• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Innoforte, locatie Vreedenhoff in Arnhem op 26 augustus 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Innoforte, locatie Vreedenhoff in Arnhem op 26 augustus 2021"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Innoforte, locatie Vreedenhoff

in Arnhem op 26 augustus 2021

Utrecht, november 2021 V2032717

(2)
(3)

Inhoud

1 Inleiding 4

1.1 Aanleiding bezoek 4 1.2 Beschrijving Innoforte 4

1.3 Actuele ontwikkelingen in het kader van de Wzd en de Wvggz 6

1.4 COVID-19 6

2 Conclusie 7

2.1 Overzicht van de resultaten 7 2.2 Wat gaat goed 7

2.3 Wat moet beter 7 2.4 Conclusie bezoek 8

3 Wat zijn de vervolgacties 9

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Vreedenhoff verwacht 9 3.2 Vervolgacties van de inspectie 9

4 Resultaten 10

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg 10 4.1.1 Resultaten 10

4.2 Thema Deskundige zorgverlener 13 4.2.1 Resultaten 13

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid 18 4.3.1 Resultaten 18

4.4 Hygiëne- en infectiepreventie 20 Bijlage 1 Methode 21

Bijlage 2 Geraadpleegde documenten 23

(4)

Pagina 4 van 24

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bracht op 26 augustus 2021 een onaangekondigd bezoek aan Stichting Innoforte (hierna: Innoforte), locatie Vreedenhoff in Arnhem.

De inspecteurs toetsen of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is

voorgeschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. Het toetsingskader is slechts een selectie hieruit.

Als de inspecteurs het tijdens het bezoek nodig vinden ook andere thema’s te onderzoeken dan doen zij dit. De inspecteurs benoemen de onderzochte thema’s dan apart in dit rapport.

De in dit rapport gebruikte begrippen liggen vast in een verklarende woordenlijst.

De inspecteurs verzamelen informatie door middel van observaties, een rondleiding, het inzien van documenten en gesprekken. Ze toetsen de thema’s persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener, sturen op kwaliteit en veiligheid en hygiëne en infectiepreventie.

Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader.

1.1 Aanleiding bezoek

De inspectie bezocht Vreedenhoff op 15 mei 2018 en 1 augustus 2019 om zich een beeld te vormen of de geboden zorg voldoet aan wet- en regelgeving. Bij deze bezoeken constateerde de inspectie dat Vreedenhoff niet volledig voldeed aan de normen. In deze periode fuseerde Vreedenhoff met Innoforte. De inspectie sprak hierover met de toenmalige raad van bestuur van Innoforte. Op dat moment bestond deze raad van bestuur uit twee leden, de bestuurder van Innoforte en de bestuurder van oud Vreedenhoff. Zij herkenden het beeld uit de rapporten en zetten in op het verbeteren van de tekortkomingen. Dit gaf de inspectie vertrouwen in de verbeterkracht van Vreedenhoff, als onderdeel van Innoforte.

De inspectie bracht op 26 augustus 2021 bezoek aan Vreedenhoff om te zien of ze de beoogde verbeteringen hebben kunnen doorvoeren. Dit rapport is niet los te zien van de rapporten van de bezoeken van 15 mei 2018 en

1 augustus 2019. Deze rapporten zijn terug te vinden op de website van de inspectie onder publicaties.

1.2 Beschrijving Innoforte Stichting Innoforte

Innoforte biedt wonen met verblijf in vier locaties in Velp en één locatie in Arnhem.

Innoforte heeft een directeur-bestuurder en een raad van toezicht die uit zes leden bestaat. Twee managers zijn verantwoordelijk voor de aansturing van de locaties en de thuiszorgactiviteiten. De teamleiders op de verschillende locaties zijn het eerste aanspreekpunt voor de teams.

Vreedenhoff

Vreedenhoff is een woon- en zorgcentrum dat diensten verleent op het gebied van wonen, zorg en welzijn binnen de gemeente Arnhem.

(5)

Cliënten

Op de dag van het inspectiebezoek wonen er ongeveer 155 cliënten bij

Vreedenhoff. Van hen hebben 26 cliënten een zorgprofiel met behandeling (VV 5 t/m 7). 129 cliënten ontvangen zorg zonder behandeling (VV 1 t/m 6).

Het gebouw van Vreedenhoff bestaat uit drie delen: Parkzicht, Zaagtand en De Driehoek. Deze gebouwdelen zijn door gangen met elkaar verbonden. Bij

Parkzicht en Zaagtand wonen cliënten met een somatische zorgvraag en cliënten met een GGZ-indicatie beschermd wonen. Op de drie verdiepingen van De Driehoek wonen cliënten met een psychogeriatrische zorgvraag (pg) en een aantal cliënten met een GGZ-indicatie. Binnen De Driehoek zijn twee afdelingen met plaats voor elk 10 cliënten. Deze cliënten hebben een zorgindicatie met behandeling. De overige cliënten met een pg-zorgvraag wonen op een open afdeling en hebben een zorgindicatie zonder behandeling. Op de begane grond is recent een nieuwe afdeling geopend, ten tijde van het bezoek wonen daar zes cliënten die een zorgindicatie met behandeling hebben.

Iedere cliënt heeft een eigen appartement met badkamer. Iedere afdeling

beschikt over een aantal huiskamers. In een huiskamer is in principe plaats voor ongeveer zes tot negen cliënten van de nabijgelegen appartementen.

Personele bezetting

De zorgverleners binnen Vreedenhoff werken in zeven teams. Zorg, huishouding en welzijn vormen een integraal team. Zes teamleiders zorg sturen deze teams aan. Op de bezoekdag werken twee teamleiders op interimbasis. Voor hen wordt aansluitend op deze periode opvolging gezocht voor een termijn van drie jaar middels een zwaarder profiel.

De teams bestaan uit zorgverleners van verschillende niveaus (verzorgenden, verzorgenden IG, helpenden, helpenden plus en verpleegkundigen). Het totale aantal fte’s in dienst bij locatie Vreedenhoff de zorg bedraagt 158,54. Daarnaast werken er binnen Vreedenhoff 10,5 fte aan leerlingen en stagiaires. Vreedenhoff heeft voor iedere woonetage een verpleegkundige (MBO-niveau 4 of HBO-niveau 6). Zij werken aan kwaliteitsverbeteringen en ondersteunen de zorgverleners bij het verrichten van voorbehouden en risicovolle handelingen. Ook zet

Vreedenhoff huiskamerondersteuners in op alle afdelingen.

Het gemiddelde verzuimpercentage van het eerste kwartaal 2021 bedraagt 12,9%. Op de bezoekdag is het verzuim 9,4% exclusief zwangerschap.

Een externe behandeldienst levert (para)medische zorg aan de cliënten met een zorgprofiel met behandeling. Deze behandeldienst zet regionaal behandeltrams in. Een verpleegkundig specialist en basisarts werken onder supervisie van een specialist ouderengeneeskunde (SO). Allen zijn op vaste dagdelen aanwezig op locatie; een arts is oproepbaar voor spoedvragen.

De cliënten met een zorgindicatie zonder behandeling vallen onder de medische eindverantwoordelijkheid van een huisarts. Zij krijgen paramedische zorg via de eerste lijn. Vreedenhoff werkt met een vaste huisarts die ongeveer de helft van de cliënten onder behandeling heeft. De andere cliënten hebben verschillende andere huisartsen. De SO is beschikbaar als adviseur voor de huisartsen. Bij de zorgleefplanbespreking van cliënten met een zorgindicatie met behandeling is de SO standaard aanwezig. Innoforte wil hierop ook in gaan zetten voor cliënten met een indicatie zonder behandeling vanaf VV6. Voor de locatie Vreedenhoff werken een geestelijk verzorger en een casemanager dementie.

(6)

Pagina 6 van 24

Ontwikkelingen

Sinds half juni heeft Innoforte een nieuwe directeur-bestuurder. Tijdens de fusie bestond de raad van bestuur uit twee leden, de bestuurder van Innoforte ad interim en de oud bestuurder van Vreedenhoff. In de fusie is besloten tot een eenhoofdige raad van bestuur. Innoforte heeft daarvoor een nieuwe bestuurder aangetrokken.

1.3 Actuele ontwikkelingen in het kader van de Wzd en de Wvggz

Innoforte heeft de Bopz-aanmerking die tot 1 januari 2020 op Vreedenhoff van toepassing was, in het openbaar locatieregister ingeschreven als een Wet zorg en dwang (Wzd)-locatie.

Vreedenhoff zegt binnen persoonsgerichte zorg ook aandacht te hebben voor onvrijwillige zorg onder de Wzd.

Vreedenhoff geeft aan geen problemen te ervaren bij het invullen van de rollen die nodig zijn om het stappenplan te kunnen toepassen. De zorgaanbieder werkt samen met andere zorgaanbieders in de regio om de rollen in te vullen.

1.4 COVID-19 Vreedenhoff

Vreedenhoff had met name tijdens de tweede golf te maken met COVID-19. Eén afdeling is in die periode in cohort gegaan. Er zijn tijdens deze uitbraak helaas een aantal cliënten overleden.

Tijdens de uitbraak heeft Vreedenhoff de deskundigheid van een externe partij in huis gehaald. Deze partij zorgde samen met de zorgverleners voor een veilige woon-leefsituatie voor de cliënten en kennisoverdracht en een veilige

werksituatie voor de zorgverleners.

Ten tijde van het bezoek zijn er geen besmette cliënten aanwezig in

Vreedenhoff. De locatie vraagt bezoekers om een mondkapje te dragen en de anderhalve meter regel in acht te nemen.

Volgens verschillende gesprekspartners waren en zijn er steeds voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) in Vreedenhoff aanwezig.

(7)

2 Conclusie

Dit hoofdstuk start met een samenvatting van de resultaten weergegeven in taartdiagrammen. Daarin staat hoe de inspectie de geleverde zorg beoordeelt.

Vervolgens geeft de inspectie haar conclusie over Vreedenhoff. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

2.1 Overzicht van de resultaten

Onderstaande diagrammen laten per thema zien hoe de inspectie Vreedenhoff beoordeelt. Een toelichting op de kleuren in de diagrammen staat in hoofdstuk 4.

Oordeel Thema 1 Thema 2 Thema 3 Thema 4

voldoet 0 0 0 0

voldoet grotendeels 3 1 2 2

voldoet grotendeels niet 1 4 1 0

voldoet niet 0 0 0 0

niet getoetst 1 2 0 0

2.2 Wat gaat goed

Cliënten van Vreedenhoff kunnen in principe rekenen op warme en

persoonsgerichte zorg. Vaste zorgverleners stemmen hun bejegening af op de wensen en behoeften van de cliënten. Vreedenhoff kent een open cultuur, waarin zorgverleners uitwisselen en reflecteren op de zorg die zij bieden. Op het gebied van hygiëne- en infectiepreventie voldoet de locatie aan de gestelde normen.

2.3 Wat moet beter

Vreedenhoff moet werken aan het verstevigen van de integrale teams. De persoonsgerichtheid en de kwaliteit van zorg is op dit moment nog te afhankelijk van de samenstelling en aansturing op teamniveau. Ook zijn er hiaten in kennis op het gebied van onvrijwillige zorg. Door organisatieafspraken worden sommige cliënten beperkt in hun bewegingsvrijheid. Verder moet het methodisch en

Thema 1:

Persoonsgerichte zorg (5 normen)

Thema 2:

Deskundige zorgverlener (7 normen)

Thema 3: Sturen op kwaliteit en

veiligheid (3 normen)

Thema 4:

Hygiëne- en infectiepreventie

(2 normen)

(8)

Pagina 8 van 24

multidisciplinair werken binnen de teams van Vreedenhoff beter. In sommige teams zijn risico’s in de zorg aan cliënten nu niet voldoende in beeld en afgestemd op de actuele situatie.

In andere teams verloopt het methodisch en multidisciplinair werken beter. Hier ziet de inspectie dat de teamsamenstelling en beschikbare deskundigheid stabieler is.

2.4 Conclusie bezoek

Vreedenhoff voldoet grotendeels aan acht van de veertien getoetste normen.

Aan zes normen voldoet zij grotendeels niet. Vreedenhoff heeft een turbulente tijd achter de rug met een fusie, COVID-19 en een nieuwe directeur-bestuurder.

De inspectie constateert dat de missie en visie van Innoforte binnen Vreedenhoff gedeeltelijk zichtbaar wordt in de dagelijkse zorg aan cliënten. Het bestuur en management kennen de bestaande knelpunten, zijn hier transparant over en actief bezig met verbeteringen. Toch ziet de inspectie dat de benodigde randvoorwaarden voor het bieden van kwaliteit en veiligheid van zorg binnen een aantal teams onvoldoende aanwezig zijn. Met name als het gaat over de personeelssamenstelling, methodisch werken, multidisciplinair samenwerken en aanwezige kennis op het gebied van onvrijwillige zorg. Dit maakt dat de

inspectie zorgen heeft over de kwaliteit van de zorg aan cliënten binnen Vreedenhoff.

(9)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van Vreedenhoff verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Vreedenhoff verwacht

Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.

De inspectie verwacht dat Vreedenhoff gaat voldoen aan alle normen die tijdens dit bezoek grotendeels en grotendeels niet voldeden. De inspectie vraagt hierbij prioritering voor de volgende normen:

- Norm 2.1: Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de

benodigde zorg en ondersteuning op basis van gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

- Norm 2.2: Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het cliëntdossier.

- Norm 2.5: De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

- Norm 2.7: Zorgverleners werken multidisciplinair en schakelen tijdig

disciplines en specifieke expertise in van binnen of buiten de organisatie. In deze samenwerking maken zorgverleners afspraken wie waarvoor

verantwoordelijk is.

De inspectie verwacht dat Vreedenhoff zo snel mogelijk maar uiterlijk binnen een termijn van vier maanden zichtbare verbeteringen realiseert op deze normen.

De inspectie verwacht dat Innoforte de verbetermaatregelen zo nodig ook op andere locaties treft.

3.2 Vervolgacties van de inspectie

De inspectie heeft met dit bezoek een beeld gekregen van de kwaliteit en veiligheid bij Vreedenhoff. Zij gaat ervan uit dat de bevindingen uit hoofdstuk 4 Innoforte voldoende handvatten geeft om aan de normen te gaan voldoen. De inspectie bezoekt Vreedenhoff opnieuw na afloop van de verbetertermijn van vier maanden. Als Vreedenhoff tijdens dit bezoek onvoldoende voortgang laat zien, zal de inspectie handhaving overwegen.

(10)

Pagina 10 van 24

4 Resultaten

Dit hoofdstuk beschrijft per thema de normen, het oordeel en de bevindingen.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Lichtgroen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg

Het startpunt voor het geven van de zorg zijn de wensen van de cliënt. Kent de zorgverlener de cliënt? Kent hij1 zijn geschiedenis? Weet hij wat de cliënt belangrijk vindt en wat de cliënt niet wil? Is er sprake van een evenwichtige en respectvolle relatie tussen een cliënt en een zorgverlener? Wordt er goed geluisterd naar de cliënt en zijn naasten? En belangrijker, staan de wensen van de cliënt centraal? Wordt hier gehoor aan gegeven? De cliënt heeft de regie en wordt daarbij ondersteund door zijn naasten en de zorgverlener.

4.1.1 Resultaten Norm 1.1

Iedere cliënt heeft inspraak in en afspraken over de doelen van de zorg, behandeling en ondersteuning.

Volgens de inspectie voldoet Vreedenhoff grotendeels aan deze norm.

De inspectie ziet en hoort dat zorgverleners een opnamegesprek voeren met cliënten die bij de Vreedenhoff komen wonen. Dit gesprek richt zich op de wensen en behoeften van cliënten. Zes weken na opname volgt een

zorgleefplanbespreking. De teamleider, EVV’er, verpleegkundige, familie en/of cliënt en behandelaren zijn hierbij aanwezig. De huisartsen van cliënten zijn uitgenodigd deel te nemen aan de zorgleefplanbespreking. Zij sluiten meestal niet aan. Tijdens het overleg evalueren de aanwezigen het zorgplan en passen dit waar nodig aan. De inspectie ziet ondertekende zorgplannen terug in de cliëntdossiers. Ook ziet zij verslagen van de zorgleefplanbesprekingen terug in het Elektronisch Cliënten Dossier (ECD).

Cliënten vertellen dat zij inspraak hebben in de zorg die zij krijgen. Zo is er een cliënt op de afdeling somatiek die graag meedoet aan activiteiten. Zij vertelt dat zij aangegeven heeft dat zorgverleners haar hiervoor mogen roepen. Zij wil dan wel zelfstandig naar de huiskamer toelopen. De inspectie ziet deze afspraken in haar dossier terug.

1 Voor de leesbaarheid wordt hier de mannelijke vorm gebruikt; waar ‘hij’ staat bedoelt de inspectie ook

‘zij’.

(11)

Tegelijkertijd hoort de inspectie dat niet alle cliënten aansluiten bij de

zorgleefplanbespreking. Zorgverleners vertellen dat zij inschatten of een cliënt kan aansluiten. Dit overleggen zij niet met de cliënt of de

cliëntvertegenwoordiger. Wel vragen zij in dit geval voorafgaand aan de zorgleefplanbespreking input van de cliëntvertegenwoordiger op.

Norm 1.2

Zorgverleners kennen de cliënt, zijn wensen en behoeften.

Volgens de inspectie voldoet Vreedenhoff grotendeels aan deze norm.

De inspectie ziet dat zorgverleners de wensen en voorkeuren de cliënt kennen.

Als een cliënt bij Vreedenhoff is komen wonen, vraagt de betrokken activiteitenbegeleider naar de persoonlijke voorkeuren van de cliënt. Deze informatie neemt zij op in het cliëntverhaal in het ECD. Zo leest de inspectie dat een cliënt van puzzelen houdt. Tijdens de rondgang ziet de inspectie dat deze cliënt zich buigt over een puzzel.

Ook vraagt de activiteitenbegeleider van het team bij iedere cliënt en/of diens vertegenwoordiger de levensgeschiedenis uit. De inspectie ziet

levensgeschiedenissen en belangrijke gebeurtenissen terugkomen in het cliëntdossier. In gesprekken en dossiers ziet de inspectie dat zorgverleners aandacht hebben voor specifieke levensvragen als eenzaamheid en depressie. Zo vertelt een cliënt over haar vriendschap met een andere cliënt van Vreedenhoff.

Deze cliënt is recent overleden. De cliënt vertelt dat zorgverleners nu dagelijks bij haar binnenlopen om te vragen hoe het gaat. Ook leiden zij haar actief af door de cliënt uit te nodigen voor een kopje thee of een activiteit. Vreedenhoff heeft een geestelijk verzorger in dienst die naar wens van de cliënt gesprekken kan voeren over levensvragen. De inspectie hoort van verschillende cliënten op de afdelingen somatiek dat zij gesprekken voeren met de geestelijk verzorger.

Vaste zorgverleners zijn zich bewust van de beperkingen en de mogelijkheden van de cliënt. Zo ziet de inspectie dat een cliënt zelf opstaat van de stoel wanneer een zorgverlener een hand op haar rug legt. Een andere cliënt loopt zonder rollator wankel door de gang. De zorgverlener haalt de rollator en geeft deze aan de cliënt.

Tegelijkertijd hoort en ziet de inspectie dat een aantal afdelingen een krappe bezetting hebben. Op deze afdelingen zet het management daarom zzp’ers of invalkrachten in. De inspectie hoort dat deze invalkrachten de cliënten niet goed kennen en zich vaak niet inlezen in het cliëntverhaal. De inspectie hoort dat Innoforte recent een recruiter heeft aangenomen voor het aantrekken van nieuwe medewerkers en medewerkers die voor langere tijd worden

gedetacheerd. Dit om continuïteit te vergroten.

Norm 1.3

Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over hun leven en welbevinden.

Volgens de inspectie voldoet Vreedenhoff grotendeels niet aan deze norm.

Sinds maart 2021 zijn de buitendeuren van de open pg-afdeling afgesloten met een codeslot. Dit is onderdeel van het plan om leefcirkels te creëren binnen de afdeling De Driehoek. Hiermee zal De Driehoek één leefgebied worden voor cliënten. Het openen van tussendeuren, is echter nog niet gerealiseerd. Hierdoor zijn cliënten op dit moment beperkt in hun bewegingsvrijheid. Cliënten die

(12)

Pagina 12 van 24

eerder vrij waren om naar buiten te gaan, moeten nu een deur met een codeslot door. Voor een aantal cliënten van de voormalige Bopz-afdeling betekent dit dat zij wonen achter twee gesloten deuren, beide met een ander codeslot. Het management geeft aan dat de deuren zo snel mogelijk open zullen gaan.

Daarnaast ziet de inspectie dat op een aantal afdelingen zorgverleners geneigd zijn om taakgericht te werken in plaats van cliëntgericht. Zorgverleners nemen hierbij regie van cliënten over. Zo bepalen sommige zorgverleners wat een cliënt te drinken krijgt of eet. Uit navraag komt naar voren dat zij dit efficiënter

vinden. De inspectie ziet dat sommige afdelingen gebruik maken van looplijsten waarop staat hoe laat een cliënt geholpen wordt. Zorgverleners geven aan dat het met de huidige bezetting niet altijd mogelijk is om de cliënt regie te geven over de momenten van opstaan en naar bed gaan.

Tegelijkertijd ziet de inspectie dat zorgverleners keuzemogelijkheden bieden aan cliënten. Tijdens de rondgang langs meerdere huiskamers ziet de inspectie dat zorgverleners samen met cliënten activiteiten ondernemen zoals koffiedrinken, de krant lezen of een spelletje doen. Een zorgverlener vertelt met activiteiten aan te sluiten bij de voorkeuren van cliënten. De inspectie hoort en ziet tijdens gesprekken en observatie dat de activiteitenbegeleiders integraal deel uitmaken van de teams. Omdat deze activiteitenbegeleiders de levensgeschiedenissen en voorkeuren goed kennen, kunnen zij hierop inspelen bij het aanbieden van activiteiten. De activiteitenbegeleider vertelt de inspectie dat zij hier met de andere zorgverleners bij stilstaat. Zo ziet de inspectie tijdens een observatie dat een zorgverlener een cliënt vraagt of hij een stukje wil spelen. De cliënt reageert blij en pakt zijn accordeon. De cliënt speelt muziek en andere cliënten en

zorgverleners dansen.

Norm 1.4

Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met respect behandeld.

Volgens de inspectie voldoet Vreedenhoff grotendeels aan deze norm.

De inspectie ziet dat zorgverleners op een persoonlijke en respectvolle manier met cliënten omgaan. Zo ziet de inspectie dat cliënten op een afdeling

gezamenlijk schilderen. Eén van de cliënten lukt het niet goed om te stoppen met haar taak, terwijl zij eigenlijk een kopje koffie wil drinken. Een zorgverlener legt daarom haar schilderij even aan de kant en geeft de cliënt haar kopje koffie.

Dit geeft de cliënt de rust om haar koffie te drinken. Ook ziet de inspectie dat zorgverleners regelmatig een arm om een cliënt heen leggen en door de knieën zakken om op ooghoogte te komen bij de cliënt. Een andere zorgverlener reikt een cliënt een speelgoedknuffel aan. De cliënt reageert enthousiast op deze speelgoedknuffel. Later vertelt de zorgverlener dat deze speelgoedknuffel een bijzondere betekenis heeft voor de cliënt. Een andere zorgverlener vertelt nooit zomaar bij een cliënt het appartement in te lopen, maar eerst te kloppen en te wachten op antwoord. De cliëntenraad bevestigt dat zorgverleners aandacht hebben voor de respectvolle bejegening van cliënten. De inspectie ziet dat zorgverleners oog hebben voor iedere cliënt, ook de cliënten die minder aandacht vragen.

Tegelijkertijd ziet de inspectie dat de benadering van zorgverleners onderling wisselt. Het tempo van zorgverleners is niet altijd passend bij het tempo van cliënten. Zo ziet de inspectie een cliënt die zelfstandig een woordpuzzel maakt.

Een zorgverlener gaat bij deze cliënt zitten en geeft een aantal antwoorden,

(13)

daarna loopt de zorgverlener weer weg. De cliënt is zichtbaar verward en stopt met de woordpuzzel.

Norm 1.5

Zorgverleners ondersteunen cliënten om hun informele netwerk in stand te houden of uit te breiden.

De norm is niet getoetst.

4.2 Thema Deskundige zorgverlener

De zorgaanbieder zet voldoende en deskundige zorgverleners in. Hij schoolt, ondersteunt en stimuleert hen structureel.

De samenstelling van het personeel past bij de zorgvragen van de cliënten. De zorgverleners zijn voldoende deskundig. Zij kennen de grenzen van hun

deskundigheid. Daarnaast zijn zorgverleners in staat om samen te werken. De zorgaanbieder zorgt voor de voorwaarden waaronder zorgverleners methodisch kunnen werken. De zorgverlener is in staat methodisch te werken. Methodisch werken garandeert dat het verbeteren van de kwaliteit van de zorg continu onder de aandacht is van alle zorgverleners.

Methodisch werken houdt in dat zorgverleners werken volgens de Plan-Do- Check-Act(PDCA)-cyclus:

- Plan: kijken naar de werkzaamheden en een plan maken hoe deze kunnen verbeteren.

- Do: de verbeteringen uitvoeren.

- Check: beoordelen of het resultaat van de veranderingen het gewenste resultaat oplevert.

- Act: de werkzaamheden bijstellen aan de hand van de gevonden resultaten.

Het methodisch werken is ook van toepassing op het thema Sturen op kwaliteit en veiligheid.

4.2.1 Resultaten Norm 2.1

Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en ondersteuning op basis van gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften,

mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Vreedenhoff grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie ziet dat de gesignaleerde risico’s op basis waarvan zorgverleners professionele afwegingen maken wisselend relevant en actueel zijn. Zo leest de inspectie in verschillende cliëntdossiers op de pg-afdelingen over cliënten met een verhoogd risico op dementie. In hun dossiers staat dat zij hierdoor geen regelvermogen meer hebben. Voor al deze cliënten is dit een geaccepteerd risico. Bij navraag hoort de inspectie dat dementie standaard als risico is opgenomen in de zorgdossiers van pg-cliënten. Ook is dit risico standaard geaccepteerd. Wat regelvermogen precies inhoud, weet de zorgverlener niet.

Een zorgverlener vertelt dat dit ook voor andere onderwerpen geldt.

Voorbeelden zijn medicatie, hygiëne, mondzorg en vallen. Deze risico’s staan ook in de zorgdossiers van cliënten bij wie dit risico niet van toepassing is.

Daarbij ziet de inspectie dat de genoemde risico’s en daaruit volgende doelen en acties niet altijd meer actueel zijn. Zo is in een zorgdossier opgenomen dat een cliënt risico heeft op overgewicht. De actie hiervoor is dat zorgverleners deze cliënt minder voedsel moeten aanbieden. Een zorgverlener vertelt echter dat de

(14)

Pagina 14 van 24

betreffende cliënt al een half jaar niet meer eet en alleen bijvoeding drinkt. Deze ontwikkeling ziet de inspectie niet terug in het cliëntdossier.

Anderzijds ziet de inspectie op een aantal somatische afdelingen dat de risico’s in de dossiers wel actueel en relevant zijn. Daarbij stemmen zorgverleners de doelen en acties op basis van deze risico’s af op de cliënt. Zo ziet de inspectie een cliënt met diabetes. In het levensverhaal van deze cliënt staat dat zij van snoepen houdt, vooral van nougat. In overleg met de diabetesverpleegkundige, de familie en zorgverleners is daarom besloten deze cliënt toch af en toe nougat te geven. Hierdoor houden de zorgverleners de bloedsuiker van de cliënt extra in de gaten en stemmen zij hierover af met de diabetesverpleegkundige. De

inspectie ziet passende doelen, acties en rapportage hierop terug in het cliëntdossier.

De inspectie hoort en ziet in gesprekken en dossierinzage dat zorgverleners binnen Vreedenhoff in wisselende mate een individuele afweging maken bij de inzet van onvrijwillige zorg. Zo zijn de deuren op de pg-afdeling gesloten.

Gesprekspartners geven aan dat er niet per individu een afweging plaatsvindt of een plaats op deze afdeling bij de betreffende cliënt gewenst is. Ook ziet de inspectie dat zorgverleners bij een cliënt het gebruik van sigaretten beperken. Er is afgesproken dat deze cliënt één sigaret onder toezicht mag roken. In het dossier van deze cliënt is niet vastgelegd waarom dit zo is en wat eventuele alternatieven hiervoor zouden zijn.

Daarentegen ziet de inspectie ook afdelingen waar zorgverleners deze afwegingen wel maken. Zo is er een cliënt die alcoholvrije wijn krijgt. Dit vanwege toenemend valgevaar. De inspectie ziet in het dossier van deze cliënt dat het gebruik van wijn met alcohol multidisciplinair afgewogen is tegen het risico op vallen. In overleg met de familie, zorgverleners en de basisarts is besloten om op alcoholvrije wijn over te gaan. De cliënt zelf merkt het verschil niet meer. De afweging staat als maatregel in het kader van de Wzd beschreven in het zorgdossier. Ook op de somatische afdelingen wegen zorgverleners vrijheid en veiligheid tegen elkaar af. De inspectie hoort en leest over een cliënt met de behoefte om buiten te lopen, terwijl deze cliënt steeds meer vergeet.

Zorgverleners wegen met elkaar af hoe zij de cliënt vrijheid kunnen geven en in hoeverre dit verantwoord is. De cliënt gebruikt nu, in overleg met de cliënt zelf, diens familie en de arts, een gps tracker. Daarbij spreken zorgverleners met de cliënt af welk rondje die loopt. Uit rapportage blijkt dat dit goed gaat.

Norm 2.2

Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het cliëntdossier.

Volgens de inspectie voldoet Vreedenhoff grotendeels niet aan deze norm.

Uit dossierinzage komt naar voren dat zorgverleners in wisselende mate methodisch werken. Zorgverleners binnen een aantal teams stemmen nog niet goed met elkaar af. Zo ziet en hoort de inspectie tijdens gesprekken, observaties en dossierinzage dat zorgverleners op de pg-afdeling voor iedere cliënt werken met een zorgleefplan en een cliëntverhaal. Deze documenten zitten in het ECD.

Toch hoort de inspectie van verschillende huiskamerondersteuners dat zij een papieren map gebruiken waarin zij rapporteren over cliënten. Zij gebruiken hiervoor niet het ECD. In gesprekken hoort de inspectie dat zorgverleners deze papieren map niet kennen en de rapportage niet lezen. De inspectie ziet de informatie uit de map niet terug in het ECD.

(15)

De inspectie ziet dat informatie in de zorgplannen niet altijd actueel is. Een zorgverlener vertelt over een cliënt die last heeft van een aandoening waarbij verwarring en agitatie erger worden naarmate de dag vordert. Zij geeft aan dat het voor deze cliënt belangrijk is om structuur en afleiding te bieden. De inspectie leest deze informatie niet terug in het cliëntendossier. In het

zorgdossier van een andere cliënt staat dat zij vanwege valrisico loopt met een rollator. In gesprek en observatie ziet de inspectie dat deze cliënt sinds een aantal maanden bedlegerig is.

De inspectie ziet en hoort dat zorgverleners niet altijd opvolging geven aan behandelopdrachten. Daarbij rapporteren zorgverleners nog regelmatig op algemeenheden en niet op doel. Zo leest de inspectie in een zorgdossier de afspraak een cliënt iedere maand te wegen. De gewichtsmetingen zijn niet maandelijks gedaan, ook ontbreekt informatie over kleding en tijdstip van het wegen. In een ander dossier ziet de inspectie een behandelopdracht om te observeren op gedrag. Er is geen rapportage op gedrag terug te vinden. Ook ziet de inspectie een aantal zorgdossiers waarin zorgverleners vooral over

algemeenheden rapporteren zoals: ‘mevrouw heeft pijn’ en ‘mevrouw was erg boos’.

Anderzijds ziet de inspectie dat binnen een aantal teams de integrale

afstemming goed verloopt. Op een aantal somatische afdelingen heeft iedere cliënt een actueel cliëntverhaal en zorgleefplan, gebaseerd op risico-

inventarisaties. Zorgverleners beschrijven zowel het cliëntverhaal als het zorgleefplan vanuit het perspectief van de cliënt. Ook ziet de inspectie dat opvolging van behandelopdrachten hier beter verloopt. Wel ziet de inspectie dat ook hier het effectief rapporteren op doelen en acties nog niet altijd goed verloopt. Zo staat in een zorgdossier dat een cliënt nieuwe medicatie krijgt tegen onrust met de vraag te rapporteren op de effecten van deze medicatie.

Zorgverleners rapporteren daarna dagelijks over de inname van het medicijn en hoe het met de cliënt is. Zij beschrijven echter niet of en hoe het nieuwe

medicijn het gedrag van de cliënt beïnvloedt of verandert.

Norm 2.3

De zorgaanbieder zorgt dat zorgverleners ruimte krijgen om systematisch te reflecteren op goede, veilige en persoonsgerichte zorg. Vanuit de reflectie kunnen zorgverleners verbeteringen toepassen.

Volgens de inspectie voldoet Vreedenhoff grotendeels aan deze norm.

De inspectie ziet en hoort tijdens de rondgang en gesprekken dat Vreedenhoff zorgverleners de gelegenheid geeft om de geboden zorg te evalueren. Hiervoor gebruiken zij het ‘elfuurtje’: van 11 tot kwart over 11 bespreken zorgverleners de zorg en waar ze tegenaan lopen. Zorgverleners vertellen dat zij tijdens dit kwartier niet alleen de dagelijkse zorg bespreken, maar bijvoorbeeld ook Meldingen Incidenten Cliënten (MIC) aan bod komen. Verder zit tussen iedere dienst een kwartier overlap, waardoor zorgverleners van dienst tot dienst de tijd hebben mondeling aan elkaar over te dragen. De inspectie ziet dat zorgverleners dit ook doen. Daarnaast vindt voor ieder team, iedere zes weken een

teamoverleg plaats. De inspectie hoort van zorgverleners dat zij zich gehoord en gezien voelen door het huidige management. Als zij ergens mee zitten, weten zij tot wie ze zich moeten wenden. Wel geven zorgverleners aan dat zij in dit contact afwachtend zijn. Een oorzaak hiervan is dat er binnen het management veel wisselingen zijn geweest in de afgelopen jaren.

(16)

Pagina 16 van 24

Daarbij hoort de inspectie dat het ‘elfuurtje’ nog weinig structuur kent.

Gesprekspartners geven aan dat zij dit moment soms ook gebruiken om even bij te kletsen met collega’s in plaats van te reflecteren op de geboden zorg. Ook in het teamoverleg, wat maandelijks plaatsvindt, is er volgens gesprekspartners weinig structuur om de geboden zorg te evalueren.

Norm 2.4

Zorgverleners houden relevante ontwikkelingen in hun vakgebied bij om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen bieden.

De norm is niet getoetst.

Norm 2.5

De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

Volgens de inspectie voldoet Vreedenhoff grotendeels niet aan deze norm.

Het management en bestuur vertellen dat het verzuim en verloop binnen

Vreedenhoff hoog is. De inspectie hoort dat dit door meerdere factoren komt. Zo integreert een aantal zorgverleners vanuit een ziektetraject na corona.

Daarnaast speelt de krappe arbeidsmarkt een rol. Ook vertelt de bestuurder dat Innoforte na de fusie met Vreedenhoff een cultuurverandering heeft ingezet. Dit heeft voor een hogere uitstroom gezorgd. Op dit moment is het verloop weer stabiel, zo hoort en leest de inspectie. Het management vertelt dat het door het huidige verzuim en verloop lastig is om de bezetting van zorgverleners op orde te houden. Ook de cliëntenraad geeft aan zich zorgen te maken over het verloop van zorgverleners. Om eventuele gaten op te vangen maakt Vreedenhoff gebruik van zzp’ers of invalkrachten. Het management geeft aan dit niet wenselijk te vinden en is in gesprek om invalkrachten voor langere tijd aan de locatie te binden. Van zorgverleners hoort de inspectie dat de werkdruk hoog is.

Sinds enige tijd werkt Vreedenhoff met integrale teams. Gesprekspartners geven aan dat het zoeken is naar een samenwerking tussen de verschillende

disciplines. Het uitwisselen van kennis en aandachtsgebieden, gebeurt volgens gesprekspartners nog te weinig. De inspectie hoort dat er veel wisselingen hebben plaatsgevonden in het management, op teamleider- en

managementniveau. Gesprekspartners geven aan dat dit onrust gaf in de organisatie.

De inspectie ziet en hoort dat er kennis ontbreekt op thema’s zoals de Wzd, onbegrepen gedrag, agressie en methodisch werken. In het scholingsplan voor 2021-2022 is er aandacht voor deze thema’s. De scholingen hebben echter gedeeltelijk, door COVID-19, geen doorgang kunnen vinden. Behandelaren geven aan dat de kennis en kunde van zorgverleners nog niet altijd voldoende is voor de cliëntenpopulatie van Vreedenhoff. Met name bij cliënten die leven met dementie, schiet kennis soms tekort. Behandelaren geven aan geen klinische lessen te verzorgen. Zij zijn ook niet op een andere manier betrokken bij de deskundigheidsbevordering van zorgverleners.

Tegelijkertijd heeft Vreedenhoff zicht op de bevoegd- en bekwaamheden van zorgverleners. De inspectie ziet dat zorgverleners geschoold zijn in de

verpleegtechnische handelingen die zij uitvoeren. Via een portaal is dit voor de zorgverleners inzichtelijk. Een teamleider stuurt op het tijdig bijscholen hiervan.

(17)

Norm 2.6

Zorgverleners handelen volgens de afspraken zoals beschreven in protocollen, richtlijnen en handreikingen. Zij weten wanneer zij wel en niet kunnen afwijken.

De norm is niet getoetst.

Norm 2.7

Zorgverleners werken multidisciplinair en schakelen tijdig disciplines en specifieke expertise in van binnen of buiten de organisatie. In deze

samenwerking maken zorgverleners afspraken wie waarvoor verantwoordelijk is.

Volgens de inspectie voldoet Vreedenhoff grotendeels niet aan deze norm.

Vreedenhoff organiseert multidisciplinair overleg voor alle cliënten. Verschillende disciplines ontmoeten elkaar in overlegvormen zoals zorgleefplanbesprekingen en artsenvisites. Bij de zorgleefplanbespreking voor cliënten van de pg-

afdelingen is standaard een psycholoog en arts van de externe behandeldienst aanwezig. Toch hoort de inspectie van verschillende gesprekspartners dat de multidisciplinaire samenwerking binnen deze afdelingen nog niet altijd goed vorm krijgt. Binnen het behandelend team zijn een heel aantal wisselingen geweest. Hierdoor zijn samenwerkingsafspraken regelmatig niet bekend bij zorgverleners en behandelaren. Ook ziet de inspectie dat een aantal

overlegvormen die zouden moeten plaatsvinden, nog geen doorgang vinden. Een voorbeeld is het gedragsspreekuur. Zorgverleners vertellen dat voor hen de rol van de psycholoog niet altijd duidelijk is. Ook tijdens dossierinzage ziet de inspectie weinig psychologische interventies terug. Dit, terwijl de ziektebeelden van cliënten hier regelmatig om vragen.

Verder ziet de inspectie tijdens dossierinzage dat zorgverleners wisselend omgaan met het opvolgen van behandelopdrachten (zie ook norm 2.2).

Vreedenhoff is al enige jaren bezig met de transitie naar het bieden van zwaardere zorg aan haar cliënten. Tijdens het laatste bezoek in 2019 zag de inspectie het plan om toe te groeien naar 100 plaatsen met behandeling. Ten tijde van het inspectiebezoek is dit nog niet gerealiseerd. Het management vertelt in 2021 voor alle cliënten die psychogeriatrische zorg ontvangen en nu zorg zonder behandeling ontvangen, zorg met behandeling te gaan aanvragen.

In 2022 volgt dit voor de somatische afdelingen. De inspectie hoort van

behandelaren dat zij tot op heden niet betrokken zijn bij beleid en visie rondom deze transitie. In reactie op feitelijke onjuistheden geeft de manager zorg aan dat er met de externe behandeldienst afspraken zijn gemaakt over de transitie naar verpleeghuiszorg voor pg-cliënten voor het najaar van 2021.

Op de afdelingen voor somatiek ziet de inspectie dat de teams investeren in de samenwerking met de huisarts. De verpleegkundige van het team is het vaste aanspreekpunt voor de huisarts. Zij stemmen zorgafspraken af, de

verpleegkundige vertaalt dit naar het zorgdossier en bespreekt veranderingen in de behandeling met het team. De inspectie hoort en ziet tijdens gesprekken en dossierinzage, dat deze multidisciplinaire afspraken goed in het dossier terecht komen. Ook ziet de inspectie dat de teams van somatiek via de huisarts regelmatig andere disciplines in consult vragen. Zo is er een cliënt die onrust laat zien in de nacht. Een SO is hiervoor in consult en adviseert zorgverleners over passende benaderingswijzen.

(18)

Pagina 18 van 24

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid

Goede zorg en deze op niveau houden begint bij een goed management.

Managers sturen op de kwaliteit van zorg, coördineren en controleren wat er gebeurt op de werkvloer. Onvoldoende sturing door het management betekent risico’s op de werkvloer die zorgverleners niet altijd kunnen voorkomen.

4.3.1 Resultaten Norm 3.1

De zorgaanbieder stelt de persoonsgerichte zorg en ondersteuning centraal en borgt de veiligheid van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Vreedenhoff grotendeels aan deze norm.

De inspectie leest in verschillende documenten dat Innoforte werkt vanuit de visie van positieve gezondheid. Hierbij handelt de organisatie volgens een aantal principes: welzijn, eigen regie, vakmanschap, ketendenken en wijsheid & balans.

Innoforte wil mensen in de laatste levensfase in welzijn en met eigen regie laten leven, met woongemak en zorg. Het management geeft aan meer aandacht aan deze visie te willen geven bij Vreedenhoff, omdat de visie van Innoforte hier wisselend tot uiting komt. Op sommige afdelingen gaat het goed, op sommige afdelingen minder. De inspectie ziet dit tijdens de bezoekdag terug (zie thema 1). De inspectie ziet dat de locatie duidelijke plannen heeft voor het

implementeren van de visie van Innoforte. Deze plannen komen samen in het plan ‘Vreedenhoff vitaal’. Een van de onderdelen waar het management op inzet, is het maaltijdconcept. Gesprekspartners vertellen dat de huidige vorm van de maaltijd, het kant en klaar aanleveren op dienbladen, tot onvrede leidt bij cliënten en zorgverleners. Het management vindt dit maaltijdconcept niet meer passen bij de visie op persoonsgerichte zorg. Op één afdeling is inmiddels een pilot gestart volgens het nieuwe maaltijdconcept, op deze afdeling koken zorgverleners samen met de cliënten. De cliëntenraad is hierbij betrokken.

De veiligheid van cliënten weegt Vreedenhoff af tegen persoonsgerichte zorg binnen een huiselijke sfeer. Zo ziet de inspectie dat deuren naar trappenhuizen of rolstoelhellingen zijn afgesloten door deuren die eenvoudig opengemaakt kunnen worden. Hierdoor kan een cliënt niet per ongeluk ter val komen, terwijl de vrijheid van de cliënt wel geborgd is.

Norm 3.2

De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Volgens de inspectie voldoet Vreedenhoff grotendeels niet aan deze norm.

Vreedenhoff heeft veel sturingsinformatie, maar benut dit nog niet voldoende om te sturen op kwaliteit en veiligheid. Het management geeft aan dat door de fusie de systemen van Innoforte en Vreedenhoff op elkaar moeten worden afgestemd om eenduidige informatie te krijgen. Ten tijde van het bezoek is er nog geen eenduidige werkwijze voor het vastleggen van kwaliteitsinformatie. In de twee kwartaalrapportages van 2021 leest de inspectie dat afdelingen op verschillende manieren informatie aanleveren over verschillende onderwerpen. Een afdeling levert een terugblik aan op het teamplan, een ander team levert aantallen en soorten meldingen incident cliënt (MIC) aan. In beide kwartaalrapportages ontbreken er afdelingen. Hier liggen systeemtechnische oorzaken aan ten

(19)

grondslag. Van deze afdelingen is geen kwaliteitsinformatie beschikbaar over die periode.

De inspectie ziet dat Vreedenhoff de uitkomsten van kwaliteitsindicatoren signaleert en monitort. Zij legt de opvolging van deze uitkomsten echter niet vast. Zo ziet de inspectie dat op meerdere afdelingen is geconstateerd dat risico- inventarisaties niet bij alle cliënten zichtbaar zijn. Een actie hierop ontbreekt (zie ook norm 2.1).

De inspectie ziet dat Vreedenhoff de MIC nog niet gebruikt voor de verbetering van zorg. Zorgverleners melden via een digitaal systeem. Binnen dit systeem beantwoorden zorgverleners vooral vragen over de plaats en tijd van het incident. Een analyse naar mogelijke oorzaken komt slechts beperkt aan de orde. De meldingen komen terecht bij de teamleider en de MIC-commissie.

Zorgverleners vertellen vaak niets terug te horen over een melding. Ook bespreken zij meldingen niet in het teamoverleg.

Tegelijkertijd hoort en leest de inspectie dat het management zich bewust is van de sterke punten en de verbeterpunten van de locatie.

Norm 3.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet Vreedenhoff grotendeels aan deze norm.

De inspectie hoort dat het management transparant is over de verbeterpunten die zij ziet en dat zij deze serieus neemt. De informatie die de inspectie gedurende de dag ophaalt, komt overeen met wat het management aan het begin van de dag aangeeft. Ook andere gesprekspartners zijn gericht op leren en verbeteren. Zij ervaren een positieve beweging richting kwaliteitsverbetering. Zo hoort de inspectie dat Vreedenhoff onderdeel uitmaakt van een lerend netwerk.

Zij ziet dit terug in het kwaliteitsplan. Zowel bestuurders als kwaliteitsmedewerkers wisselen informatie uit.

Ook ziet de inspectie diverse overlegvormen waarin er ruimte is voor zorgverleners om stil te staan bij hun dagelijks functioneren. Zowel

zorgverleners als management staan open voor reflectie en feedback. Dit blijkt uit de mate van overeenkomst tussen de informatie die het management aan de inspectie geeft en wat zij aantreft op de werkvloer. Ook ziet de inspectie deze openheid terug in het ophalen van informatie over kwaliteit en veiligheid middels audits en meldingen.

De cliëntenraad geeft aan dat het bestuur hen altijd betrekt bij besluitvorming.

Zij vergaderen maandelijks met het bestuur en hebben een stem als Vreedenhoff veranderingen wil doorvoeren. De cliëntenraad onderhoudt een goed contact met de cliënten en mantelzorgers van het huis, bijvoorbeeld door bijeenkomsten te organiseren.

Toch hoort en leest de inspectie dat zorgverleners elkaar nog niet altijd

aanspreken als dit nodig is. In verschillende gesprekken komt naar voren dat de vele wisselingen binnen de teams en het management, niet hebben bijgedragen aan een veilige sfeer. Dit maakt dat zorgverleners zich nog niet altijd veilig voelen zich uit te spreken.

(20)

Pagina 20 van 24

4.4 Hygiëne- en infectiepreventie Norm 4.1

Zorgverleners passen handhygiëne toe zoals beschreven in de richtlijn.

Volgens de inspectie voldoet Vreedenhoff grotendeels aan deze norm.

Tijdens de rondgang ziet de inspectie dat in de woningen binnen Vreedenhoff de voorzieningen voor handhygiëne voldoen aan de richtlijnen. De inspectie ziet dat bij elke wastafel een zeeppomp, papieren handdoeken en een prullenbak

aanwezig zijn. Ook ziet de inspectie dat er op elke afdeling de mogelijkheid is om de handen te desinfecteren. De inspectie ziet in verschillende ruimtes instructiekaarten met informatie over op welke momenten de zorgverleners handhygiëne moeten toepassen.

Tegelijkertijd ziet de inspectie dat de handen van de zorgverleners met

cliëntcontact niet altijd vrij zijn van sierraden, horloges, nepnagels en nagellak.

Norm 4.2

Zorgverleners gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen zoals beschreven in de richtlijn.

Volgens de inspectie voldoet Vreedenhoff grotendeels aan deze norm.

De inspectie ziet tijdens de rondgang dat binnen Vreedenhoff de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen op voorraad zijn.

Deze beschermingsmiddelen zijn op de afdelingen volgens de richtlijnen opgeslagen in een afgesloten kast. Ook ziet de inspectie tijdens de rondgang informatie op instructiekaarten voor zorgverleners over hoe zij moeten handelen als een cliënt besmet is met een infectieziekte.

Tijdens de rondgang vertelt een zorgverlener wanneer zij persoonlijke

beschermingsmiddelen moet gebruiken. Ook weet de zorgverlener hoe zij moet handelen als een cliënt besmet is met een infectieziekte.

Tijdens de rondgang ziet de inspectie meerdere zorgverleners die het mondneusmasker niet dragen volgens het protocol van Innoforte.

(21)

Bijlage 1 Methode

De inspecteur toetst of de zorg wordt gegeven zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

Om tot een goed onderbouwd oordeel te komen, gebruikt de inspectie tijdens het bezoek verschillende informatiebronnen. De inspectie vergelijkt en weegt de informatie uit deze bronnen. Vervolgens beoordeelt de inspectie of de geboden zorg door Vreedenhoff voldoet aan relevante wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. In de bevindingen beschrijft de inspectie per norm welke informatiebronnen zijn gebruikt om tot dit oordeel te komen en welke methode zij daarvoor gebruikt heeft.

Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende informatiebronnen gebruikt:

- Gesprekken met drie aantal cliënten van verschillende afdelingen;

- Observaties van cliënten op verschillende afdelingen voor pg en somatiek, zie uitleg over de methode hieronder;

- Gesprekken met vijf uitvoerende medewerkers van afdeling;

- Gesprekken met twee behandelaars;

- Gesprekken met het management(team);

- Zeven cliëntdossiers van verschillende afdelingen voor pg en somatiek;

- documenten, genoemd in bijlage 2;

- een rondgang door Vreedenhoff.

Inspecteurs beoordelen op de werkvloer of de zorgaanbieder goede zorg verleent. De inspecteurs passen zich zo veel mogelijk aan het ritme van de dag op de locatie aan. Om een beeld te krijgen van deze locatie starten de

inspecteurs zo mogelijk met een kort gesprek met de eindverantwoordelijke van die dag of de leidinggevende. Daarnaast vindt een rondleiding door de locatie plaats zodat de inspecteurs zich een beeld kunnen vormen van de leefsituatie van de cliënten en de werksituatie van de zorgverleners. Verder zijn de inspecteurs voor een groot deel van de tijd op de afdelingen of in de woningen aanwezig. In verschillende huiskamers observeren de inspecteurs cliënten en zorgverleners. Hiervoor gebruiken zij de observatiemethode SOFI (zie de uitleg hieronder). Tijdens de observatie kijken de inspecteurs hoe zorgverleners de cliënten aanspreken en hoe het contact tussen de cliënten en zorgverleners is.

De inspecteurs voeren door de dag heen, waar mogelijk, gesprekken met managers, zorgverleners, cliënten, cliëntvertegenwoordigers en

cliëntenraadsleden. Zij zien ook cliëntdossiers en documenten in.

De inspecteurs kunnen overlegvormen zoals bijvoorbeeld een multidisciplinair overleg of een overdrachtsmoment bijwonen.

(22)

Pagina 22 van 24

Uitleg observatiemethode SOFI

De inspectie maakt gebruik van een gestandaardiseerde methode om cliënten te observeren als extra informatiebron. Deze methode heet SOFI, Short

Observational Framework for Inspection. Dit hulpmiddel is ontwikkeld door de Universiteit van Bradford en CQC (de Engelse Inspectie voor de

Gezondheidszorg).

Krijgt de cliënt overdag activiteiten aangeboden die hij of zij zinvol of leuk vindt?

Spreekt de zorgverlener de cliënt aan op een manier die de cliënt plezierig vindt?

Hoe de cliënt de zorg ervaart, maakt onderdeel uit van de kwaliteit. Cliënten kunnen vaak moeilijk zelf aangeven wat hun wensen zijn. Hoe kan een inspecteur dan beoordelen of de zorg aansluit bij de wensen van deze cliënt?

Met SOFI zitten twee inspecteurs ieder in een huiskamer. Zij observeren hoe zorgverleners reageren op een cliënt, en andersom. Stimuleren de zorgverleners activiteiten voor cliënten? Praten zorgverleners met de cliënten, zingen zij een liedje, doen ze een spelletje of gaan zij wandelen met de cliënt. Hoe is de stemming van cliënten, hoe betrokken zijn zij bij hun omgeving?

Na de observatie volgt een gesprek met de zorgverleners waarin situaties die de inspecteurs hebben gezien aan de orde komen. Zo krijgen de inspecteurs een beter beeld hoe de individuele cliënten de zorg ervaren.

Wilt u meer weten over SOFI dan kunt u dit lezen op de website van de Universiteit van Bradford.

(23)

Bijlage 2 Geraadpleegde documenten

- Overzicht van de zorgprofielen van cliënten van Vreedenhoff;

- Overzicht van fte’s van zorgverleners en behandelaars op Vreedenhoff;

- Overzicht ziekteverzuim en personeelsverloop van Vreedenhoff van de laatste 12 maanden;

- Overzicht gevolgde scholingen van de afgelopen 2 jaar en de planning voor het lopend jaar;

- Overzicht MIC-meldingen/verbeteracties laatste 12 maanden;

- Visie en kernwaarden: beschreven in ‘Eindrapportage Strategische Koers Innoforte’;

- Visie op persoonsgerichte zorg: geborgd in de structuur van het zorgplan:

Welzijn op 1, daarna Pythia en Persoonlijke Verzorging; ‘Handleiding Zorgdossier’ Innoforte;

- Visie op eten en drinken Vreedenhoff;

- Evaluatie COVID’19;

- Kwaliteitsverslag 2020;

- Kwaliteitsplan 2021.

(24)

Pagina 24 van 24

Duidelijk. Onafhankelijk. Eerlijk.

www.igj.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Waar we in voorgaande jaren veel aandacht hebben besteed aan het betrekken van de familie bij de zorg van onze cliënten is de aanwezigheid en daarmee de betrokkenheid van het

Volgens de inspectie voldoet Stichting Het huis van tante Jans grotendeels niet aan deze norm.. De inspectie ziet dat de fysieke omgeving niet aansluit bij de behoeften van de

Tijdens het inspectiebezoek ziet de inspectie dat zorgverleners oog hebben voor de eigen regie van de cliënten, zij stimuleren deze bij de cliënt.. Zo ziet de inspectie

bestuurder vormt samen met de enige commissaris van Bernadetta Zorg B.V. de raad van commissarissen bij tenminste één zorgorganisatie, met wie Bernadetta Zorg B.V.

Ook werken zorgverleners van de afdeling somatiek niet volgens alle afspraken uit de procedure voor de retourbox en retourmedicatie.. Module

De inspectie ziet binnen alle lagen van De Schutse groeiende aandacht voor het belang van persoonsgericht- en multidisciplinair werken.. 2.3 Wat

Tijdens het bezoek van 15 november 2021 hoort de inspectie tijdens gesprekken met zorgverleners, ziet de inspectie tijdens de observaties en leest de inspectie in

De inspectie ziet en hoort dat op de locatie Joost de Moorstraat flinke stappen zijn gezet in het verbeteren van de kwaliteit van zorg en de veiligheid van de cliënten.. De