• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Rosa Spier Stichting, locatie Rosa Spier Huis in Laren op 5 juli 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Rosa Spier Stichting, locatie Rosa Spier Huis in Laren op 5 juli 2021"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het inspectiebezoek

aan Rosa Spier Stichting, locatie Rosa Spier Huis in Laren op 5 juli 2021

Utrecht, september 2021 V2032487

(2)
(3)

Inhoud

1 Inleiding 4

1.1 Aanleiding bezoek 4 1.2 Doel en werkwijze 4

1.3 Beschrijving Het Rosa Spier Huis 4

1.4 Actuele ontwikkelingen in het kader van de Wzd en de Wvggz 5 2 Conclusie en vervolgacties 6

2.1 Conclusie bezoek 6 2.2 Vervolgacties 6

2.2.1 De vervolgactie die de inspectie van de Rosa Spier Stichting verwacht 6 2.2.2 Vervolgactie van de inspectie 6

3 Resultaten het Rosa Spier Huis 7 3.1 Persoonsgerichte zorg 7

3.2 Deskundige zorgverlener 9

3.3 Sturen op kwaliteit en veiligheid 13 3.4 Medicatieveiligheid 15

Bijlage 1 Overzicht wet- en regelgeving, veldnormen, circulaires en rapporten 16 Bijlage 2 Beoordeelde documenten 17

(4)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd sprak op 5 juli 2021 met de raad van bestuur en de raad van toezicht van Rosa Spier Stichting in Laren. Aansluitend bracht de inspectie een aangekondigd bezoek aan het Rosa Spier Huis in Laren.

1.1 Aanleiding bezoek

De inspectie bezocht het Rosa Spier Huis voor het laatst in 2017. Het Rosa Spier Huis voldeed grotendeels niet aan 5 van de 16 getoetste normen. Naar

aanleiding van dit bezoek stelde de organisatie, op verzoek van de inspectie, een resultaatsverslag op. Op basis van dit resultaatverslag sloot de inspectie het bezoek af. Het Rosa Spier Huis is inmiddels verhuisd naar een nieuwe locatie. De inspectie bezoekt Het Rosa Spier Huis om zich opnieuw een beeld te vormen of de geboden zorg voldoet aan wet- en regelgeving.

1.2 Doel en werkwijze

Het inspectiebezoek bestaat uit een gesprek met het bestuur, de adjunct- directeur en een delegatie van de raad van toezicht. Dit gesprek gaat over de besturing van de organisatie. Daarna bezoekt de inspectie één of meerdere locatie(s). Waar de inspectie naar kijkt, ligt vast in een toetsingskader. Bij de gesprekken, de rondleiding, de observaties en de eventuele documenten die zij inzien, letten de inspecteurs op een aantal normen uit de thema’s:

persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener, sturen op kwaliteit en veiligheid en medicatieveiligheid.

De inspectie toetst of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. Zij beoordeelt daarnaast de samenhang tussen de informatie uit het gesprek met de raad van bestuur en de raad van toezicht en de

bevindingen uit het locatiebezoek.

Op basis van de bevindingen tijdens dit inspectiebezoek, bepaalt de inspectie of er vervolgtoezicht nodig is en in welke vorm.

1.3 Beschrijving Het Rosa Spier Huis

Het Rosa Spier Huis is een organisatie in Laren met een landelijke functie. De organisatie biedt verpleeghuiszorg, verzorging, thuiszorg, huishoudelijke hulp en dagactiviteiten. Deze zorg is exclusief behandeling. Ook verhuurt het Rosa Spier Huis appartementen, al dan niet met aanvullende dienstverlening. Mensen die in het Rosa Spier Huis willen wonen moeten een aantoonbare professionele

achtergrond in de kunst of aan de kunst gerelateerde wetenschappen hebben of wetenschapper zijn (geweest).

Het management bestaat uit een eenhoofdige raad van bestuur en adjunct- directeur. Het Rosa Spier Huis heeft een raad van toezicht bestaande uit vijf leden.

Het Rosa Spier Huis is een locatie met twee afdelingen voor psychogeriatrie (pg) en twee afdelingen somatiek, waar cliënten zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) ontvangen. Daarnaast biedt de locatie op indicatie zorg aan cliënten die wonen in de zelfstandige appartementen. Dit is zorg op basis van de

zorgverzekeringswet (Zvw) of vanuit de Wlz, vanuit een Volledig Pakket Thuis (VPT). Ten tijde van het bezoek ontvangen 65 cliënten zorg. 19 cliënten hebben een zorgprofiel (VV) 4, 31 cliënten een VV5 en 15 cliënten een VV6. De inspectie

(5)

bezocht de afdelingen voor pg en somatiek. De zorg wordt verleend door drie (1,23 fte) verpleegkundigen niveau 6, drie verpleegkundigen niveau 5 en één verzorgende IG met aanvullend HBO dementiezorg (3,21 fte), tien (7,5 fte) verpleegkundigen niveau 4, 21 (14,5 fte) verzorgende niveau 3, 18 (13,83 fte) helpende niveau 2 en 12 (5,33 fte) huiskamermedewerkers. Daarnaast zijn er drie medewerkers activiteitenbegeleiding niveau 6 werkzaam voor het Rosa Spier Huis. Vijf zorgverleners met niveau 3 en 4 werken op detacheringsbasis voor het Rosa Spier Huis.

De zorgverleners werken in drie teams, een team voor de zorgappartementen, een team voor somatiek en een team voor pg. Elk team heeft een teamleider. De directeur/bestuurder en adjunct-directeur sturen de locatie aan. Hierbij ligt de focus van de adjunct-directeur op de zorggerichte afdelingen en de focus van de directeur/bestuurder op de overige diensten. Bij het Rosa Spier Huis zijn

verschillende disciplines betrokken, waaronder een ergotherapeut,

fysiotherapeut, diëtist en logopedist. De huisarts is eindverantwoordelijk voor de medische zorg.

De locatie heeft geen psycholoog en Specialist Ouderengeneeskunde aan zich verbonden.

Ontwikkelingen en COVID-19

Het Rosa Spier Huis is in november 2019 verhuisd naar een nieuwe locatie. De locatie is hiermee gegroeid van 70 bewoners naar 145 bewoners, waarvan 66 zorg ontvangen. De verhuizing en schaalvergroting hebben effect op de organisatie van de zorg. Zorgverleners werken nu in teams. Verder is er een verandering opgetreden in de medezeggenschapstructuur. Het Rosa Spier Huis had voorheen een gemengde cliëntenraad. Na de verhuizing is besloten over te gaan op een huurdersvereniging en een cliëntenraad. De huurdersvereniging is bemand, de cliëntenraad bestaat sinds kort uit vier leden.

Het aantal COVID-19 besmettingen onder cliënten van het Rosa Spier Huis is beperkt gebleven. Wel zijn veel zorgverleners besmet geraakt, met een hoge uitval tot gevolg. Dit, in combinatie met niet-corona gerelateerd langdurig verzuim, maakte dat het ziekteverzuim onder zorgmedewerkers opliep van 15%

in oktober 2020 tot 26% in april 2021. Op de bezoekdag is het verzuim binnen het Rosa Spier Huis 15%. Ook geeft het bestuur aan dat de verhuizing gezorgd heeft voor een relatief hoog verloop onder zorgverleners. Ten tijde van de bezoekdag heeft het Rosa Spier Huis 4,5 fte vacatureruimte.

1.4 Actuele ontwikkelingen in het kader van de Wzd en de Wvggz

Het Rosa Spier Huis had in het verleden geen Bopz-aanmerking, maar heeft zich sinds januari 2020 ingeschreven als locatie in het openbaar locatieregister om onvrijwillige zorg te kunnen bieden.

Het Rosa Spier Huis geeft aan problemen te ervaren met de invulling van de rol van Wzd-functionaris en de onafhankelijk deskundige. De zorgaanbieder werkt samen met andere zorgaanbieders in de regio om deze rollen in te vullen.

(6)

2 Conclusie en vervolgacties

2.1 Conclusie bezoek

De inspectie constateert dat de geboden zorg binnen het Rosa Spier Huis nog niet voldoet aan alle getoetste normen. Vijf van de elf getoetste normen voldoen (grotendeels) niet. Verbetering van de kwaliteit van zorg is nodig.

Het team aan vaste medewerkers van het Rosa Spier Huis biedt liefdevolle zorg en er is veel aandacht voor kunst en cultuur. Het inspelen op de individuele behoefte van de cliënt, het methodisch werken en cyclisch sturen op kwaliteit en veiligheid moet beter. De inspectie heeft op dit moment nog niet voldoende vertrouwen in de wijze waarop de Rosa Spier Stichting stuurt op kwaliteit en veiligheid van de zorg. De inspectie concludeert dat vervolgtoezicht nodig is.

2.2 Vervolgacties

In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van Rosa Spier Stichting verwacht.

Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

2.2.1 De vervolgactie die de inspectie van de Rosa Spier Stichting verwacht

De zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen. De inspectie verwacht dat de Rosa Spier Stichting binnen een termijn van zes maanden voldoet aan de normen waaraan zij tijdens het bezoek van 5 juli 2021 grotendeels en grotendeels niet voldeden.

2.2.2 Vervolgactie van de inspectie

De inspectie zal de uitkomsten van de ingezette verbeteringen volgen. Dit betekent dat de inspectie opnieuw in gesprek zal gaan met de bestuurder en raad van toezicht over de bevindingen en conclusies van dit inspectiebezoek.

Na afloop van de verbetertermijn brengt de inspectie opnieuw een bezoek aan het Rosa Spier Huis. Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader.

(7)

3 Resultaten het Rosa Spier Huis

Hieronder staan de oordelen per norm en een toelichting daarop. Het oordeel geeft aan in welke mate de betreffende norm is gerealiseerd.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis.

Donker groen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm.

De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten Licht groen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm.

De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

De instelling is goed op weg; verbetering is mogelijk.

Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm.

De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm.

De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten.

Blauw: De norm is niet getoetst.

3.1 Persoonsgerichte zorg Norm 1.2

Zorgverleners kennen de cliënt zijn wensen en behoeften.

Volgens de inspectie voldoet het Rosa Spier Huis grotendeels niet aan deze norm.

Tijdens observaties en gesprekken ziet en hoort de inspectie dat zorgverleners de zorgbehoefte, mogelijkheden en beperkingen van de cliënten in wisselende mate kennen. Vaste zorgverleners kennen de persoonlijke voorkeuren van cliënten. Zo is er een cliënt op de pg-afdeling die graag een sigaar rookt na de maaltijd. De zorgverlener weet dit en vraagt de cliënt of hij zin heeft om buiten een sigaar te roken. Andere cliënten reageren hierop, bijvoorbeeld door te vertellen dat zij vroeger ook rookten. De zorgverlener gaat hierover met cliënten in gesprek. Wel hoort de inspectie dat het Rosa Spier Huis regelmatig gebruik maakt van uitzendkrachten. Gesprekspartners geven aan dat deze

uitzendkrachten de cliënten minder goed kennen. De cliënt en/of diens netwerk is verantwoordelijk voor het aanleveren van informatie over de

levensgeschiedenis en persoonlijke voorkeuren. De inspectie ziet tijdens dossierinzage dat de beschikbare informatie sterk verschilt per cliënt.

De inspectie hoort en ziet dat de fysieke leefomgeving van cliënten niet altijd aansluit op de wensen en zorgvragen van cliënten. Zo zijn de huiskamers op de pg-afdeling klein. Het is lastig om met veel cliënten bij elkaar in deze ruimte te zitten. Zorgverleners vertellen dat als er veel cliënten zijn die gebruik maken van een rolstoel of rollator, het soms niet lukt alle cliënten tegelijkertijd in de huiskamer te laten verblijven. De cliënten van de afdeling somatiek hebben geen vaste huiskamer. Zij kunnen gebruik maken van de restaurantruimte, de

bibliotheek en de algemene muziekruimte. De inspectie ziet tijdens observaties en hoort van cliënten dat de beschikbare ruimte niet altijd passend is. De ruimtes kennen weinig kleinere zithoekjes, waar cliënten samen kunnen komen of zich terug kunnen trekken. Dit maakt dat sommige cliënten geen gebruik

(8)

maken van de ruimte. Zij zitten dan veelal op hun appartement. Dit leidt bij sommige cliënten tot gevoelens van eenzaamheid, zo hoort de inspectie. Wel ziet de inspectie tijdens de rondgang en gesprekken dat de appartementen van cliënten ruim zijn. Zij kunnen de appartementen zelf inrichten.

Verder hoort en ziet de inspectie dat er binnen het Rosa Spier Huis veel

activiteiten zijn die aansluiten op de professionele achtergrond van cliënten. Zo kunnen cliënten muziek maken, schilderen of een voorstelling bijwonen. Het Rosa Spier Huis biedt de mogelijkheid een eigen atelier of muziekruimte te huren. Wel ziet en hoort de inspectie tijdens observaties en gesprekken met verschillende gesprekspartners, dat de activiteiten binnen het Rosa Spier Huis zich vooral richten op het voortzetten van het werk dat cliënten voorheen uitoefenden. Voor de somatische cliënten die hiertoe niet meer in staat zijn, zijn er weinig passende activiteiten afgestemd op de huidige voorkeuren en

behoeften. In reactie op het conceptrapport geeft de bestuurder aan dat ten tijde van de bezoekdag een groot aantal activiteiten en bijvoorbeeld het

koppelen van vrijwilligers aan individuele bewoners vanwege coronamaatregelen zijn stilgelegd.

Norm 1.3

Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over leven en welbevinden.

Volgens de inspectie voldoet het Rosa Spier Huis grotendeels aan deze norm.

Tijdens gesprekken en observaties hoort en ziet de inspectie dat volgens de visie van het Rosa Spier Huis autonomie van cliënten voorop staat. De inspectie ziet dit terug tijdens observaties. Zo is er een cliënt op de pg-afdeling die graag laat naar bed gaat en ook uitslaapt. Zorgverleners houden hier rekening mee bij het geven van zorg en aanbieden van maaltijden. Zo eet deze cliënt het ontbijt als andere cliënten lunchen. Ook hoort de inspectie van gesprekspartners dat cliënten voorheen tijdens de lunchmaaltijd warm aten. Cliënten gaven al langer aan graag in de avond warm te willen eten. Dit is daarom nu omgewisseld, cliënten eten in de avond warm. Zorgverleners vertellen dat dit meer ruimte en flexibiliteit geeft gedurende de dag. De inspectie ziet dat een cliënt die wel graag

’s middags warm eet, hiervoor de gelegenheid krijgt.

De inspectie hoort van gesprekspartners dat zorgverleners cliënten zo min mogelijk beperken in hun vrijheid. Het Rosa Spier Huis is een open huis. Cliënten hebben ruim de mogelijkheid om zelf over het terrein te wandelen. Ook ziet de inspectie dat cliënten tijdens de maaltijd zelf kunnen bepalen wat zij eten.

Zorgverleners ondersteunen cliënten waar nodig.

Wel ziet en hoort de inspectie dat de zorgzwaarte binnen het Rosa Spier Huis sinds de verhuizing verder is toegenomen. Ook binnen de afdelingen somatiek wonen steeds meer cliënten met een grote zorgvraag. Gesprekspartners geven aan dat deze cliënten vaker ook een psychogeriatrisch ziektebeeld hebben. Deze cliënten hebben vaker een beschutte woonvorm met een duidelijke dagstructuur nodig. Het activiteitenaanbod en de leefomgeving van het Rosa Spier Huis sluit hier minder goed op aan. Gesprekspartners vertellen ook dat cliënten van de afdelingen somatiek weinig gebruik maken van beschikbare activiteiten. De inspectie ziet dat het Rosa Spier Huis dit als aandachtspunt heeft opgenomen in het kwaliteitsverslag. De organisatie wil, door de toename van cliënten met een psychogeriatrische aandoening, onderzoeken of ook op de afdeling somatiek een huiskamer kan worden gecreëerd. Een zorgverlener geeft aan dat er voor nu op

(9)

de gang van de somatiek afdeling een tafel met stoelen is geplaatst waar cliënten kunnen zitten.

Norm 1.4

Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met respect behandeld.

Volgens de inspectie voldoet het Rosa Spier Huis grotendeels aan deze norm.

Uit observaties blijkt dat de benadering door zorgverleners wisselend passend is bij de cliënt. Zo ziet de inspectie enerzijds voorbeelden van liefdevolle zorg. Een voorbeeld is een cliënt die stil aanwezig is in een van de huiskamers van de pg- afdeling. Een zorgverlener gaat naast haar zitten, raakt haar arm aan en maakt zo contact. De cliënt kijkt naar de zorgverlener. Deze begint een liedje te zingen en de cliënt zingt dit liedje mee. Ook ziet de inspectie dat een zorgverlener cliënten met grapjes probeert te verleiden om nog wat extra’s te eten. De cliënten reageren hier vrolijk op en nemen allemaal nog een stukje

krentenbrood. Anderzijds ziet de inspectie ook voorbeelden van een minder passende benadering. Zo zitten twee zorgverleners bij een cliënt aan tafel. Een van deze zorgverleners helpt de cliënt met eten. Terwijl zij de cliënt eten geeft, praat zij met de andere zorgverlener. Als het eten op is zegt de zorgverlener tegen een andere zorgverlener: ‘zij is klaar’ en staat op van tafel, zonder te communiceren met de cliënt.

3.2 Deskundige zorgverlener Norm 2.1

Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en ondersteuning op basis van gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften,

mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet het Rosa Spier Huis grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie ziet en hoort tijdens dossierinzage en gesprekken dat zorgverleners nog niet cyclisch professionele afwegingen maken op basis van de wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. In principe vindt voor iedere cliënt minimaal één keer per jaar een multidisciplinair overleg (MDO) plaats. Tijdens dit MDO bespreken de cliënt en/of diens vertegenwoordiger, de huisarts en waar nodig andere betrokkenen (bijvoorbeeld paramedici) de vragen rondom zorg en welzijn. De inspectie ziet dat voorafgaand aan het MDO geen inventarisatie van risico’s plaatsvindt of dat risico’s tijdens het MDO opnieuw worden gewogen. Tijdens dossier- en documentinzage ziet de inspectie dat signalen in de praktijk niet altijd leiden tot een adequaat vervolg. Zo ziet de inspectie in een cliëntdossier meerdere MIC-meldingen over valincidenten terugkomen. Het beperken of accepteren van dit valrisico komt niet als doel terug in het zorgplan. Ook andersoortige opvolging van deze meldingen ziet de inspectie niet terug.

Het Rosa Spier Huis is ingeschreven in het locatieregister van de Wet zorg en dwang (Wzd). De inspectie hoort van gesprekspartners dat zorgverleners in de praktijk weinig vormen van onvrijwillige of daaraan gelijkgestelde zorg

toepassen. De evaluatie van deze vormen van zorg vindt in wisselende mate plaats. Daarbij leggen zorgverleners de ingezette vormen van onvrijwillige zorg en de evaluatie daarvan onvoldoende vast in het zorgdossier. Zo ziet de

inspectie enerzijds dat de huisarts en zorgverleners de inzet van psychofarmaca

(10)

één keer in de drie maanden evalueren. Anderzijds ziet de inspectie dat

zorgverleners bij verschillende cliënten een sensor inzetten. Van het gebruik van deze sensoren ziet de inspectie in de dossiers geen evaluatie terug. Ook ziet de inspectie voorbeelden van onvrijwillige zorg die zorgverleners niet als zodanig herkennen. Zo ziet de inspectie in het dossier van een cliënt het doel ‘kans op vereenzaming’ met als actie ‘biedt de heer een glas wijn zonder alcohol aan’. Er staat niet in het zorgplan vermeld waarom dit alcoholvrije wijn moet zijn. Ook blijkt nergens uit waarom deze cliënt alcoholvrije wijn krijgt. Zorgverleners die de inspectie spreekt geven aan dat dit waarschijnlijk zo is omdat de cliënt instabiel en daarmee valgevaarlijk is. De alcoholvrije wijn staat echter niet als interventie beschreven bij het doel met betrekking tot vallen. Verder blijkt niet uit de dossiervoering of de cliënt op de hoogte is van het feit dat hij alcoholvrije wijn krijgt en of hij of zijn cliëntvertegenwoordiger instemt met deze interventie.

Norm 2.2

Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het cliëntdossier.

Volgens de inspectie voldoet het Rosa Spier Huis grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie ziet dat doelen en acties in zorgleefplannen van cliënten regelmatig niet voldoende handvatten geven voor het bieden van de zorg. Zo ziet de inspectie meerdere zorgleefplannen waarin doelen niet helder zijn. Een voorbeeld is het zorgleefplan van een cliënt met als doel ‘cliënt wordt

ondersteund in het dagelijks leven’. Wat voor deze cliënt ondersteunend is en hoe zorgverleners de cliënt het beste kunnen ondersteunen, wordt uit het doel en de daarbij behorende acties niet duidelijk. Een ander beschreven doel is ‘u raakt door cognitieve achteruitgang de draad kwijt in het gesprek’. Het gaat hier om een constatering van een probleem, nog niet om een doel voor de zorg. Of en hoe de cliënt last heeft van diens cognitieve achteruitgang en wat

zorgverleners hierin kunnen doen, is niet vastgelegd. Daarbij maken zorgverleners in het geval van cliënten met probleemgedrag niet altijd

navolgbare en multidisciplinaire afwegingen over passende interventies. Zo hoort de inspectie van gesprekspartners over een cliënt met seksueel ontremd gedrag.

Als interventie zorgen zorgverleners ervoor dat deze cliënt de appartementen van slapende cliënten ’s nachts niet binnen kan komen. Ook gebruikt deze cliënt psychofarmaca. Bij de casus is geen psycholoog betrokken. De inspectie ziet geen afwegingen voor alternatieve interventies in het dossier.

De inspectie hoort dat uitzendkrachten geen inzage hebben in de cliëntdossiers.

Zorgverleners gebruiken hierom beknopte looplijsten. Doelen en acties van de zorg staan hier niet op.

De inspectie ziet tijdens dossierinzage dat informatie over bijvoorbeeld medicatie niet altijd in het zorgleefplan staat. Zo ziet de inspectie in het medicatie

voorschrijfsysteem dat een cliënt rustgevende medicatie buiten de richtlijn ontvangt als deze cliënt onrustig is. Deze medicatie is ‘zo nodig’ en wordt dus op basis van de inschatting van de zorgverlener gegeven. Als opdracht staat hierbij dat zorgverleners in het dossier moeten rapporteren als zij deze medicatie toedienen. In het zorgleefplan van de cliënt staat niets over het ‘zo nodig’

toedienen van rustgevende medicatie en bijbehorende rapportage opdracht.

Volgens zorgverleners geven zij deze medicatie bijna nooit aan de cliënt. In de rapportage ziet de inspectie niet terug dat zorgverleners de medicatie toedienen.

(11)

Verder ziet de inspectie tijdens dossierinzage dat zorgverleners informatie uit metingen nog niet altijd rapporteren in het zorgdossier. Zo leest de inspectie in de rapportage dat een cliënt uit bloeddrukmeting blijkt dat zij een sterk

wisselende en hoge onderdruk heeft. Een familielid van de cliënt, die inzage heeft in de rapportage van het zorgdossier, stelt de vraag of deze constatering opvolging behoeft. Deze rapportage heeft tijdens de bezoekdag meer dan twee weken geleden plaatsgevonden. In het zorgdossier ziet de inspectie geen zichtbare opvolging terug. Ook ziet de inspectie dat informatie en

zorgopdrachten uit het zorgleefplan niet altijd actueel zijn. Zo staat er in het zorgleefplan van een cliënt dat zorgverleners moeten bijhouden wat deze cliënt eet. De inspectie ziet in het dossier dat zorgverleners hierop niet rapporteren.

Een zorgverlener geeft aan dat deze actie niet meer van toepassing is.

De inspectie ziet daarnaast dat zorgverleners niet rapporteren op het effect van hun gedrag op de cliënt. Zo ziet de inspectie in een zorgdossier over meerdere dagen rapportage van een cliënt die onrustig gedrag laat zien. Rapportage hierover zegt ‘mevrouw was in de avond onredelijk boos. Wij konden geen goeds doen’. Uit deze rapportage wordt niet duidelijk wat eventuele redenen waren voor de geuite boosheid van de cliënt en welk gedrag hierop een positief effect zou kunnen hebben. Verder vertelt een zorgverlener over een tactiek die zij gebruikt om een cliënt uit een ‘bevroren’ positie te kunnen halen. Deze tactiek staat niet in het dossier of op de looplijst beschreven.

Wel ziet de inspectie dat rapportages over bijzonder gedrag van cliënten leiden tot overleg met de huisarts en het vervroegd inplannen van een MDO.

Norm 2.5

De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

Volgens de inspectie voldoet het Rosa Spier Huis grotendeels aan deze norm.

De inspectie hoort en ziet tijdens gesprekken en documentinzage dat de bezetting van zorgverleners over het algemeen voldoende is voor de uitvoering van de zorg. De organisatie heeft geïnvesteerd in nabijheid voor cliënten door huiskamermedewerkers in te zetten op de pg-afdelingen. Zij hebben grotendeels geen zorgachtergrond, maar vaak wel affiniteit met wetenschap of kunst.

Huiskamermedewerkers zijn van 8 uur ’s ochtends tot half 9 ’s avonds op de huiskamers aanwezig. Daarnaast zet de organisatie sinds 2020 twee

zorgverleners in de nacht in, waarvan één minimaal een verzorgende 3-IG.

Sinds de verhuizing werken zorgverleners vanuit drie vaste teams, één voor de pg-afdelingen, één voor de afdelingen somatiek en één voor de

zorgappartementen. Ieder team heeft een eigen teamleider. Zorgverleners geven aan dat de teams nog verder moeten stabiliseren, maar dat de teamleiders hiervoor een goede basis vormen.

De inspectie hoort van zorgverleners en bestuur dat het Rosa Spier Huis een tekort heeft aan zorgverleners met een EVV-rol. Dit maakt dat in sommige teams één EVV verantwoordelijk is voor acht cliënten. Gesprekspartners

vertellen dat het Rosa Spier Huis bezig is met het opleiden van nieuwe EVV-ers.

Het Rosa Spier Huis biedt zorgverleners verschillende e-learnings aan. De lessen beslaan zowel praktische, somatische als psychosociale onderwerpen. Een deel hiervan is verplicht, waaronder de bevoegd en bekwaamheden, tiltechnieken en sinds 2021 de e-learning over de Wzd. Een deel van de e-learnings zijn

facultatief, waaronder scholing over omgaan met dementie, seksualiteit in de

(12)

zorg, terminale en palliatieve zorg en bejegening. De huiskamermedewerkers volgen dezelfde e-learnings als de zorgverleners.

Wel hoort de inspectie dat de continuïteit van zorg een aandachtspunt is. Uit gesprekken en documentinzage blijkt dat het Rosa Spier Huis sinds het afgelopen jaar een hoog verzuim en verloop kent. Daarbij is de hoeveelheid cliënten binnen het Rosa Spier Huis sinds de verhuizing toegenomen.

Zorgverleners vertellen dat veel collega’s zijn vertrokken vanwege de

toegenomen schaalgrootte. Hierdoor en door de uitval wegens corona, werkt het Rosa Spier Huis regelmatig met uitzendkrachten. Gesprekspartners geven aan dat cliënten veel verschillende zorgverleners zien. Daarbij komt dat cliënten en hun vertegenwoordigers door het gebrek aan vaste EVV-ers niet altijd een vast aanspreekpunt hebben.

De inspectie ziet in het scholingsoverzicht dat het Rosa Spier Huis nog weinig praktijkgerichte scholing aanbiedt als het gaat om omgang met dementie en moeilijk verstaanbaar gedrag. De inspectie ziet dit gebrek aan kennis hierover terug tijdens observaties en dossierinzage (zie ook thema 1). Met name op het gebied van specifieke ziektebeelden, zoals Parkinson of Korsakov, ontvangen zorgverleners weinig scholing. In het scholingsplan staan e-learnings over

‘Parkinson’ en ‘Ziektebeelden (diversen)’ genoemd. Alle medewerkers krijgen de mogelijkheid om eens in de twee jaar een e-learning over Parkinson te volgen.

Het Rosa Spier Huis biedt alleen op indicatie één keer per jaar een e-learning over de overige ziektebeelden aan. Er vinden geen klassikale of klinische lessen over deze onderwerpen plaats. Dit, terwijl op de bezoekdag bij het Rosa Spier Huis tenminste één cliënt met gevorderde Parkinson en twee cliënten met een vermoedelijke maar niet gediagnosticeerde Korsakov wonen. Daarnaast vertellen gesprekspartners dat er geen psycholoog of SO verbonden is aan het Rosa Spier Huis. Het management vertelt dat zorgverleners een gespecialiseerd team van een nabijgelegen organisatie kunnen raadplegen als dit voor een cliënt in het geval van bijvoorbeeld onbegrepen gedrag nodig is. In gesprek met

zorgverleners en tijdens dossierinzage hoort de inspectie dat dit zelden gebeurt.

Norm 2.6

Zorgverleners handelen volgens de afspraken zoals beschreven in protocollen, richtlijnen en handreikingen. Zij weten wanneer zij wel en niet kunnen afwijken.

De norm is niet getoetst.

Norm 2.7

Zorgverleners werken multidisciplinair en schakelen tijdig disciplines en specifieke expertise in van binnen of buiten de organisatie. In deze

samenwerking maken zorgverleners afspraken wie waarvoor verantwoordelijk is.

Volgens de inspectie voldoet Rosa Spier grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie hoort van diverse gesprekspartners dat 90% van de cliënten van het Rosa Spier Huis verbonden zijn aan één huisarts. Omdat het Rosa Spier Huis een landelijke functie heeft komen veel cliënten niet uit de directe omgeving. Dit maakt dat zij makkelijk overstappen naar een nieuwe huisarts, aldus het

management. De huisarts komt bijna dagelijks in het Rosa Spier Huis, zo vertellen zorgverleners en management.

De huisarts en andere betrokken disciplines hebben de mogelijkheid om in het dossier te rapporteren. Toch ziet de inspectie dat de afspraken die huisartsen en

(13)

overige disciplines over de zorgverlening maken, soms wel en soms niet in het zorgdossier terecht komen.

Verder hoort de inspectie dat voor een omgangsadvies bij cliënten met moeilijk verstaanbaar gedrag, het Rosa Spier Huis en de huisarts niet standaard een psycholoog inschakelen. Waar nodig kunnen zorgverleners een beroep doen op het gespecialiseerde team van een nabijgelegen zorgorganisatie, maar er zijn geen afspraken over wanneer zorgverleners dat wel of niet doen. Zorgverleners geven aan dat zij afspraken over bejegening en benadering vooral met elkaar en met de huisarts maken. Zij vertellen tijdens dossierinzage over een aantal cliënten met moeilijk verstaanbaar gedrag. Zorgverleners hebben moeite om deze cliënten goed te benaderen. De inspectie ziet in de zorgdossiers van deze cliënten geen benaderingswijze terug.

De inspectie hoort dat de huisarts standaard aanwezig is bij het MDO. Tijdens dit MDO evalueren de huisarts, betrokken zorgverleners en de cliënt en/of diens vertegenwoordiger de zorg. De inspectie ziet dat in het afgelopen jaar voor meerdere cliënten geen MDO heeft plaatsgevonden. Gesprekspartners vertellen dat op dit moment alle MDO’s weer worden gepland.

De inspectie ziet in meerdere zorgdossiers geen verslag van de gemaakte afspraken. Ook voor andere evaluaties, zoals de medicatie evaluatie (zie ook norm 2.1), staan gemaakte afspraken regelmatig alleen in het

medicatiesysteem, niet in het zorgdossier. Als afspraken wel in het zorgdossier staan, zetten zorgverleners die in de rapportage. De inspectie ziet tijdens dossierinzage dat zorgverleners gemaakte afspraken regelmatig niet kunnen terugvinden.

Ook geven gesprekspartners aan dat familie van cliënten soms weinig betrokken is. Dit komt mede doordat zij vaak verder weg wonen. De inspectie ziet dat dit onderwerp ook terugkomt in de aandachtspunten voor het Rosa Spier Huis uit het kwaliteitsverslag van 2020. In het kwaliteitsverslag staat dat het Rosa Spier Huis zoekt naar mogelijkheden om de betrokkenheid van familie verder te bevorderen. Bijvoorbeeld door de inzet van andersoortige communicatiemiddelen en het organiseren van familiedagen. Het organiseren van familiedagen heeft mede door de coronapandemie vertraging opgelopen. Wel heeft familie sinds april 2021 toegang tot het zorgleefplan en de rapportage van de cliënt waarbij zij betrokken zijn. Zij kunnen ook zelf rapporteren op bijzonderheden.

3.3 Sturen op kwaliteit en veiligheid Norm 3.2

De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Volgens de inspectie voldoet het Rosa Spier Huis grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie hoort en leest in gesprekken en documentinzage dat het Rosa Spier Huis nog niet voldoende werkt met een terugkerend patroon van planning, uitvoering, controle en bijstelling van werkzaamheden. Het Rosa Spier Huis verzamelt op verschillende manieren kwaliteitsinformatie. Zo zijn er de

tevredenheidsonderzoeken onder cliënten en zorgverleners, de externe PREZO- audit en is er een MIC-commissie die de meldingen op organisatieniveau verzamelt. De inspectie ziet echter, dat het Rosa Spier Huis de beschikbare kwaliteitsinformatie nog niet altijd gebruikt voor het cyclisch verbeteren van de zorg. Het management vertelt de verbeterpunten uit de beschikbare bronnen samen te voegen in een voortgangsrapportage. Deze voortgangsrapportage

(14)

bespreekt zij ieder kwartaal met de OR en CR. De inspectie ziet deze

voortgangsrapportage in. Hierin staan nog weinig duidelijk geformuleerde en meetbare doelen. Een voorbeeld is het doel ‘invoering intervisie voor

medewerkers V&V met deskundige begeleiding van buiten’. De opmerking achter dit doel is ‘onderzoeken of invoering van intervisie voor zorgverleners mogelijk is’. Of de actie na het doen van het onderzoeken van de

medewerkerstevredenheid: ‘verbeterplan opstellen’. Het Rosa Spier Huis heeft geen interne auditstructuur.

Verder ziet de inspectie dat het Rosa Spier Huis aandachtspunten wel

constateert maar niet altijd oppakt. Zo ziet de inspectie dat aandachtspunten die in het inspectiebezoek van 2017 naar voren kwamen, nog steeds

aandachtspunten zijn. Zo waren het periodiek monitoren van het zorgdossier, het opzetten van een interne auditstructuur en het inschakelen van een specialist ouderengeneeskunde (SO) en psycholoog bij de zorg voor complexe cliënten allen aandachtspunten die staan in het rapport van 2017. Ook staan deze aandachtspunten in het daaropvolgende opgestelde resultaatverslag door het Rosa Spier Huis beschreven. Vertegenwoordigers van cliënten en de

cliëntenraad geven ook aan dat het Rosa Spier Huis aandachtspunten niet altijd tijdig oppakt. Gesprekspartners geven aan dat dit ook komt door de COVID-19 pandemie. De overgang naar de Wzd, het maken van afspraken over de uitvoering van onvrijwillige zorg en het vastleggen daarvan in het cliëntdossier zijn hierdoor gedeeltelijk blijven liggen.

De inspectie hoort en ziet tijdens gesprekken en dossierinzage dat het Rosa Spier Huis meldingen incidenten cliënten (MIC) nog niet voldoende proactief gebruikt voor de verbetering van de zorg. De organisatie beschikt over een MIC- commissie, die meldingen analyseert op organisatieniveau. Echter, de

teamleiders van de pg-afdelingen en de zorgappartementen krijgen niet standaard het overzicht van de meldingen binnen hun team binnen. Een

teamleider vertelt dat zij actief op zoek moet naar deze meldingen, maar dat dit er vaak bij inschiet. Zorgverleners vertellen dat zij niet structureel een

terugkoppeling krijgen van meldingen die zij doen. Ook komen meldingen niet terug in het werkoverleg.

Wel hoort en ziet de inspectie in gesprekken en dossierinzage dat zorgverleners open zijn over fouten en incidenten en deze melden. Gesprekspartners geven aan dat zorgverleners zich voldoende veilig voelen om te melden. De raad van toezicht geeft aan altijd op de hoogte te worden gesteld van ernstige incidenten.

Verder hoort de inspectie dat de raad van toezicht van het Rosa Spier Huis werkt met een beoordelingsstructuur voor de raad van bestuur. De raad van toezicht zelf organiseert jaarlijks een interne en één keer per drie jaar een externe evaluatie.

Norm 3.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet het Rosa Spier Huis grotendeels aan deze norm.

De inspectie hoort van zorgverleners dat zij de tijd en de ruimte krijgen om te reflecteren op de zorg die zij bieden. Zo voeren zorgverleners binnen het Rosa Spier Huis iedere zes weken teamoverleg. Zorgverleners vertellen dat hier inmiddels ook de huiskamermedewerkers bij aanwezig zijn. Daarnaast is er maandelijks een EVV-overleg en een verpleegkundig overleg. Zorgverleners

(15)

vertellen dat tijdens deze overleggen tijd en ruimte is om cliënten te bespreken en samen stil te staan bij de geboden zorg.

De inspectie hoort dat sinds juni de formatie van teamleiders op orde is.

Zorgverleners geven aan dat de teamleiders beschikbaar en benaderbaar zijn voor vragen. Zo hoort de inspectie dat de teamleider van de pg-afdelingen haar kantoor heeft verplaatst naar de verdieping van de afdelingen zelf.

Zorgverleners lopen gemakkelijk bij haar binnen om zaken te bespreken.

Het Rosa Spier Huis heeft veel informatie over de organisatie beschikbaar gemaakt via het intranet. Zorgverleners, cliënten en naasten kunnen dit intranet raadplegen.

Daarnaast hoort de inspectie dat het Rosa Spier Huis regelmatig samenwerkt met organisaties uit de regio. Ook onderzoekt zij mogelijkheden om deel te nemen aan een samenwerkingsverband tussen de kleinere zorgaanbieders binnen de regio. Deze zorgaanbieders onderzoeken mogelijkheden tot

samenwerking, bijvoorbeeld op het gebied van HR, inkoop en de invoering van de Wzd. De inspectie hoort wel dat binnen dit lerend netwerk op

uitvoeringsniveau nog geen sprake is van uitwisseling.

3.4 Medicatieveiligheid Norm 4.3

Zorgverleners beschikken over een actuele toedienlijst van de apotheek.

Volgens de inspectie voldoet het Rosa Spier Huis aan deze norm.

Zorgverleners beschikken voor elke cliënt die medicatie gebruikt over een actuele toedienlijst en een actueel medicatie overzicht van de apotheek.

De apotheek maakt en levert de toedienlijsten van cliënten die medicatie gebruiken. Het Rosa Spier Huis en de apotheek gebruiken hiervoor een elektronisch medicatiesysteem. De inspectie ziet dat de zorgverleners de overzichten en lijsten niet zelf maken of aanpassen.

Norm 4.8

De zorgverlener parafeert de toegediende of aangereikte medicatie per medicijn en toedientijd op de toedienlijst.

Volgens de inspectie voldoet het Rosa Spier Huis aan deze norm.

De inspectie ziet dat zorgverleners van het Rosa Spier Huis de toegediende of aangereikte medicatie per medicijn en per toedientijdstip aftekenen op de toedienlijst. Voor de tweede controle (niet GDS-medicatie) schakelen

zorgverleners een collega in of zorgverleners vragen een cliënt, die hier zelf toe in staat is, de tweede controle te doen. De inspectie ziet dat het traceerbaar is wie de controle uitvoert.

(16)

Bijlage 1 Overzicht wet- en regelgeving, veldnormen, circulaires en rapporten

Wetgeving:

Wet langdurige zorg (Wlz).

Zorgverzekeringswet (Zvw).

Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (Wkkgz).

Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).

Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO): Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek.

Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ).

Wet zorg en dwang (Wzd).

Wet verplichte GGZ (Wvggz).

Besluit langdurige zorg.

Uitvoeringsbesluit Wkkgz.

Besluit vaststelling van de minimumeisen voor de (verplichte) meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

Veldnormen:

Kwaliteitskader verpleeghuiszorg, 2017.

Toetsingskader IGJ, 2017.

Governancecode zorg, 2017.

Kader Toezicht op goed bestuur, 2016.

Convenant preventie seksueel misbruik, VGN, Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad, MEE Ned., Landelijk Steunpunt Cliëntenraden, CNV Publieke Zaak, Nu91, ABVA/KABO FNV, F.B.Z., 2007.

Handreiking werkvoorraad geneesmiddelen, ActiZ, GGZ Nederland, VGN, 2010.

Handreiking seksualiteit en seksueel misbruik, VGN, Kennisplein gehandicaptenzorg, 2011.

Landelijke instructie voor Toediening Gereedmaken van medicatie in verpleeg- en verzorgingshuizen, V&VN, 2008.

Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, januari 2015.

Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten, ActiZ, GGZ Ned., IGZ, KNMG, KNMP, LEVV, LHV, NFU, NHG, NICTIZ, NPCF, NVVA, NVZ, NVZA, Orde, V&VN, VWS,ZN, FNT, NMT en VGN, 2008.

Risicovolle medicatie in verband met dubbele controle, KNMG, 2013.

Circulaires en rapporten:

Bulletin ‘Het mag niet, het mag nooit: seksuele intimidatie door hulpverleners in de gezondheidszorg’, IGZ, augustus 2004.

Cultuuromslag terugdringen vrijheidsbeperking bij kwetsbare groepen in langdurige zorg volop gaande, duidelijke ambities voor 2011 nodig, IGZ, december 2010.

De dagelijkse bezetting en kwaliteit van zorg in instellingen voor langdurige zorg, Nivel, 2012.

Extra inspanning noodzakelijk voor terugdringen vrijheidsbeperking in langdurige zorg, IGZ, 2012.

Medicatieveiligheid flink verbeterd in herbeoordeelde instellingen langdurige zorg en zorg thuis, IGZ, 2011.

(17)

Bijlage 2 Beoordeelde documenten

- Kwaliteitsverslag 2020;

- Overzicht van zorgprofielen cliënten van het Rosa Spier Huis;

- Overzicht formatie in aantallen en fte zorgverleners en behandelaren van het Rosa Spier Huis;

- Voortgangsrapportage Kwaliteitsplan 2020 & verbeterregister;

- Lijst verbeterpunten CR;

- Actielijst verbeterpunten medewerkerstevredenheidsonderzoek januari 2021;

- Meerjarenscholingsplan 2021-2023 het Rosa Spier Huis.

(18)

Duidelijk. Onafhankelijk. Eerlijk.

www.igj.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vanwege privacywetgeving mogen wij ook niet vragen of medewerkers zich hebben laten vaccineren, wij ontvangen daarover ook geen informatie van de GGD. Ook als bewoners vragen

De 2 e vaccinatie voor bewoners mét zorgindicatie wordt (naar verwachting) gepland op 24 maart.. Tot die tijd mogen bewoners helaas slechts 1 bezoeker per

In het Rosa Spier Huis zijn wonen, werken, zorg en kunst op unieke wijze met elkaar verweven – en kunnen kunstenaars en wetenschappers tot op hoge leeftijd een zinvol, waardevol

Citroeneucalyptus, lavandin super, wintergreen en laurier zijn oliën die in combinatie met MSM klachten ter hoogte van spieren en gewrichten kunnen verlichten.. We vertellen

• Bezoekregeling Toneelspeler en Danser: Vanaf heden mogen er maximaal twee verschillende bezoekers per dag op bezoek komen in de kamer van de bewoner, echter NIET tegelijkertijd..

Blepharophimosis syndroom Behandeling: correctie van epicanthus en telecanthus gevolgd door bilaterale. frontalissuspensie enkele maanden later Denk aan behandeling

Als we op zoek gaan naar hoe onze kern zich biologisch ge- zien uitdrukt, wat ik stalking wild psoas, ‘op jacht naar wilde psoas’, heb genoemd, wordt het verlangen gewekt naar een

Ook gebrek aan slaap, stress, psychische of emotionele spanningen en koud of vochtig weer veroorzaken spanningshoofdpijn.. Bij