• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Zara Thuiszorg in Eindhoven op 22 september 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Zara Thuiszorg in Eindhoven op 22 september 2021"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het inspectiebezoek aan Zara Thuiszorg

in Eindhoven op 22 september 2021

Utrecht, december 2021 V2035547

(2)
(3)

Inhoud

1 Inleiding 4

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd 4 1.2 Onderzoeksmethode 4

1.3 Aanleiding bezoek 4

1.4 Schets thuiszorgorganisatie 5 2 Conclusie en vervolgacties 7 2.1 Wat gaat goed 7

2.2 Wat kan beter 7 2.3 Wat moet beter 7 2.4 Conclusie bezoek 7

3 Wat zijn de vervolgacties 8

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Zara Thuiszorg verwacht 8 3.2 Vervolgacties van de inspectie 8

4 Resultaten 9

4.1 Thema 1 – cliënt centraal 9 4.2 Thema 2 – integrale zorg 11 4.3 Thema 3 – veilige zorg thuis 13

4.4 Thema 4 – professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 15 4.5 Thema 5 – sturen op kwaliteit 16

Bijlage Geraadpleegde documenten 20

(4)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bracht op 22 september 2021 een aangekondigd bezoek aan Zara Thuiszorg te Eindhoven.

Het doel van het inspectiebezoek was om een oordeel te geven over de kwaliteit en veiligheid van de zorg die Zara Thuiszorg levert aan cliënten thuis.

In dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen en het oordeel. Indien nodig geeft de inspectie aan welke maatregelen van Zara Thuiszorg worden verwacht naar aanleiding van deze bevindingen.

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

De inspectie bewaakt en bevordert de kwaliteit en veiligheid van zorg. De

inspectie ziet erop toe of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. De verwachtingen en behoeften van patiënten en cliënten zijn daarbij een belangrijk uitgangspunt. De inspectie gaat in het toezicht uit van vertrouwen in de intrinsieke motivatie van zorgaanbieders om de best mogelijke zorg te verlenen.

1.2 Onderzoeksmethode

Tijdens het inspectiebezoek gebruikte de inspectie een toezichtinstrument gebaseerd op het toetsingskader ‘Toezicht op de zorg thuis’1.

Het toetsingskader bevat de volgende thema’s:

1. cliënt centraal 2. integrale zorg 3. veilige zorg thuis

4. professionele autonomie van de wijkverpleegkundige 5. sturen op kwaliteit.

Het inspectiebezoek was van tevoren aangekondigd en bestond uit de volgende onderdelen:

- gesprek met één van de twee vennoten en tevens verpleegkundige;

- gesprek met de medewerker zorgadministratie en planner van de zorg;

- gesprek met een zorgverlener;

- telefonisch gesprek met de wijkverpleegkundige;

- telefonische gesprekken met twee cliënten;

- inzage in de zorgdossiers;

- terugkoppeling van de bevindingen door de inspectie en gesprek met één van de twee vennoten.

1.3 Aanleiding bezoek

Aanleiding voor het inspectiebezoek aan Zara Thuiszorg is dat de inspectie deze organisatie niet eerder bezocht. De inspectie bezoekt Zara Thuiszorg om zich een beeld te vormen of de geboden zorg voldoet aan wet- en regelgeving.

(5)

1.4 Schets thuiszorgorganisatie

Zara Thuiszorg is opgericht op 30 november 2018 en staat in de Kamer van Koophandel (KvK) geregistreerd onder nummer 73236330. Zara Thuiszorg is een vennootschap onder firma (vof) met twee vennoten. De inspectie spreekt tijdens het bezoek met één van de vennoten.

De zorgorganisatie biedt ten tijde van het inspectiebezoek persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding en huishoudelijke hulp.

Het kantoor van Zara Thuiszorg is recent verhuist van Helmond naar Eindhoven. Ten tijde van het inspectiebezoek is Zara Thuiszorg actief in Eindhoven, maar levert ook zorg in de plaatsen Valkenswaard en Leende.

Zara Thuiszorg heeft een Wtzi-toelating voor persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding. De organisatie is niet geregistreerd als locatie in het openbaar

locatieregister Wet en dwang (Wzd)/Wet verplichte ggz (Wvggz).

Thuisbasis Brabant

Zara Thuiszorg is in 2020 lid geworden van de coöperatie Thuisbasis Brabant.

Hiervoor heeft Zara Thuiszorg een samenwerkingsovereenkomst inclusief een deelovereenkomst afgesloten met Thuisbasis Brabant. Hierin staat dat Zara Thuiszorg als onderaannemer volledig verantwoordelijk en aansprakelijk is voor de kwaliteit van de verleende zorg. De onderaannemer verklaart, zo staat in de overeenkomst, door ondertekening van de deelovereenkomst te voldoen aan alle kwaliteitsnormen gebaseerd op de Wkkgz en de veldnormen welke onder meer als toetsingskader gelden voor de handhaving door de inspectie. De inspectie ziet de getekende samenwerkingsovereenkomst inclusief deelovereenkomst.

Thuisbasis Brabant is een coöperatie die zowel hoofdaannemers als

onderaannemers ondersteunt. Via Thuisbasis Brabant factureert Zara Thuiszorg de zorg aan cliënten. Daarnaast beschikt Thuisbasis Brabant over diverse beleidsdocumenten en protocollen die de aangesloten organisaties dienen te gebruiken. Ook biedt Thuisbasis Brabant verplichte scholingen en interne audits aan.

De inspectie ziet dat cliënten zowel een zorgovereenkomst met Thuisbasis Brabant als Zara Thuiszorg hebben. De inspectie ziet de getekende overeenkomsten in het papieren zorgdossier van de cliënt.

Intern toezicht

Zara Thuiszorg heeft formeel geen interne raad van toezicht. De vennoot met wie de inspectie tijdens het bezoek spreekt, geeft aan dat de raad van toezicht van Thuisbasis Brabant deze rol vervult.

Cliënten

Zara Thuiszorg biedt tijdens het inspectiebezoek zorg aan 29 cliënten. Hiervan ontvangen 7 cliënten zorg op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz) en 22 cliënten op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw). De cliënten met een Wlz- indicatie hebben een indicatie variërend tussen VV 4 en VV 5.

De vennoot vertelt dat Zara Thuiszorg gebruik maakt van de contracten die Thuisbasis Brabant heeft afgesloten met de zorgverzekeraars en zorgkantoren.

De facturatie verloopt via Thuisbasis Brabant. Zara Thuiszorg heeft op haar bedrijfsnaam zelf één contract met een zorgverzekeraar. De vennoot vertelt hier geen gebruik van te maken.

(6)

Zorgverleners

De zorg wordt verleend door vier zorgverleners, waarvan één verpleegkundige niveau 4, twee verzorgenden IG niveau 3 en één helpende plus. De vennoten verlenen zelf zorg en zijn de verpleegkundige niveau 4 en één van de verzorgende IG niveau 3. De inspectie spreekt met de vennoot die verpleegkundige niveau 4 is.

Daarnaast heeft de organisatie een medewerker in dienst voor de planning en zorgadministratie. Alle medewerkers werken fulltime voor de organisatie.

Zara Thuiszorg schakelt een wijkverpleegkundige in op zzp-basis voor het stellen van (her)indicaties.

Ontwikkelingen organisatie

De organisatie is een maand geleden verhuisd vanuit Helmond. Zara Thuiszorg is voornemens om alleen de stad Eindhoven als werkgebied aan te houden. Dit

betekent dat zij cliënten buiten dit werkgebied in de toekomst over gaat dragen aan een andere zorgaanbieder.

Verder wil de organisatie in de nabije toekomst een Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ) certificaat halen.

COVID-19

De organisatie heeft te maken gehad met één COVID-19 besmetting van een cliënt.

Hierop heeft de organisatie haar planning aangepast zodat de continuïteit van zorg niet in gevaar kwam. Ten tijde van het bezoek heeft de organisatie niet te maken met COVID-19 besmettingen. De vennoot geeft aan dat de vaccinatiegraad hoog is onder cliënten en zorgverleners. De inspectie ziet dat de organisatie een beperkte voorraad van persoonlijke beschermingsmiddelen heeft. De vennoot geeft aan dat dit met de verhuizing te maken heeft.

(7)

2 Conclusie en vervolgacties

2.1 Wat gaat goed

De cliënten van Zara Thuiszorg kunnen erop rekenen dat de wijkverpleegkundige hun zorgvraag vertaald naar een indicatie en vervolgens naar een zorgplan. Cliënten kunnen erop rekenen dat Zara Thuiszorg zorg levert dat aansluit bij hun wensen en behoeften.

2.2 Wat kan beter

Cliënten van Zara Thuiszorg kunnen er niet vanzelfsprekend van uitgaan dat de informatie ook aantoonbaar vastligt in het zorgdossier. Zo kunnen de

zorgverleners de wensen, behoeften van cliënten nog beter beschrijven in het zorgdossier. Dit geldt ook voor de evaluaties van de zorgverlening met de cliënt, de risico’s in de woonomgeving en het multidisciplinair werken.

Zara Thuiszorg kan eveneens de aantoonbaarheid van de bevoegd- en bekwaamheden van haar zorgpersoneel verbeteren.

2.3 Wat moet beter

Cliënten moeten erop kunnen rekenen dat Zara Thuiszorg aandacht besteed aan mogelijke overbelasting van de informele zorgverleners. Zorgverleners van Zara Thuiszorg moeten het methodisch werken beter vastleggen in het zorgdossier. Ook moeten zij de onderlinge afstemming beter aantoonbaar maken.

Cliënten moeten erop kunnen rekenen dat zorgverleners van Zara Thuiszorg werken conform de veilige principes in de medicatieketen.

Zorgverleners moeten bekend zijn met de inhoud van de leidraad veilige zorgrelatie en de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Beleid op gebied van onvrijwillige zorg ontbreekt. De thuiszorgorganisatie moet haar zorgverleners beter ondersteunen in het blijvend leren en verbeteren van de zorg. De

wijkverpleegkundige moet hierin als kwaliteitsbevorderaar fungeren.

Zara Thuiszorg moet beter sturen op de kwaliteit en veiligheid van de zorgverlening.

Zorgverleners moeten (bijna)incidenten en calamiteiten melden. Zara Thuiszorg moet in haar kwaliteitssysteem beter aantonen hoe zij de in gang gezette acties monitort. Ook moeten de protocollen en beleidsdocumenten toegeschreven zijn naar de eigen thuiszorgorganisatie.

Tenslotte moet Zara Thuiszorg ervoor zorgen dat de continuïteit van zorg niet in gevaar komt door de personeelsbezetting.

2.4 Conclusie bezoek

Zara Thuiszorg voldoet (grotendeels) niet aan negen van de zestien getoetste normen. Bij Zara Thuiszorg staat de cliënt centraal. Zara Thuiszorg moet nog een verbeterslag maken als het gaat om aantoonbaar vastleggen van

cliënteninformatie in het zorgdossier. Zara Thuiszorg monitort en stuurt onvoldoende op de kwaliteit en veiligheid van de zorg waaronder de

medicatieveiligheid. De inspectie vraagt aandacht voor de huidige personele bezetting in relatie tot de noodzakelijke verbetermaatregelen die nodig zijn om aan alle normen te voldoen.

(8)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van Zara Thuiszorg verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Zara Thuiszorg verwacht

Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.

De inspectie verwacht dat Zara Thuiszorg, zes maanden na versturen van het definitieve rapport, voldoet aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen. De inspectie gaat ervan uit dat de informatie in hoofdstuk 4 hiervoor voldoende handvatten biedt.

3.2 Vervolgacties van de inspectie

De inspectie heeft met dit inspectiebezoek een beeld gekregen van de kwaliteit en veiligheid van de door Zara Thuiszorg geboden thuiszorg.

Op basis van de bevindingen en bovenstaande conclusie zal de inspectie opnieuw een bezoek brengen aan Zara Thuiszorg. Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader. Het kan zijn dat de inspectie tijdens een volgend bezoek andere normen toetst.

(9)

4 Resultaten

Dit hoofdstuk beschrijft per thema de normen, het oordeel en de bevindingen.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De organisatie voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Lichtgroen: De organisatie voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De organisatie voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De organisatie voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten of een

ernstige bevinding.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema 1 – cliënt centraal

De cliënt ervaart dat de zorg thuis aansluit bij zijn behoefte en bijdraagt aan de kwaliteit van leven.

Norm 1.1

De cliënt krijgt zorg die aansluit bij zijn actuele zorgbehoeften.

Volgens de inspectie voldoet Zara Thuiszorg grotendeels aan deze norm.

De inspectie hoort in de gesprekken dat de wijkverpleegkundige bij opname de zorgbehoeften in beeld brengt. De inspectie ziet dit ook terug in het

intakeformulier. Zo leest de inspectie dat een cliënt wegens cognitieve beperkingen twee keer per dag ondersteuning nodig heeft met de algemene dagelijks levensverrichtingen (adl) en bij het aanreiken van de medicatie.

De inspectie hoort in de gesprekken dat de wijkverpleging de risico’s van cliënten tijdig signaleert. De wijkverpleegkundige vertelt bij opname in gesprek te gaan met de cliënt over mogelijke risico’s. Dit ziet de inspectie ook terug in de gespreksverslagen. De wijkverpleegkundige vertaalt deze risico’s vervolgens naar een doel en een actie. Zo leest de inspectie dat bij een cliënt een risico op zelfverwaarlozing is en dat de cliënt een laag gewicht heeft. De acties in het zorgplan zijn het begeleiden bij de adl en het wekelijks meten van het gewicht van de cliënt. De metingen treft de inspectie aan. Een cliënt vertelt de inspectie dat ze wegens evenwichtsproblemen niet meer alleen onder de douche durft te staan. De wijkverpleging komt haar twee keer in de week douchen.

De inspectie ziet echter in meerdere zorgdossiers niet dat zorgverleners de zorg tussentijds aanpassen aan de veranderende zorgbehoeften. Zo vertelt de vennoot dat de zorgverlening van een cliënt recent is afgebouwd van twee keer naar één keer daags omdat de zorgvraag is gewijzigd. De inspectie ziet dat het zorgplan hierop nog niet is aangepast. In de planning ziet de inspectie wel dat het zorgmoment is teruggebracht naar één keer per dag.

(10)

Een zorgverlener vertelt dat hij bij een veranderende zorgbehoefte of mogelijke gesignaleerde risico’s de vennoot inschakelt. De vennoot vertelt dat zij op haar beurt de wijkverpleegkundig inschakelt als het zorgplan tussentijds of na evaluatie aangepast moet worden. Wegens drukte in de werkzaamheden en de verhuizing is dit niet gebeurd, aldus de vennoot.

Norm 1.2

De cliënt krijgt zorg die bijdraagt aan kwaliteit van leven.

Volgens de inspectie voldoet Zara Thuiszorg grotendeels aan deze norm.

De inspectie hoort in de gesprekken en ziet tijdens dossierinzage dat de wijkverpleging rekening houdt met wat voor cliënten belangrijk is in het

dagelijks leven. Daarbij hebben zij aandacht voor het psychosociaal welbevinden en welzijn. Zo hoort de inspectie van een cliënt dat hij regelmatig naar een buurthuis gaat om koffie te drinken. De cliënt geeft aan dat Zara Thuiszorg daar rekening mee houdt tijdens het plannen van de zorgverlening.

De wijkverpleging stimuleert cliënten tevens om zo lang mogelijk zelfredzaam te zijn. Zo leest de inspectie in een zorgdossier dat de zorgverleners een cliënt moeten instrueren en stimuleren om zelf het gezicht te wassen.

In een ander zorgdossier leest de inspectie dat zorgverleners de cliënt stimuleren om zichzelf te verzorgen waar hij het nog kan. Het doel is om bij deze cliënt de zorg af te bouwen. De inspectie leest echter niet terug wat de cliënt nog precies zelf kan en waarin hij ondersteuning nodig heeft.

Zara Thuiszorg beschikt over een klein team. De inspectie hoort van cliënten dat zij zorg ontvangen van een vast en overzichtelijk team. Zij zeggen tevreden te zijn over de zorg van Zara Thuiszorg. Tevens hoort de inspectie van cliënten dat Zara Thuiszorg goed bereikbaar is voor hen. Ook houdt de zorgorganisatie rekening met wat voor hen belangrijk is. De vennoot geeft aan dat de tijdstippen van zorgverlening bij alle cliënten bespreekbaar zijn. De inspectie ziet echter deze voorkeurswensen van cliënten niet terug in de zorgdossiers. De planner vertelt dat hij de routes zo efficiënt mogelijk inroostert. Het is daardoor niet altijd haalbaar is om de gewenste voorkeurstijden aan te houden.

Norm 1.3

De cliënt krijgt de hulp en gelegenheid om zo veel mogelijk zelf de regie te voeren over de zorg thuis, de wijkverpleging sluit daarop aan.

Volgens de inspectie voldoet Zara Thuiszorg grotendeels aan deze norm.

De inspectie hoort van alle gesprekspartners dat cliënten hulp en gelegenheid krijgen om zelf de regie te voeren over hun zorg. Zo hoort de inspectie van de vennoot dat een cliënt ondersteuning krijgt bij de persoonlijke verzorging, maar dat de wijkverpleging geen rol heeft in de medicatie verstrekking van de cliënt.

Dit voert de cliënt op eigen verzoek nog zelfstandig samen met haar partner uit.

In een ander zorgdossier leest de inspectie dat een cliënt wegens beginnende geheugenproblemen wel eens de medicatie vergeet. Als doelstelling ziet de inspectie staan dat de cliënt, met inzet van hulpmiddelen, de medicatie toch zelfstandig kan blijven innemen.

(11)

De inspectie ziet dat de wijkverpleegkundige de wensen en voorkeuren met betrekking tot eigen regie vastlegt in de zorgdossiers. Zo vertelt de vennoot dat een cliënt maar één keer per dag zorg wil ontvangen, terwijl het beter zou zijn als dit vaker gebeurt. De inspectie leest in het zorgdossier dat de

wijkverpleegkundige dit tijdens het intakegesprek heeft besproken met een zorgtrajectbegeleider. Ten tijde van het inspectiebezoek voert de wijkverpleging eenmaal per dag de zorg uit.

De wijkverpleegkundige stelt het zorgplan, op basis van het gesprek met de cliënt(vertegenwoordiger), op. Voordat het zorgplan definitief wordt, krijgt de cliënt(vertegenwoordiger) de gelegenheid om het zorgplan te lezen en eventuele wijzigingen door te geven. Vervolgens ondertekent de cliënt(vertegenwoordiger) het zorgplan. De inspectie ziet ondertekende zorgplannen in de zorgdossiers. De inspectie ziet echter dat enkele zorgplannen verouderd zijn en treft geen

evaluaties met cliënt(vertegenwoordiger) aan in het zorgdossier (zie toelichting normen 1.1 en 2.2).

De inspectie hoort dat de cliënten thuis beschikken over een papieren zorgmap.

Hierin zijn enkele documenten opgenomen. Zo ziet de inspectie in deze map een uitdraai van het zorgplan, een overdrachtsformulier vanuit het ziekenhuis en de getekende contracten met Thuiszorg Brabant en Zara Thuiszorg.

Het elektronisch cliëntendossier (ECD) biedt de mogelijkheid voor de

cliënt(vertegenwoordigers) om de rapportage digitaal in te zien. De vennoot vertelt dat cliënt(vertegenwoordigers) hier nog geen actief gebruik van maken.

4.2 Thema 2 – integrale zorg

De cliënt krijgt afgestemde zorg thuis.

Norm 2.1

De wijkverpleging werkt samen/stemt af met de informele zorgverleners van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Zara Thuiszorg grotendeels niet aan deze norm.

De vennoot vertelt dat de huisarts van een cliënt een zorgtrajectbegeleider heeft ingeschakeld omdat diens mantelzorger overbelast is. Dit leest de inspectie niet terug in het zorgdossier. Ook leest de inspectie in de zorgdossiers niet over signalen van overbelasting die de zorgverleners bij deze en andere

mantelzorgers signaleren. Eveneens hoort en leest de inspectie niet welke acties Zara Thuiszorg inzet om overbelasting van mantelzorgers te verminderen.

Verder hoort de inspectie dat bij een cliënt de partner een rol heeft in de

zorgverlening. De partner voert de dubbele controle van risicovolle medicatie uit tijdens de zorgverlening. De inspectie hoort echter ook dat de partner van deze cliënt beginnend dementerend is. De inspectie hoort en leest in het zorgdossier niet of de partner voldoende bekwaam is om deze dubbele controle uit te voeren en hoe zorgverleners dit in de gaten houden tijdens de zorgverlening. De rol die de partner heeft bij het uitvoeren van de dubbele controle leest de inspectie eveneens niet in het zorgdossier.

Zorgverleners vertellen dat zij weten wie de informele zorgverleners zijn. De inspectie ziet in de zorgdossiers beschreven staan wie de contactpersoon is van de cliënt.

(12)

Norm 2.2

De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging als team samenwerkt.

Volgens de inspectie voldoet Zara Thuiszorg grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie hoort van de zorgverleners dat de afspraak is dat zij na ieder zorgmoment rapporteren. De inspectie ziet dit terug in de zorgdossiers. Het is de afspraak om dit via de SOEP-methodiek te doen. De inspectie ziet in de

zorgdossiers dat zorgverleners deze methodiek maar een enkele keer toepassen.

Tijdens de zorgverlening monitort met name de vennoot de zorg, doordat zij zelf ook de zorg verleent aan cliënten. De inspectie ziet dat de monitoring van zorg niet methodisch is vastgelegd in de zorgdossiers. Zo ziet de inspectie dat de zorgverleners nog niet op doelen rapporteren. De vennoot geeft aan dat zij dit in de nabije toekomst wil implementeren. De vennoot geeft verder aan dat zij en de wijkverpleegkundige de zorg evalueren als de Wlz en Zvw indicatie afloopt.

De inspectie treft echter geen evaluaties van zorg met de

cliënt(vertegenwoordiger) aan in de zorgdossiers. Ook ziet de inspectie dat enkele zorgplannen verouderd zijn. Zo treft de inspectie een zorgplan aan met als einddatum 25 augustus 2021.

De inspectie hoort van de gesprekspartners dat de zorgverleners de zorg

dagelijks telefonisch met elkaar afstemmen. Daarnaast overleggen zij regelmatig met elkaar via een niet-beveiligde applicatie. De vennoot geeft aan dat de zorgverleners hierin geen cliëntgegevens noteren. Aangezien het team klein is spreken de zorgverleners elkaar bijna dagelijks na de zorgverlening op het kantoor van Zara Thuiszorg. De gesprekspartners geven aan dat er in ieder geval wekelijks een teamoverleg is. De inspectie ziet en hoort dat Zara Thuiszorg hiervan geen notulen maakt.

Norm 2.3

De cliënt ontvangt integrale zorg doordat de wijkverpleging samenwerkt met zorgverleners van andere zorgorganisaties.

Volgens de inspectie voldoet Zara Thuiszorg grotendeels aan deze norm.

De inspectie hoort van gesprekspartners dat diverse zorgverleners vanuit andere organisaties bij cliënten betrokken zijn. Zo hoort de inspectie dat bij een cliënt een zorgtrajectbegeleider en de praktijkondersteuner van de huisarts (POH) betrokken zijn. De vennoot toont aan dat zij met deze zorgverleners

communiceert via een beveiligde applicatie. De vennoot geeft aan dat zij dit met alle externe zorgverleners doet. Zo geeft zij aan dat in totaal zes

trajectbegeleiders bij verschillende cliënten betrokken zijn.

De wijkverpleegkundige vertelt dat zij de vennoot attendeert op het inschakelen van externe zorgverleners, waaronder een ergotherapeut bij een cliënt met steunkousen. Ook vertelt een zorgverlener dat er een ergotherapeut betrokken is bij een cliënt vanwege aangepast schoeisel.

De inspectie ziet een aantal namen van betrokken zorgverleners terug in het gespreksverslag van de wijkverpleegkundige. De inspectie ziet niet alle gegevens van de externe zorgverleners op een centrale plek terug in het cliëntdossier.

(13)

De wijkverpleegkundige vertelt de inspectie dat ze wel een arbeidscontract heeft met Zara Thuiszorg, maar niet contractueel met Thuisbasis Brabant is

verbonden. Desondanks sluit ze wel aan bij het maandelijks overleg met alle wijkverpleegkundigen van Thuisbasis Brabant. Ook neemt ze deel aan een vierjaarlijks moreel beraad vanuit de coöperatie.

De vennoot vertelt dat huisartsen en trajectbegeleiders multidisciplinaire overleggen (MDO’s) organiseren. De vennoot neemt hieraan deel.

Tijdens deze overleggen bespreekt zij het verloop van de zorg van die cliënten waarbij een zorgtrajectbegeleider is betrokken. De inspectie treft geen

verslaglegging hiervan aan in de zorgdossiers.

De vennoot vertelt dat zij bij advies over coronamaatregelen de expertise van Thuisbasis Brabant inschakelt. Of Thuisbasis Brabant de mogelijkheid heeft om externe expertise in te schakelen, zoals een deskundige hygiëne en

infectiepreventie, is niet bekend bij de vennoot.

4.3 Thema 3 – veilige zorg thuis

De cliënt krijgt deskundige en veilige zorg thuis.

Norm 3.1

De wijkverpleging signaleert tijdig risico’s in de woonomgeving van de cliënt. Zij bespreekt deze risico’s met de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Zara Thuiszorg grotendeels aan deze norm.

In verschillende gesprekken komt naar voren dat Zara Thuiszorg bij de intake en tijdens de zorgverlening aandacht heeft voor mogelijke risico’s in de

woonomgeving. Zo hoort de inspectie over een cliënt die cognitief achteruit gaat.

De familie regelt dat de cliënt voortaan kant en klare maaltijden krijgt nadat gebleken was dat de cliënt herhaaldelijk het eten liet aanbranden. Ook is het gas afgesloten en zijn er brandmelders opgehangen.

In een ander voorbeeld hoort de inspectie van een zorgverlener dat de thuissituatie voor een cliënt niet meer veilig is, mede door haar cognitieve achtergang. Zo was de cliënt laatst vergeten de frituurpan uit te zetten. De inspectie hoort dat deze cliënt op korte termijn naar het verpleeghuis gaat. De inspectie treft echter in het zorgdossier geen informatie aan over de afweging op basis waarvan de cliënt naar het verpleeghuis gaat. De inspectie treft eveneens geen informatie over de onveilige situatie thuis aan in de zorgdossiers van deze twee cliënten.

Norm 3.2

De wijkverpleging is gekwalificeerd en vakbekwaam voor de verpleegkundige handelingen die ze uitvoert.

Volgens de inspectie voldoet Zara Thuiszorg grotendeels aan deze norm.

De inspectie ziet dat Zara Thuiszorg beschikt over kopieën van diverse certificaten van de zorgverleners voor de voorbehouden handelingen.

De vennoot geeft aan dat zij weet welke handelingen op dit moment van toepassing zijn bij de cliënten en dat de zorgverleners bevoegd- en bekwaam zijn voor de uitvoering daarvan. Zo heeft zij ook nog recente scholingen gegeven aan de zorgverleners over insuline spuiten. Dat is een actuele zorgbehoefte van een cliënt, aldus vennoot. De inspectie ziet dat terug in het zorgdossier.

(14)

Daarnaast ziet de inspectie ook een uitvoeringsverzoek in het zorgdossier van de betreffende cliënt. Verder bevestigt een zorgverlener dat hij scholing over insuline heeft gehad van de vennoot.

De inspectie hoort en ziet dat Zara Thuiszorg beschikt over protocollen via Thuisbasis Brabant. De inspectie ziet een overzicht van de richtlijnen waar Zara Thuiszorg gebruik van kan maken. De zorgverlener geeft aan dat hij toegang heeft tot de protocollen van Thuisbasis Brabant.

De inspectie ziet echter niet dat Zara Thuiszorg de informatie over bevoegd- en bekwaam handelen van al haar zorgverleners vastlegt.

Norm 3.3

De wijkverpleging houdt zich aan de veilige principes in de medicatieketen als zij de zorg voor medicatie (deels) overneemt.

Volgens de inspectie voldoet Zara Thuiszorg grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie ziet bij cliënten waarbij de medicatie is overgenomen dat in de zorgmap een toedienlijst aanwezig is. De inspectie ziet dat Zara Thuiszorg hierop de medicatie aftekent. De inspectie ziet echter ook dat de zorgverleners de medicatie aftekenen middels een gestandaardiseerde paraaf. Zo kan de organisatie niet terugzien welke zorgverlener deze paraaf heeft gezet.

De inspectie hoort van de vennoot dat Zara Thuiszorg gebruik maakt van het medicatiebeleid van Thuisbasis Brabant. De inspectie ziet en hoort dat Zara Thuiszorg zich niet houdt aan de inhoud van dit beleid. Zo vertelt de vennoot dat Zara Thuiszorg nog geen gebruik maakt van de BEM-formulieren. De inspectie leest in het medicatiebeleid niet alle verantwoordelijkheden terug die de diverse ketenpartners hebben in de zorgverlening bij het gebruik van medicatie.

De inspectie ziet in het medicatiebeleid de afspraken over dubbele controle.

De inspectie leest hierin echter niet de werkwijze als een cliënt zelf of een zorgverlener de dubbele controle uitvoert. De vennoot vertelt dat het nog nooit is voorgekomen dat een zorgverlener de tweede controle uitvoert.

De inspectie hoort van de vennoot dat een cliënt zelf de dubbele controle doet van de risicovolle medicatie. De inspectie hoort echter ook dat de cliënt

slechtziend wordt. De vennoot monitort niet in hoeverre de cliënt nog bekwaam is om de dubbele controle uit te voeren. Een zorgverlener vertelt dat niet de cliënt zelf, maar de mantelzorger de dubbele controle uitvoert. De inspectie treft geen afspraken in het zorgdossier aan over wie de tweede controle uitvoert.

De inspectie ziet op de toedienlijst niet dat zorgverleners het toedienen van de insuline bij deze cliënt aftekenen. De zorgverlener vertelt dat de zorgverleners van Zara Thuiszorg hiervoor niet de toedienlijst gebruiken maar een

glucoseboekje dat bij de cliënt thuis ligt. De inspectie ziet dit boekje in. Hierin ziet de inspectie wel dat zorgverleners het aantal eenheden insuline noteren dat zij spuiten. Echter ziet de inspectie ook hier niet wie de dubbele controle heeft uitgevoerd.

Norm 3.4

De wijkverpleging let erop dat er een veilige zorgrelatie is tussen de cliënt en zijn formele of informele zorgverleners.

(15)

De vennoot geeft aan dat Zara Thuiszorg beschikt over een Leidraad Veilige Zorgrelatie via Thuisbasis Brabant. De inspectie ziet het document in. De zorgverlener geeft echter aan dat hij niet bekend is met de Leidraad Veilige Zorgrelatie. Dit document is ook niet besproken tijdens een teamoverleg.

De inspectie hoort van de vennoot dat Zara Thuiszorg via Thuisbasis Brabant beschikt over de ‘Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling’. De inspectie ziet het document. De zorgverlener geeft aan dat hij tijdens zijn opleiding wel is geschoold over de meldcode. Sinds hij in dienst is bij Zara Thuiszorg heeft hij geen scholing gehad over de meldcode en is de meldcode ook niet besproken tijdens een teamoverleg.

Norm 3.5

De wijkverpleging voorkomt onvrijwillige/verplichte zorg zoveel mogelijk. Indien van toepassing, voert zij onvrijwillige/verplichte zorg zorgvuldig en veilig uit.

Volgens de inspectie voldoet Zara Thuiszorg grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie hoort van de vennoot dat Zara Thuiszorg geen onvrijwillige zorg verricht. De inspectie hoort dat Zara Thuiszorg nog niet beschikt over een eigen beleid Wet zorg en dwang (Wzd). Wel ziet de inspectie op een overzicht dat de organisatie gebruik kan maken van het beleid van Thuisbasis Brabant. De zorgverlener geeft aan dat hij vanuit Zara Thuiszorg nog geen scholing heeft gekregen over de wetgeving en het omgaan met onbegrepen gedrag. De inspectie hoort wel dat de zorgverlener betrokken is bij een casus waar onvrijwillige zorg aan de orde kan zijn. Zo dienen de zorgverleners bij deze cliënt medicatie toe. De cliënt gaat cognitief achteruit. De medicatie is uit veiligheidsoverwegingen in een toilettas met codeslot gestopt zodat de cliënt er niet zelf bij kan. In hoeverre de cliënt wilsbekwaam is en/of hiermee akkoord is, is niet bekend. Wel hoort de inspectie dat de familie betrokken is.

4.4 Thema 4 – professionele autonomie van de wijkverpleegkundige De wijkverpleegkundige handelt professioneel en autonoom.

Norm 4.1 2

De wijkverpleegkundige stelt zorgvuldig de (her-)indicatie.

Volgens de inspectie voldoet Zara Thuiszorg aan deze norm.

De vennoot geeft aan dat zij zelf eerst een intakegesprek voert met een cliënt.

Vervolgens schakelt zij de wijkverpleegkundige in voor een gesprek en het stellen van de indicatie als het om Zvw-zorg gaat. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij het intakegesprek mede door Covid-19 veelal telefonisch uitvoert.

Zo nodig volgt alsnog een huisbezoek. De vennoot vertelt dat de

wijkverpleegkundige vervolgens een indicatie stelt. De indicatie vertaalt zij naar doelen in een individueel zorgplan. De inspectie ziet de opgestelde indicaties en zorgplannen terug in de zorgdossiers.

De wijkverpleegkundige vertelt dat zij zelf de evaluatiedata van de zorgplannen bewaakt. Vaak attendeert de vennoot haar hier al vroegtijdig op, aldus de wijkverpleegkundige. De inspectie ziet echter wel dat de wijkverpleegkundige tussentijdse veranderingen in de zorgvraag niet direct verwerkt in de

zorgplannen (zie norm 1.1).

2 Norm 4.1 geldt niet voor cliënten die thuis Wlz-zorg ontvangen en vallen onder het

(16)

De inspectie ziet de afspraken over het (her)indiceren en bijstellen van zorgplannen terug in de overeenkomst die de wijkverpleegkundige met Zara Thuiszorg heeft ondertekent.

Norm 4.2

De wijkverpleegkundige functioneert als kwaliteitsbevorderaar.

Volgens de inspectie voldoet Zara Thuiszorg grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie hoort van de vennoot dat Zara Thuiszorg de wijkverpleegkundige alleen inhuurt voor het stellen van (her)indicaties. De zorgverlener geeft aan dat hij zelf geen contact heeft met de wijkverpleegkundige, dit contact verloopt via de vennoot. De inspectie hoort van de gesprekspartners dat de

wijkverpleegkundige geen scholingen verzorgt bij Zara Thuiszorg. Ook sluit zij niet aan bij het teamoverleg van Zara Thuiszorg. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij een bescheiden rol heeft als kwaliteitsbevorderaar voor Zara Thuiszorg.

Zij coacht de vennoot voor de verpleging. De inspectie hoort en ziet in de notulen dat de wijkverpleegkundige aansluit bij werkoverleggen tussen Zara Thuiszorg en Thuisbasis Brabant. De inspectie leest in notulen dat tijdens een werkoverleg de kwaliteit van zorgdossiers is besproken. Zo geeft de

wijkverpleegkundige aan dat de zorgverleners van Zara Thuiszorg beter moeten rapporteren op doelen.

4.5 Thema 5 – sturen op kwaliteit

De organisatie stuurt op kwalitatief goede zorg.

Norm 5.1

De zorgaanbieder draagt zorg voor het systematisch bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg.

Volgens de inspectie voldoet Zara Thuiszorg grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie hoort van de gesprekspartners dat zij tijdens de zorgverlening gericht zijn op de cliënten en hun welzijn. De inspectie leest dit ook op de website van Zara Thuiszorg. Zo ziet de inspectie dat Zara Thuiszorg zorg wil verlenen aan diverse doelgroepen ongeacht afkomst, religie of leeftijd. Een gericht document waarin Zara Thuiszorg haar visie op de cliëntzorg beschrijft, is niet aanwezig.

De vennoot geeft aan dat Thuisbasis Brabant om de drie maanden interne audits uitvoert bij Zara Thuiszorg om de kwaliteit van zorg te toetsen.

De inspectie ziet de uitkomsten van een interne audit van 5 oktober 2020. Hierin leest de inspectie dat Zara Thuiszorg niet aan alle basisvoorwaarden voldoet. Zo had de organisatie destijds geen klachtenprocedure uitgewerkt en waren er ook geen in- en exclusiecriteria. Tijdens het bezoek ziet de inspectie dat Zara Thuiszorg in- en exclusiecriteria heeft opgesteld. De inspectie leest daarin niet hoe de zorg wordt verleend wanneer een cliënt die al in zorg is, binnen de exclusiecriteria komt te vallen. Hoe toekomstige cliënten over de in- en exclusiecriteria worden geïnformeerd is eveneens niet bekend.

Tijdens het bezoek ziet de inspectie in de zorgmap informatie over de klachtenregeling van Zara Thuiszorg. Hierin verwijst Zara Thuiszorg voor de gegevens van de klachtenfunctionaris en de verdere klachtenregeling naar de website. Op de website leest de inspectie echter niet wie de klachtenfunctionaris

(17)

Wel ziet de inspectie dat Zara Thuiszorg gebruik maakt van de uitgewerkte klachtenprocedure van Thuisbasis Brabant.

De inspectie hoort van de vennoot dat Zara Thuiszorg in het voorjaar van 2021 een cliënttevredenheidsonderzoek uitvoerde via Thuisbasis Brabant. De vennoot weet niet wat hiervan de uitkomsten zijn.

Zara Thuiszorg beschikt niet over een interne toezichthouder en een

cliëntenraad. De zorgverlener vertelt de inspectie dat hij niet actief betrokken wordt bij het beleid van Zara Thuiszorg.

De inspectie ziet dat Zara Thuiszorg beschikt over een beperkt aantal

persoonlijke beschermingsmiddelen voor een eventuele COVID-19 uitbraak. De inspectie ziet een voorraad mondmaskers, maar Zara Thuiszorg kan niet aantonen dat dit gecertificeerde mondmaskers (type IIR) zijn. De inspectie ziet dat Zara Thuiszorg ten tijde van het inspectiebezoek geen type FFP2

mondneusmaskers heeft. Verder ziet de inspectie een aantal dozen

handschoenen, beschermingsbrillen, één schort en desinfectans van minimaal zeventig procent alcohol.

De inspectie hoort dat de laatste interne audit vanuit Thuisbasis Brabant een maand voor het inspectiebezoek plaats vond. In opdracht van Thuisbasis Brabant heeft Zara Thuiszorg hierop een plan van aanpak gemaakt. De inspectie ziet dit plan van aanpak. Hierin leest de inspectie de maatregelen en middelen, het gewenste eindresultaat, de termijn en de verantwoordelijk van ieder aandachtspunt uit de interne audit.

Norm 5.2

De zorgaanbieder draagt zorg voor borging van kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel en benodigdheden.

Volgens de inspectie voldoet Zara Thuiszorg grotendeels niet aan deze norm.

Gesprekspartners vertellen de inspectie dat de werkdruk hoog is. De zorgcontinuïteit is nog niet in gevaar, maar dit gebeurt wel als één van de personeelsleden uitvalt. De vennoot geeft aan dat zij niet de mogelijkheid heeft om een dag verlof op te nemen. De inspectie hoort ook van de vennoot dat Zara Thuiszorg in overleg met de cliënten alleen de noodzakelijke zorg levert op de dag van het inspectiebezoek. De inspectie ziet in de dienstroosters dat drie van de vier zorgverleners zeven dagen in de week werken. De vennoot geeft aan dat zij Thuisbasis Brabant kan inschakelen wanneer de zorgcontinuïteit in gevaar komt bij langdurige uitval van een zorgverlener. Hiervan heeft de zorgaanbieder nog geen gebruik gemaakt. De inspectie hoort wel dat Zara Thuiszorg op dit moment een cliëntenstop hanteert om de zorg met de beschikbare zorgverleners te kunnen verlenen. De vennoot vertelt dat er een vacature is voor verzorgende IG niveau 3. Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is deze vacature lastig in te vullen, zo hoort de inspectie.

De planner vertelt dat er twee routes zijn in de ochtend, middag en avond. De inspectie ziet dat de helpende plus niet alleen een route uitvoert. Zij gaat mee met de route van de vennoot waarbij zij de verpleegkundige assisteert bij zorgverlening.

(18)

Zara Thuiszorg beschikt niet over een opleidingsplan of scholingsoverzicht van de gevolgde scholingen. De vennoot geeft aan dat zij niet weet welke scholingen precies in de nabije toekomst plaatsvinden.

Verder ziet de inspectie dat Zara Thuiszorg nog niet van alle zorgverleners een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) heeft. De vennoot toont aan dat deze zijn aangevraagd. Ook ziet de inspectie dat een VOG niet volledig is. Zo staat de VOG niet op naam van Zara Thuiszorg.

De vennoot geeft aan dat zij altijd telefonisch bereikbaar is. De zorgverlener en de cliënten bevestigen dit. Verder geeft de zorgverlener aan dat hij rapporteert via zijn eigen telefoon in het ECD. Zorgverleners maken gebruik van een dienstauto.

De inspectie ziet dat Zara Thuiszorg beschikt over een COVID-19 protocol vanuit Thuisbasis Brabant. Het beleid is niet toegeschreven op de eigen organisatie. In het protocol leest de inspectie onder andere het testbeleid van Thuisbasis Brabant. De inspectie leest hierin niet de werkwijze hoe een zorgverlener de zorg dient uit te voeren bij een besmette cliënt. De inspectie ziet in het beleid een verwijzing naar een Vilans protocol. Verder ziet de inspectie een protocol over handhygiëne. Ook dit protocol is niet toegeschreven op de eigen

organisatie. De inspectie hoort niet van gesprekspartners dat deze protocollen zijn besproken tijdens een teamoverleg. Ook ziet de inspectie dit onderwerp niet terug in de notulen van een werkoverleg tussen Thuisbasis Brabant en Zara Thuiszorg.

De inspectie ziet dat Zara Thuiszorg wel beschikt over de diploma’s en

certificaten van de zorgverleners. De vennoot vertelt dat zij zelf de zorgverleners van Zara Thuiszorg vakinhoudelijk schoolt. Zo verzorgt zij klinische lessen over diabetes, zwachtelen, medicatie en katheterzorg. De inspectie hoort dat de zorgverlener na het inspectiebezoek naar een scholing gaat vanuit Thuisbasis Brabant om bekwaam te blijven. Deze scholing is gericht op de voorbehouden en risicovolle handelen van het huidige cliëntenbestand, zoals stomazorg.

Norm 5.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet Zara Thuiszorg grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie hoort van de gesprekspartners dat Zara Thuiszorg incidenten registreert. De inspectie ziet in de zorgdossiers en hoort ook dat zorgverleners nog niet van ieder incident een melding maken.

De inspectie ziet dat Zara Thuiszorg gebruik maakt van het document ‘Klachten en Meldingen’ van Thuisbasis Brabant. Hierin leest de inspectie hoe de

organisatie om dient te gaan met meldingen incidenten cliëntenzorg (MIC) en eventuele calamiteiten. De inspectie leest hierin niet welke incidenten en/of calamiteiten de zorgorganisatie verplicht moet melden bij de inspectie. Ook leest de inspectie niet terug op welke wijze Zara Thuiszorg of Thuisbasis Brabant calamiteiten onderzoekt.

Zara Thuiszorg registreert nog niet de bijna-fouten en bijna-incidenten. De inspectie hoort niet van de vennoot hoe Zara Thuiszorg de MIC onderzoekt. Ook hoort de inspectie niet dat de organisatie trendanalyses maakt waarop Zara

(19)

Verder hoort de inspectie van de zorgverlener dat hij nog geen scholing heeft gehad vanuit Zara Thuiszorg over het melden van (bijna)incidenten en

(bijna)fouten. Wel hoort de inspectie dat de MIC-melding van augustus 2021 die de inspectie inziet, is besproken met hem.

De inspectie hoort niet van de zorgverlener dat Zara Thuiszorg bijeenkomsten faciliteert waarin zorgverleners reflecteren op persoonsgerichte zorg.

De inspectie hoort van de zorgverlener dat hij de ruimte voelt om ideeën aan te dragen bij de vennoten. Daarnaast geeft de zorgverlener aan dat hij samen met één van de vennoten vaak overleg heeft waarbij zij cliëntcasussen bespreken.

(20)

Bijlage Geraadpleegde documenten

- Medicatiebeleid Thuisbasis Brabant - Overzicht medewerkers

- Overzicht cliënten - Zorgroutes week 38

- Zorgovereenkomst Zara Thuiszorg

- Overeenkomst cliënt en Thuisbasis Brabant

- (Deel)overeenkomst Thuisbasis Brabant en Zara Thuiszorg - Raamovereenkomst Thuisbasis Brabant

- Document ‘Klachten en meldingen’ Thuisbasis Brabant

- Notulen werkoverleg Thuisbasis Brabant, wijkverpleegkundige en Zara Thuiszorg (januari 2021)

- Notulen gespreksverslag Thuisbasis Brabant en Zara Thuiszorg oktober 2020, november 2020

- Actielijst oktober 2020, november 2020 en aanvullingen december 2020 - Interne audit rapport juli 2021 Thuisbasis Brabant

- Plan van aanpak Zara Thuiszorg na interne audit 2021

- Document ‘Samenwerkingsovereenkomst wijkverpleegkundige en Zara Thuiszorg’

- Document ‘In- en exclusiecriteria’

- Document ‘Richtlijn primair proces met betrekking tot Covid-19’

- Document ‘hygiëneadviezen thuiszorg’

- Document ‘Meldingenformulier’ Thuisbasis Brabant - MIC-melding augustus 2021

- VOG’s

- Factuur abonnement ‘Geschillencommissie zorg’

- Diploma’s en certificaten zorgverleners

- Overzicht normen en wetgeving Thuisbasis Brabant

- Document ‘meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ Thuisbasis Brabant - Document ‘Leidraad Veilige Zorgrelatie’ Thuisbasis Brabant

(21)

Duidelijk. Onafhankelijk. Eerlijk.

www.igj.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens de inspectie voldeed Thuiszorg Olympia tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. In november 2019 constateerde de inspectie dat de

In de gesprekken met de directeur en de zorgmanager, de wijkverpleegkundige en de zorgverleners komt naar voren dat Thuiszorg Rijnstad geen onvrijwillige of verplichte zorg

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Slippens grotendeels niet aan deze norm.. De inspectie ziet dat de zorgverleners nog onvoldoende methodisch werken in het

Tijdens de gesprekken met de wijkverpleegkundigen en zorgverleners hoort de inspectie dat de cliënten van Thuiszorg INIS geen onvrijwillige zorg nodig hebben..

De inspectie toetste of de zorgaanbieder bij het gebruik van e-health zorgt voor de nodige voorwaarden voor goede en veilige zorg, die volgen uit wetten, (veld)normen en

De inspectie hoort van gesprekspartners en leest in de cliëntdossiers dat de zorgverleners van Vida Care samenwerken en de zorg afstemmen met informele zorgverleners van de

De inspectie ziet dat Nieuwendijk zich inzet om de kwaliteit van zorg te verbeteren, echter nog onvoldoende om grotendeels aan deze norm te voldoen (zie bevindingen op thema

Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg grotendeels aan deze norm De cliënt die de inspectie spreekt is zeer tevreden over de zorg die hij ontvangt.. Hij kan altijd