder vertellen de vennoten tijdens het gesprek op 29 december 2021, dat zij de benodigde deskundigheid gaan inschakelen die past bij de zorgzwaarte van de cliënten. Ook nemen zij voorlopig geen nieuwe cliënten meer aan.

Vanwege de tekortkomingen op verschillende normen en de bijbehorende risico’s, vindt de inspectie het nodig dat vervolgtoezicht plaats vindt.

2.2 Wat zijn de vervolgacties

In deze paragraaf staat wat de inspectie van Dila Thuiszorg verwacht.

Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

2.2.1 De vervolgactie die de inspectie van Dila Thuiszorg verwacht

Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen. De inspectie vertrouwt erop dat de zorgaanbieder

verbetermaatregelen neemt op de punten waar de voorwaarden voor goede en veilige zorg niet voldoen aan de normen. De inspectie verwacht dat Dila Thuiszorg binnen zes maanden, uiterlijk 8 augustus 2022, voldoet aan de normen. Daarbij gaat de inspectie ervan uit dat de informatie in hoofdstuk 3 hiervoor voldoende handvatten biedt.

2.2.2 Vervolgacties van de inspectie

Op basis van de bevindingen en bovenstaande conclusie zal de inspectie over zes maanden opnieuw een bezoek brengen aan Dila Thuiszorg. Dit kan een

(6)

aangekondigd of een onaangekondigd bezoek zijn. Waar de inspectie naar kijkt in een vervolgbezoek ligt vast in het toetsingskader ‘Toezicht op de Zorg Thuis - Start’. Maar als de inspectie tijdens het vervolgbezoek ook andere risico’s ziet, dan kan het zijn dat de inspectie ook andere normen toetst.

(7)

3 Resultaten

Dit hoofdstuk geeft per thema de beoordeling van de normen. Het oordeel geeft aan in welke mate Dila Thuiszorg voldoet aan de betreffende norm.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntenschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De organisatie voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm positieve punten.

Groen: De organisatie voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend positieve punten.

Geel: De organisatie voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm deels negatieve punten.

Rood: De organisatie voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten of een

ernstige bevinding.

Blauw: De norm is niet getoetst.

3.1 Thema 1 – De cliënt Norm 1.1

De wijkverpleging legt de zorgbehoefte van de cliënt vast.

Volgens de inspectie voldoet Dila Thuiszorg grotendeels aan de norm.

In de zorgdossiers leest de inspectie een beschrijving van de zorgbehoefte van de cliënt. Zo leest de inspectie in een zorgdossier dat een cliënt ondersteuning bij het douchen, aankleden en toezicht bij medicatie-inname nodig heeft. Verder hoort de inspectie dat de gesprekspartners aandacht besteden aan wat voor de cliënt belangrijk is in zijn leven. De inspectie leest in één van de zorgdossiers dat een cliënt van wandelen houdt en graag naar de markt gaat. De zorgverlener vertelt dat een cliënt graag over vroeger praat. Ook vertelt de zorgverlener dat de andere cliënt het fijn vindt als je naar hem luistert en rekening houdt met zijn stemmingen.

De inspectie hoort dat deze cliënt naar dagbesteding gaat. Dit leest de inspectie terug in het zorgdossier.

Bij de start van de zorg aan een cliënt voert de vennoot een (intake)gesprek om de zorg te inventariseren en afspraken te maken. De inspectie ziet de zorgafspraken terug in het zorgdossier. Zo ziet de inspectie dat de zorgverlener de cliënt moet ondersteunen bij Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) zoals douchen en haren kammen.

De inspectie ziet in het zorgdossier geen risicosignaleringen voor de zorg bij de cliënten.

Norm 1.2

De cliënt heeft inzage in het zorgdossier en inspraak in het zorgplan.

Volgens de inspectie voldoet Dila Thuiszorg grotendeels aan de norm.

De vennoot geeft aan dat beide cliënten familie zijn van de vennoot. De vader van de vennoot is de gewaarborgde hulp voor beide cliënten. In de zorgdossiers ziet de

(8)

inspectie dit terug. De inspectie leest een brief vanuit het zorgkantoor met daarin de informatie dat de vader van de vennoot als de gewaarborgde hulp is aangesteld voor beide cliënten. Ook ziet de inspectie dat de gewaarborgde hulp de

zorgafspraken heeft ondertekend.

De cliënten (moeder en zoon) vormen samen één huishouden. De vennoot vertelt de inspectie dat Dila Thuiszorg de zorgafspraken afstemt met de gewaarborgde hulp, omdat dat de cliënten dit onvoldoende zelf kunnen. De gewaarborgde hulp is tevens de cliëntvertegenwoordiger voor beide cliënten.

De gesprekspartners vertellen dat zij zoveel mogelijk rekening houden met de wensen van de cliënten bij het leveren van de zorg. Beiden geven aan dat zij de zorgmomenten zoveel mogelijk aanpassen aan de wensen van de cliënt. Zo houdt Dila Thuiszorg rekening met het tijdstip van de dagbesteding van één van de cliënten.

De vennoot geeft aan dat het zorgdossier niet bij de cliënt thuis ligt. Het zorgdossier ligt bij de vennoot thuis. Als de cliënten hun zorgdossier willen bekijken dan neemt de vennoot of zorgverlener de map mee. De cliënten hebben hierdoor niet op elk moment toegang tot het zorgdossier. De gewaarborgde hulp, die woonachtig is bij de vennoot, heeft wel toegang tot het zorgdossier.

3.2 Thema 2 – Afgestemde zorg Norm 2.1

De wijkverpleging stemt de zorg af met de betrokken zorgverleners van de wijkverpleging.

Volgens de inspectie voldoet Dila Thuiszorg grotendeels niet aan deze norm.

De gesprekspartners vertellen de inspectie dat zij de zorg met elkaar afstemmen door de zorg tijdens de dagelijkse overdracht met elkaar te bespreken.

De gesprekspartners geven aan dat zij dagelijks rapporteren over de zorg in de gezamenlijke agenda. De agenda is geen onderdeel van het zorgdossier.

De inspectie ziet een fysieke jaaragenda. De inspectie leest de afstemming niet in de zorgdossiers of de agenda terug.

Daarnaast ziet de inspectie in de agenda niet welke rapportage bij welke cliënt hoort. De naam en geboortedatum van de cliënten staan niet vermeld. Verder rapporteren de vennoten alleen over de uitvoering van de zorg, bijvoorbeeld

‘ADL verleend’. De inspectie leest niet terug hoe de zorgverlener rapporteert op de zorgafspraken en overige acties gekoppeld aan bijzonderheden. Zo hoort de inspectie dat één van de cliënten beginnend dementerend is en het vaak over vroeger heeft. De inspectie leest in het dossier niet terug hoe de zorgverlener rapporteert over het verloop van de dementie. De inspectie hoort ook niet dat de zorgverlener op structurele wijze de zorg evalueert en dit vastlegt.

De inspectie ziet wel dat de zorgdossiers actuele informatie bevatten over de zorg aan de cliënt, zoals een recente zorgbeschrijving. De inspectie ziet beperkte informatie over de indicaties en de (medische) levensgeschiedenis.

(9)

Norm 2.2

De wijkverpleging werkt waar nodig samen met andere zorgverleners.

Volgens de inspectie voldoet Dila Thuiszorg grotendeels niet aan deze norm.

De gesprekspartners vertellen de inspectie dat er ook zorgverleners van buiten Dila Thuiszorg betrokken zijn bij de zorg aan beide cliënten. Zo vertelt de vennoot dat bij één cliënt de ambulant begeleider van de dagbesteding betrokken is. Bij beide cliënten is de huisarts betrokken.

De zorgverlener geeft aan dat zij de zorg met deze zorgverleners mondeling afstemmen, maar dit contact niet vastleggen. Zo vertelt de zorgverlener dat zij op verzoek van de cliënt contact heeft opgenomen met de ambulant begeleider.

In het zorgdossier ziet de inspectie de contactgegevens van de ambulante begeleider. De contactgegevens van de huisarts ziet de inspectie daarentegen niet terug. Ook hoort de inspectie dat de medicatie van één van de cliënten door de huisarts is verhoogd. Dit ging in samenspraak met de ambulant begeleider.

De gewaarborgde hulp is hiervan ook op de hoogte. De inspectie leest niets over deze afstemming terug in de rapportages. De andere cliënt is bekend met insulineafhankelijke diabetes mellitus. De zorgverlener geeft aan dat er geen diabetesverpleegkundige of praktijkondersteuner somatiek/ouderen betrokken is bij de cliënt. De inspectie hoort van de vennoot dat de gewaarborgde hulp met de cliënt afstemt, indien zij daarvoor naar de huisarts moet.

De gesprekspartners weten beiden verder niet wat de afspraken met de huisarts zijn. De inspectie leest niets over afspraken met de huisarts ten aanzien van de diabeteszorg terug in de rapportages.

3.3 Thema 3 – Veiligheid Norm 3.1

De wijkverpleging houdt zich aan de veilige principes in de medicatieketen als zij de zorg voor medicatie (deels) overneemt.

Volgens de inspectie voldoet Dila Thuiszorg niet aan deze norm.

De vennoot geeft aan dat Dila Thuiszorg afspraken heeft over het

medicatieproces. Deze afspraken leest de inspectie terug in het medicatiebeleid van Dila Thuiszorg. De gesprekspartners vertellen dat zij de afspraken rondom medicatie kennen. Zo vertellen de gesprekspartners over de afspraken over het toezicht op de inname van medicatie. De gesprekspartners zien bij beide cliënten toe of de medicatie wordt ingenomen en zij tekenen deze af op de toedienlijst.

Beide zorgverleners geven aan dat zij niet bevoegd en bekwaam zijn voor medicatie handelingen. De inspectie leest in de zorgbeschrijving dat Dila Thuiszorg medicatie aanreikt als de cliënt hiertoe niet in staat is.

De inspectie hoort niet van de gesprekspartners hoe zij signaleren in hoeverre de cliënten nog in staat zijn om zelfstandig de medicatie in te nemen. Ook hoort de inspectie niet hoe Dila Thuiszorg signaleert of de cliënten bekwaam zijn om de medicatie zelf te beheren. Zij zijn niet bekend met de methode beoordeling eigen beheer medicatie (BEM). Dit leest de inspectie ook niet terug in de rapportages. Daarnaast ziet de inspectie dat het medicatiebeleid van Dila Thuiszorg niet volgens de veilige principes in de medicatieketen is opgesteld.

Zo leest de inspectie niets over de verantwoordelijkheden van zorgverleners binnen de medicatieketen. Eén van de cliënten is bekend met diabetes mellitus.

De inspectie ziet niet hoe Dila Thuiszorg handelt indien in de toekomst wel dubbele controle plaats moet vinden. Daarnaast ziet de inspectie in de zorgbeschrijving dat de cliënt als doel heeft dat de diabetes mellitus niet

(10)

verergert. De inspectie hoort dat de zorgverleners hier niet actief op signaleren.

Ook weten de gesprekspartners niet in hoeverre de huisarts bij de diabeteszorg betrokken is (zie norm 2.2).

Voor het toezien op de medicatie tekenen de zorgverleners af op een

zelfgeschreven toedienlijst. Hiervoor gebruiken zij niet de toedienlijst van de apotheek. De vennoot geeft aan dat hij wel beschikt over een toedienlijst van de apotheek. De inspectie ziet een toedienlijst van februari 2021. Na het bezoek stuurt de organisatie nieuwe recente toedienlijsten naar de inspectie.

Norm 3.2

De wijkverpleging let erop dat er een veilige zorgrelatie is tussen de cliënt en zijn formele of informele zorgverleners.

Volgens de inspectie voldoet Dila Thuiszorg grotendeels niet aan deze norm.

De vennoot geeft aan dat hij niet bekend is met de ‘Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling’ en de ‘Leidraad Veilige zorgrelatie’. De andere vennoot geeft wel aan dat zij bekend is met de meldcode. Zo noemt zij de verschillende stappen. Ook geeft zij aan dat zij bekend is met de leidraad en dat het gaat om de omgang met cliënten. In het zorgdossier ziet de inspectie een geprinte versie van de leidraad en het stappenplan van de meldcode. Dit document is niet toegeschreven op de eigen organisatie.

Norm 3.3

De wijkverpleging voorkomt onvrijwillige zorg zoveel mogelijk. Indien van toepassing, voert zij onvrijwillige zorg zorgvuldig en veilig uit.

Deze norm is niet getoetst.

De gesprekspartners geven aan dat Dila Thuiszorg geen onvrijwillige zorg toepast. In de exclusiecriteria leest de inspectie dat Dila Thuiszorg geen zorg verleent aan cliënten waarvan de zorg valt onder de Wet zorg en dwang (Wzd).

De gesprekspartners vertellen ook dat Dila Thuiszorg niet beschikt over een beleidsplan onvrijwillige zorg. Daarentegen leest de inspectie in het

medicatieoverzicht dat beide cliënten psychofarmaca gebruiken. De inspectie ziet en hoort niet tijdens het bezoek of de cliënten wils(on)bekwaam zijn en of het gebruik van de psychofarmaca binnen of buiten de richtlijn valt.

3.4 Thema 4 – Indicatie en herindicatie

De wijkverpleegkundige handelt professioneel en autonoom.

Norm 4.1 1

De wijkverpleegkundige stelt de (her-)indicatie en vertaalt deze indicatie naar een individueel zorgplan.

Deze norm is niet getoetst.

(11)

3.5 Thema 5 – Kwaliteit en personeel

De organisatie stuurt op kwalitatief goede zorg.

Norm 5.1

De zorgaanbieder draagt zorg voor het bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg.

Volgens de inspectie voldoet Dila Thuiszorg niet aan deze norm.

De vennoot vertelt dat Dila Thuiszorg geen kwaliteitsgegevens verzamelt en gebruikt voor het evalueren en verbeteren van de zorg. De vennoten vertellen dat zij dagelijks de zorg bespreken met cliënten en op die manier de zorg evalueren. Dit gebeurt niet op een vast moment en dit is niet schriftelijk vastgelegd.

De inspectie hoort van de vennoot dat Dila Thuiszorg geen (bijna)incidenten, (bijna) fouten (MIC meldingen) en klachten registreert. De organisatie beschikt ook niet over een Veilig Incidenten Melden (VIM) beleid waarin de interne werkwijze over het melden is opgenomen. Wel leest de inspectie in het

medicatiebeleid een aantal verplichte meldingen aan de inspectie. Hierin zijn niet alle verplichte meldingen opgenomen. De gesprekspartners kunnen niet

aangeven wanneer een MIC melding gemeld moet worden bij de inspectie.

Dila Thuiszorg beschikt niet over een klachtenregeling. De vennoot geeft aan dat hij een aanvraag heeft ingediend bij De Geschillencommissie Zorg. De inspectie ziet de mail met bevestiging van de registratie terug.

De organisatie laat zien dat zij over in- en exclusiecriteria beschikt. De inspectie leest in het beleid van de in- en exclusiecriteria niet hoe Dila Thuiszorg de kwaliteit van zorg borgt wanneer een cliënt in de loop van het zorgtraject binnen de exclusiecriteria valt. Daarnaast ziet de inspectie niet hoe Dila Thuiszorg dit beleid onder de aandacht van (toekomstige) cliënten brengt.

Dila Thuiszorg beschikt niet over een website of folders.

Norm 5.2

De zorgaanbieder draagt zorg voor kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel.

Volgens de inspectie voldoet Dila Thuiszorg niet aan deze norm.

De vennoot geeft aan dat Dila Thuiszorg de inzet en deskundigheid van zorgverleners afstemt op de zorgzwaarte en –behoefte van de cliënten.

De gesprekspartners geven aan dat zij voldoende tijd hebben om de dagelijkse zorg te verlenen. Ten tijde van het bezoek geeft de vennoot aan dat Dila Thuiszorg aan de zorgvraag van de cliënten kan voldoen. De organisatie hoeft nog geen zzp’ers inzetten als achterwacht, omdat er geen sprake is van

voorbehouden handelingen. De vennoot geeft aan dat hij wel zzp’ers wil inzetten indien voorbehouden handelingen verricht moeten worden bij cliënten.

De vennoot kon niet aangeven hoe hij signaleert wanneer dit aan de orde is.

De vennoot geeft aan dat Dila Thuiszorg geen plan heeft voor de scholing en opleiding van de zorgverleners. De vennoten hebben in maart 2021 een e-learning medicatie gevolgd. De inspectie ziet het certificaat. Ook hebben de

gesprekspartners geen scholing gevolgd over onvrijwillige zorg, terwijl de cliënten wel onder de doelgroep van Wet zorg en dwang (Wzd) vallen.

(12)

De gesprekspartners geven aan dat zij geen zorg mogen verlenen wanneer de cliënt zich verzet. De gesprekspartners weten echter geen vormen van verzet te benoemen. Zij geven aan dat zij verder niet weten op welke signalen zij moeten letten.

De vennoot vertelt dat hij van geen van de zorgverleners een verklaring omtrent gedrag (VOG) heeft. De vennoot heeft hiervoor E-herkenning aangevraagd en zal de VOG’s naar de inspectie opsturen. De inspectie ontving de VOG’s op 27 december 2021.

3.6 Thema 6 – COVID-19 Norm 6.1

De zorgaanbieder borgt de veiligheid van de cliënten en zorgverleners tijdens COVID-19.

Volgens de inspectie voldoet Dila Thuiszorg niet aan deze norm.

De inspectie ziet dat Dila Thuiszorg geen draaiboek heeft voor een (vermoeden) van een besmetting met COVID-19. Wel heeft de organisatie een aantal stappen

vastgelegd hoe de zorgverleners dienen te werken ten tijde van een COVID-19 besmetting. De zorgverlener geeft aan dat zij deze stappen kent en noemt de verschillende stappen. De inspectie ontvangt desgevraagd geen document waarin de stappen bij besmetting met COVID-19 zijn uitgewerkt.

De vennoot geeft verder aan dat hij beschermings- en desinfectiemiddelen voor de zorgverlening heeft. De inspectie ziet een voorraad van mondmaskers,

handschoenen, en desinfectans van minimaal zeventig procent alcohol.

De inspectie ziet dat de mondmaskers geen type IIR mondmaskers zijn.

De inspectie ziet ook dat de organisatie niet beschikt over FFP2 mondmaskers, schorten en spatbrillen indien een besmetting plaatsvindt.

De zorgverlener vertelt dat zij weet waar zij de beschermings- en

desinfectiemiddelen kan verkrijgen en wanneer deze nodig zijn. Tevens legt zij uit welke stappen zij volgt bij het aan-en uittrekken van de

beschermingsmiddelen. De gesprekspartners geven aan dat zij geen scholing hebben gevolgd over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en hygiëne en infectiepreventie.

De vennoot geeft aan dat Dila Thuiszorg de informatie gebruikt van onder andere de RIVM-website en de website van de Rijksoverheid. De inspectie ziet hiervan de informatie. De vennoot maakt geen gebruik van hygiëne-en

infectiepreventieprotocollen.

(13)

Bijlage 1: Geraadpleegde documenten

- Medicatiebeleid Dila Thuiszorg

- Certificaten basiskennis medicijngebruik ouderenzorg - Toedienlijsten februari 2021 en december 2021 - Medicatie overzichten

- Zorgplannen (zorgbeschrijvingen zorgkantoor 9 maart 2018 en 8 maart 2021) - Zorgovereenkomst februari 2020 en januari 2020

- Machtigingsformulier vertegenwoordiger pgb-zaken - Dila Thuiszorg in- en exclusiecriteria

- Document Leidraad Veilige Zorg relatie - Mail aanvraag geschillencommissie - Brief zorgkantoor gewaarborgde hulp

- Documenten COVID-19: ‘Poster mondkapje’, ‘poster handen wassen’ en ‘poster basisregels’

(14)

Duidelijk. Onafhankelijk. Eerlijk.

www.igj.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens de inspectie voldeed Multi Care Thuiszorg tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet Multi Care Thuiszorg grotendeels aan

De wijkverpleging let erop dat er een veilige zorgrelatie is tussen de cliënt en zijn formele of informele zorgverleners. Volgens de inspectie voldoet Evita Zorg aan deze norm.

De inspectie toetste of de zorgaanbieder bij het gebruik van e-health zorgt voor de nodige voorwaarden voor goede en veilige zorg, die volgen uit wetten, (veld)normen en

De inspectie hoort van gesprekspartners en leest in de cliëntdossiers dat de zorgverleners van Vida Care samenwerken en de zorg afstemmen met informele zorgverleners van de

De inspectie ziet dat Nieuwendijk zich inzet om de kwaliteit van zorg te verbeteren, echter nog onvoldoende om grotendeels aan deze norm te voldoen (zie bevindingen op thema

Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg grotendeels aan deze norm De cliënt die de inspectie spreekt is zeer tevreden over de zorg die hij ontvangt.. Hij kan altijd

De wijkverpleegkundige vertelt de inspectie dat ze wel een arbeidscontract heeft met Zara Thuiszorg, maar niet contractueel met Thuisbasis Brabant

Tijdens de gesprekken met de wijkverpleegkundigen en zorgverleners hoort de inspectie dat de cliënten van Thuiszorg INIS geen onvrijwillige zorg nodig hebben..