• No results found

rapport van het inspectiebezoek aan Mem Thuiszorg B.V. in Rotterdam op 6 december 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "rapport van het inspectiebezoek aan Mem Thuiszorg B.V. in Rotterdam op 6 december 2021"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

rapport van het inspectiebezoek aan Mem Thuiszorg B.V. in Rotterdam op

6 december 2021

Utrecht, maart 2022 V2031444

(2)

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd 3 1.2 Onderzoeksmethode 3

1.3 Aanleiding bezoek 3 1.4 Beschrijving organisatie 3 2 Conclusie en vervolgacties 6

3 Resultaten 7

3.1 Thema 1 – De cliënt 7

3.2 Thema 2 – Afgestemde zorg 8 3.3 Thema 3 – Veiligheid 9

3.4 Thema 4 – Indicatie en herindicatie 10 3.5 Thema 5 – Kwaliteit en personeel 11 3.6 Thema 6 – COVID-19 13

Bijlage 1: Geraadpleegde documenten 14

(3)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft op 6 december 2021 een

aangekondigd bezoek gebracht aan Mem Thuiszorg B.V. te Rotterdam. Het doel van het inspectiebezoek was om te beoordelen of bij Mem Thuiszorg (als kleine organisatie in de zorg thuis) de voorwaarden aanwezig zijn om goede en veilige zorg te leveren. In dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen en het oordeel.

Indien nodig geeft de inspectie aan welke verbeteringen zij van Mem Thuiszorg verwacht naar aanleiding van deze bevindingen.

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

De inspectie bewaakt en bevordert de kwaliteit en veiligheid van de zorg. De inspectie ziet erop toe of de zorgaanbieder de zorg heeft georganiseerd, zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

De inspectie houdt ook toezicht op kwaliteit en veiligheid bij nieuwe

zorgaanbieders in de zorgmarkt. Het werkveld van nieuwe zorgaanbieders is groot. Zorginstellingen komen en gaan, fuseren en wisselen sneller van doelgroep dan de grote(re) zorgaanbieders. Om een beeld te krijgen van de zorgaanbieders in dit veld, stuurt de inspectie vragenlijsten naar nieuwe en nog onbekende zorgaanbieders. Hiermee maken we een inschatting van mogelijke risico’s. Als de inspectie zich geen goed beeld kan vormen van de risico’s, bezoekt de inspectie een zorgaanbieder.

1.2 Onderzoeksmethode

Tijdens het inspectiebezoek gebruikt de inspectie het toetsingskader ‘Toezicht op de Zorg Thuis – Start’.

Het toetsingskader bevat de volgende thema’s:

1. De cliënt

2. Afgestemde zorg 3. Veiligheid

4. Indicatie en herindicatie 5. Kwaliteit en personeel 6. COVID-19

Het inspectiebezoek bestaat uit de volgende onderdelen:

• Gesprek met bestuurder

• Inzage in zorgdossiers

• Inzage in (beleids)documenten

• Gesprekken met zorgverleners

• Een afsluitend gesprek met de bestuurder 1.3 Aanleiding bezoek

Aanleiding voor het inspectiebezoek aan Mem Thuiszorg is dat de inspectie deze organisatie niet eerder bezocht. De inspectie bezoekt Mem Thuiszorg om een beeld te krijgen over de geboden zorg en of deze voldoet aan wet- en

regelgeving/of deze voldoet aan de voorwaarden voor goede en veilige zorg.

1.4 Beschrijving organisatie

Mem Thuiszorg is een thuiszorgorganisatie en biedt persoonlijke verzorging en verpleging. Mem Thuiszorg heeft Rotterdam, Schiedam en Capelle aan de IJssel

(4)

en omgeving als werkgebied. De organisatie heeft één bestuurder en een raad van commissarissen bestaande uit twee leden. De organisatie heeft een toelating in het kader van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) voor de functies persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding. Mem Thuiszorg is niet geregistreerd als locatie in het openbaar locatieregister Wet zorg en dwang (Wzd)/Wet verplichte ggz (Wvggz). Mem Thuiszorg is gestart met de

daadwerkelijke zorg aan cliënten in juli 2019. De organisatie is aangesloten bij brancheorganisatie Zorgthuisnl. Verder is Mem Thuiszorg HKZ gecertificeerd.

Cliënten

Ten tijde van het bezoek levert de zorgaanbieder zorg aan 11 cliënten met een somatische en psychogeriatrische zorgvraag. Hiervan hebben vier cliënten een indicatie op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz). Deze cliënten hebben een zorgprofiel met een zorgzwaartepakket VV5. Daarnaast ontvangen zeven cliënten zorg vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw). Deze cliënten zijn geïndiceerd voor de functies persoonlijke verzorging en verpleging. Mem

Thuiszorg levert zorg in onderaannemerschap voor tien cliënten. Mem Thuiszorg heeft met één cliënt zelf de zorgovereenkomst afgesloten. Deze cliënt ontvangt zorg vanuit een persoonsgebonden budget (pgb) uit de Wlz. Mem Thuiszorg heeft zelf geen contract met een zorgverzekeraar/zorgkantoor voor Zorg in Natura en heeft geen contract met de gemeente(n) voor de Wmo.

Samenwerking met opdrachtgevers

Mem werkt samen met twee verschillende opdrachtgevers: Stichting Verbinden met Zorg (Platform VMZ) en Coöperatie Zelfstandige Zorgprofessionals U.A. (De Zorgprofessional). Platform VMZ en de Zorgprofessional regelen onder meer de administratieve en financiële handelingen voor zorgaanbieders met wie zij samenwerken. Ook stellen de opdrachtgevers voorwaarden aan zorgaanbieders zoals het verplicht gebruik van het elektronische cliëntendossier (Platform VMZ) en verplicht gebruik van de klachtenregeling van de opdrachtgever (De

Zorgprofessional). In de samenwerking met De Zorgprofessional sluit Mem Thuiszorg ook zelf een zorgovereenkomst met cliënten. In de samenwerking met Mem Thuiszorg hebben beide opdrachtgevers de contractafspraken met

zorgkantoren/zorgverzekeraars. De bestuurder geeft aan zich te beraden over de samenwerking met Platform VMZ.

Zorgverleners

Elf zorgverleners verlenen de zorg, waarvan één verpleegkundige niveau 4 (tevens de bestuurder), één verzorgenden niveau 3, twee begeleiders

maatschappelijke zorg niveau 4, twee helpenden niveau 2 plus (ook laatstejaars leerling niveau 3), één zorghulp niveau 1 en vier stagiaires. Daarnaast zijn twee wijkverpleegkundigen op zzp-basis verbonden aan Mem Thuiszorg. De

wijkverpleegkundigen hebben een rol ten behoeve van de kwaliteitsbevordering binnen Mem Thuiszorg. Daarnaast indiceren zij de zorg voor de opdrachtgevers.

De bestuurder stuurt de organisatie aan. Mem Thuiszorg is een erkend leerbedrijf. De bestuurder begeleidt de leerlingen.

Ontwikkelingen organisatie

Mem Thuiszorg heeft als voornemen zelfstandig contracten te sluiten met zorgverzekeraars om financieel sterker te komen staan. Verder is de organisatie bezig met het invoeren van een elektronisch cliëntendossier (ECD).

(5)

COVID-19

Ten tijde van het inspectiebezoek zijn er geen cliënten of zorgverleners besmet met COVID-19. Mem Thuiszorg heeft de zorg ten tijde van het bezoek niet afgeschaald. De organisatie neemt geen nieuwe cliënten met (een vermoeden van) een COVID-19 besmetting aan. De bestuurder vertelt dat twee cliënten in het verleden zorg geweigerd hebben omdat ze bang waren besmet te raken met COVID-19. In overleg met cliënten heeft Mem Thuiszorg geprobeerd zo min mogelijk verschillende zorgverleners bij de betreffende cliënt in te zetten of heeft een mantelzorger de zorg tijdelijk overgenomen.

(6)

2 Conclusie en vervolgacties

2.1 Conclusie bezoek

In deze paragraaf geeft de inspectie haar conclusie. Hierin staat hoe de inspectie de voorwaarden voor goede en veilige zorg bij Mem Thuiszorg beoordeelt. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 3. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

De inspectie constateert dat Mem Thuiszorg (grotendeels) voldoet aan de voorwaarden voor goede en veilige zorg. Tien van de tien getoetste normen voldoen (grotendeels). De inspectie heeft op dit moment voldoende vertrouwen in de wijze waarop Mem Thuiszorg stuurt op de kwaliteit en veiligheid van zorg.

Tijdens het bezoek zag de inspectie dat de bestuurder en de zorgverleners van Mem Thuiszorg zich open en toetsbaar opstellen. De inspectie trof een

organisatie die hard werkt aan de kwaliteit van zorg die zij levert. Daarbij zet Mem Thuiszorg zich in om persoonsgerichte en betrokken zorg te leveren aan cliënten. Ook constateert de inspectie dat Mem Thuiszorg veel aandacht besteedt aan de onderlinge samenwerking en dossiervoering.

2.2 Wat zijn de vervolgacties

In deze paragraaf staat wat de inspectie van Mem Thuiszorg verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

2.2.1 De vervolgactie die de inspectie van Mem Thuiszorg verwacht

Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen. De inspectie vertrouwt erop dat Mem Thuiszorg

verbetermaatregelen neemt op de punten waar de voorwaarden voor goede en veilige zorg niet (volledig) voldoen aan de normen.

- De inspectie vraagt Mem Thuiszorg prioriteit te geven aan het volledig voldoen aan de veilige principes in de medicatieketen (norm 3.1).

De inspectie gaat ervan uit dat de informatie in hoofdstuk 3 voldoende handvatten biedt voor het nemen van verbetermaatregelen.

2.2.2 Vervolgacties van de inspectie

De inspectie vertrouwt erop dat de zorgaanbieder de voorwaarden voor goede en veilige zorg verder op orde brengt en dat Mem Thuiszorg blijft voldoen aan de relevante wet- en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden. De inspectie sluit hierbij het inspectiebezoek af.

(7)

3 Resultaten

Dit hoofdstuk geeft per thema de beoordeling van de normen. Het oordeel geeft aan in welke mate Mem Thuiszorg voldoet aan de betreffende norm.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntenschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De organisatie voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm positieve punten.

Groen: De organisatie voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend positieve punten.

Geel: De organisatie voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm deels negatieve punten.

Rood: De organisatie voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten of een

ernstige bevinding.

Blauw: De norm is niet getoetst.

3.1 Thema 1 – De cliënt Norm 1.1

De wijkverpleging legt de zorgbehoefte van de cliënt vast.

Volgens de inspectie voldoet Mem Thuiszorg aan deze norm.

In de zorgdossiers leest de inspectie een beschrijving van de zorgbehoefte, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. Zo leest de inspectie in een zorgdossier dat een cliënt vanwege dementie hulp nodig heeft bij het

medicatiebeleid. Ook ziet de inspectie in het zorgdossier een risicosignaleringen voor bijvoorbeeld overgewicht, het medicatiebeheer, huidletsel, mondproblemen en vallen. De inspectie ziet dat de wijkverpleegkundige dit vertaalt naar doelen in het zorgplan. Zo is voor een cliënt met een risico op ondervoeding het doel om zorg te dragen voor inname van uitgebalanceerde voeding. Verder leest de inspectie dat de zorgverleners aandacht besteden aan wat voor de cliënt belangrijk is in zijn leven. Zo leest de inspectie in een van de zorgdossiers dat een cliënt graag naar de dagbesteding gaat en houdt van puzzelen. In een zorgdossier leest de inspectie een korte uitwerking van de levensgeschiedenis en de achtergrond van de cliënt. De bestuurder vertelt dat deze cliënt niet graag persoonlijke informatie deelt.

De bestuurder en wijkverpleegkundige vertellen dat de wijkverpleegkundige bij de start van zorg een (intake)gesprek voert met de cliënt om de zorg te

inventariseren en afspraken te maken. De bestuurder gaat ook op huisbezoek bij de cliënt om kennis te maken. De inspectie ziet dat de wijkverpleegkundige de zorgvraag vertaalt naar doelen in het zorgplan volgens een classificatiesysteem.

De wijkverpleegkundige maakt voor alle cliënten een zorgplan.

(8)

Norm 1.2

De cliënt heeft inzage in het zorgdossier en inspraak in het zorgplan.

Volgens de inspectie voldoet Mem Thuiszorg aan deze norm.

De wijkverpleegkundige vertelt dat zij de zorgplannen afstemt met de cliënt. De wijkverpleegkundige en de bestuurder vertellen zoveel mogelijk rekening te houden met de wensen van de cliënt bij het leveren van de zorg. Zo willen sommige cliënten liever geen mannelijke zorgverlener. De bestuurder vertelt dat zij hier rekening mee houdt bij het maken van de planning. Gesprekspartners geven aan dat zij ook de zorgmomenten zoveel mogelijk aanpassen op de wensen van de cliënt. Het lukt niet altijd om rekening te houden met de wenstijden van de cliënt in de planning. Zorgverleners vertellen dat zij bellen met de cliënt wanneer het niet lukt om op de afgesproken tijd te komen.

In de zorgdossiers ziet de inspectie een verslag van het intakegesprek met daarin een beschrijving van de levensgeschiedenis, het sociale netwerk en de voorkeuren van de cliënt. Ook ziet de inspectie dat de cliënt het zorgplan heeft ondertekend.

Gesprekspartners geven verder aan dat de cliënt het zorgdossier thuis kan raadplegen. Ten tijde van het bezoek is het hele zorgdossier nog op papier en ligt bij alle cliënten thuis.

3.2 Thema 2 – Afgestemde zorg Norm 2.1

De wijkverpleging stemt de zorg af met de betrokken zorgverleners van de wijkverpleging.

Volgens de inspectie voldoet Mem Thuiszorg aan deze norm.

De zorgverleners vertellen de inspectie dat zij de zorg met elkaar afstemmen. Zij rapporteren over de zorg in het zorgdossier. Verder is er onderling contact via een beveiligde app, via het maandelijkse teamoverleg en door elkaar te bellen.

De bestuurder vertelt dat zij daarnaast de zorg aan cliënten bespreekt met één van de wijkverpleegkundigen. Gesprekspartners vertellen dat een vast onderdeel van het teamoverleg het bespreken van de zorg aan cliënten is. In notulen van een teamoverleg ziet de inspectie dit terug. Andere onderwerpen van het teamoverleg zijn bijvoorbeeld de diabeteszorg, hygiëne en infectiepreventie, meldingen incidenten cliënten (MIC) uitkomsten en het rapporteren.

De inspectie leest de onderlinge afstemming in de zorgdossiers en in de beveiligde app terug. De inspectie ziet dat zorgverleners na ieder zorgmoment rapporteren. De inspectie leest dat zorgverleners op zorghandelingen en op het welzijn van de cliënt rapporteren. Zorgverleners vertellen dat zij zowel op papier als in de beveiligde app rapporteren totdat het ECD ingevoerd is. In het papieren zorgdossier ziet de inspectie dat Mem Thuiszorg de rapportages uit de beveiligde app uitprint. De bestuurder vertelt dat dit periodiek gebeurt en dat dit de

geschreven rapportages vervangt.

De inspectie ziet daarnaast dat de zorgdossiers actuele informatie bevatten over de zorg aan de cliënt. Zo ziet de inspectie de laatste informatie over de cliënt (zoals een risicosignalering niet ouder dan één jaar) en leest de inspectie zorgplannen die niet ouder zijn dan zes maanden.

(9)

Norm 2.2

De wijkverpleging werkt waar nodig samen met andere zorgverleners.

Volgens de inspectie voldoet Mem Thuiszorg grotendeels aan deze norm.

De zorgverleners vertellen de inspectie dat zorgverleners van buiten Mem Thuiszorg betrokken zijn bij de zorg aan cliënten. Zo vertellen gesprekspartners dat bij een cliënt de huisarts, fysiotherapeut en apotheek betrokken zijn.

Gesprekspartners geven aan dat zij de zorg met deze zorgverleners op verschillende manieren afstemmen. Zo vertelt een zorgverlener dat andere zorgverleners rapporteren op een apart rapportageblad in het zorgdossier. De inspectie ziet op dit rapportageblad rapportages van bijvoorbeeld de huisarts.

Ook vertelt een zorgverlener dat zij met de apotheek belt wanneer zij ziet dat een medicatie aftekenlijst niet is aangeleverd door de apotheek. Daarnaast ziet de inspectie in de zorgdossiers dat Mem Thuiszorg een overzicht heeft van alle betrokken zorgverleners. Ook leest de inspectie in het verslag van het

intakegesprek welke andere zorgverleners betrokken zijn.

Daarentegen ziet de inspectie dat niet in alle dossiers informatie, zoals de contactgegevens over de betrokken huisarts en apotheek is opgenomen.

3.3 Thema 3 – Veiligheid Norm 3.1

De wijkverpleging houdt zich aan de veilige principes in de medicatieketen als zij de zorg voor medicatie (deels) overneemt.

Volgens de inspectie voldoet Mem Thuiszorg grotendeels aan de norm.

De bestuurder geeft aan dat er afspraken zijn over het medicatieproces. Deze afspraken leest de inspectie terug in het medicatiebeleid van Mem Thuiszorg. De zorgverleners vertellen dat zij de afspraken rondom medicatie kennen. Zo vertellen de zorgverleners over de afspraken voor de dubbele controle van risicovolle medicatie. Cliënten voeren de dubbele controle uit als zij dit kunnen.

Indien de cliënt dit niet kan, loopt deze controle via een mantelzorger of via een andere zorgverlener.

De inspectie ziet bij de cliënten waar de medicatie is overgenomen dat er een toedienlijst van de apotheek is opgenomen in het zorgdossier. Ook ziet de inspectie dat de zorgverleners de toedienlijst aftekenen volgens de afspraken.

De inspectie ziet voor alle medicatiemomenten een paraaf van de zorgverlener.

Op de toedienlijsten van de apotheek ziet de inspectie dat de zorgverleners de risicovolle medicatie dubbel aftekenen op de lijsten. In zorgdossiers ziet de inspectie dat de wijkverpleegkundige een Beheer Eigen Medicatie (BEM)

formulier heeft ingevuld voor cliënten. De wijkverpleegkundige vertelt dat zij de BEM jaarlijks opnieuw beoordeeld.

De bestuurder en zorgverleners geven aan dat zij niet altijd een actuele

toedienlijst binnen 24 uur van de apotheek ontvangen. Met name voor tijdelijke losse medicatie levert de apotheek niet altijd tijdig een actuele toedienlijst aan.

Gesprekspartners vertellen dat zij in dit geval direct bellen met de apotheek.

Vaak wordt de toedienlijst dan alsnog aangeleverd. Toch hoort de inspectie ook

(10)

van de bestuurder dat wanneer de toedienlijst niet op tijd is zij het recept bij de huisarts opvraagt en tijdelijk een eigen toedienlijst voor het nieuwe medicijn bijhoudt. In de notulen van het teamoverleg leest de inspectie dat Mem Thuiszorg het niet tijdig ontvangen van de toedienlijst heeft besproken. De uitkomst van het overleg is dat afspraken met betrekking tot het contact opnemen met de apotheek gewijzigd zijn. Dit om ervoor te zorgen dat de

apotheek de toedienlijst binnen 24 uur aanlevert. Verder ziet de inspectie dat op een toedienlijst de dosering van de paracetamol handmatig is aangepast.

Norm 3.2

De wijkverpleging let erop dat er een veilige zorgrelatie is tussen de cliënt en zijn formele of informele zorgverleners.

Volgens de inspectie voldoet Mem Thuiszorg aan deze norm.

De bestuurder geeft aan dat Mem Thuiszorg een ‘Leidraad Veilige zorgrelatie’ en een ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ heeft opgenomen in het beleid van de organisatie. Dit ziet de inspectie ook terug in de

beleidsdocumenten van Mem Thuiszorg. De zorgverleners vertellen dat de leidraad en de meldcode zijn besproken in het teamoverleg. De inspectie leest in de notulen van het teamoverleg van de afgelopen maanden alleen het onderwerp leidraad veilige zorgrelatie terug. De bestuurder vertelt daarnaast dat zij de zorgverleners heeft gevraagd om de Meldcode app te gebruiken.

Gesprekspartners vertellen dat zij ten tijde van het bezoek nog geen situatie hebben gehad waarin zij de leidraad en meldcode hebben gebruikt.

Norm 3.3

De wijkverpleging voorkomt onvrijwillige zorg zoveel mogelijk. Indien van toepassing, voert zij onvrijwillige zorg zorgvuldig en veilig uit.

Deze norm is niet getoetst.

De bestuurder geeft aan dat Mem Thuiszorg geen onvrijwillige zorg toepast. Zij vertelt verder dat zij dit heeft opgenomen in de exclusiecriteria van de

organisatie. De inspectie leest dit ook terug in de exclusiecriteria die Mem

Thuiszorg heeft. Ook de zorgverleners vertelt dat er geen cliënten zijn waarbij zij onvrijwillige zorg toepassen. Zij vertellen de inspectie dat zij onderling

overleggen wanneer zij signaleren dat cliënten mentaal achteruit gaan. De bestuurder vertelt dat Mem Thuiszorg een cliënt overdraagt aan een andere zorgaanbieder wanneer onvrijwillige zorg toegepast zou moeten worden.

3.4 Thema 4 – Indicatie en herindicatie

De wijkverpleegkundige handelt professioneel en autonoom.

Norm 4.1 1

De wijkverpleegkundige stelt de (her-)indicatie en vertaalt deze indicatie naar een individueel zorgplan.

Volgens de inspectie voldoet Mem Thuiszorg aan deze norm.

1 Norm 4.1 geldt niet voor cliënten die thuis Wlz-zorg ontvangen en vallen onder het

addendum bij het kwaliteitskader verpleeghuiszorg. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) verzorgt de indicatie bij deze cliëntengroep. De verantwoordelijkheid voor het opstellen van het zorgplan ligt bij een verzorgende van minimaal niveau drie.

(11)

De inspectie ziet dat de wijkverpleegkundige in het BIG-register staat en dat zij een verpleegkundige niveau 5 opleiding heeft. De bestuurder heeft afspraken gemaakt met de wijkverpleegkundige over het bewaken van de zorg en het stellen van een nodige herindicatie. Zo vertelt de wijkverpleegkundige dat zij bericht krijgt van de bestuurder wanneer er een nieuwe aanmelding is. Zij maakt vervolgens een afspraak met de cliënt voor een huisbezoek. De

wijkverpleegkundige doet de intake bij de cliënt (thuis) om zo tot de indicatie en het zorgplan te komen. Verder vertelt de wijkverpleegkundige dat zij de zorg ieder half jaar evalueert of eerder wanneer de zorgvraag verandert. Verder vult zij ieder jaar opnieuw de risicosignalering en de BEM in voor de cliënt, vertelt zij.

De inspectie leest in de zorgdossiers dat de wijkverpleegkundige de indicaties vertaalt naar een individueel zorgplan. Ook ziet de inspectie verslagen van de evaluatiegesprekken.

De wijkverpleegkundige legt uit dat zij de zorg bewaakt door rapportages in het zorgdossier te lezen, bij het teamoverleg aan te schuiven en door maandelijks de zorg aan cliënten met de bestuurder te bespreken. De wijkverpleegkundige vertelt verder dat zij in de toekomst een scholing over rapporteren gaat geven aan zorgverleners.

3.5 Thema 5 – Kwaliteit en personeel

De organisatie stuurt op kwalitatief goede zorg.

Norm 5.1

De zorgaanbieder draagt zorg voor het bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van zorg.

Volgens de inspectie voldoet Mem Thuiszorg grotendeels aan de norm.

De bestuurder vertelt dat Mem Thuiszorg kwaliteitsgegevens verzamelt en gebruikt voor het evalueren en verbeteren van de zorg. Zo vertelt de bestuurder dat zij in gesprek gaat met cliënten om de tevredenheid te inventariseren. In de verslagen van het evaluatiegesprek leest de inspectie terug over de

tevredenheid van cliënten. Zorgverleners vertellen dat cliënten ook zelf laten weten of ze tevreden zijn met de zorg.

De bestuurder vertelt verder dat zij de raad van commissarissen betrekt bij het verbeteren van de zorg. De raad van commissarissen komt ieder half jaar

samen. In een overzicht van de agenda ziet de inspectie dat onderwerpen als het onderaannemerschap, contractenaanvraag, medewerkers en het ECD besproken zijn. Verder heeft Mem Thuiszorg een cliëntenraad met drie leden (cliënten). De inspectie ziet notulen van de cliëntenraad in. Hierin staat dat de cliëntenraad heeft gesproken over bijvoorbeeld de tevredenheid van cliënten, de Wet

medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ) en ontwikkelingen binnen de organisatie.

De inspectie leest in het Beleid Veilig Incidenten Melden (VIM) dat Mem Thuiszorg (bijna)incidenten, (bijna)fouten (MIC-meldingen) en klachten registreert. De bestuurder geeft aan dat zij de MIC-meldingen benut voor het verbeteren van de zorg. Gesprekspartners vertellen dat MIC’s besproken worden tijdens het teamoverleg. Verder leest de inspectie in de notulen van een

teamoverleg dat de MIC-meldingen zijn besproken met de zorgverleners.

Een zorgverlener vertelt over een gevaarlijke situatie die zij gemeld heeft.

Hierbij wilde de cliënt staand douchen, terwijl dat niet verantwoord was. De

(12)

zorgverlener is met de cliënt in gesprek gegaan om deze het gevaar van de situatie in te laten zien. Binnen Mem Thuiszorg vormen een wijkverpleegkundige en de medisch secretaresse de MIC-commissie, zo vertelt de

wijkverpleegkundige. Zij analyseren de binnengekomen MIC’s. De inspectie ziet in een overzicht van MIC-meldingen uit de eerste week van december 2021 een analyse van twee MIC-meldingen. In deze analyse ziet de inspectie de

ondernomen actie. De inspectie ziet niet dat meldingen onderzocht zijn naar basisoorzaken.

Mem Thuiszorg laat zien dat zij over een klachtenregeling en over in- en exclusiecriteria beschikt. De inspectie ziet dat in het zorgdossier van cliënten informatie is opgenomen over het indienen van een klacht. Hierin leest de inspectie dat Mem Thuiszorg is aangesloten bij een externe geschilleninstantie.

De inspectie leest echter in deze informatie niet terug hoe cliënten contact kunnen opnemen met een onafhankelijke klachtenfunctionaris en wie dit is.

Norm 5.2

De zorgaanbieder draagt zorg voor kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel.

Volgens de inspectie voldoet Mem Thuiszorg grotendeels aan de norm.

De bestuurder geeft aan dat Mem Thuiszorg de inzet en deskundigheid van zorgverleners afstemt op de zorgzwaarte en –behoefte van de cliënten. Wanneer een nieuwe zorgvraag binnenkomt beoordeelt de bestuurder of Mem Thuiszorg de zorg kan leveren. Dit doet zij op basis van de in- en exclusiecriteria vertelt zij. De bestuurder vertelt dat zij ten tijde van het bezoek voornamelijk zelf de voorbehouden handelingen verleent. Verder heeft zij drie zorgverleners op oproepbasis en de mogelijkheid om zzp’ers in te zetten via de opdrachtgever zo vertelt zij. De zorgverleners geven aan dat zij voldoende tijd hebben om de dagelijkse zorg te verlenen. Wel geven de bestuurder en wijkverpleegkundige aan dat zij aanlopen tegen het plafond dat de opdrachtgever heeft afgesproken met zorgverzekeraars. Hierdoor moesten ze in het verleden het aantal uren terugschroeven voor de sommige complexe cliënten.

De bestuurder geeft aan dat Mem Thuiszorg beleid heeft voor de scholing en opleiding van de zorgverleners. Zorgverleners vertellen dat zij onlangs een cursus hebben gehad over de voorbehouden handelingen en over

loopbaanontwikkeling. Verder hoort de inspectie van de bestuurder en wijkverpleegkundige dat Mem Thuiszorg aandacht wil besteden aan het

onderwerp rapporteren. De inspectie ziet dat Mem Thuiszorg een overzicht van scholingen heeft. Dit overzicht bevat scholingen zoals hygiënisch handen wassen, dementie, een workshop COVID-19, rapporteren en over het melden van incidenten.

De bestuurder vertelt verder dat zij de bevoegdheid van de zorgverleners in beeld heeft. In personeelsdossiers ziet de inspectie diploma’s, VOG’s en een overzicht per zorgverlener van de bekwaamheden en de laatste datum waarop de bekwaamheden getoetst zijn. Voor een aantal zorgverleners is een VOG aangevraagd na het inspectiebezoek. De inspectie ziet de nagestuurde aanvragen voor de VOG’s in.

(13)

3.6 Thema 6 – COVID-19 Norm 6.1

De zorgaanbieder borgt de veiligheid van de cliënten en zorgverleners tijdens COVID-19.

Volgens de inspectie voldoet Mem Thuiszorg aan deze norm.

De inspectie ziet dat Mem Thuiszorg een draaiboek heeft voor een (vermoeden) van een besmetting met COVID-19. De inspectie ziet dat het draaiboek van toepassing is voor organisaties in de wijkverpleging. De inspectie leest hierin (een advies over) welke stappen zorgverleners kunnen nemen wanneer zij te maken krijgen met besmettingen van COVID-19. De inspectie leest dat in het draaiboek een link is opgenomen naar de protocollen van een

brancheorganisatie. De zorgverleners geven aan dat zij het COVID-19 draaiboek kennen. De bestuurder vertelt daarnaast dat zij de nieuwsbrieven die zij

binnenkrijgt van de brancheorganisatie op het gebied van COVID-19 doorstuurt naar zorgverleners.

De bestuurder geeft verder aan dat zij beschermings- en desinfectiemiddelen voor de zorgverleners heeft. De inspectie ziet een voorraad van gecertificeerde medische mondmaskers (FFP2), handschoenen, beschermingsbrillen en

desinfectans van minimaal zeventig procent alcohol. De zorgverleners vertellen dat zij weten waar zij de beschermings- en desinfectiemiddelen kunnen

verkrijgen en wanneer zij ze moeten gebruiken. Een zorgverlener vertelt dat bij de cliënt thuis achter de voordeur een overzicht hangt van de COVID-19

afspraken. Ook geeft de bestuurder aan dat zorgverleners een e-learning van Zorg voor Beter gevolgd hebben voor de omgang met persoonlijke

beschermingsmiddelen.

Verder vertelt de bestuurder dat Mem Thuiszorg de naleving van hygiëne- en infectiepreventie protocollen in de zorgverlening borgt, door deze onderwerpen te bespreken in het teamoverleg. Een zorgverlener vertelt dat zorgverleners tijdens het teamoverleg ook hebben geoefend met het onderwerp handhygiëne.

Dit leest de inspectie ook terug in de notulen van het teamoverleg. De inspectie ziet dat Mem Thuiszorg een beleid hygiëne en infectiepreventie heeft met daarin richtlijnen voor hygiënisch werken.

(14)

Bijlage 1: Geraadpleegde documenten

- Personeelsdossiers - Klachtenregeling - Papieren zorgdossiers

- Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling - Medicatiebeleid

- Overzicht agenda vergadering raad van commissarissen (juli 2021) - Beleid Veilig Incidenten Melden (VIM)

- Beleid veilige zorgrelatie - In- en exclusiecriteria - Overzicht cliënten

- Beleid hygiëne en infectiepreventie - Draaiboek wijkverpleging COVID-19 - Notulen cliëntenraad (juli 2021)

- Overzicht MIC’s eerste week december 2021

- Notulen teamoverleg februari, september, oktober, november 2021 - Aanvragen VOG’s

- Overzicht scholingen

(15)

Duidelijk. Onafhankelijk. Eerlijk.

www.igj.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer de indicatie voor elektronisch sleutelbeheer niet door het CIZ gedaan wordt, dan is het belangrijk dat de medewerkers van de thuiszorg organisatie weten hoe de indicatie

De inspectie toetste of de zorgaanbieder bij het gebruik van e-health zorgt voor de nodige voorwaarden voor goede en veilige zorg, die volgen uit wetten, (veld)normen en

De inspectie hoort van gesprekspartners en leest in de cliëntdossiers dat de zorgverleners van Vida Care samenwerken en de zorg afstemmen met informele zorgverleners van de

Volgens de inspectie voldoet Yildiz Thuiszorg grotendeels aan deze norm De cliënt die de inspectie spreekt is zeer tevreden over de zorg die hij ontvangt.. Hij kan altijd

bouwaard met de daarbij behorende eigenschappen, en de functie van het betreffende bouwdeel (Op 't Hoog bouwtechnisch adviesbureau, Kapelweg 3b 5076 TK te Haaren hierna te noemen

Volgens de inspectie voldoet Thuiszorg Slippens grotendeels niet aan deze norm.. De inspectie ziet dat de zorgverleners nog onvoldoende methodisch werken in het

De wijkverpleegkundige vertelt de inspectie dat ze wel een arbeidscontract heeft met Zara Thuiszorg, maar niet contractueel met Thuisbasis Brabant

Tijdens de gesprekken met de wijkverpleegkundigen en zorgverleners hoort de inspectie dat de cliënten van Thuiszorg INIS geen onvrijwillige zorg nodig hebben..