• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Thuiszorg INIS B.V. in Capelle aan den IJssel op 29 september 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Thuiszorg INIS B.V. in Capelle aan den IJssel op 29 september 2021"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het inspectiebezoek aan Thuiszorg INIS B.V.

in Capelle aan den IJssel op 29 september 2021

Utrecht, december 2021 V2034494

(2)
(3)

Inhoud

1 Inleiding 4

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd 4 1.2 Onderzoeksmethode 4

1.3 Aanleiding bezoek 4

1.4 Schets thuiszorgorganisatie 5

2 Conclusie 6

2.1 Wat gaat goed 6 2.2 Wat kan beter 6 2.3 Wat moet beter 6 2.4 Conclusie bezoek 6

3 Wat zijn de vervolgacties 7

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Thuiszorg INIS verwacht 7 3.2 Vervolgacties van de inspectie 7

4 Resultaten 8

4.1 Thema 1 – cliënt centraal 8 4.2 Thema 2 – integrale zorg 10 4.3 Thema 3 – veilige zorg thuis 12

4.4 Thema 4 – professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 14 4.5 Thema 5 – sturen op kwaliteit 16

Bijlage Geraadpleegde documenten 19

(4)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft op 29 september 2021 een aangekondigd bezoek gebracht met onaangekondigde elementen aan Thuiszorg INIS B.V. (Thuiszorg INIS) in Capelle aan den IJssel.

Het doel van het inspectiebezoek was om een oordeel te geven over de kwaliteit en veiligheid van de zorg die Thuiszorg INIS levert aan cliënten thuis.

In dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen en het oordeel. Indien nodig geeft de inspectie aan welke maatregelen van Thuiszorg INIS worden verwacht naar aanleiding van deze bevindingen.

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

De inspectie bewaakt en bevordert de kwaliteit en veiligheid van zorg.

De inspectie ziet erop toe of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is

voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. De verwachtingen en behoeften van patiënten en cliënten zijn daarbij een belangrijk uitgangspunt. De inspectie gaat in het

toezicht uit van vertrouwen in de intrinsieke motivatie van zorgaanbieders om de best mogelijke zorg te verlenen.

1.2 Onderzoeksmethode

Tijdens het inspectiebezoek gebruikte de inspectie een toezichtinstrument gebaseerd op het toetsingskader ‘Toezicht op de zorg thuis’1.

Het toetsingskader bevat de volgende thema’s:

1. cliënt centraal 2. integrale zorg 3. veilige zorg thuis

4. professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 5. sturen op kwaliteit.

Het inspectiebezoek was van tevoren aangekondigd, bevatte onaangekondigde elementen en bestond uit de volgende onderdelen:

- presentatie door de bestuurder en gesprek met de bestuurder, een lid van de raad van toezicht, een aspirant lid cliëntenraad, de personeelsfunctionaris en de kwaliteitsfunctionaris;

- gesprek met de verantwoordelijke voor de planning van de zorg en keuze van cliënten en routes;

- gesprek met wijkverpleegkundigen;

- gesprek met een afvaardiging van twee teams;

- gesprekken met cliënten (en hun mantelzorgers) en inzage zorgdossiers;

- meelopen met zorgmedewerkers bij diverse zorgmomenten;

- terugkoppeling van de bevindingen door de inspectie en gesprek met de bestuurder, raad van toezicht, personeelsfunctionaris en

kwaliteitsfunctionaris.

1.3 Aanleiding bezoek

Aanleiding voor het inspectiebezoek aan Thuiszorg INIS is dat de inspectie deze organisatie niet eerder bezocht. De inspectie bezoekt Thuiszorg INIS om zich een beeld te vormen of de geboden zorg voldoet aan wet- en regelgeving.

1 Het toetsingskader staat op www.igj.nl.

(5)

1.4 Schets thuiszorgorganisatie

Thuiszorg INIS is als aanbieder van thuiszorg sinds 22 november 2004

ingeschreven bij de kamer van koophandel. Thuiszorg INIS staat bij de kamer van koophandel (KVK) in geschreven onder nummer 24369492. De thuiszorgorganisatie heeft een tweehoofdige raad van bestuur en een raad van commissarissen met twee commissarissen. Thuiszorg INIS biedt verpleegkundige zorg, persoonlijke zorg, individuele begeleiding, Modulair Pakket Thuis (MPT) en hulp bij de huishouding.

De cliënten van Thuiszorg INIS hebben een indicatie vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) of de Wet langdurige zorg (Wlz). Thuiszorg INIS verleent op de dag van het bezoek gecontracteerde zorg op grond van de Zvw en Wlz aan 102 cliënten thuis.

Ook biedt Thuiszorg INIS cliënten zorg vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Thuiszorg INIS heeft een toelating in de Wet toelating zorginstellingen (WTZi)

Thuiszorg INIS heeft drie wijkteams werkzaam in de regio’s Capelle aan den IJssel, Zoetermeer en Nijmegen. In totaal werken er drie wijkverpleegkundigen

Drie wijkteams

Alle drie de wijkteams werken vanuit hun eigen regio’s. De wijkteams Capelle aan den IJssel en Zoetermeer werken vanwege de geografische ligging meer samen.

De drie wijkteams bestaan uit 32 (15,64 fte) zorgverleners met drie (2,08 fte) wijkverpleegkundigen niveau 5/6, één hbo-verpleegkundige (0,08 fte), één verpleegkundige niveau 4 (0,88 fte), één gespecialiseerd verzorgende E (0,69 fte), elf (5,72 fte) verzorgenden IG, twee verzorgenden niveau 3 (0,35 fte) en één helpende niveau 2 plus (0,44 fte). Ook werken er bij Thuiszorg INIS twaalf (5,4 fte) leerlingen waarvan één leerling-verpleegkundige en tien leerling-verzorgenden IG.

Daarnaast werkt Thuiszorg INIS met vijf vaste ZZP’ers. De wijkverpleegkundigen sturen de wijkteams in Capelle aan den IJssel en Zoetermeer aan.

De verpleegkundige niveau 4 stuurt onder supervisie van de drie wijkverpleegkundigen het team in Nijmegen aan. Eén van de drie

wijkverpleegkundigen is ook zorgmanager. De drie teams voeren de zorg aan cliënten overdag en in de avond uit. Een andere thuiszorgaanbieder levert de geplande en ongeplande nachtzorg aan de cliënten van Thuiszorg INIS.

Covid-19

In de verschillende gesprekken komt naar voren dat er ten tijde van het

inspectiebezoek voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) voorhanden zijn voor de zorgverleners. Via een tablet hebben de zorgverleners toegang tot de protocollen over infectiepreventie, hygiënisch werken en Covid-19. Ook hebben zorgverleners een e-learning gevolgd over hygiëne- en infectiepreventie. Er zijn instructiefilmpjes gedeeld over het gebruik van PBM. Thuiszorg INIS laat zich via het RIVM en de branchevereniging op de hoogte houden van de ontwikkelingen en de meest recente protocollen en richtlijnen. Vanuit het hoofdkantoor van Thuiszorg INIS hebben medewerkers contacten onderhouden met alle zorgverleners door met hen te bellen en kleine attenties thuis bij zorgverleners te brengen.

(6)

2 Conclusie

In dit hoofdstuk geeft de inspectie haar conclusie. Hierin staat hoe de inspectie de door Thuiszorg INIS geleverde thuiszorg beoordeelt. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

2.1 Wat gaat goed

De cliënten van Thuiszorg INIS krijgen zorg op maat van betrokken zorgverleners die de cliënten goed kennen. De wensen en behoeften van de cliënt staan hierbij centraal. Daarnaast kunnen cliënten erop rekenen dat zij een stem hebben in het maken van afspraken over de zorg. De zorgverleners betrekken mantelzorgers en cliënt (-vertegenwoordigers) bij het maken van deze afspraken. De cliënten zijn tevreden met de zorg en de zorgverleners werken graag bij Thuiszorg INIS.

De zorgverleners zijn deskundig en werken integraal samen om tot goede

zorgverlening te komen. Cliënten kunnen erop rekenen dat zorgverleners werken volgens geldende protocollen en richtlijnen.

De wijkverpleegkundigen kennen de cliënten en stellen zorgvuldig de (her)indicatie.

Thuiszorg INIS investeert in scholingen voor zorgverleners en betrekt wijkverpleegkundigen hierbij. De zorgverleners zijn bevoegd en bekwaam.

Thuiszorg INIS investeert daarnaast ook in de kwaliteit van de zorgverlening en in een goede organisatie van de zorg. Hierbij betrekken zij cliënten en zorgverleners.

Het management draagt zorg voor de analyse van de incidenten. Ook bespreken zij de analyse met de zorgverleners met als doel om ervan te leren.

2.2 Wat kan beter

Cliënten moeten erop kunnen rekenen dat de medicatie die zij krijgen integraal overeenkomt met de medicatie die op de toedienlijst staat. Thuiszorg INIS kan de analyse van incidenten vaker uitvoeren en (verbeter)acties vastleggen met als doel te leren van incidenten. Ook kan Thuiszorg INIS ervoor zorgen dat de zorgverleners bekend zijn met de Leidraad Veilige Zorgrelatie en de Meldcode Huiselijk geweld in de thuissituatie en dat zij hiernaar handelen.

2.3 Wat moet beter

Thuiszorg INIS moet het methodisch werken door zorgverleners nog verder

verbeteren waarbij zorgverleners op een eenduidige manier en navolgbare manier in het elektronisch cliëntdossier rapporteren en afspraken vermelden en opvolgen.

2.4 Conclusie bezoek

Thuiszorg INIS voldoet (grotendeels) aan veertien van de vijftien getoetste normen. Uit de bevindingen blijkt dat cliënten erop kunnen rekenen dat zij kwalitatief goede en veilige zorg krijgen. Thuiszorg INIS is transparant en open is over de kwaliteit van zorg en stelt zich lerend op. Het management en de zorgverleners weten wat goed gaat en wat beter kan. Ook zijn cliënten tevreden over de door Thuiszorg INIS verleende zorg. De inspectie heeft daarom op dit moment vertrouwen in de wijze waarop Thuiszorg INIS stuurt op de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

(7)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van Thuiszorg INIS verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Thuiszorg INIS verwacht

Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.

De inspectie verwacht dat Thuiszorg INIS verbetermaatregelen neemt op de punten waar de geboden zorg beter kan of beter moet. De inspectie gaat ervan uit dat de informatie in hoofdstuk 4 hiervoor voldoende handvatten biedt.

De inspectie verwacht dat Thuiszorg INIS de verbetermaatregelen zo nodig ook in de andere teams treft.

3.2 Vervolgacties van de inspectie

De inspectie vertrouwt erop dat de zorgaanbieder waarborgt dat de geboden zorg organisatiebreed voldoet en blijft voldoen aan de relevante wet- en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden. De inspectie sluit hierbij het inspectiebezoek af.

(8)

4 Resultaten

Dit hoofdstuk beschrijft per thema de normen, het oordeel en de bevindingen.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De organisatie voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Lichtgroen: De organisatie voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De organisatie voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De organisatie voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten of een

ernstige bevinding.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema 1 – cliënt centraal

De cliënt ervaart dat de zorg thuis aansluit bij zijn behoefte en bijdraagt aan de kwaliteit van leven.

Norm 1.1

De cliënt krijgt zorg die aansluit bij zijn actuele zorgbehoeften.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg INIS aan deze norm.

De inspectie hoort tijdens gesprekken en leest in cliëntdossiers dat de

wijkverpleging de zorgbehoefte van de cliënten voortdurend in beeld heeft. Tijdens gesprekken met de cliënten en met de zorgverleners hoort de inspectie dat de zorgverleners de cliënten goed kennen. Zij passen de zorg aan als de behoefte van een cliënt verandert. De wijkverpleegkundigen vertellen de inspectie dat zij

meewerken in de zorg. Zij vertellen dat zij zo voortdurend de zorgbehoefte van de cliënt in beeld hebben en risico’s signaleren. Zorgverleners vertellen de inspectie daarnaast dat zij ook risico’s signaleren en deze bespreken met de

wijkverpleegkundige. Zo hoort de inspectie van een cliëntvertegenwoordiger dat de wijkverpleging de zorg na overname van een andere zorgaanbieder aanpast.

De cliëntvertegenwoordiger vertelt dat de cliënt zelf medicatie vergat of deze niet op tijd innam. Na overleg tussen de wijkverpleging en de cliënt en de

cliëntvertegenwoordiger neemt de wijkverpleging nu deze zorg over.

De wijkverpleegkundigen vertellen dat zij bij de intake en de evaluatiegesprekken aandacht hebben voor eventuele gezondheidsrisico’s. De inspectie hoort van zorgverleners en cliënten dat zorgverleners tijdens ieder contactmoment met de cliënt en/of de cliëntvertegenwoordiger vraagt hoe het gaat. De cliënten vertellen de inspectie dat zij dat erg prettig vinden. Hierdoor blijven de zorgbehoeften in beeld bij de wijkverpleging. Ook past de wijkverpleegkundige de zorg aan als de situatie verandert. De inspectie hoort van een cliënt dat deze de intake en de

evaluatiegesprekken prettig vindt.

Norm 1.2

De cliënt krijgt zorg die bijdraagt aan kwaliteit van leven.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg INIS aan deze norm.

(9)

De cliënten vertellen de inspectie dat zij tevreden zijn over de zorgverleners.

Verschillende cliënten vertellen dat zij zorg krijgen van een vast team van zorgverleners. Dat vinden zij prettig omdat zij dan niet hoeven uit te leggen aan zorgverleners wat zij moeten doen. Eén cliënt vertelt de inspectie dat er soms andere zorgverleners komen en dat zij allemaal even aardig zijn. De inspectie hoort van de bestuurder dat Thuiszorg INIS werkt met een vast team van zorgverleners en een vast team van zzp’ers die kunnen invallen en die de cliënten kennen.

De inspectie hoort van de zorgverleners en de bestuurder dat de wensen van de cliënten bepalend zijn voor de zorgroutes. Cliënten en/of cliëntvertegenwoordigers vertellen de inspectie dat zij weten op welk moment zij zorg krijgen. Ook vertellen zij de inspectie dat zij nooit lang hoeven te wachten. Zo vertelt een cliënt dat de zorgverlener belt als zij een kwartiertje later komt. Dit vindt de cliënt prettig omdat zij dan niet bang hoeft te zijn dat de zorgverlener niet komt. De inspectie hoort uit alle gesprekken met cliënten dat zij het moment van zorg kunnen aanpassen. Zo vertellen cliënten dat zij het moment van zorg kunnen verschuiven in verband met bijvoorbeeld een bezoek aan een arts. De planner zorgt dat de cliënt op een eerder moment zorg krijgt en zo op tijd bij de arts kan zijn.

De zorgverleners vertellen de inspectie dat zij aansluiten bij de waarden en normen van cliënten. Zo hoort de inspectie dat zorgverleners op verzoek van een cliënt beschermhoesjes om de schoenen doet zodat de vloer schoon blijft.

Tijdens het meelopen in de zorgroute ziet de inspectie dat de zorgverlener beschermhoesjes bij zich heeft en om de schoenen doet.

De inspectie hoort tijdens gesprekken met de bestuurder en zorgverleners dat bij het bieden van zorgverlening de kwaliteit van leven van de cliënt het uitgangspunt is. Het wijkteam verleent zorg met de bedoeling om de cliënt zoveel mogelijk een normaal leven te laten leiden. De zorgverleners stimuleren zelfredzaamheid voor elke cliënt. Zo neemt de zorgverlener van het wijkteam ’s morgens, tijdens het douchen, niet alle handelingen over van een cliënt. De inspectie hoort dat de cliënt zelf het gezicht wast. Zorgverleners vertellen de inspectie dat zij dit stimuleren. Een andere cliënt vertelt de inspectie dat hij zelf bloedsuikerwaarde prikt en dat

zorgverleners de insuline toedienen.

Norm 1.3

De cliënt krijgt de hulp en gelegenheid om zo veel mogelijk zelf de regie te voeren over de zorg thuis, de wijkverpleging sluit daarop aan.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg INIS aan deze norm.

De inspectie hoort in alle gesprekken dat de wijkverpleegkundigen de cliënten en hun vertegenwoordigers en/of mantelzorger betrekken bij het opstellen en bijstellen van het zorgplan De wijkverpleging stelt hierin de wens van de cliënt zoveel mogelijk centraal. Dit leest de inspectie ook terug in verschillende

zorgplannen. Zo leest de inspectie bijvoorbeeld ‘De cliënt wil niet zelf de insuline toedienen’. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij ook hebben gekeken of de mantelzorger de insuline wil toedienen. In afstemming met de cliënt en de mantelzorger is besloten dat zorgverleners de insuline toedienen.

Ook leest de inspectie in een zorgplan:

‘De medicatie wordt op een vaste plek (groen kommetje) op tafel klaar gelegd’.

De cliënt vertelt de inspectie dat hij zo precies weet welke medicijnen hij zelf nog moet nemen tijdens het eten.

(10)

De cliënten die de inspectie spreekt, vertellen dat zij hun elektronisch

cliëntendossier (ECD) kunnen inzien. Zij vertellen ook dat zij nooit in het ECD kijken, omdat de zorgverleners altijd alle afspraken nakomen. Ook vertellen cliënten de inspectie dat zorgverleners goed uitleggen wat zij doen. Tijdens het meelopen in de zorgroute hoort de inspectie hoe een zorgverlener alles uitlegt over wat zij gaat doen. De cliënt vertelt de inspectie dat hij slecht ziet en zo weet wat de zorgverlener gaat doen.

4.2 Thema 2 – integrale zorg

De cliënt krijgt afgestemde zorg thuis.

Norm 2.1

De wijkverpleging werkt samen/stemt af met de informele zorgverleners van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg INIS aan deze norm.

De wijkverpleegkundigen vertellen de inspectie dat zij bij de indicatiestelling aandacht hebben voor de mogelijkheden en de belastbaarheid van

mantelzorgers. In verschillende gesprekken komt naar voren dat de

zorgverleners regelmatig vragen naar de fysieke en psychische belasting van de mantelzorgers of cliëntvertegenwoordigers. Ook monitoren de

wijkverpleegkundigen de overbelasting van mantelzorgers door twee keer per jaar een vragenlijst met hen in te vullen. De uitkomsten verwerken zij in het zorgplan.

Ook hoort de inspectie tijdens verschillende gesprekken dat zorgverleners en wijkverpleegkundigen afstemmen met mantelzorgers. Zo hoort de inspectie van een cliënt dat een mantelzorger hem ondersteunt. De wijkverpleegkundige en zorgverlener vertellen de inspectie dat zij afstemmen met deze mantelzorger om overbelasting te voorkomen. De wijkverpleegkundige vertelt de inspectie ook over een mantelzorger van een cliënt met een vorm van dementie. Om deze mantelzorger te ontlasten is er een zorgmoment in de middag verschoven.

Hierdoor heeft de mantelzorger meer rust en tijd voor zichzelf.

Norm 2.2

De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging als team samenwerkt.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg INIS grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie kan uit rapportages niet altijd opmaken wat er is gebeurd.

Zo leest de inspectie een rapportage over een cliënt die de deur voor de zorgverlener niet opendeed. De inspectie leest niet of de zorgverlener de cliënt of de mantelzorger belde om te vragen of er iets aan de hand is.

In de rapportages, na het moment dat de cliënt de deur niet opendeed, leest de inspectie niets over hoe het gaat met de cliënt en of er iets aan de hand was.

De wijkverpleegkundige vertelt de inspectie dat de cliënt de deurbel niet had gehoord en dat alles goed is met de cliënt.

De wijkverpleegkundigen dat Thuiszorg INIS werkt met rapportages en met memo’s. Tijdens de uitleg van de wijkverpleegkundigen over de memo’s en de rapportages ziet de inspectie dat zorgverleners op verschillende manieren omgaan met de memo’s. Ook staan afspraken soms in memo’s en soms als rapportage in het ECD, waardoor zorgverleners afspraken over het hoofd kunnen

(11)

zien, zo hoort de inspectie tijdens verschillende gesprekken. De inspectie hoort van de bestuurder en de wijkverpleegkundigen dat er wel afspraken zijn over wat in een memo hoort en wat in de rapportage moet staan. Ook vertelt de bestuurder de inspectie dat Thuiszorg INIS dit nog een keer uitlegt aan zorgverleners.

De inspectie ziet in de cliëntdossiers dat de wijkverpleging in wisselende mate methodisch werkt. De inspectie ziet niet in alle cliëntdossiers verslagen van evaluaties. De inspectie hoort van de wijkverpleegkundigen dat zij de zorg wel evalueren.

De inspectie ziet in de cliëntdossiers actuele risicoanalyses en zorgplannen. De wijkverpleegkundigen vertellen dat zij de risicoanalyses en zorgplannen

aanpassen als dat nodig is. De wijkverpleegkundigen vertellen de inspectie dat zij vragenlijsten gebruiken om de risico’s te analyseren en de zorgbehoefte in kaart te brengen.

In de rapportage ziet de inspectie dat zorgverleners rapporteren op doelen en de afspraken die staan vastgelegd in het zorgplan, zoals het monitoren van de bloedsuiker of wonden. De inspectie hoort van de wijkverpleegkundigen en ziet in het ECD, dat het systeem het niet mogelijk maakt om een aantal opvolgende rapportages te lezen. Iedere rapportage, zo hoort en ziet de inspectie, moet afzonderlijk geopend worden. De inspectie hoort van de bestuurder dat hij graag een systeem wil waarbij zorgverleners wel meerdere rapportages zien. De bestuurder voegt toe dat hij hierover met de leverancier van het systeem in gesprek gaat.

De inspectie hoort in de gesprekken met wijkverpleegkundigen en zorgverleners dat de wijkverpleging als team samenwerkt. Zorgverleners kunnen via de mobiele telefoon met elkaar communiceren via een beveiligde app. Belangrijke cliëntgebonden informatie delen zorgverleners door middel van berichten in het ECD. Zorgverleners rapporteren over de geboden zorg via een tablet of mobiele telefoon op het moment dat zij klaar zijn met zorg verlenen bij de cliënt, zodat de informatie actueel is.

Norm 2.3

De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging samenwerkt met zorgverleners van andere zorgorganisaties.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg INIS aan deze norm.

De inspectie hoort in alle gesprekken met de bestuurder,

de wijkverpleegkundigen en zorgverleners dat de wijkteams samenwerken met verschillende zorgorganisaties en externe zorgverleners die ook bij cliënten betrokken zijn, zoals huisartsen, het ziekenhuis, de apotheek en een

ergotherapeut. De inspectie hoort een voorbeeld van cliënten met diabetes dat zij samenwerken en afstemmen met diabetesverpleegkundigen van

huisartsenposten en ziekenhuizen. Zij werken met een standaard boekje waarin alle bloedsuikerwaarden overzichtelijk in worden genoteerd. De bestuurder vertelt de inspectie dat cliënten (on)geplande zorg in de nacht van een andere zorgaanbieder kunnen krijgen. Ten tijde van het bezoek heeft Thuiszorg INIS geen cliënten die nachtzorg nodig hebben, vertelt de bestuurder.

De wijkverpleegkundigen vertellen de inspectie dat zij weten welke zorgverleners van andere organisaties bij cliënten van Thuiszorg INIS betrokken zijn.

(12)

De inspectie hoort dat wijkverpleegkundigen ook met die zorgverleners de zorg voor cliënten van Thuiszorg INIS afstemmen. Zij nodigen externe zorgverleners uit als er een multidisciplinair overleg (MDO) is over een cliënt.

4.3 Thema 3 – veilige zorg thuis

De cliënt krijgt deskundige en veilige zorg thuis.

Norm 3.1

De wijkverpleging signaleert tijdig risico’s in de woonomgeving van de cliënt.

Zij bespreekt deze risico’s met de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg INIS aan deze norm.

De inspectie hoort van de wijkverpleegkundigen dat de zorgverleners van het wijkteam aandacht hebben voor risico’s in de woonomgeving van de cliënt.

Wijkverpleegkundigen vertellen de inspectie dat de cliënt uiteindelijk moet instemmen met het hulpmiddel of de aanpassing. De wijkverpleegkundigen vertellen dat zij bij thuisbezoeken altijd kijken of er aanpassingen nodig zijn in de badkamer om de cliënt zo lang mogelijk zelfstandig en veilig te laten douchen. Zij geven dan advies over bijvoorbeeld het gebruik van een douchestoel, antislipmat en gebruik van beugels, zodat de cliënt zelf kan opstaan.

De inspectie hoort tijdens het meelopen in de ochtendroute dat een cliënt en zorgverleners hebben afgesproken, hoe zorgverleners zich via de intercom bekendmaken aan de cliënt als zij aanbellen. De cliënt vertelt de inspectie dat hij zo weet dat er een zorgverlener voor de deur staat en hij veilig open kan doen.

Bij een andere cliënt ziet de inspectie dat het bed in de kamer op de begane grond staat. De inspectie hoort van de wijkverpleegkundige dat de cliënt dit graag wil omdat hij zo geen gebruik hoeft te maken van de trap.

Norm 3.2

De wijkverpleging is gekwalificeerd en vakbekwaam voor de verpleegkundige handelingen die ze uitvoert.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg INIS aan deze norm.

De wijkverpleegkundigen en de zorgverleners vertellen de inspectie dat zorgverleners soms een collega-zorgverlener of de wijkverpleegkundige

meevragen als zij zich niet voldoende bekwaam voelen om een handeling uit te voeren. De wijkverpleegkundigen vertellen dat zij bij de zorgverleners toetsen of zij de voorbehouden en/of risicovolle handelingen correct volgens protocol uitvoeren door mee te gaan met zorgverleners. De inspectie hoort dat de planner weet bij welke cliënten voorbehouden-, en risicovolle handelingen plaatsvinden in de zorg. De planner koppelt alleen zorgverleners die bevoegd en bekwaam zijn. Als er een voorbehouden-, of risicovolle handeling nodig is, staat het protocol voor de handeling in het dossier van de cliënt.

De inspectie ziet tijdens het meelopen in een zorgroute dat de uitvoeringsverzoeken in de map bij de cliënt thuis zitten.

De uitvoeringsverzoeken die de inspectie ziet, voor twee cliënten die insuline krijgen, zijn actueel en voorzien van een handtekening van de (huis)arts. Op één uitvoeringsverzoek leest de inspectie een andere soort insuline dan de soort die de cliënt ten tijde van het bezoek kreeg.

(13)

Deze cliënt vertelt de inspectie dat zij sinds een paar dagen een ander soort insuline heeft (zie ook norm 3.3). Daarom belt de zorgverlener de huisarts om toestemming te vragen om de insuline toe te dienen. Zij vertelt de inspectie dat zij na haar dienst opnieuw de arts en de apotheek zal bellen en zal vragen om een nieuw uitvoeringsverzoek en een nieuwe toedienlijst.

Norm 3.3

De wijkverpleging houdt zich aan de veilige principes in de medicatieketen als zij de zorg voor medicatie (deels) overneemt.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg INIS grotendeels aan deze norm.

Tijdens verschillende gesprekken hoort de inspectie dat het wijkteam werkt met actuele en complete toedienlijsten. De apotheek levert de lijsten digitaal aan en zorgt voor nieuwe toedienlijsten als er wijzigingen zijn in de medicatie.

De zorgverleners vertellen dat zij voor de dubbele controle bij risicovolle medicatie een beroep doen op de cliënt of mantelzorger als dat verantwoord kan. Anders vraagt de zorgverlener een collega. Het aftekenen vindt digitaal plaats via een beveiligde app. De inspectie ziet dat de zorgverlener, voordat zij insuline toedient, wacht totdat de tweede zorgverlener via de beveiligde app goedkeuring geeft. In het document ‘Medicatiebeleid Thuiszorg INIS’ leest de inspectie de procedure over het dubbel aftekenen. De inspectie leest niet welk niveau de tweede zorgverlener moet hebben wanneer de cliënt risicovolle medicatie krijgt waarvoor dubbel moet worden afgetekend. Zorgverleners vertellen de inspectie dat alleen zorgverleners vanaf niveau 3 de controle dubbele controle mogen uitvoeren bij het toedienen van risicovolle medicatie.

Ook vertellen zorgverleners dat het tijdens de zorg altijd lukt om een andere zorgverlener met minimaal niveau 3 te vinden die de tweede controle kan uitvoeren.

In de beveiligde app, waarin zorgverleners medicatie aftekenen, kunnen zij per medicijn aangeven of zij de medicatie toedienen, klaarzetten, aanreiken of controle aanvragen bij een collega. Ook kunnen zorgverleners via de app aangeven dat toedienen niet gelukt is. De inspectie ziet tijdens het meelopen in een zorgroute dat een zorgverlener medicatie klaarzet. Ook dient zij insuline toe.

De zorgverlener laat zien hoe zij de medicatie die zij klaarzet, aftekent. Ook laat zij zien hoe zij de dubbele controle aanvraagt bij een collega en de medicatie dubbel aftekent.

Omdat Thuiszorg INIS sinds een paar maanden de beveiligde app gebruikt, is het voor zorgverleners niet altijd duidelijk of zij de papieren toedienlijsten nog moeten gebruiken. De inspectie ziet dat zorgverleners de papieren toedienlijsten soms wel en soms niet naast de beveiligde app gebruiken. De bestuurder vertelt de inspectie dat de afspraak is dat alleen de beveiligde app gebruikt wordt. Dit leest de inspectie niet terug in het document ‘Medicatiebeleid Thuiszorg INIS’

De inspectie ziet dat de apotheek de soort insuline van een cliënt niet juist vermeldt op de papieren toedienlijst en in de beveiligde app. De cliënt vertelt de inspectie dat zij sinds een paar dagen een ander soort insuline gebruikt.

De zorgverlener ziet dat de soort insuline niet overeenkomt met wat zij moet toedienen. Zij belt daarom voor toestemming en ter controle de huisarts.

De zorgverlener vertelt de inspectie dat zij direct contact opneemt met de apotheek om te zorgen dat de soort insuline wordt aangepast op de toedienlijst en in de beveiligde app.

(14)

De inspectie ziet in het cliëntdossier en op de papieren en digitale toedienlijsten niet of zorgverleners sinds de wijziging van de soort insuline contact opnamen met de huisarts of de apotheek.

Norm 3.4

De wijkverpleging let erop dat er een veilige zorgrelatie is tussen de cliënt en zijn formele of informele zorgverleners.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg INIS grotendeels aan deze norm.

In het document ‘Gedragsrichtlijnen verpleegkundigen/verzorgenden’ leest de inspectie wat zorgverleners moeten doen als zij zich onveilig voelen in een zorgrelatie. Tijdens alle gesprekken met wijkverpleegkundigen en zorgverleners hoort de inspectie dat zij weten wat zij moeten doen als zij zich onveilig voelen tijden hun werk.

Tijdens verschillende gesprekken merkt de inspectie dat de communicatielijnen binnen het wijkteam kort zijn. In voorkomende situaties kunnen de

zorgverleners direct contact opnemen met een wijkverpleegkundige, met de zorgmanager of de bestuurder als zij willen afstemmen.

Zorgverleners vertellen de inspectie dat zij bij twijfel ‘Veilig Thuis’ bellen om af te stemmen over vermoedens van huiselijk geweld. Zo hoort de inspectie een voorbeeld waarbij een bekende van een cliënt aandrong op het wijzigen van een testament. De wijkverpleegkundige heeft toen afgestemd met Veilig Thuis.

Wijkverpleegkundigen en zorgverleners vertellen de inspectie dat zij de

‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ en de ‘Leidraad Veilige zorgrelatie’ kunnen raadplegen. De wijkverpleegkundigen geven aan dat zij niet weten of alle zorgverleners de meldcode en de leidraad kennen. De inspectie hoort van zorgverleners dat zij deze documenten niet allemaal kennen.

De inspectie hoort van zorgverleners en wijkverpleegkundigen dat zij regelmatig de onderwerpen huiselijk geweld en veilige zorgrelatie bij elkaar onder de aandacht brengen. In de notulen van teamvergaderingen leest de inspectie dit niet terug.

Norm 3.5

De wijkverpleging voorkomt onvrijwillige/verplichte zorg zoveel mogelijk. Indien van toepassing, voert zij onvrijwillige/verplichte zorg zorgvuldig en veilig uit.

De norm is niet getoetst.

4.4 Thema 4 – professionele autonomie van de wijkverpleegkundige De wijkverpleegkundige handelt professioneel en autonoom.

Norm 4.1 2

De wijkverpleegkundige stelt zorgvuldig de (her-)indicatie.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg INIS grotendeels aan deze norm.

2 Norm 4.1 geldt niet voor cliënten die thuis Wlz-zorg ontvangen en vallen onder het addendum bij het kwaliteitskader verpleeghuiszorg.

(15)

De inspecteur hoort tijdens alle gesprekken dat in elk wijkteam een

wijkverpleegkundige werkzaam is. Er is één wijkteam waar een verpleegkundige niveau 4 onder de supervisie van een wijkverpleegkundige werkt.

Ook leidt Thuiszorg INIS nog één wijkverpleegkundige op. De inspectie ziet in cliëntdossiers en hoort van de wijkverpleegkundigen dat zij de indicaties stellen volgens de normen. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij de informatie uit de intake vertaalt naar een indicatie en een zorgplan.

Zorgverleners vertellen dat zij met de wijkverpleegkundige afstemmen over het aanpassen van de indicatie. Zo hoort de inspectie voorbeelden waarbij de wijkverpleegkundigen de indicatie aanpassen omdat zorgverleners vertellen dat er meer zorg nodig is. Ook passen wijkverpleegkundigen de indicatie aan als blijkt dat er minder zorg nodig is. De wijkverpleegkundige maakt bij het stellen van een (her)indicatie gebruik van verschillende vragenlijsten en instrumenten.

Op basis daarvan stelt zij samen met de cliënt een zorgplan op.

Bij Thuiszorg INIS is de indicerend wijkverpleegkundige ook betrokken bij de zorgverlening; de wijkverpleegkundige werkt deels mee in de zorgverlening.

De wijkverpleegkundigen vertellen de inspectie dat zij zo op de hoogte blijven van de actuele wensen en behoeften en risico’s van cliënten. De inspectie hoort van wijkverpleegkundigen dat zij zo hun collega-zorgverleners nog beter kunnen ondersteunen.

De bestuurder en wijkverpleging geven de inspectie aan dat zij beoordelen of de thuissituatie geschikt en veilig is voor de toepassing van maatregelen die de bewegingsvrijheid van cliënten kunnen beperken. Thuiszorg INIS wil geen onvrijwillige zorg verlenen, zo hoort de inspectie van de bestuurder. Een enkele keer wil een cliënt zelf dat zorgverleners een bedhek omhoog zetten. Deze afspraak leggen zorgverleners dan vast in het zorgplan. In de uitsluitingscriteria op de website van Thuiszorg INIS leest de inspectie niet dat Thuiszorg INIS cliënten uitsluit die onvrijwillige zorg in de thuissituatie nodig hebben.

Tijdens de gesprekken met de wijkverpleegkundigen en zorgverleners hoort de inspectie dat de cliënten van Thuiszorg INIS geen onvrijwillige zorg nodig hebben.

Norm 4.2

De wijkverpleegkundige functioneert als kwaliteitsbevorderaar.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg INIS aan deze norm.

In de gesprekken met de wijkverpleegkundigen en zorgverleners komt naar voren dat de wijkverpleegkundige binnen de wijkteams hun taak om de kwaliteit van de zorgverlening verder te verbeteren op verschillende manier invullen.

Zo loopt de wijkverpleegkundige mee met zorgverleners om tijdens de zorgmomenten uitleg te geven over bijvoorbeeld wondzorg of gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Ook kunnen zorgverleners bellen met vragen en om af te stemmen.

De wijkverpleegkundige vertelt dat zij voldoende zicht heeft op de kwaliteit van zorg, doordat zij ook zelf meewerkt in de zorgverlening. Hierdoor signaleert zij vroegtijdig of de zorgverlening volstaat of aangepast moet worden in het zorgplan.

De wijkverpleegkundige vertelt dat zij instructies en klinische lessen geeft om het kennisniveau van de zorgverleners op peil te houden, bijvoorbeeld als er een nieuwe cliënt komt waarbij een risicovolle of voorbehouden handeling uitgevoerd moet worden. Ook neemt één van de wijkverpleegkundigen deel aan de

(16)

Opleidingsgroep 2021, leest de inspectie in het document ‘Opleidingsplan

Thuiszorg INIS 2021’. De inspectie hoort verschillende voorbeelden van klinische lessen die wijkverpleegkundigen geven.

In het document ‘Opleidingsplan Thuiszorg INIS 2021’ leest de inspectie dat de klinische lessen in 2021 gaan over zwachtelen, hygiëne, medicatie, decubitus, wondzorg, rapporteren en communicatie. Zorgverleners vertellen dat zij onder meer de klinische lessen zwachtelen en wondverzorging al hebben gevolgd.

Ook hoort de inspectie dat zorgverleners en wijkverpleegkundigen afstemmen over gewenste onderwerpen voor een klinische les.

4.5 Thema 5 – sturen op kwaliteit

De organisatie stuurt op kwalitatief goede zorg.

Norm 5.1

De zorgaanbieder draagt zorg voor het systematisch bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg INIS aan deze norm.

Thuiszorg INIS heeft een visie op persoonsgerichte zorg. De inspectie ziet en hoort de visie terug in gesprekken met zorgverleners en in cliëntdossiers. Alle gesprekspartners vertellen dat zij het belangrijk vinden dat de cliënt en zijn sociale netwerk centraal staan tijdens de zorgverlening en dat de zorgverleners persoonlijke aandacht geven aan de cliënten. Zorgverleners vertellen dat zij van Thuiszorg INIS de tijd krijgen om persoonlijke aandacht aan de cliënt te geven.

De cliënten die de inspectie spreekt, vertellen dat zorgverleners tijd hebben voor een praatje en niet gehaast werken.

Binnen Thuiszorg INIS is een cliëntenraad actief. De inspectie hoort van de bestuurder dat er regelmatig een vergadering is van de cliëntenraad. De inspectie ziet dat Thuiszorg INIS in het najaar van 2020 een tevredenheidsmeting onder de cliënten heeft uitgevoerd. De inspectie leest in de tevredenheidsmeting 2020 dat de meeste cliënten zich op hun gemak voelen bij de zorgverleners. Ook behandelen zorgverleners de cliënten met respect, zo leest de inspectie. Een aandachtspunt was het op tijd komen van de zorgverleners. De inspectie hoort van de bestuurder, de wijkverpleegkundigen, de zorgverleners en de cliënten dat zorgverleners nu wel op tijd komen. De bestuurder vertelt dat hij vooral intern zorgverleners opleidt om voldoende kwaliteit van zorg te bieden. De inspectie hoort van de bestuurder dat Thuiszorg INIS de uitkomsten van tevredenheidsmetingen gebruikt om haar kwaliteit van zorgverlening te verbeteren. De inspectie hoort van de

wijkverpleegkundigen en de bestuurder dat zij elke week afstemmen. Zo weet de bestuurder wat er speelt in de organisatie en kan hij daar op sturen.

In alle gesprekken komt naar voren dat de zorgverleners van Thuiszorg INIS over voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen beschikken. Ook heeft Thuiszorg INIS een Covid-19-beleid, zo vertelt de bestuurder. De inspectie leest in het document ‘coronabeleid’ de interne richtlijnen van Thuiszorg INIS over Covid-19. Thuiszorg INIS heeft vastgestelde protocollen en richtlijnen hoe om te gaan met hygiëne en infectiepreventie. Zorgverleners vertellen dat zij een e- learning volgden en aanvullende uitleg van wijkverpleegkundigen kregen en dat zij altijd vragen mogen stellen.

De bestuurder vertelt de inspectie dat Thuiszorg INIS werkt met een

sturingsdashboard. Dit is een dashboard met informatie over bijvoorbeeld verzuim, teamgrootte en planning. Ook werkt Thuiszorg INIS met PDCA-cyclus (Plan-Do-

(17)

Check-Act cyclus) door met een (jaar)planning en een actielijst aan kwaliteit te werken. De inspectie hoort van de bestuurder dat er een nieuw sturingsdashboard in ontwikkeling is.

De bestuurder vertelt de inspectie dat het doel hiervan is dat de PDCA-cyclus eenvoudiger verloopt. De raad van toezicht vertelt de inspectie dat zij voldoende informatie ontvangt van het bestuur, en dat zij directiebeoordelingen met de bestuurder bespreekt.

Ook gebruikt Thuiszorg INIS interne audits om de kwaliteit en veiligheid van zorg te monitoren. De inspectie ziet audits per team.

Norm 5.2

De zorgaanbieder draagt zorg voor borging van kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel en benodigdheden.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg INIS aan deze norm.

De bestuurder vertelt de inspectie dat Thuiszorg INIS bewust kiest om vooral zorgverleners met minimaal opleidingsniveau 3 in te zetten in de thuiszorg.

De wijkverpleegkundigen bevestigen dat. Dit ziet de inspectie ook terug in het overzicht van zorgverleners inclusief hun opleidingsniveau. Volgens hen heeft dit te maken met de complexer wordende zorgvragen van de cliënten in de

thuiszorg. De inspectie hoort van zorgverleners dat zij de mogelijkheid hebben binnen Thuiszorg INIS om een opleiding te volgen tot verzorgende IG.

De inspectie hoort van een aantal zorgverleners dat zij ten tijde van het

inspectiebezoek deze scholing volgen of hebben afgerond. Ook hoort de inspectie dat zorgverleners de mogelijkheid krijgen om zich te scholen als

verpleegkundige op niveau 4 of 6. De bestuurder vertelt de inspectie dat intern opleiden voor Thuiszorg INIS de enige manier is om te zorgen dat Thuiszorg INIS voldoende geschoolde zorgverleners heeft.

Thuiszorg INIS heeft het beleid dat de wijkverpleegkundigen samen met de kwaliteitsfunctionaris en de personeelsfunctionaris de kwaliteit van de

zorgverleners bewaken. Zo vertellen de wijkverpleegkundigen de inspectie dat zij toetsen of de zorgverleners de voorbehouden en/of risicovolle handelingen correct volgens protocol uitvoeren. Zij lopen daarom ook soms met

zorgverleners mee tijdens de zorg in de wijk. Daarbij geven de

wijkverpleegkundigen ook aandacht aan hygiënisch werken tijdens het uitvoeren van de zorg en coachen zij zorgverleners in het gebruik van PBM. Ook volgen zorgverleners e-learnings en bijscholing bij een ROC met betrekking tot voorbehouden en risicovolle handelingen. Ook volgen zorgverleners klinische lessen.

Vanuit het sturingsdashboard heeft de bestuurder zicht op het verloop, ziekteverzuim en werkdruk onder medewerkers. Daar waar nodig neemt de zorgaanbieder maatregelen. Thuiszorg INIS werkt met een vast aantal zzp’ers die kunnen invallen. Deze zzp’ers kennen de cliënten. Zorgverleners en wijkverpleegkundigen vertellen dat zij de roosters rond krijgen bij

Thuiszorg INIS. Alleen in de vakantieperiode is het soms een puzzel om het rooster rond te krijgen, vertellen verschillende gesprekspartners.

De zorgverleners vertellen de inspectie dat zij soms ondersteuning bieden aan of ontvangen van het andere wijkteam vanwege drukte of uitval van zorgverleners.

De zorgverleners vertellen de inspectie dat zij via Thuiszorg INIS beschikken over een tablet en een beveiligde app om onderling te communiceren. Op de tablet kunnen zij de zorgdossiers raadplegen en hebben zij ook toegang tot de

(18)

protocollen en richtlijnen. Ook is er een beveiligde app waarbinnen zorgverleners de medicatie aftekenen.

Norm 5.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg INIS grotendeels aan deze norm.

In verschillende gesprekken met de inspectie komt naar voren dat de zorgverleners (bijna) incidenten (MIC) melden via het ECD en bij de wijkverpleegkundigen.

De zorgverleners vertellen, als voorbeeld, dat zij het melden als zij zien dat een collega een toegediend medicijn niet heeft afgetekend op de toedienlijst.

De inspectie hoort dat zorgverleners dan eerst zelf contact zoeken met hun collega over niet afgetekende medicatie. Zorgverleners vertellen de inspectie dat zij geen moeite hebben om collega’s aan te spreken of om zelf aangesproken te worden.

MIC’s, zo vertellen de wijkverpleegkundigen en zorgverleners, ervaren zij om van te leren. In notulen van teamvergaderingen leest de inspectie dat zorgverleners incidenten met elkaar bespreken.

De wijkverpleegkundigen en zorgverleners vertellen de inspectie dat zij in het maandelijks werkoverleg en de cliëntenbespreking met elkaar reflecteren op de geboden zorg en daarbij bespreken hoe zij de kwaliteit van de geleverde zorg verder kunnen verbeteren. De inspectie leest in verschillende notulen over de

cliëntbesprekingen en hoe zorgverleners daarin samen reflecteren.

De wijkverpleegkundigen vertellen de inspectie hoe zij bijdragen aan

kwaliteitsontwikkeling van de zorg. Zij werken mee in de zorg, geven coaching-on- the-job en verzorgen klinische lessen over bijvoorbeeld verschillende vormen van zwachtelen. Zorgverleners vertellen dat zij de wijkverpleegkundigen altijd kunnen benaderen voor vragen of ondersteuning.

De inspectie hoort van de inspectie dat Thuiszorg INIS per team één of twee keer per jaar de MIC’s analyseert. De analyses per team moeten in 2021 nog

plaatsvinden. In de analyses over 2020 leest de inspectie geen uitsplitsing naar basisoorzaak. Ook leest de inspectie geen aanbevelingen met betrekking tot het voorkomen van incidenten. Wel leest de inspectie adviezen om een val-index in te zetten en bijscholing te volgen over omgaan met agressie. In het scholingsplan 2021 leest de inspectie niets over een scholing over omgaan met agressie.

(19)

Bijlage Geraadpleegde documenten

- Analyse PREM Verzorging en Verpleging Thuiszorg INIS, 04-04-2021;

- Factscheet PREM;

- Medewerkerstevredenheid 02-2020;

- Coronabeleid;

- Externe audit Thuiszorg INIS juli 2021;

- Interne audit zorgdossiers V&V cliënten 18-08-2021;

- Interne audits zorgteam Thuiszorg INIS november 2020 en april 2021;

- Jaarlijkse actielijst (kwaliteit) 2021;

- Jaarplanning 2021;

- Kwaliteitsverslag 2020;

- Gedragsrichtlijnen verpleegkundigen/verzorgenden Thuiszorg INIS;

- Medicatiebeleid Thuiszorg INIS;

- Opleidingsplan 2021;

- Scholings- en stageplan Thuiszorg INIS.

- Personeelsoverzichten;

- Protocol handdesinfectie met handalcohol;

- Protocol handen wassen met water en zeep;

- Protocol persoonlijke hygiëne medewerkers;

(20)

Duidelijk. Onafhankelijk. Eerlijk.

www.igj.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De inspectie hoort van gesprekspartners en leest in de cliëntdossiers dat de zorgverleners van Vida Care samenwerken en de zorg afstemmen met informele zorgverleners van de

Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg grotendeels aan deze norm De cliënt die de inspectie spreekt is zeer tevreden over de zorg die hij ontvangt.. Hij kan altijd

Wanneer u geen vervolgindicatie meer nodig heeft, wordt met u afgesproken wanneer u de laatste zorg van ons krijgt4. 4 Ondersteuning bij

Volgens de inspectie voldeed De Zonnestralen tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Zonnestralen grotendeels niet aan deze

Volgens de inspectie voldoet De Goede Hoop grotendeels niet aan deze norm.. De zorgverleners geven aan dat geen van de cliënten specifieke behoeften en/of

In de gesprekken met de directeur en de zorgmanager, de wijkverpleegkundige en de zorgverleners komt naar voren dat Thuiszorg Rijnstad geen onvrijwillige of verplichte zorg

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Slippens grotendeels niet aan deze norm.. De inspectie ziet dat de zorgverleners nog onvoldoende methodisch werken in het

De wijkverpleegkundige vertelt de inspectie dat ze wel een arbeidscontract heeft met Zara Thuiszorg, maar niet contractueel met Thuisbasis Brabant