• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan De Witte Tulp Thuiszorg in Almelo op 16 december 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan De Witte Tulp Thuiszorg in Almelo op 16 december 2020"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het inspectiebezoek aan De Witte Tulp Thuiszorg in Almelo op 16 december 2020

Utrecht, maart 2021

V2024459

(2)

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd 3 1.2 Onderzoeksmethode 3

1.3 Aanleiding bezoek 3

1.4 Schets thuiszorgorganisatie 3

2 Conclusie 5

2.1 Wat gaat goed 5 2.2 Wat kan beter 5 2.3 Wat moet beter 5 2.4 Conclusie bezoek 6

3 Wat zijn de vervolgacties 7

3.1 De vervolgactie die de inspectie van De Witte Tulp verwacht 7 3.2 Vervolgacties van de inspectie 7

4 Resultaten 8

4.1 Thema 1 – cliënt centraal 8

4.2 Thema 2 –Thema 2 – integrale zorg 10 4.3 Thema 3 – veilige zorg thuis 11

4.4 Thema 4 – professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 13 4.5 Thema 5 – sturen op kwaliteit 13

Bijlage Geraadpleegde documenten 16

(3)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft op 16 december 2020 een aangekondigd bezoek gebracht aan De Witte Tulp Thuiszorg te Almelo.

Het doel van het inspectiebezoek was om een oordeel te geven over de kwaliteit en veiligheid van de zorg die De Witte Tulp levert aan cliënten thuis.

In dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen en het oordeel. Indien nodig geeft de inspectie aan welke maatregelen van De Witte Tulp Thuiszorg worden verwacht naar aanleiding van deze bevindingen.

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

De inspectie bewaakt en bevordert de kwaliteit en veiligheid van zorg. De inspectie ziet erop toe of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

De verwachtingen en behoeften van patiënten en cliënten zijn daarbij een belangrijk uitgangspunt. De inspectie gaat in het toezicht uit van vertrouwen in de intrinsieke motivatie van zorgaanbieders om de best mogelijke zorg te verlenen.

1.2 Onderzoeksmethode

Tijdens het inspectiebezoek gebruikte de inspectie een toezichtinstrument gebaseerd op het toetsingskader ‘Toezicht op de zorg thuis’1.

Het toetsingskader bevat de volgende thema’s:

1. cliënt centraal 2. integrale zorg 3. veilige zorg thuis

4. professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 5. sturen op kwaliteit.

Het inspectiebezoek was van tevoren aangekondigd en bestond uit de volgende onderdelen

-

gesprek met de bestuurder en financieel adviseur;

- gesprek met de wijkverpleegkundige en een afvaardiging van het team;

- telefonisch gesprekken met cliënten (en hun mantelzorgers) en inzage zorgdossiers;

- terugkoppeling van de bevindingen door de inspectie en gesprek met de bestuurder en wijkverpleegkundige.

1.3 Aanleiding bezoek

De inspectie bezoekt De Witte Tulp Thuiszorg om zich een beeld te vormen of de geboden zorg voldoet aan wet- en regelgeving.

1.4 Schets thuiszorgorganisatie

De Witte Tulp is een eenmanszaak die zich richt op cliënten met een multiculturele achtergrond. Het bedrijf is gestart vanuit de behoefte om voor deze cliënten zorg te bieden door zorgverleners die dezelfde taal spreken en dezelfde cultuur hebben als de cliënten. De Witte Tulp is een instelling voor persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding als bedoeld in artikel 1.2 van het Uitvoeringsbesluit WTZi onder 17, 18 en 19.

Ten tijde van het bezoek zijn er dertien cliënten bij De Witte Tulp.

1 Het toetsingskader staat op www.igj.nl.

(4)

Bij De Witte Tulp werken vijf zorgverleners niveau 3 IG (4,64 fte), een verpleegkundige (0,39 fte) een maatschappelijk werker (0,78 fte), twee

medewerkers dagbesteding (2,14 fte) twee medewerkers keuken (0,75 fte) twee vakantiekrachten (0,39 fte). De bestuurder werkt soms zelf mee in de zorg als helpende.

Corona

Tijdens de eerste golf heeft De Witte Tulp geen cliënten gehad of medewerkers met corona. De afgelopen periode was er een cliënt met corona, bij testen bleek de echtgenote ook besmet. Familie heeft de zorg overgenomen. De Witte Tulp heeft wel contact onderhouden met familie en cliënten. Twee zorgverleners hebben eveneens corona gehad. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij de protocollen van Vilans volgt en zorgverleners zowel mondeling als schriftelijk heeft geïnstrueerd over omgaan met persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en hygiëne. Er is geoefend met aan- en uittrekken van deze PBM.

De dagbesteding is in overleg met de GGD gesloten.

(5)

2 Conclusie

In dit hoofdstuk geeft de inspectie haar conclusie. Hierin staat hoe de inspectie de door De Witte Tulp geleverde thuiszorg beoordeelt. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

2.1 Wat gaat goed

De cliënt krijgt zorg die bijdraagt aan kwaliteit van leven. Cliënten hebben een vaste zorgverlener. Ook cliëntvertegenwoordigers geven aan dat zorgverleners rekening houden met de wensen van de cliënten. Cliënten kunnen erop rekenen dat

zorgverleners respectvol met hen omgaan. Dit blijkt ook uit de evaluaties van de zorg.

De cliënt krijgt de hulp en gelegenheid om zoveel mogelijk zelf de regie te voeren over de zorg thuis. Zorgverleners houden voortdurend rekening met de eigen regie van de cliënten door toestemming te vragen voor het uitvoeren van de zorg. De cliënten kunnen hun zorgdossier zelf inzien. De wijkverpleegkundige zorgt steeds voor een evaluatiemoment en past de indicatie en herindicatietijdig aan. Cliënten kunnen erop rekenen dat zij steeds de juiste zorg geïndiceerd krijgen.

De wijkverpleging werkt samen/stemt af met de informele zorgverleners van de cliënt. Zo hebben zorgverleners aandacht voor overbelasting van mantelzorgers De Witte Tulp zet alleen zorgverleners in met een niveau 3. Cliënten kunnen erop rekenen dat zorgverleners bevoegd en bekwaam zijn voor het uitvoeren van de verpleegtechnische handelingen.

2.2 Wat kan beter

Het aantoonbaar maken dat zorgverleners risicosignaleringen uitvoeren kan beter, ook al hoort de inspectie dat de risico’s van cliënten in beeld zijn. De kwaliteit van zorg kan nog verder verbeteren als de wijkverpleegkundige of de organisatie deelneemt aan een lokaal zorgnetwerk. De rol van de wijkverpleegkundige als kwaliteitsbevorderaar kan beter. Zij heeft nu onvoldoende tijd om zorgverleners bij te scholen.

2.3 Wat moet beter

De Witte Tulp moet er zorg voor dragen dat zorgverleners methodisch werken.

Zorgverleners moeten op doelen rapporteren zodat de zorg navolgbaar is en zorgverleners op basis van rapportages kunnen evalueren.

De Witte Tulp moet zorgdragen voor een medicatieprotocol dat voldoet aan de veilige principes in de medicatieketen. Zorgverleners moeten daar naar handelen.

De Leidraad veilige zorgrelatie moet De Witte Tulp implementeren. Dan weten zorgverleners hoe zij kunnen handelen als zij een onveilige situatie signaleren.

Het sturen op kwaliteit en veiligheid moet beter in De Witte Tulp. De organisatie moet gaan beschikken over kwaliteitsinformatie voor het cyclisch evalueren en bijstellen van de zorg. In de organisatie moeten zorgverleners en bestuurder werken volgens een PDCA-cyclus. Daarbij is het nodig dat de Witte Tulp op bestuurlijk niveau zorg draagt voor meer zorginhoudelijke kennis en expertise.

Zorgverleners moeten de gelegenheid krijgen te reflecteren op hun handelen en te leren van fouten. De Witte Tulp moet meldingen analyseren naar basisoorzaken en in te zetten verbetermaatregelen monitoren.

(6)

2.4 Conclusie bezoek

De Witte Tulp voldoet (grotendeels) aan negen van de veertien getoetste normen.

De Witte Tulp zet zich aantoonbaar in om zo goed mogelijke zorg te verlenen aan haar cliënten. De cliënten zijn dan ook heel tevreden over de zorgverlening. De kwaliteitsontwikkeling blijft echter achter doordat op bestuurlijk niveau te weinig inhoudelijke kennis is. De wijkverpleegkundige pakt een groot deel van deze taken op. Zij heeft echter onvoldoende tijd om voldoende aandacht te kunnen geven aan de verschillende aandachtgebieden die er zijn.

De inspectie ziet dat het kwetsbaar is dat De Witte Tulp voor het monitoren van de kwaliteit van de zorg en de deskundigheid van haar zorgverleners afhankelijk is van de wijkverpleegkundige. De inspectie vindt het noodzakelijk dat De Witte Tulp externe deskundigheid betrekt bij haar kwaliteitsontwikkeling om zorg te dragen dat De Witte Tulp binnen alle lagen van de organisatie navolgbaar werkt volgens de plan do check act methode.

De inspectie heeft er wel vertrouwen in dat de bestuurder inziet dat deze inzet noodzakelijk is omdat De Witte Tulp open en transparant is over de situatie in de organisatie.

(7)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van De Witte Tulp verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van De Witte Tulp verwacht

Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.

De inspectie gaat ervan uit dat u verbetermaatregelen neemt om (grotendeels) te voldoen aan de normen die nog niet voldeden tijdens het inspectiebezoek van 16 december 2020.

3.2 Vervolgacties van de inspectie

De inspectie zal met u een bestuursgesprek voeren in het derde kwartaal van 2021 om na te gaan welke maatregelen u heeft genomen en wat de resultaten daarvan zijn. Ook gaat de inspectie na op welke wijze u de verbetermaatregelen monitort.

Na het bestuursgesprek zal de inspectie het vervolgtoezicht bepalen.

(8)

4 Resultaten

Dit hoofdstuk beschrijft per thema de normen, het oordeel en de bevindingen.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De organisatie voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Lichtgroen: De organisatie voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De organisatie voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De organisatie voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten of een ernstige bevinding.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema 1 – cliënt centraal

De cliënt ervaart dat de zorg thuis aansluit bij zijn behoefte en bijdraagt aan de kwaliteit van leven.

Norm 1.1

De cliënt krijgt zorg die aansluit bij zijn actuele zorgbehoeften.

Volgens de inspectie voldoet De Witte Tulp grotendeels aan deze norm.

De zorgverleners hebben de zorgbehoeften van de cliënt in beeld. Tijdens het intakegesprek inventariseert de wijkverpleegkundige de zorgbehoeften van een nieuwe cliënt. De wijkverpleegkundige vertelt wel dat De Witte Tulp geen nieuwe cliënten aanneemt op dit moment. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij de zorgbehoefte in beeld brengt op basis van de indicatie van het CIZ. Zij maakt vervolgens een risico-inventarisatie en bespreekt de informatie met de cliënt en/of mantelzorger. Dit vertaalt de wijkverpleegkundige naar een zorgplan.

De wijkverpleegkundige stelt de zorgbehoefte bij naar aanleiding van halfjaarlijkse evaluaties met de cliënt of wanneer de zorgbehoefte eerder verandert.

De wijkverpleegkundige geeft aan dat de zorgverleners haar tijdig informeren als er iets verandert in de zorgbehoefte van de cliënt. Zij vertelt dat de zorgverleners een goed signalerend vermogen hebben.

In het gesprek met de cliënten hoort de inspectie ook terug dat zorgverleners zeer betrokken zijn, en dat zorgverleners het aangeven als er iets niet goed gaat. Of moet veranderen

De inspectie ziet tijdens de dossierinzage in de papieren dossiers bij alle cliënten ingevulde risicosignaleringen. Deze zijn echter verouderd. In het elektronische dossier (ecd) ziet de inspectie ook geen actuele risico-inventarisaties terug. In evaluaties ziet de inspectie wel terug dat er aandacht is voor risico’s. Zo leest de inspectie dat er bij een cliënt een risico is op vallen.

De inspectie hoort van verschillende gesprekspartners dat risico’s goed in beeld zijn.

De inspectie leest hierover echter weinig terug in de rapportages.

(9)

Norm 1.2

De cliënt krijgt zorg die bijdraagt aan kwaliteit van leven.

Volgens de inspectie voldoet De Witte Tulp aan deze norm.

De zorgverleners en de wijkverpleegkundige vertellen over meerdere cliënten die zij zoveel mogelijk stimuleren om zelfredzaam te zijn. Uitgangspunt is de zorg te verlenen zoals de cliënt dit wil. De zorgverleners noemen voorbeelden van cliënten die aangeven op welk tijdstip zij willen douchen. Dit kan wanneer de cliënt dit graag wil. Voor een andere cliënt is het belangrijk dat de zorgverlener precies op tijd komt. Anders raakt de cliënt van slag. Zorgverleners houden hier rekening mee. In een dossier leest de inspectie welke delen van het lichaam de cliënt nog zelf wast en bij welke handelingen de cliënt ondersteuning krijgt. Ook cliëntvertegenwoordigers geven aan dat

zorgverleners rekening houden met de wensen van de cliënten. Daarnaast hoort de inspectie van een cliëntvertegenwoordiger terug dat zorgverleners de zelfredzaamheid van cliënten stimuleren.

De inspectie hoort dat De Witte Tulp vanuit haar visie vaste zorgverleners inzet bij de cliënten. De inspectie hoort dit ook terug van de zorgverleners en ziet dit in de weekstaten. De Witte Tulp werkt met een vast team van zes zorgverleners. Uit de planningslijsten blijkt dat de zorgverleners gekoppeld zijn aan een cliënt. De cliënten vertellen dat de vaste zorgverleners al lange tijd bij hen komen en dat zij de cliënten daardoor goed kennen. Clientvertegenwoordigers geven aan dat zorgverleners vriendelijk en respectvol zijn naar de cliënten.

In twee evaluatieverslagen leest de inspectie dat zorgverleners op verschillende manieren vragen wat de cliënt van de zorg vindt. Zij vragen wat de cliënt van de zorg vindt, wat de cliënt nog zelf kan, wat beter moet, hoe de cliënt de privacy ervaart en dat de wijkverpleegkundige informeert naar de mantelzorg. Uit alle antwoorden blijkt dat de cliënten zeer tevreden zijn.

Bij een andere cliënt die ook de dagbesteding bezoekt leest de inspectie een uitvoerig evaluatieverslag van november 2020.

Norm 1.3

De cliënt krijgt de hulp en gelegenheid om zo veel mogelijk zelf de regie te voeren over de zorg thuis, de wijkverpleging sluit daarop aan.

Volgens de inspectie voldoet De Witte Tulp aan deze norm.

De wijkverpleging helpt de cliënt om eigen keuzes te maken over welke zorg de cliënt wenst. Dit bespreekt de wijkverpleegkundige tijdens het intakegesprek en de evaluatiegesprekken in aanwezigheid van een zorgverlener die de taal spreekt van de cliënt. De wijkverpleegkundige maakt ook het zorgplan. De cliënt ondertekent het zorgplan. De inspectie ziet bij alle cliënten een actueel zorgplan in het dossier.

De inspectie leest bijvoorbeeld dat zorgverleners steeds moeten vragen om toestemming van de cliënt bij het uitvoeren van de zorgtaken en moeten vragen welke kleding de cliënt aan wil.

De cliënt krijgt begrijpelijke en actuele informatie over de zorg thuis. De Witte Tulp is bezig om geheel over te gaan op een digitaal dossier. Bij de cliënten thuis is nog een papieren dossier met algemene informatie, evaluatiegesprekken, informatie over de klachtenregeling en (oudere) rapportages. De informatie in het digitale dossier kan de cliënt inzien met behulp van een zorgverlener. De cliënt en of vertegenwoordiger kan met behulp van CarenZorgt de rapportages inzien. De inspectie ziet ook terug dat cliënten voordat er toegang was via CarenZorgt

(10)

uitdraaien kregen van de rapportages. Ook van cliëntvertegenwoordigers hoort de inspectie terug dat zij altijd toegang krijgen tot informatie.

4.2 Thema 2 –Thema 2 – integrale zorg De cliënt krijgt afgestemde zorg thuis.

Norm 2.1

De wijkverpleging werkt samen/stemt af met de informele zorgverleners van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet De Witte Tulp aan deze norm.

Uit de evaluaties die de inspectie leest in de dossiers blijkt dat er aandacht is voor de positie van de mantelzorg. De inspectie leest in een dossier dat de zorgverlener contact opneemt met de mantelzorger over een gezondheidsprobleem van de cliënt.

Uit een andere evaluatie blijkt dat de dochters van de cliënt goed contact hebben met de zorgverleners.

De zorgverleners vertellen dat zij het gesprek aangaan met de mantelzorger over de psychische en lichamelijke belasting. Een zorgverlener vertelt dat zij zorg

overnemen en de mantelzorger daar erg blij mee is. Ook van cliënt-

vertegenwoordigers hoort de inspectie terug dat zorgverleners rekening met hun houden. De wijkverpleegkundige geeft aan dat zij zo nodig een screeningslijst gebruikt, indien er sprake is van overbelasting. Tot nu toe gebruikt zij dit nog niet bij De Witte Tulp.

Norm 2.2

De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging als team samenwerkt.

Volgens de inspectie voldoet De Witte Tulp grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie ziet dat de zorgverleners niet op zorgdoelen rapporteren. Ook zijn rapportages wisselend navolgbaar. Soms ziet de inspectie dit wel terug, bijvoorbeeld over de stand van zaken met betrekking tot een wond. Soms staat hier een

bijzonderheid over vermeld, dan staat er weer dagen achter elkaar alleen ‘zorg volgens plan’. De rapportage is wisselend informatief. Sommige rapportages zijn uitvoerig, veelal staat er “zorg volgens plan’. De inspectie leest geen rapportages over gedrag van cliënten in relatie tot bijvoorbeeld hun (beginnende) dementie. De wijkverpleegkundige en zorgverleners vertellen dat het rapporteren moet

verbeteren. De wijkverpleegkundige geeft aan dat zij te veel werk heeft om

zorgverleners goed te scholen in het rapporteren. De wijkverpleegkundige geeft aan dat de taalbeheersing ook een rol speelt bij het volledig rapporteren. Zorgverleners geven aan te weten waaraan de rapportage moet voldoen, maar zij vinden dit nog moeilijk.

De zorgverleners hebben iedere maand werkoverleg. In de notulen van het

werkoverleg ziet de inspectie dat zorgverleners spreken over cliënten. Bijvoorbeeld aan de hand van een MIC-melding. Ook bespreken zij de routes. Een meer

inhoudelijke afstemming over de zorg ziet de inspectie niet in de verslagen. De inspectie hoort van verschillende gesprekspartners dat als er een acuut

zorgprobleem is, de wijkverpleegkundige de zorgverleners bij elkaar roept om dit te bespreken.

De zorgverleners stemmen de zorg rondom de cliënt onderling af. Dit gebeurt veelal mondeling, via de chatfunctie van het ecd of via de app. Deze laatste is niet

beveiligd maar de inspectie hoort dat er geen persoonlijke gegevens in de appjes staan. Als er bijzonderheden zijn in de zorgverlening, dan nemen zij contact op met

(11)

de wijkverpleegkundige. De cliënten hebben een actueel zorgdossier met

risicosignaleringen en zorgdoelen. Bij elke zorgdoel staat een instructie hoe om te gaan met de doelen en waar zorgverleners op moeten letten. Eenmaal per halfjaar is er een evaluatie met de cliënt.

Norm 2.3

De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging samenwerkt met zorgverleners van andere zorgorganisaties.

Volgens de inspectie voldoet De Witte Tulp grotendeels aan deze norm.

De wijkverpleegkundige vertelt dat zij de contacten onderhoudt met andere

zorgverleners die bij de cliënt betrokken zijn. In het ecd ziet de inspectie ook terug welke zorgverleners betrokken zijn. Zo ziet de inspectie de namen van de huisarts, maar ook de betrokken medisch specialisten en bijvoorbeeld de betrokken

fysiotherapeut. De inspectie leest ook over de contacten met deze andere betrokkenen.

In een ander dossier leest de inspectie dat zorgverleners verschillende

telefoongesprekken hebben gevoerd met andere betrokken zorgverleners van buiten de organisatie.

Met betrekking tot de corona heeft De Witte Tulp contacten met de GGD.

De wijkverpleegkundige neemt niet deel aan lokale zorgnetwerken als vertegenwoordiger van De Witte Tulp. Zij is ook werkzaam bij een andere zorginstelling in de buurt. Ook is er incidenteel contact met een andere

zorgorganisatie als een cliënt bijvoorbeeld moet verhuizen naar een intramurale instelling. Andere zorgverleners en de bestuurder nemen geen deel aan een lokaal zorgnetwerk.

4.3 Thema 3 – veilige zorg thuis

De cliënt krijgt deskundige en veilige zorg thuis.

Norm 3.1

De wijkverpleging signaleert tijdig risico’s in de woonomgeving van de cliënt. Zij bespreekt deze risico’s met de cliënt.

De norm is niet getoetst.

De inspectie kan als gevolg van de beperkingen van de COVID-19 pandemie geen cliënten thuis bezoeken. Daardoor kan de inspectie onvoldoende informatie

verzamelen om deze norm te toetsen. De inspectie hoort tijdens haar bezoek dat de wijkverpleegkundige de risico’s voor de cliënt in zijn woonomgeving signaleert en bespreekt. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij de risico’s in de woonomgeving bespreekt tijdens een intakegesprek. Zij gebruikt hiervoor een checklist. De inspectie ziet deze checklist in de dossiers van de cliënten.

Norm 3.2

De wijkverpleging is gekwalificeerd en vakbekwaam voor de verpleegkundige handelingen die ze uitvoert.

Volgens de inspectie voldoet De Witte Tulp aan deze norm.

De bestuurder van De Witte Tulp geeft aan dat de zorgverleners bevoegd en bekwaam zijn voor de uitvoering van voorbehouden en risicovolle handelingen. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij jaarlijks de zorgverleners toetst. Zij laat zichzelf toetsen door een collega van de andere organisatie waar zij werkt. De inspectie

(12)

ontvangt overzichten per zorgverlener waarop staat wie voor welke handeling bevoegd en bekwaam is.

De zorgverleners vertellen met de protocollen van Vilans te werken. Op dit moment zijn er geen cliënten waarbij zorgverleners een speciaal protocol moet gebruiken. In een van de dossiers ziet de inspectie een volledig ingevuld en ondertekend

uitvoeringsverzoek.

Norm 3.3

De wijkverpleging houdt zich aan de veilige principes in de medicatieketen als zij de zorg voor medicatie (deels) overneemt.

Volgens de inspectie voldoet De Witte Tulp grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie hoort dat er geen specifiek medicatieprotocol is bij De Witte Tulp.

Zorgverleners werken met de protocollen van Vilans en de mondeling overgedragen informatie van de wijkverpleegkundige.

De inspectie ziet in de dossiers wel dat de BEM-score is afgenomen (beheer eigen medicatie). De BEM-lijst is echter in sommige gevallen niet compleet. Zo ontbreekt bij een BEM-lijst het kruisje wat de cliënt wel en niet kan doen met betrekking tot medicatie.

De dubbele aftekening van bloedverdunners gebeurt wel door zorgverleners maar niet op de toedienlijst. Zij doen dat op het recept. Op de toedienlijst vullen zij het aantal tabletten in dat de cliënt heeft gehad.

De inspectie ziet toedienlijsten en actuele medicatie overzichtslijsten die verstrekt zijn door de apotheek. De medicatie is per tijdstip afgetekend.

De wijkverpleegkundige vertelt desgevraagd dat zorgverleners niet extra geschoold zijn met betrekking tot de medicatie. Wel hebben zorgverleners een bijscholing gehad over polyfarmacie. Volgens de zorgverleners voert de apotheek de medicatiereview uit.

Norm 3.4

De wijkverpleging let erop dat er een veilige zorgrelatie is tussen de cliënt en zijn formele of informele zorgverleners.

Volgens de inspectie voldoet De Witte Tulp grotendeels niet aan deze norm.

De Leidraad veilige zorgrelatie is niet bekend bij de verschillende gesprekspartners.

Voor zowel de meldcode als de leidraad heeft De Witte Tulp geen protocol dat is vertaald naar de situatie binnen De Witte Tulp. De inspectie hoort dat de

verschillende gesprekspartners wel op de hoogte zijn van de meldcode huiselijk geweld. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij zorgverleners hierover heeft verteld tijdens een teamvergadering.

Norm 3.5

De wijkverpleging voorkomt onvrijwillige/verplichte zorg zoveel mogelijk. Indien van toepassing, voert zij onvrijwillige/verplichte zorg zorgvuldig en veilig uit.

De norm is niet getoetst.

Binnen De Witte Tulp vindt geen onvrijwillige zorg plaats. De inspectie hoort dit van de wijkverpleegkundige en de bestuurder. De organisatie heeft geen beleid op dit punt. In het scholingsoverzicht ziet de inspectie dat zorgverleners een les van twee uur hebben gehad over de Wzd.

(13)

4.4 Thema 4 – professionele autonomie van de wijkverpleegkundige De wijkverpleegkundige handelt professioneel en autonoom.

Norm 4.1 2

De wijkverpleegkundige stelt zorgvuldig de (her-)indicatie.

Volgens de inspectie voldoet De Witte Tulp aan deze norm.

Bij De Witte Tulp werkt een verpleegkundige niveau 5. De wijkverpleegkundige is verantwoordelijk voor het aanvragen van de herindicatie. De wijkverpleegkundige maakt het zorgplan van de cliënten. De zorgverleners die bij de cliënten de zorg verlenen schakelen de wijkverpleegkundige in bij veranderingen in de zorgverlening.

Ook vertelt de wijkverpleegkundige af en toe zelf naar de cliënten toe te gaan om te zien en te horen hoe de zorg verloopt. De inspectie ziet dat alle indicaties vertaald zijn in een individueel zorgplan. Alle cliënten krijgen zorg gefinancierd vanuit de Wlz. De wijkverpleegkundige vraagt ook de indicaties aan bij het CIZ. Zij evalueert elk half jaar, dit is zoals eerder gezegd navolgbaar in het dossier.

Norm 4.2

De wijkverpleegkundige functioneert als kwaliteitsbevorderaar.

Volgens de inspectie voldoet De Witte Tulp grotendeels aan deze norm.

De inspectie hoort van de bestuurder dat de wijkverpleegkundige functioneert als kwaliteitsbevorderaar, zij is de spin in het web. De bestuurder beschouwt de wijkverpleegkundige als haar rechterhand vanwege alle zorginhoudelijke kennis die zij heeft. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij ondanks een aanstelling van een dag per week 7 dagen 24/7 bereikbaar is voor vragen van zorgverleners.

De wijkverpleegkundige vertelt dat zij de dossiers controleert en de MIC onderzoekt.

De inspectie ziet een scholingsplan. Zorgverleners zijn geschoold door de

wijkverpleegkundige in bijvoorbeeld ‘omgaan met de diabetische voet, een les over de Wzd en over polyfarmacie’. Andere scholingen vonden geen doorgang door de corona uitbraak. De wijkverpleegkundige vindt dat De Witte Tulp zorgverleners meer moet scholen als het gaat over goed rapporteren. Ook begeleidt de

wijkverpleegkundige eventuele leerlingen (die zijn momenteel niet in dienst).

Daarnaast hoort de inspectie van de verschillende gesprekspartners dat de

wijkverpleegkundige ook coaching on the job doet. Zij controleert steekproefsgewijs dossiers en spreekt zorgverleners aan als informatie niet klopt. De

wijkverpleegkundige vertelt dat zij te weinig tijd heeft om alle taken die zij nodig acht uit te voeren. In het formatieoverzicht staat dat de wijkverpleegkundige voor 0,39 fte beschikbaar is. Ten tijde van het bezoek werkt zij een dag per week.

4.5 Thema 5 – sturen op kwaliteit

De organisatie stuurt op kwalitatief goede zorg.

Norm 5.1

De zorgaanbieder draagt zorg voor het systematisch bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg.

Volgens de inspectie voldoet De Witte Tulp grotendeels niet aan deze norm.

2 Norm 4.1 geldt niet voor cliënten die thuis Wlz-zorg ontvangen en vallen onder het addendum bij het kwaliteitskader verpleeghuiszorg.

(14)

De organisatie beschikt niet over kwaliteitsinformatie voor het cyclisch evalueren en bijstellen van de zorg. In de organisatie werken zorgverleners en bestuurder niet volgens een PDCA-cyclus. De inspectie ziet een plan dat loopt vanaf 2019 tot en met 2021. In het plan staan onderwerpen die de aandacht nodig hebben en wie

verantwoordelijk is voor de uitvoer. Het plan is niet opgesteld met duidelijke doelstellingen, acties en wat de gewenste resultaten moeten zijn. Audits op de kwaliteit van de zorg vinden niet plaats.

De Witte Tulp heeft geen vorm van intern toezicht. De bestuurder vertelt dat het erg moeilijk is om mensen te vinden. De bestuurder vertelt wel dat er een

vertrouwenspersoon is, die meedenkt. Ook een cliëntvertegenwoordiger vertelt dat de vertrouwenspersoon beschikbaar is bij klachten en vragen. Deze

vertrouwenspersoon houdt echter geen toezicht op de kwaliteit van zorg en besturen. De vertrouwenspersoon voert gesprekken met de bestuurder en personeel. Van deze gesprekken is desgevraagd niets vastgelegd. De Witte Tulp beschikt niet over een kwaliteitsplan of een kwaliteitsjaarverslag. De bestuurder geeft aan dat zij van plan is om de organisatie HKZ te laten certificeren.

Er is wel een cliëntenraad. De inspectie ziet de notulen van een vergadering in. De bestuurder vertelt dat de cliëntenraad voornamelijk praktische punten aanlevert. Zo hadden zij bijvoorbeeld de wens voor een rustruimte. Deze ruimte is nu

gerealiseerd.

De invoering van het elektronisch dossier ziet de bestuurder als een belangrijke kwaliteitsverbetering. Zij vertelt dat zij geen nieuwe cliënten meer aanneemt omdat zij eerst de kwaliteit verder wil verbeteren.

De bestuurder vertelt dat zij De Witte Tulp is begonnen vanuit de ervaringen van een familielid die zorg nodig had. Zij wilde om die reden voor de groep mensen met dezelfde culturele achtergrond een eigen thuiszorgorganisatie beginnen. Zij vindt het belangrijk dat zorgverleners cliënten in hun eigen taal en cultuur kunnen helpen.

De zorgverleners spreken de verschillende talen van de cliënten. De bestuurder vindt kwaliteit en ontwikkeling van het personeel belangrijk. Daarom heeft zij alleen verzorgenden niveau 3 IG in dienst en een wijkverpleegkundige.

Ook vindt zij de tevredenheid van cliënten erg belangrijk. Dit blijkt uit de uitvoerige cliëntevaluaties die de inspectie ziet in de dossiers. De inspectie hoort van de bestuurder, medewerkers en cliëntvertegenwoordigers dat cliënten veelal tevreden zijn. Uit deze evaluaties komen weinig verbeterpunten naar voren.

De bestuurder heeft een extern bureau ingehuurd voor de financiële zaken en als borging dat zij voldoet aan wet- en regelgeving. De vertegenwoordiger van dit bureau geeft aan geen zorginhoudelijke kennis te hebben.

De bestuurder geeft aan dat zij zelf weinig zorginhoudelijke kennis heeft wat nodig is op bestuurlijk niveau. Naast de wijkverpleegkundige zijn er geen medewerkers die de bestuurder kunnen ondersteunen op het gebied van het verbeteren van de

kwaliteit zoals bijvoorbeeld het uitvoeren van audits en het opstellen van verbeterplannen.

De wijkverpleegkundige heeft gezorgd voor scholing rondom infectiepreventie en hygiëne en onderhoudt de contacten met de GGD. Zorgverleners bevestigen dat zij geschoold zijn en geïnstrueerd over het omgaan met PBM. De Witte Tulp zorgt voor voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen in het kader van de corona. De inspectie ziet mondkapjes en handalcohol die aan de vereisten voldoen.

Norm 5.2

De zorgaanbieder draagt zorg voor borging van kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel en benodigdheden.

Volgens de inspectie voldoet De Witte Tulp grotendeels aan deze norm.

(15)

Alle zorgverleners die in dienst zijn hebben een niveau 3 IG of zijn verpleegkundige.

De zorgvraag van de cliënten is grotendeels afgestemd op de zorgvraag van de cliënten. De inspectie hoort dat zorgverleners een mobiele telefoon hebben van De Witte Tulp. Wel geven zorgverleners aan dat rapporteren op deze telefoon soms moeilijk is, vanwege het kleine scherm. Ook omdat cliënten denken dat ze persoonlijke berichten sturen, in plaats van rapportages schrijven.

Wel ziet de inspectie dat er nauwelijks kennis is bij zorgverleners voor het omgaan met dementie van cliënten. De wijkverpleegkundige vindt dit een belangrijk

verbeterpunt. De kennis van medicatieveiligheid van zorgverleners moet beter (zie norm 3.3).

Norm 5.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet De Witte Tulp grotendeels niet aan deze norm.

Zorgverleners reflecteren niet op hun eigen handelen binnen De Witte Tulp. Er zijn geen casusbesprekingen of reflectiemomenten, zo vertellen de verschillende gesprekspartners.

De inspectie hoort dat zorgverleners incidenten en fouten melden en dat de

wijkverpleegkundige kijkt of er naar aanleiding van een melding iets moet gebeuren.

MIC-meldingen bespreken de zorgverleners ook in het teamoverleg. De

wijkverpleegkundige vertelt dat zorgverleners weinig melden. Zij weet niet of dit komt omdat incidenten niet plaats vinden of dat zorgverleners incidenten niet melden. De Witte Tulp maakt geen analyse naar basisoorzaken, zo hoort de inspectie.

Desgevraagd is niemand binnen De Witte Tulp geschoold in het analyseren van meldingen naar basisoorzaken De inspectie hoort dat De Witte Tulp de zorgverleners de mogelijkheid biedt om deel te nemen aan de werkoverleggen. De werkoverleggen vinden één keer per vier weken plaats. Zowel de zorgverleners als de

wijkverpleegkundige vertellen dat zij in de organisatie prettig met elkaar

samenwerken. De inspectie heeft tijdens het bezoek te weinig informatie verzameld om te beoordelen of de zorgaanbieder aandacht

besteedt aan morele dilemma’s,

psychische belasting en rouwverwerking bij zorgverleners.

(16)

Bijlage Geraadpleegde documenten

- Overzicht cliënten;

- Overzicht zorgverleners;

- Werkstaten;

- NAW-gegevens cliënten;

- Doelstellingen Jaarplan;

- Scholingsplan;

- Overzicht voorbehouden handelingen;

- Verschillende notulen van werkoverleggen;

- Reglement cliëntenraad;

- Notulen cliëntenraad.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De gesprekstechniek is natuurlijk enkel een leidraad. De vrijwilliger mag hieraan zijn eigen draai geven. Wanneer de vrijwilliger bijvoorbeeld verschillende huisbezoeken wil

Omdat artikel 13 lid 4 Zvw niet toestaat dat de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg wordt gedifferentieerd naar de financiële draagkracht van de individuele verzekerde, zal

De rechtbank overweegt vervolgens dat bepaalde vormen van alternatieve geneeskunde terecht niet worden meegeteld bij de werkervaringseis en het beoordelingskader, omdat deze

Although physical fitness tests and heat tolerance screening are carried out prior to the appointment of women in core mining positions, and regardless of the kind of

Op de startpagina (zie afbeel- ding 1) kan door de lijst gegaan worden, door telkens per maatregel aan te klikken of 1) deze op het bedrijf al wordt toegepast, of dat 2) de

Op 12 april 2021 heeft Polygon aangekondigd dat de huidige biedprijs Orange Belgium op een stand- alone basis onderwaardeert, en dat zij daarom niet van plan is haar

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek

Daarbij koppelt de auteur de eigendomsexclusiviteit voor het eerst zeer expli- ciet aan de (actieve) elasticiteit van het eigendomsrecht. Hierdoor komen een aan- tal paradigma’s op