• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Uzo Zorg B.V. in Capelle aan den IJssel op 9 maart 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Uzo Zorg B.V. in Capelle aan den IJssel op 9 maart 2021"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het inspectiebezoek

aan Uzo Zorg B.V. in Capelle aan den IJssel op 9 maart 2021

Utrecht, mei 2021 V2019265

(2)

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd 3 1.2 Onderzoeksmethode 3

1.3 Aanleiding bezoek 3

1.4 Schets thuiszorgorganisatie 3 1.5 Zorg tijdens COVID-19 crisis 4

2 Conclusie 5

2.1 Wat gaat goed 5 2.2 Wat kan beter 5 2.3 Wat moet beter 5 2.4 Conclusie bezoek 5

3 Wat zijn de vervolgacties 6

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Uzo Zorg verwacht 6 3.2 Vervolgacties van de inspectie 6

4 Resultaten 7

4.1 Thema 1 – cliënt centraal 7 4.2 Thema 2 – integrale zorg 8 4.3 Thema 3 – veilige zorg thuis 10

4.4 Thema 4 – professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 12 4.5 Thema 5 – sturen op kwaliteit 12

Bijlage Geraadpleegde documenten 15

(3)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft op 9 maart 2021 een aangekondigd bezoek gebracht aan Uzo Zorg B.V. (hierna: Uzo Zorg) in Capelle aan den IJssel.

Het doel van het inspectiebezoek was om een oordeel te geven over de kwaliteit en veiligheid van de zorg die Uzo Zorg levert aan cliënten thuis.

In dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen en het oordeel. Indien nodig geeft de inspectie aan welke maatregelen van Uzo Zorg worden verwacht naar aanleiding van deze bevindingen.

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

De inspectie bewaakt en bevordert de kwaliteit en veiligheid van zorg. De inspectie ziet erop toe of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

De verwachtingen en behoeften van patiënten en cliënten zijn daarbij een belangrijk uitgangspunt. De inspectie gaat in het toezicht uit van vertrouwen in de intrinsieke motivatie van zorgaanbieders om de best mogelijke zorg te verlenen.

1.2 Onderzoeksmethode

Tijdens het inspectiebezoek gebruikte de inspectie een toezichtinstrument gebaseerd op het toetsingskader ‘Toezicht op de zorg thuis’1.

Het toetsingskader bevat de volgende thema’s:

1. cliënt centraal 2. integrale zorg 3. veilige zorg thuis

4. professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 5. sturen op kwaliteit.

Het inspectiebezoek was van tevoren aangekondigd en bestond uit de volgende onderdelen:

- presentatie door en gesprek met de bestuurders;

- gesprek met de wijkverpleegkundige;

- gesprek met een afvaardiging van het team;

- telefonische gesprekken met cliënten (en hun mantelzorgers) - inzage in de cliëntdossiers;

- terugkoppeling van de bevindingen door de inspectie en gesprek met de bestuurders, de teams en de cliëntenraad.

1.3 Aanleiding bezoek

Aanleiding voor het inspectiebezoek aan Uzo Zorg is dat de inspectie deze

organisatie niet eerder bezocht. De inspectie bezoekt Uzo Zorg om zich een beeld te vormen of de geboden zorg voldoet aan wet- en regelgeving.

1.4 Schets thuiszorgorganisatie

Uzo Zorg is een thuiszorgorganisatie die zorg biedt in Capelle aan den IJssel en de nabijgelegen gemeenten. Het gaat tijdens het bezoek om cliënten in Rotterdam, Krimpen aan den IJssel en Capelle aan den IJssel.

1 Het toetsingskader staat op www.igj.nl.

(4)

Uzo Zorg biedt aan 43 cliënten verpleging en verzorging, gefinancierd vanuit de Zorgverzekeringswet. Het gaat om ongecontracteerde zorg. Ook biedt Uzo Zorg aan één cliënt verpleging en verzorging vanuit de Wet Langdurige Zorg, via een

persoonsgebonden budget.

Uzo Zorg heeft drie zorgverleners in vaste dienst. Dit zijn een verpleegkundige niveau 4 (in opleiding tot verpleegkundige niveau 6), een verpleegkundige niveau 4 in opleiding en een verzorgende niveau 3 (in opleiding tot verpleegkundige niveau 4). Twee van de drie zorgverleners in vaste dienst vervullen de rol van

zorgcoördinator. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor de cliënt en hebben een aantal coördinerende taken binnen het team. Daarnaast werkt de organisatie met vaste zelfstandigen zonder personeel (zzp): variërend van het niveau helpende 2+

(vier zorgverleners), niveau 3 3IG (veertien zorgverleners), verpleegkundigen niveau 4 (in opleiding, zeven zorgverleners) tot één verpleegkundige niveau 6 in opleiding. Ook werkt Uzo Zorg op zzp basis nauw samen met een vaste

wijkverpleegkundige, die inmiddels al twee jaar betrokken is bij de organisatie.

De organisatie wordt aangestuurd door twee bestuurders. Beide bestuurders hebben een zorgachtergrond als verpleegkundige niveau 4. Zij worden ondersteund door één administratief medewerker. Daarnaast heeft Uzo Zorg een raad van

commissarissen die uit één lid bestaat.

1.5 Zorg tijdens COVID-19 crisis

Gesprekspartners vertellen dat Uzo Zorg in het begin van de COVID-19 crisis in eerste instantie geen cliënten met corona in zorg heeft genomen. De bestuurders geven aan dat zij eerst tijd nodig hadden om protocollen en beleid ten aanzien van COVID-19 vast te stellen en zorgverleners hierop in te werken en te scholen. Ze vertellen dat daarna zorgverleners instructies hebben gekregen hoe om te gaan met de risico’s rondom COVID-19 en hoe hier tijdens de zorgmomenten aandacht voor te hebben. Ook kregen zij instructie op het gebied van hygiënisch werken en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Daarna heeft Uzo Zorg aan enkele cliënten die positief getest waren, corona zorg geleverd. De bestuurders geven aan hierin altijd de lijn van het RIVM te hebben gevolgd.

Zorgverleners vertellen dat zij zich goed ondersteund voelen door het management.

Teamoverleggen hebben tijdelijk niet plaatsgevonden. Wel is er altijd veelvuldig telefonisch contact met elkaar en worden zorgverleners via het berichtenverkeer in het medewerkersportaal geïnformeerd over belangrijke zaken. Uzo Zorg

heeft niet te maken met een hoger ziekteverzuim door COVID-19.

De zorg voor cliënten is tijdens COVID-19 afgeschaald geweest, ook omdat cliënten aangaven minder zorg te willen ontvangen in verband met het beperken van de besmettingsrisico’s.

(5)

2 Conclusie

In dit hoofdstuk geeft de inspectie haar conclusie. Hierin staat hoe de inspectie de door Uzo Zorg geleverde thuiszorg beoordeelt. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

2.1 Wat gaat goed

Bij Uzo Zorg staan de wensen van de cliënt voorop. Betrokken zorgverleners kennen de cliënten en hebben aandacht voor eigen regie van cliënten. Daarnaast werken de zorgverleners in een klein en overzichtelijk team. De samenwerking binnen het team, met de wijkverpleegkundige en met andere behandeldisciplines verloopt over het algemeen goed. Uzo Zorg heeft aandacht voor het opleiden van medewerkers en ZZP’ers. Het betrokken bestuur biedt de organisatie ruimte voor het leren en

verbeteren van de zorg.

2.2 Wat kan beter

Ondanks dat het leren en verbeteren binnen Uzo Zorg een belangrijk thema is, verdient de MIC-procedure nog meer aandacht. Zowel op het gebied van de

bekendheid van de procedure bij zorgverleners als het inzetten van verbetering naar aanleiding van meldingen. Daarnaast verdient de belasting van mantelzorgers meer aandacht. Ook kan de organisatie meer ruimte bieden om te reflecteren.

2.3 Wat moet beter

Uzo Zorg moet de dossiervoering op verschillende onderwerpen verbeteren. Het elektronisch cliëntdossier is niet altijd volledig en actueel, waardoor relevante informatie niet overal beschreven is. Hiermee samenhangend moet het methodisch werken door zorgverleners verbeteren. Verder dienen de bestuurders de gemaakte afspraken rondom de medicatieveiligheid beter te borgen en hier afspraken over te maken met de apotheken.

2.4 Conclusie bezoek

De inspectie constateert dat de geboden zorg bij Uzo Zorg (grotendeels) voldoet aan de getoetste normen. Acht van de veertien getoetste normen voldoen geheel en vier van de veertien getoetste normen voldoen grotendeels. Uzo Zorg voldoet

grotendeels niet aan twee van de veertien getoetste normen. Uit het

inspectiebezoek blijkt dat Uzo Zorg in ontwikkeling is. De organisatie laat zien dat zij actief stuurt op de kwaliteit en veiligheid en het verder verbeteren van de zorg.

De bestuurder heeft de kwaliteit van de dagelijkste zorgverlening goed in beeld en werkt actief aan het verbeteren van de kwaliteit. Tijdens externe audits

geconstateerde verbeteringen worden snel opgepakt. De inspectie constateert hiermee dat Uzo Zorg aandacht heeft voor benodigde verbeteringen. Dit geeft de inspectie vertrouwen dat Uzo Zorg de zorg verder zal verbeteren.

(6)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van Uzo Zorg verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Uzo Zorg verwacht

Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen. De inspectie verwacht dat Uzo Zorg de ingezette lijn van verbeteren doorzet en verbetermaatregelen treft voor de normen die grotendeels voldoen. De inspectie verwacht dat Uzo Zorg binnen zes maanden voldoet aan de normen waar zij tijdens het inspectiebezoek grotendeels niet aan voldeden.

3.2 Vervolgacties van de inspectie

De inspectie vertrouwt erop dat de zorgaanbieder verbetermaatregelen neemt op de punten waar de geboden zorg niet aan de normen voldeed. De inspectie gaat er vanuit dat de informatie in hoofdstuk 4 hiervoor voldoende handvatten biedt. De inspectie sluit hierbij het inspectiebezoek af.

Dit betekent dat de inspectie Uzo Zorg voorlopig niet opnieuw bezoekt. Als de inspectie signalen krijgt dat de kwaliteit en de veiligheid van de zorg niet op orde is, kan zij opnieuw op bezoek komen.

(7)

4 Resultaten

Dit hoofdstuk beschrijft per thema de normen, het oordeel en de bevindingen.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De organisatie voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Lichtgroen: De organisatie voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De organisatie voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De organisatie voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten of een ernstige bevinding.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema 1 – cliënt centraal

De cliënt ervaart dat de zorg thuis aansluit bij zijn behoefte en bijdraagt aan de kwaliteit van leven.

Norm 1.1

De cliënt krijgt zorg die aansluit bij zijn actuele zorgbehoeften.

Volgens de inspectie voldoet Uzo Zorg aan deze norm.

De inspectie ziet en hoort dat de wijkverpleging de zorgbehoeften van cliënten goed in beeld heeft. De wijkverpleegkundige brengt de zorg voor nieuwe cliënten in kaart tijdens een huisbezoek. Daarna vindt ieder drie tot zes maanden door de

wijkverpleegkundige een evaluatie plaats. Zij spreekt de zorg op deze momenten met de cliënt door. Cliënten vertellen tevreden te zijn over de zorg die zij krijgen.

Zij zijn van mening dat de zorg aansluit bij hun zorgbehoeften.

Zorgverleners vertellen dat wanneer er zich wijzigingen voordoen in de zorg, zij de zorg hierop aanpassen. Zo vertelt een cliënt dat zij zich soms in de ochtend niet goed voelt en dan geen lichamelijke zorg kan ontvangen. De zorgverleners bieden dan aan, later op de dag nogmaals langs te komen om de zorg alsnog te verlenen.

De inspectie ziet in de cliëntdossiers dat de wijkverpleging in de dagelijkse zorg aandacht heeft voor gezondheidsrisico’s voor de cliënten. Zoals het risico op

decubitus, op verwaarlozing, onjuist medicatiegebruik en het risico om te vallen. Zo leest de inspectie dat zorgverleners bij een cliënt toezien op de inname van de medicatie. Het blijkt dat de cliënt dit af en toe toch zelfstandig uitvoert en dan fouten maakt. Na contact met de dochter is besloten om dit nog een aantal dagen goed te observeren en anders over te gaan op een medicatiekluis.

Norm 1.2

De cliënt krijgt zorg die bijdraagt aan kwaliteit van leven.

Volgens de inspectie voldoet Uzo Zorg aan deze norm.

(8)

De inspectie ziet en hoort dat zorgverleners rekening houden met wat belangrijk is voor de cliënt. Zo vertelt een zorgverlener dat het bij een cliënt van groot belang is hoe je de cliënt begeleidt en ondersteunt tijdens de dagelijks zorg. Door hier de tijd voor te nemen en dit in alle rust te doen is de cliënt minder angstig. Daarbij geeft ze aan dat het een bewuste keuze is om ook daarom met maximaal één

zorgverlener deze zorg te geven.

Ook hoort de inspectie van cliënten dat zorgverleners rekening houden met de tijd waarop zij graag zorg krijgen. Als dit door omstandigheden een keer anders loopt, informeren medewerkers van het kantoor de cliënten tijdig.

De inspectie hoort van meerdere gesprekspartners dat cliënten zorg krijgen van een vast en overzichtelijk team. Hierdoor kennen zorgverleners de cliënten goed. De cliënten die de inspectie spreekt, geven aan de kleinschaligheid van de organisatie erg te waarderen. Zij vertellen ook de bestuurders en de medewerkers op kantoor persoonlijk te kennen. Cliënten vertellen dat de bestuurders ook zelf bij hen zorg verlenen.

In alle gesprekken met de cliënten komt naar voren dat zij vinden dat zorgverleners hen met respect behandelen en met geduld de zorg verlenen.

De inspectie leest en hoort dat zorgverleners de zelfredzaamheid van cliënten stimuleren. Zij geven hierbij aan dat ze het belangrijk vinden dat cliënten zolang mogelijk zelfstandig blijven. Ze letten er goed op dat cliënten datgene blijven doen wat ze zelf kunnen. Ook streven de zorgverleners, indien mogelijk, naar het

afbouwen van de zorg en ondersteuning. Zo vertelt een cliënt dat zij hulp bij lichamelijke verzorging nodig had. Tijdens de zorgmomenten hebben zorgverleners de cliënt gestimuleerd om de lichamelijke verzorging stapsgewijs weer zelfstandig uit te voeren.

Norm 1.3

De cliënt krijgt de hulp en gelegenheid om zo veel mogelijk zelf de regie te voeren over de zorg thuis, de wijkverpleging sluit daarop aan.

De norm is niet getoetst.

4.2 Thema 2 – integrale zorg

De cliënt krijgt afgestemde zorg thuis.

Norm 2.1

De wijkverpleging werkt samen/stemt af met de informele zorgverleners van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Uzo Zorg grotendeels aan deze norm.

De inspectie spreekt tijdens het inspectiebezoek verschillende cliënten en hun zorgverleners. De inspectie hoort dat de zorgverleners bekend zijn met het sociale netwerk van de cliënten. Zij weten of mantelzorgers wel of niet betrokken zijn en stemmen de zorg waar nodig met hen af. Zo blijkt dat de wijkverpleging bij een cliënt de mantelzorg actief betrekt. Bijvoorbeeld bij het afstemmen over de beginnende verwardheid van de cliënt en het contact daarover met de huisarts.

(9)

Zorgverleners vertellen dat waar mogelijke overbelasting van mantelzorgers speelt, zij hier alert op zijn en indien mogelijk acties inzetten. Een zorgverlener geeft als

voorbeeld een cliënt waarbij de partner er alles aan doet om de cliënt thuis te laten wonen, ondanks de complexe zorgvraag. Ze vraagt daarom geregeld aan de partner hoe het met haar gaat. De cliëntdossiers die de inspectie inziet, bevatten echter geen informatie over hoe zorgverleners aandacht besteden aan de mogelijke overbelasting van mantelzorgers

.

Norm 2.2

De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging als team samenwerkt.

Volgens de inspectie voldoet Uzo Zorg grotendeels niet aan deze norm.

Uit gesprekken en dossierinzage blijkt dat samenhang in het elektronisch

cliëntdossier (ECD) vaak onduidelijk is. De wijkverpleegkundige stelt het zorgplan op. Zorgverleners nemen uit dit zorgplan handmatig gegevens over in het

dossieronderdeel ‘zorgvraag’ van cliënten, ziet de inspectie. De inspectie ziet dat relevante informatie uit het zorgplan over de gezondheidstoestand van de cliënt niet is overgenomen in dit onderdeel. Zo ziet de inspectie dat bij een cliënt die een hersenbloeding heeft doorgemaakt, deze informatie niet is opgenomen in het

zorgplan bij een doel over stimuleren van zelfredzaamheid. Ook ziet de inspectie dat in het onderdeel ‘zorgvraag’ niet alle doelen zoals deze door de wijkverpleegkundige gesteld zijn, zijn overgenomen.

Uit de gesprekken met zorgverleners komt naar voren dat zij goed op de hoogte zijn van de situatie van de cliënten en signalen via andere wegen dan het cliëntdossier met elkaar delen. De inspectie ziet alleen dat de informatie over de cliënten

versnipperd is vastgelegd of soms geheel niet is opgenomen in het cliëntdossier. In het cliëntdossier, waar zorgverleners dagelijks in werken, is de zorg daarmee niet goed navolgbaar. De inspectie ziet bijvoorbeeld dat zorgverleners over elk

zorgmoment rapporteren. Zij rapporteren echter grotendeels niet op de doelen uit de zorgplannen. Daarnaast ziet de inspectie dat er ook relevante informatie over de zorg aan cliënten gerapporteerd wordt in een apart digitaal blad, de zogenaamde

‘zorgteamberichten’ en het blad ‘notitie’. De reden voor deze informatie is echter niet altijd duidelijk. Zo leest de inspectie bij een cliënt die al enige tijd in zorg is voor onder andere het aanreiken van medicatie dat een dag voor het

inspectiebezoek in de zorgteamberichten is opgeschreven ‘mevrouw dagelijks medicatie aanreiken en toezien op inname’. Zorgverleners vertellen dat dit niet alle taken zijn die zij bij de cliënt uitvoeren en niet weten waarom deze informatie in de zorgteamberichten is genoteerd. De inspectie ziet dat zorgverleners de evaluaties niet altijd makkelijk terug vinden, doordat er niet gefilterd kan worden in de rapportage. Daarbij blijkt ook dat zorgverleners relevante informatie over

bijvoorbeeld omgang met de cliënt niet altijd vastleggen. Een zorgverlener vertelt uitgebreid hoe zij bij een complexe cliënt de zorg verleent. Het is hierbij belangrijk om alles heel rustig te doen en hem op een bepaalde manier te benaderen. Niet alle zorgverleners lukt dit, geeft zij aan. De informatie over de omgang met de cliënt blijkt bij navraag te ontbreken in het cliëntdossier.

(10)

De inspectie hoort in de gesprekken met zorgverleners en cliënten dat het team van de wijkverpleging goed met elkaar samenwerkt. De lijnen in de organisatie zijn kort.

Daarbij stemmen zij de zorg onderling goed op elkaar af. Het team heeft één keer in de maand teamoverleg. Hierbij zijn de bestuurders, de zorgcoördinatoren en de zorgverleners aanwezig. Voorheen waren dit zowel de zorgverleners in vaste dienst als de bij de organisatie betrokken zzp’ers. Door de coronapandemie is dit

veranderd naar alleen de zorgverleners in vaste dienst met de bestuurders. Zij bespreken dan de zorg voor de cliënten, maar ook beroepsinhoudelijke en

organisatorische zaken. De bestuurders informeren de overige de zorgverleners via de zorgteamberichten in het medewerkersportaal en door frequent telefonisch overleg. Verschillende zorgverleners geven aan dat zij tijdens het route lopen in de wijk dagelijks contact hebben met één van de bestuurders of met de

zorgcoördinator.

Norm 2.3

De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging samenwerkt met zorgverleners van andere zorgorganisaties.

Volgens de inspectie voldoet Uzo Zorg aan deze norm.

De inspectie ziet en hoort dat zorgverleners van Uzo Zorg goed samenwerkt met zorgverleners van andere zorgorganisaties. Zorgverleners weten welke

zorgverleners van andere zorgorganisaties bij de cliënten betrokken zijn. Dit schrijven zij ook op in het cliëntdossier, ziet de inspectie. Z

o leest de inspectie dat een zorgverlener noteert dat een diabetesverpleegkundige aangeeft dat de cliënt niet meer dagelijks geprikt hoeft te worden op bloedsuikerwaarden.

Ook hoort de inspectie dat zorgverleners contact hebben met andere zorgverleners, zoals de huisarts en de ergotherapeut. Verder werkt Uzo Zorg zo nodig samen met casemanagers dementie van andere zorgorganisaties, vertelt het bestuur.

4.3 Thema 3 – veilige zorg thuis

De cliënt krijgt deskundige en veilige zorg thuis.

Norm 3.1

De wijkverpleging signaleert tijdig risico’s in de woonomgeving van de cliënt. Zij bespreekt deze risico’s met de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Uzo Zorg aan deze norm.

De inspectie ziet en hoort dat de wijkverpleging aandacht heeft voor risico’s in de woonomgeving. Tijdens de indicatiestelling beoordeelt de wijkverpleegkundige of er sprake is van risico’s in het huis. De wijkverpleegkundige maakt dit bespreekbaar met de cliënt, zo hoort de inspectie. Ook geven andere zorgverleners aan hier alert op te zijn. Een zorgverlener vertelt dat bij verschillende cliënten handgrepen in de douche zijn geplaatst en/of een douchestoel is geregeld. Bij één van de cliënten is een valrisico geconstateerd. In overleg met de cliënt is dit valrisico geaccepteerd.

Dit staat ook beschreven in het cliëntdossier, ziet de inspectie.

Norm 3.2

De wijkverpleging is gekwalificeerd en vakbekwaam voor de verpleegkundige handelingen die ze uitvoert.

(11)

De inspectie hoort en leest dat zorgverleners die Uzo Zorg inzet, bevoegd en bekwaam zijn voor de verpleegtechnische handelingen die zij uitvoeren. Uzo zorg maakt gebruik van een “Paspoort bevoegd en bekwaam medewerkers niveau 3, 4, 5/6 Uzo Zorg”, waarin per zorgverlener wordt bijgehouden hoe vaak zorgverleners handelingen moeten uitvoeren om voldoende bekwaam te blijven, zo hoort en ziet de inspectie. Zorgverleners vertellen dat zij de verplichte e-learning modules volgen om de bevoegd- en bekwaamheden op peil te houden. Ook krijgen zorgverleners extra training in de praktijk van de wijkverpleegkundige als blijkt dat zij bepaalde handelingen niet (meer) beheersen. Zo vertellen twee zorgverleners over de opfriscursus ACT zwachtelen. Zzp’ers mogen deze ook volgen. Eén van de bestuurders vertelt dat zij cliënten doorverwijst naar andere zorgaanbieders als blijkt dat zorgverleners bepaalde verpleegtechnische handelingen niet beheersen.

De inspectie ziet in de cliëntdossiers dat actuele uitvoeringsverzoeken voor de voorbehouden handelingen aanwezig zijn. De inspectie ziet een uitvoeringsverzoek voor het toedienen van insuline.

Norm 3.3

De wijkverpleging houdt zich aan de veilige principes in de medicatieketen als zij de zorg voor medicatie (deels) overneemt.

Volgens de inspectie voldoet Uzo Zorg grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie ziet dat Uzo Zorg niet altijd actuele medicatieoverzichten beschikbaar heeft voor cliënten die zij helpt bij het toedienen van medicatie. Zo ziet de inspectie in cliëntdossier een niet actueel medicatieoverzicht. Het blijkt dat deze cliënt

wijzingen heeft gehad in de medicatie, een nieuw actueel medicatieoverzicht is echter niet toegevoegd aan het cliëntdossier. In een ander cliëntdossier ontbreekt het overzicht volledig. Bij navraag geeft een zorgverlener aan dat de afspraak binnen Uzo Zorg is, dat zorgverleners bij de start van de zorgverlening het actuele medicatieoverzicht van de cliënt opvraagt bij de apotheek. Daarna gaan

zorgverleners half jaarlijks na of de daarop vermelde medicatie nog overeen komt met de toedienlijst. Als dat niet zo is, vragen zorgverleners een nieuw actueel medicatieoverzicht aan. De inspectie ziet dat zorgverleners de afspraak om bij de start van de zorgverlening een actueel medicatieoverzicht op te vragen, niet structureel volgen.

Uzo Zorg heeft met apotheken geen vaste afspraken gemaakt over het verstrekken van een nieuw medicatieoverzicht indien de medicatie van een cliënt tussentijds wijzigt. De wijkverpleegkundige vertelt de inspectie niet op de hoogte te zijn van het beleid met betrekking tot de aanwezigheid van actuele medicatieoverzichten.

Indien zorgverleners van Uzo Zorg cliënten helpen met het aanreiken en/of

toedienen van medicatie, zijn er wel actuele toedienlijsten beschikbaar, zo hoort de inspectie van zorgverleners en cliënten. De inspectie hoort dat zorgverleners aftekenen op deze lijsten van de zorgverleners. Ook cliënten geven aan dat zorgverleners hen ondersteunen bij de medicatie en dat zij zien dat zorgverleners aftekenen op de toedienlijsten.

Norm 3.4

De wijkverpleging let erop dat er een veilige zorgrelatie is tussen de cliënt en zijn formele of informele zorgverleners.

Volgens de inspectie voldoet Uzo Zorg aan deze norm.

(12)

De inspectie hoort dat zorgverleners de Meldcode huiselijk geweld en de Leidraad Veilige zorgrelatie kennen en weten hoe ze moeten handelen als een dergelijke situatie zich voordoet. Zorgverleners kunnen de stappen en de volgorde hiervan vertellen die genomen dienen te worden.

Norm 3.5

De wijkverpleging voorkomt onvrijwillige/verplichte zorg zoveel mogelijk. Indien van toepassing, voert zij onvrijwillige/verplichte zorg zorgvuldig en veilig uit.

De norm is niet getoetst.

4.4 Thema 4 – professionele autonomie van de wijkverpleegkundige De wijkverpleegkundige handelt professioneel en autonoom.

Norm 4.1 2

De wijkverpleegkundige stelt zorgvuldig de (her-)indicatie.

Volgens de inspectie voldoet Uzo Zorg aan deze norm.

De inspectie hoort van gesprekspartners en ziet in de cliëntdossiers dat de

wijkverpleegkundige alle (her-)indicaties verzorgt. Gesprekspartners vertellen dat de wijkverpleegkundige de cliënten thuis bezoekt om de (her-)indicaties te kunnen stellen.

Dit heeft zij ook altijd tijdens de COVID-19 periode gedaan. Op basis van de (her-) indicatie stelt de wijkverpleegkundige een individueel zorgplan op voor de cliënt. De inspectie ziet in alle geraadpleegde dossiers de actuele zorgplannen. De

wijkverpleegkundige vertelt dat ze gemiddeld twee tot drie keer per week met alle cliënten in het dossier op afstand de rapportages meeleest. Ze is goed benaderbaar voor vragen en denkt vaak mee met de bestuurders bij een mogelijk veranderende zorgvraag van een cliënt, zo hoort de inspectie van gesprekspartners.

Norm 4.2

De wijkverpleegkundige functioneert als kwaliteitsbevorderaar.

Volgens de inspectie voldoet Uzo Zorg aan deze norm.

De inspectie hoort en ziet dat de wijkverpleegkundige naast het stellen van (her-) indicaties functioneert als kwaliteitsbevorderaar. Zo leest zij wekelijks meerdere keren alle rapportages van zorgverleners. Ook komt de wijkverpleegkundige de zorgverleners van Uzo Zorg geregeld bij cliënten tegen. Tijdens deze momenten houdt zij zicht op hoe de zorgverleners de zorg en ondersteuning aan de cliënten bieden. Regelmatig bespreekt de wijkverpleegkundige met de bestuurders en de zorgverleners zaken die zij hierbij heeft gesignaleerd, vertellen gesprekspartners.

Zo hoort de inspectie dat op basis van signalen van de wijkverpleegkundige over de kwaliteit van de rapportage in het cliëntdossier, Uzo Zorg op dit onderwerp

binnenkort een scholing zal geven aan de zorgverleners.

De wijkverpleegkundige begeleidt verder een van de zorgverleners die in opleiding is voor verpleegkundige niveau 6.

4.5 Thema 5 – sturen op kwaliteit

De organisatie stuurt op kwalitatief goede zorg.

(13)

Norm 5.1

De zorgaanbieder draagt zorg voor het systematisch bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg.

Volgens de inspectie voldoet Uzo Zorg grotendeels aan deze norm.

De inspectie hoort van de gesprekspartners dat Uzo Zorg een visie op zorg heeft waarin de cliënt centraal staat. Hierin staan de wensen en behoeften van

zorgbehoeftige mensen centraal door kwaliteitszorg op maat te bieden. De inspectie hoort van gesprekspartners dat Uzo Zorg regelmatig contact heeft met de cliënten, waarbij aan de hand van een vragenlijst de tevredenheid met de zorg wordt

geïnventariseerd.

De inspectie hoort en leest dat Uzo Zorg een kwaliteitsmanagementsysteem heeft en diverse kwaliteitsinformatie verzamelt en deze gebruikt voor verbeteringen in de zorg. Uzo Zorg heeft een verbeterregister, waarin punten staan opgenomen die verbetering behoeven. Daarnaast ziet de inspectie meerdere auditverslagen in, die opgesteld zijn door een externe auditor ten behoeve van het verkrijgen van een kwaliteitscertificaat. Hierin leest de inspectie dat alle geconstateerde

tekortkomingen tijdens de audit in juli 2020 in december 2020 zijn verholpen. Uzo Zorg voldoet hiermee aan de eisen voor het kwaliteitscertificaat. Ook beschikt Uzo Zorg over een procedure over het melden van incidenten cliënten (MIC). De inspectie ziet en hoort echter dat Uzo Zorg geen analyses naar basisoorzaken uitvoert op deze meldingen.

De bestuurders vertellen dat de wijkverpleegkundige en de zorgcoördinatoren ook een signalerende rol hebben in het systematisch bewaken van de kwaliteit en veiligheid van de zorg. Dit doen zij naar aanleiding van hun bevindingen tijdens het uitvoeren van herindicaties en/of het zelf verlenen van de zorg.

De bestuurders organiseren iedere maand voor alle zorgverleners een teamoverleg waarin de bestuurders en zorgverleners organisatorische zaken bespreken. Tijdens dit overleg hebben zorgverleners inspraak in de werkwijzen van Uzo Zorg, vertellen gesprekspartners. Ook staan de bevindingen van de zorgcoördinator op de agenda van het overleg. Zorgverleners bespreken af en toe ook samen met de

zorgcoördinator en de bestuurders de situaties van de cliënten, hoort de inspectie.

In de notulen is echter niet concreet beschreven welke zorginhoudelijke aspecten besproken zijn.

De inspectie hoort dat de bestuurders beperkt tegenspraak hebben georganiseerd.

Zo is er geen cliëntenraad. Wel leest de inspectie dat Uzo Zorg voornemens is een dergelijke raad te willen gaan installeren.

Norm 5.2

De zorgaanbieder draagt zorg voor borging van kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel en benodigdheden.

Volgens de inspectie voldoet Uzo Zorg grotendeels aan deze norm.

Alle gesprekspartners vertellen dat Uzo Zorg voldoende zorgverleners beschikbaar heeft om de zorg te kunnen bieden. De bestuurders geven aan inzicht te hebben in het ziekteverzuim. Ook zijn de bestuurders flexibel inzetbaar om bij uitval van zorgverleners de zorg te kunnen leveren. Wekelijk leveren de bestuurders zorg en ondersteuning bij cliënten

(14)

Ook borgt de organisatie dat structureel een wijkverpleegkundige beschikbaar is.

Uzo Zorg zet alleen zorgverleners in die voldoen aan het vereiste

deskundigheidsniveau en bevoegd en bekwaam zijn voor de handelingen die zij verrichten (zie norm 3.2). De bestuurder vertelt dat Uzo Zorg geen cliënten aanneemt die zij niet aankan, bijvoorbeeld als zij complexe zorg nodig hebben. Zij dragen deze cliënten dan meestal over naar een andere zorgorganisatie of schakelen een andere organisatie in.

Uzo Zorg heeft een scholingsplan en biedt haar zorgverleners scholing en klinische lessen aan. Zo vertellen zowel zzp’ers als een zorgverlener in dienst klinische lessen te volgen en opfriscursussen, zoals over ACT zwachtelen. Ook is er aandacht voor hygiëne en infectiepreventie en de zorgverlening van cliënten met (een verdenking van) een COVID-19 besmetting. De organisatie beschikt hiervoor over protocollen.

Ook schreven zij informatie met uitleg specifiek voor de cliënten in zorg wat er werd verwacht van de cliënt bij een besmetting of verdenking van.

Zorgverleners vertellen voldoende faciliteiten vanuit de organisatie ter beschikking te hebben om hun werk goed uit te kunnen voeren. De inspectie ziet en hoort tegelijkertijd dat het systeem voor de dossiervoering en werkafspraken over het gebruik hiervan de zorgverleners bij het methodisch werken onvoldoende

ondersteunen. Dit zorgt ervoor dat zij informatie versnipperd vastleggen, waardoor relevante informatie niet op een makkelijke en snelle manier terug te vinden is en de navolgbaarheid niet altijd is geborgd.

Norm 5.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet Uzo Zorg grotendeels aan deze norm.

De inspectie hoort en ziet tijdens dit inspectiebezoek dat Uzo Zorg aandacht heeft voor de cultuur gericht op verbeteringen van de kwaliteit binnen Uzo Zorg. Zo is er een verbeterregister waarin punten staan opgenomen die verbetering behoeven.

Iedereen kan hiervoor punten aanleveren. Daarbij zijn de bestuurders zelf aanwezig bij de teamoverleggen en betrekken zij zorgverleners bij het werken aan kwaliteit van zorg in de organisatie. Kwaliteit van zorg is een gespreksonderwerp tijdens het teamoverleg, hoort de inspectie van gesprekspartners. In de notulen leest de inspectie verschillende keren dat er aandacht is voor de kwaliteit van de zorgplannen en het goed en zorgvuldig rapporteren. Aan het reflecteren op het eigen functioneren besteedt Uzo Zorg nog geen aandacht, hoort de inspectie.

Zorgverleners vertellen dat ze weten wanneer ze incidenten dienen te melden. Ze zien in dat dit een belangrijke voorwaarde is om de kwaliteit van zorg voortdurend te kunnen verbeteren. De inspectie hoort echter dat niet alle incidenten worden

gemeld. Een zorgverlener vertelt dat het niet aftekenen van medicatie nu niet als MIC gemeld wordt.

Ook leest de inspectie dat er in de teamoverleggen geen specifieke aandacht is voor het onderwerp incidenten melden.

(15)

Bijlage Geraadpleegde documenten

• Missie en visie Uzo Zorg;

• Overzicht cliënten in zorg;

• Overzicht zorgverleners in dienst of verbonden als ZZP’er;

• Opleidingsplan 2020;

• Verbeterregister Uzo Zorg;

• Bevoegd- en bekwaamhedenpaspoort

• Notulen teamoverleggen;

• Actielijst 2021;

• Auditverslag Uzo Zorg, 16 september 2020;

• Auditverslag Uzo Zorg, 1 december 2020;

• Rapport interne audit, Digi Health;

• Protocol isolatie van een cliënt met coronavirus in de thuiszorg;

• Beleid van Uzo Zorg bij een (mogelijke) Corona besmetting voor zorgverleners en cliënten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens de inspectie voldoet Sigma Zorg grotendeels niet aan deze norm.. De inspectie ziet in cliëntendossiers dat de zorgverleners niet altijd methodisch

Op basis van bovenstaande bevindingen concludeert de inspectie dat de organisatie de genoemde randvoorwaarden voor veilige en goede zorg onvoldoende heeft beschreven.. Te

De inspectie toetst Neuman Zorg en Comfort op 15 randvoorwaarden voor veilige en goede zorg.. Om tot een onderbouwd oordeel te komen, gebruikt de inspectie tijdens het bezoek

De inspectie wijst Saffier Zorg erop dat wanneer de ZZP’er wel wordt ingezet, er een schriftelijke overeenkomst aanwezig dient te zijn waarin afspraken over de te leveren

Veel cliënten maken gebruik van het meubilair dat Bosch en Duin aanbiedt, maar de inspectie ziet ook een kamer waar de cliënt bijvoorbeeld naar eigen keus gordijnen heeft

Verder hebben zorgverleners kennis nodig over de Wet zorg en dwang ondanks dat Alles in Zorg geen onvrijwillige zorg toepast.. De inspectie concludeert dat zij nog niet voldoende

De inspectie ziet tijdens het bezoek aan de cliënten thuis, dat de zorgverleners van Papa Zorg niet volgens de veilige principes in de medicatieketen werken.. Bij een van de

De wijkverpleging let erop dat er een veilige zorgrelatie is tussen de cliënt en zijn formele of informele zorgverleners. Volgens de inspectie voldoet Evita Zorg aan deze norm.