• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting KleinGeluk, locatie Het Kristal in Apeldoorn op 28 november 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting KleinGeluk, locatie Het Kristal in Apeldoorn op 28 november 2019"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

in Apeldoorn op 28 november 2019

Utrecht, november 2019 V2017413

(2)

Pagina 2 van 19

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Aanleiding bezoek 3

1.2 Beschrijving KleinGeluk en Het Kristal 3

2 Conclusie 5

2.1 Overzicht van de resultaten 5 2.2 Wat gaat goed 5

2.3 Wat moet beter 5 2.4 Conclusie bezoek 5

3 Wat zijn de vervolgacties 7

3.1 De vervolgactie die de inspectie van u als zorgaanbieder verwacht 7 3.2 Vervolgacties van de inspectie 7

4 Resultaten 8

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg 8 4.1.1 Resultaten 8

4.2 Thema Deskundige zorgverlener 10 4.2.1 Resultaten 11

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid 14 4.3.1 Resultaten 14

Bijlage 1 Methode 17

Bijlage 2 Beoordeelde documenten 19

(3)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bracht op 28 november 2019 een onaangekondigd vervolgbezoek aan Stichting KleinGeluk (hierna: KleinGeluk), locatie Het Kristal in Apeldoorn.

De inspecteurs toetsen of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde

kwaliteitskaders. Het toetsingskader is slechts een selectie hieruit. Als de

inspecteurs het tijdens het bezoek nodig vinden ook andere thema’s te onderzoeken dan doen zij dit. De inspecteurs benoemen de onderzochte thema’s dan apart in dit rapport.

De in dit rapport gebruikte begrippen liggen vast in een verklarende woordenlijst.

De inspecteurs verzamelen informatie door middel van observaties, een rondleiding, het inzien van documenten en gesprekken. Ze toetsen de thema’s persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener en sturen op kwaliteit en veiligheid.

Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader.

1.1 Aanleiding bezoek

In januari 2019 en daarna in november 2019 bracht de inspectie een bezoek aan locatie Sainte Marie. Tijdens dit laatste bezoek constateerde de inspectie dat de geboden zorg op Sainte Marie nog niet voldoende voldeed aan de getoetste normen.

Zes van de tien getoetste normen voldeden (grotendeels) niet. Dit is voor de inspectie aanleiding om een verbredingsbezoek te brengen aan een tweede locatie van KleinGeluk. De inspectie koos daarbij voor locatie Het Kristal.

Met dit bezoek toetst de inspectie of de zorg bij locatie Het Kristal voldoet aan de normen.

Dit rapport is niet los te zien van het rapport van het bezoek op 31 januari 2019 en op 21 november 2019 aan locatie Sainte Marie. Zie hiervoor de website van de inspectie (www.igj.nl) onder publicaties.

1.2 Beschrijving KleinGeluk en Het Kristal

KleinGeluk is op 1 juli 2018 ontstaan uit een fusie tussen de voormalige stichtingen De Zorgmensen en De Goede Zorg. De stichting heeft zes locaties in Apeldoorn.

KleinGeluk biedt verpleeghuiszorg, wonen met zorg, kortdurende opnames in het kader van eerstelijnsverblijf (ELV), dagactiviteiten en thuiszorg voor cliënten met een somatische en/of psychogeriatrische (PG) zorgvraag. Twee van de locaties bestaan uit afdelingen kleinschalig wonen (KSW) voor PG-cliënten. Deze hebben een aanmerking voor opnames binnen de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (Bopz). De andere vier locaties hebben geen Bopz aanmerking.

KleinGeluk heeft een toelating in het kader van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi).

De raad van bestuur van KleinGeluk bestaat uit twee bestuurders. Dit zijn de voormalige bestuurders van De Zorgmensen en De Goede Zorg. Per 1 januari 2020 zal een van deze bestuurders aftreden. Vanaf dat moment bestaat de raad van bestuur uit een eenhoofdige raad van bestuur. Naast de raad van bestuur bestaat het management van KleinGeluk uit een manager ondersteunende bedrijfsvoering,

(4)

Pagina 4 van 19

een manager financiën & control, een manager P&O en een manager wonen, zorg &

welzijn. Twee van deze managers zijn op ad interim basis. Onder laatstgenoemde vallen een stafmedewerker kwaliteit & veiligheid en vier stadsdeelmanagers. De stadsdeelmanagers zijn gekoppeld aan de locaties en diensten van KleinGeluk.

Het Kristal

Zorglocatie het Kristal is gevestigd in het gebouw Het Kristal. In gebouw Het Kristal bevinden zich meerdere voorzieningen zoals bijvoorbeeld een basisschool. Locatie Het Kristal bestaat uit zes woningen. In iedere woning bevindt zich een huiskamer.

Daarnaast is er voor iedere cliënt een eigen woon/slaapkamer met eigen sanitair. In de woningen biedt Het Kristal kleinschalig wonen voor cliënten met een

psychogeriatrische zorgvraag. Het Kristal heeft een aanmerking volgens de Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (Bopz). Twee keer twee woningen zijn aan elkaar gekoppeld. Zorgverleners kunnen de deuren tussen de huiskamers openzetten zodat er een grotere loopcirkel voor cliënten ontstaat. De twee overige huiskamers kunnen dit niet omdat zij boven elkaar gelegen zijn.

Het Kristal biedt plek aan 36 cliënten. Tijdens het inspectiebezoek verblijven 35 cliënten met een indicatie vanuit de Wlz, op basis van zorg in natura (ZIN). Eén cliënt heeft VV04, 28 cliënten hebben VV05 en 6 cliënten hebben VV07. De profielen zijn inclusief behandeling.

De dagelijkse aansturing van Het Kristal gebeurt door een stadsdeelmanager.

Het zorgteam van Het Kristal bestaat uit 33,61 fte aan zorgverleners. Qua niveaus is dit onderverdeeld in 0,92 fte coördinerend verpleegkundigen, 0,61 fte

verpleegkundigen, 17,88 fte verzorgenden IG niveau 3, 5,56 fte

contactverzorgende, 3,14 fte helpenden niveau 2 en 4,56 fte woonassistenten.

Daarnaast heeft Het Kristal 0,94 fte aan leerlingen verzorgenden IG. Het Kristal heeft de zorgverleners opgedeeld in 6 teams die ingedeeld zijn rondom een huiskamers. De teams zijn gekoppeld aan een ander team die op de gekoppelde huiskamer werkt. Het zorgteam van Het Kristal heeft een coördinerend

verpleegkundige.

Het Kristal heeft geen eigen behandeldienst, maar huurt dit in van een externe behandeldienst. De specialist ouderengeneeskunde (SO) is eindverantwoordelijk voor de medische zorg. Bij de zorg zijn andere disciplines betrokken zoals een psycholoog, een fysiotherapeut en een diëtist.

Organisatieontwikkelingen

In het eerste kwartaal van 2020 levert KleinGeluk twee nieuwbouwlocaties op, Juliana en Veldhuis. Een deel van de cliënten van KleinGeluk, waaronder Het Kristal, zal verhuizen naar één van de nieuwbouwlocaties.

(5)

2 Conclusie

Dit hoofdstuk start met een samenvatting. Hierin vindt u een overzicht. Daarin staat hoe de inspectie de geleverde zorg beoordeelt.

Vervolgens geeft de inspectie haar conclusie over Het Kristal. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen de scores op de normen zijn gegeven.

2.1 Overzicht van de resultaten

Onderstaand diagrammen laten u per thema zien hoe de inspectie uw locatie beoordeelt.

2.2 Wat gaat goed

Het Kristal biedt warme en liefdevolle zorg. Zorgverleners kennen de cliënt en weten de cliënt op professionele wijze nabijheid te bieden. Zorgverleners zijn deskundig en werken methodisch. Het multidisciplinaire team werkt samen om de cliënt integrale zorg te kunnen bieden waarbij de cliënt centraal staat. Het management heeft de organisatie op locatieniveau in beeld en stuurt op kwaliteit en veiligheid. Bestuurders,

zorgverleners, managers en cliëntenraad zijn betrokken bij de kwaliteit van zorg.

2.3 Wat moet beter

Zorgverleners bij Het Kristal moeten zich houden aan veldnormen. Zo moeten zij zich houden aan afspraken die staan in de veldnorm ‘Veilige Principes in de Medicatieketen’.

Het Kristal moet de zorgverlening verbeteren door te investeren in de deskundigheid van zorgverleners. Zorgverleners maken nu afspraken met contactpersonen zonder dat navolgbaar een afweging is gemaakt over de ter zake wilsonbekwaamheid van cliënten.

Het Kristal moet daarnaast een beter navolgbare afweging maken over het omgaan en opvolgen van gesignaleerde risico’s voor cliënten. Dit geldt ook voor het maken van een duidelijke navolgbare afwegingen bij de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen bij cliënten. Het cliëntdossier moet deze processen beter ondersteunen. Ook het werken met - en het beredeneerd afwijken van protocollen verdient de aandacht.

2.4 Conclusie bezoek

Het Kristal voldoet (grotendeels) aan 9 van de 12 getoetste normen. De locatiemanager, zorgverleners, behandelaren en de bestuurder hebben zich zowel tijdens het inspectiebezoek als in latere communicatie met de inspectie open en transparant opgesteld wat betreft zaken die goed en minder goed gaan.

Betrokkenen stellen zich daarnaast toetsbaar op doordat zij hun eigen functioneren regelmatig evalueren. De verbeterpunten die naar voren komen uit het inspectiebezoek worden herkend en erkend door betrokkenen. Het management van KleinGeluk laat zien te sturen op kwaliteit en veiligheid in de turbulente periode van een fusietraject en daarbij nieuwbouw en aanstaande verhuizingen.

Thema 1:

Persoonsgerichte zorg (5 normen)

Thema 2:

Deskundige zorgverlener

(7 normen)

Thema 3: Sturen op kwaliteit en

veiligheid (3 normen)

(6)

Pagina 6 van 19

Dit geeft de inspectie vertrouwen dat Het Kristal binnen afzienbare tijd verbeteracties inzet om te gaan voldoen aan normen waar zij grotendeels en grotendeels niet aan voldoet.

(7)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk leest u wat we van u als zorgaanbieder verwachten.

Daarna leest u wat de inspectie zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van u als zorgaanbieder verwacht Als zorgaanbieder moet u voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.

De inspectie verwacht dat u twee weken na vaststellen van dit rapport voldoet aan de veldnorm ‘Veilige Principes in de Medicatieketen’.

De inspectie vraagt u een verslag van een audit over medicatieveiligheid over al uw locaties op te stellen. Dit resultaatverslag verwacht de inspectie vóór 7 april 2020.

De inspectie verwacht daarnaast dat u binnen zes maanden na het vaststellen van dit rapport voldoet aan de normen waaraan u tijdens het inspectiebezoek

“grotendeels niet” voldeed (gele normen). De inspectie verwacht dat u de

noodzakelijke verbetermaatregelen neemt om de geconstateerde tekortkomingen alsnog weg te nemen. De inspectie verwacht dat KleinGeluk waar mogelijk ook verbeteringen doorvoert bij de normen die grotendeels voldoen (normen die lichtgroen zijn) en dit waar nodig ook inzet bij andere locaties.

3.2 Vervolgacties van de inspectie

De inspectie heeft met dit bezoek een beeld gekregen van de kwaliteit en veiligheid bij de locatie Het Kristal. Naar aanleiding van het auditverslag over

medicatieveiligheid zal de inspectie zich beraden of, en zo ja welke, vervolgstappen nog noodzakelijk zijn. De inspectie zal u hierover binnen vier weken na ontvangst van het resultaatverslag berichten.

Wat betreft de overige verbeteringen gaat de inspectie er vanuit dat de bevindingen uit hoofdstuk 4 voldoende handvatten geven om aan de normen te (blijven)

voldoen. Dit geldt ook voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg op andere locatie(s).

(8)

Pagina 8 van 19

4 Resultaten

Dit hoofdstuk beschrijft per thema de normen, het oordeel en de bevindingen.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donker groen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Licht groen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg

Het startpunt voor het geven van de zorg zijn de wensen van de cliënt. Kent de zorgverlener de cliënt? Kent hij1 zijn geschiedenis? Weet hij wat de cliënt belangrijk vindt en wat de cliënt niet wil? Is er sprake van een evenwichtige en respectvolle relatie tussen een cliënt en een zorgverlener? Wordt er goed geluisterd naar de cliënt en zijn naasten? En belangrijker, staan de wensen van de cliënt centraal? Wordt hier gehoor aan gegeven? De cliënt heeft de regie en wordt daarbij ondersteund door zijn naasten en de zorgverlener.

4.1.1 Resultaten Norm 1.1

Iedere cliënt heeft inspraak in en afspraken over de doelen van de zorg, behandeling en ondersteuning.

Volgens de inspectie voldoet Het Kristal grotendeels niet aan deze norm.

Cliënten hebben geen aantoonbare inspraak in de formulering van zorgdoelen, behandeling of ondersteuning. De contactpersoon ondertekent het zorgplan namens de cliënt terwijl in de dossiers niet staat vermeld dat de cliënt ter zake

wilsonbekwaam is. Bij navraag blijkt dat behandelaren en zorgverleners hierover geen individuele afweging maken. Gesprekspartners vertellen hierover namelijk dat cliënten, die opgenomen zijn op een BOPZ-afdeling, niet meer in staat zijn om zelf een beslissing te nemen of iets te ondertekenen. Dit betreft zowel de inhoud van het zorgleefplan en het overnemen van het medicatiebeheer als de inzet van

vrijheidsbeperkende maatregelen zoals een bedsensor of een bedhek.

Contactpersonen tekenen voor al deze zaken terwijl de cliënt niet ter zake wilsonbekwaam is verklaard. De inspectie leest over het ter zake wilsonbekwaam verklaren, niets terug in de cliëntendossiers.

Wel vindt er per cliënt ieder halfjaar een MDO plaats. In dit overleg evalueren de EVV’er, de coördinerend verpleegkundige, de SO en de familie de zorgafspraken van de cliënten. Op basis van de uitkomsten van het MDO past de EVV’er zo nodig het zorgleefplan aan. De inspectie hoort dat cliënten een heel enkele keer aansluiten bij een MDO, maar dat dit over het algemeen te verwarrend is voor cliënten.

1 Voor de leesbaarheid wordt hier de mannelijke vorm gebruikt; waar ‘hij’ staat bedoelt de inspectie ook ‘zij’.

(9)

Norm 1.2

Zorgverleners kennen de cliënt, zijn wensen en behoeften.

Volgens de inspectie voldoet Het Kristal aan deze norm.

Uit de observaties en gesprekken komt naar voren dat zorgverleners de cliënten goed kennen. De inspectie hoort dat een zorgverlener kennis over de achtergrond van een cliënt gebruikt in het contact. Zij weet dat deze cliënt vroeger als

onderwijzeres werkte. Ondanks dat de cliënt zich nu moeilijk verbaal kan

uitdrukken, is zij wel in staat om bij kinderliedjes een paar woorden mee te zingen met de zorgverleners. Ook weten zorgverleners wat de persoonlijke voorkeuren van de cliënten zijn. De zorgverleners houden hier in de dagelijkse zorg rekening mee.

Zo vertelt een zorgverlener dat een cliënt het vervelend vindt om de zorgverleners te moeten bellen als zij uit bed wil komen. Daarom kijken de zorgverleners in de ochtend om het hoekje van de deur om met de cliënt te overleggen wanneer zij wil opstaan. Deze afspraak ziet de inspectie ook terug in het cliëntendossier.

Daarnaast ziet de inspectie dat de informatie over de levensloop van cliënten is vastgelegd. Cliënten hebben daarnaast een boek “reis door de tijd”. Hierin staan informatie en foto’s van vroeger, van voorkeuren en gewoonten. De familie vult dit boek in. Zorgverleners vertellen het boek te gebruiken om een cliënt goed te leren kennen. Ook ziet de inspectie dat zorgverleners samen met de cliënt het boek doorbladeren en zo gesprekjes voeren. De inspectie ziet dat belangrijke informatie uit het boek is vastgelegd in het ECD zoals een stukje levensloop of belangrijke gewoonten. Zorgverleners vertellen dat sommige families het moeilijk vinden om een boek in te vullen. Voor deze families hebben zij kortere vragenlijsten over de levensloop en voorkeuren. Ook deze informatie ziet de inspectie terug in het ECD.

De inspectie ziet dat er aandacht is voor specifieke levensvragen zoals rouw. De inspectie hoort van zorgverleners over een cliënt die de echtgenoot heeft verloren.

In het zorgleefplan leest de inspectie aandacht voor rouw met daarbij als actie opgenomen om een luisterend oor te bieden. In de rapportage op dit doel leest de inspectie dat de zorgverlener bij de cliënt is gaan zitten om aandacht te hebben voor het verdriet van de cliënt.

Norm 1.3

Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over hun leven en welbevinden.

Volgens de inspectie voldoet Het Kristal grotendeels aan deze norm.

Uit gesprekken en observaties komt naar voren dat zorgverleners de eigen regie van de cliënt regelmatig versterken. Zo hoort de inspectie dat cliënten helpen met het schoonmaken of het koken van eten. Zorgverleners vertellen dit passend bij de cliënt te doen. In de ochtend, bij het malen van bonen, maken zij gebruik van een

“ouderwetse” koffiemolen. Dit herkennen cliënten van vroeger en dit vinden een aantal cliënten leuk om te doen. Ook bepalen cliënten hun eigen dagritme, voorkeurstijden liggen zo nodig vast in het ECD. Tijdens de rondgang treft de inspectie cliënten die aan de koffie of het ontbijt zitten. Ook gaat een andere cliënt net even rusten op bed. Een zorgverlener vertelt dat cliënten zelf per moment kunnen aangeven waar ze behoefte aan hebben, hier sluit de zorg op aan. Ook is er een cliënt die zelfstandig naar buiten gaat. Deze cliënt heeft een sleutel om de deur zelfstandig te openen. In het cliëntendossier van deze cliënt leest de inspectie dat de cliënt ervan geniet om nog zelfstandig naar de bakker te kunnen gaan.

(10)

Pagina 10 van 19

Bij terugkomst vragen zorgverleners hoe het was bij de bakker. De cliënt antwoord met een grote glimlach op het gezicht.

De inspectie ziet dat zorgverleners de cliënten waar nodig ondersteunen. Een cliënt zit stil voor zich uit te kijken op een stoel. Een zorgverlener vraagt of de cliënt samen wil puzzelen. De cliënt reageert enthousiast. Tijdens het puzzelen helpt de zorgverlener de cliënt met puzzelen zonder dit over te nemen. Als de puzzel klaar is, is de cliënt zichtbaar trots en de zorgverlener complimenteert de cliënt met de gemaakte puzzel.

Tegelijkertijd ziet de inspectie dat de zorgaanbieder veel vrijheidsbeperkende maatregelen inzet zonder de afweging te maken of een alternatief middel tot hetzelfde resultaat kan leiden. Gesprekspartners vertellen dat behandelaren van mening zijn dat bij opname van een cliënt standaard bedsensoren moeten worden ingezet. Bij een cliënt die sinds augustus 2019 in zorg is, zijn deze bedsensoren nog steeds ingezet zonder dat behandelaren en zorgverleners hebben geëvalueerd of bedsensoren nodig zijn bij deze cliënt.

Norm 1.4

Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met respect behandeld.

Volgens de inspectie voldoet Het Kristal aan deze norm.

De inspectie ziet dat zorgverleners liefdevolle en warme zorg bieden. Zorgverleners geven betekenis aan de lichaamstaal van de cliënt. Een cliënt is zichtbaar verdrietig en angstig. Een zorgverlener heeft aandacht voor het verdriet en knoopt een gesprekje aan. Enige tijd later is de cliënt het verdriet vergeten en vertelt

geanimeerd over haar vroegere werk. Ook ziet de inspectie dat een cliënt onrustig wordt in de huiskamer. Een zorgverlener gaat bij de cliënt zitten en vertelt dat “alles geregeld is”. De cliënt is direct opgelucht. De zorgverlener vertelt dat de cliënt zich regelmatig zorgen maakt of hij niets is vergeten. De zorgverlener geeft aan dat het dan van belang is om de cliënt snel gerust te stellen omdat er anders te veel spanning optreedt bij de cliënt.

Zorgverleners hebben voor iedere cliënt aandacht en tijd. Tijdens de observatie ziet de inspectie een cliënt die afgezonderd zit van andere cliënten. Regelmatig loopt een zorgverlener even naar de cliënt toe om een praatje te maken of over haar handen te wrijven. De cliënt geniet zichtbaar van het één op één contact en de aanraking.

Uit navraag komt naar voren dat de cliënt niet helemaal lekker is, maar graag wel wat van de gezelligheid in de huiskamer wil meemaken.

Daarnaast is het tempo van de cliënt leidend bij de zorg. Cliënten doen dingen op een eigen tempo zoals een boterham eten, koffie drinken of een tijdschrift lezen.

Zorgverleners stimuleren cliënten om zo veel mogelijk zelf te doen.

Norm 1.5

Zorgverleners ondersteunen cliënten om hun informele netwerk in stand te houden of uit te breiden.

Deze norm is niet getoetst.

4.2 Thema Deskundige zorgverlener

De zorgaanbieder zet voldoende en deskundige zorgverleners in. Hij schoolt, ondersteunt en stimuleert hen structureel.

(11)

De samenstelling van het personeel past bij de zorgvragen van de cliënten. De zorgverleners zijn voldoende deskundig. Zij kennen de grenzen van hun deskundigheid. Daarnaast zijn zorgverleners in staat om samen te werken. De zorgaanbieder zorgt voor de voorwaarden waaronder zorgverleners methodisch kunnen werken. De zorgverlener is in staat methodisch te werken. Methodisch werken garandeert dat het verbeteren van de kwaliteit van de zorg continu onder de aandacht is van alle zorgverleners.

Methodisch werken houdt in dat zorgverleners werken volgens de Plan-Do-Check- Act(PDCA)-cyclus:

- Plan: kijken naar de werkzaamheden en een plan maken hoe deze kunnen verbeteren.

- Do: de verbeteringen uitvoeren.

- Check: beoordelen of het resultaat van de veranderingen het gewenste resultaat oplevert.

- Act: de werkzaamheden bijstellen aan de hand van de gevonden resultaten.

Het methodisch werken is ook van toepassing op het thema Sturen op kwaliteit en veiligheid.

4.2.1 Resultaten Norm 2.1

Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en ondersteuning op basis van de gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Het Kristal grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie ziet dat zorgverleners in wisselende mate risico’s in kaart brengen en vastleggen. Gesprekspartners vertellen dat risico-inventarisaties niet gebruikt worden om systematisch de risico’s van cliënten in kaart te brengen. De lijsten die in het ECD aanwezig zijn, werken verwarrend, volgens de zorgverleners.

Zorgverleners krijgen niet in alle gevallen de juiste vragen te zien waardoor zij in een aantal gevallen geen risico-inventarisatie uitvoeren waar dat wel zou moeten.

Dit maakt, zo vertellen gesprekspartners, dat zorgverleners wisselend omgaan met het wel en niet invullen van risico-inventarisaties. In enkele cliëntendossiers zijn geen risico’s benoemd. In andere cliëntendossiers zijn wel risico’s gesignaleerd. Bij het signaleren van risico’s ziet de inspectie verschillende werkwijzen tussen

zorgverlener. Zo ziet de inspectie bij een gesignaleerd risico op overgewicht dat dit een geaccepteerd risico betreft waar diëtist, zorgverlener en cliënt afspraken over hebben gemaakt. Toch ziet de inspectie dat er wel een doel is over het verminderen van het gewicht, ongeacht het geaccepteerde risico. Bij het risico op vallen, ziet de inspectie dat er geen doel op volgt. Volgens gesprekspartners is vallen ook een geaccepteerd risico bij deze cliënt. Dit is echt niet als zodanig vastlegt in het cliëntendossier.

Ook de afwegingen voor de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen (VBM) zijn niet voldoende navolgbaar. Op het ‘registratieformulier vrijheidsbeperkende

maatregel’, vullen zorgverleners alleen de reden van toepassing in. De inspectie ziet hier bijvoorbeeld staan: ‘i.v.m. valgevaar gebruik bedsensoren’. Het is niet

navolgbaar of en welke (minder ingrijpende) alternatieven zorgverleners hebben besproken. De betrokkenheid van de arts is niet navolgbaar vastgelegd. Ook is de evaluatiedatum van de VBM niet ingevuld. Afgezien van het MDO zijn er geen cyclische evaluatiemomenten.

(12)

Pagina 12 van 19

Tegelijkertijd ziet de inspectie dat zorgverleners wel oog hebben voor de wensen van cliënten en hierbij professionele afwegingen maken. De inspectie leest en hoort over seksuele behoeften van een cliënt. In het cliëntendossier is navolgbaar

vastgelegd hoe zorgverleners samen met behandelaren en de cliënt hierin een professionele afwegingen maken om in de behoefte van de cliënt te voorzien.

Norm 2.2

Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het cliëntdossier.

Volgens de inspectie voldoet Het Kristal grotendeels aan deze norm.

Zorgverleners werken methodisch navolgbaar in het ECD. Ondanks de hoeveelheid aan cliëntinformatie is er samenhang in het cliëntendossier. Cliëntinformatie staat op verschillende plaatsen vastgelegd. Zo staat er cliëntinformatie in diverse formulieren, in de benaderingswijze, het zorgleefplan, de cliëntagenda en op looplijsten. Het format van de benaderingswijze en het zorgleefplan werkt

verwarrend voor zorgverleners. Zorgverleners geven aan niet goed te weten wat het verschil tussen beide is. Zowel in het zorgleefplan als in de benaderingswijze leest de inspectie een beschrijving voor de zorgverlening en de wijze waarop de zorg gegeven moet worden. Zorgverleners weten zij niet goed waarom er twee beschrijvingen van de zorgverlening naast elkaar bestaan. De informatie op de verschillende plaatsen komt bij locatie Het Kristal wel overeen. Zo leest de inspectie dat een actie tegen eenzaamheid is om een cliënt naar de dagopvang te laten gaan.

In de cliëntagenda ziet de inspectie deze afspraken terug. Zorgverleners vertellen veel tijd kwijt te zijn aan het actueel houden van het cliëntendossier.

Ook ziet de inspectie dat zorgverleners navolgbaar opvolging geven aan behandelopdrachten van behandelaren. De inspectie leest dat een cliënt snel

overprikkeld raakt en als dat zorgverleners de cliënt moeten afleiden door een klusje te doen of ergens bij te betrekken. In de rapportage leest de inspectie meerdere malen over de onrust van de cliënt en het handelen van zorgverleners. Omdat het afleiden van de cliënt niet altijd werkt, hebben de zorgverleners de hulp van de psycholoog ingeschakeld. Het advies van de psycholoog is vastgelegd in het cliëntendossier.

Zorgverleners rapporteren per cliënt per dag en op doel. Toch ziet de inspectie, door de hoeveelheid aan doelen, dat zorgverleners niet altijd rapporteren op het meest passende doel. Zo leest de inspectie zaken terug over de praktische ADL-zorg in een doel over het gedrag.

Norm 2.3

De zorgaanbieder zorgt dat zorgverleners ruimte krijgen om systematisch te reflecteren op goede, veilige en persoonsgerichte zorg. Vanuit de reflectie kunnen zorgverleners verbeteringen toepassen.

Deze norm is niet getoetst.

Norm 2.4

Zorgverleners houden relevante ontwikkelingen in hun vakgebied bij om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen bieden.

Deze norm is niet getoetst.

(13)

Norm 2.5

De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

Volgens de inspectie voldoet Het Kristal grotendeels aan deze norm.

De inspectie hoort en leest dat de bezetting krap maar voldoende is voor de

uitvoering van de dagelijkse zorg. Per huisje van zes cliënten staat één zorgverlener van minimaal niveau 3. Sinds de zomer is hier een woonassistent in de ochtend en namiddag aanwezig. Hierdoor is er altijd toezicht in de huiskamer. Meerdere gesprekspartners vertellen dat de woonassistenten verlichting geven voor de werkdruk. Hierdoor hebben zorgverleners meer tijd voor één op één contact met cliënten. Toch hoort de inspectie ook dat het management de inzet van

woonassistenten wil verminderen. Hierover heerst onduidelijkheid bij de zorgverleners.

Daarnaast komt naar voren uit gesprekken en documentinzage dat alleen bevoegd en bekwaam personeel voorbehouden handelingen uitvoert. De coördinerend verpleegkundigen zijn de praktijkbeoordelaars voor de bekwaamheidstoetsen. Zij worden hiervoor elke twee jaar extern geschoold. Ook hoort de inspectie dat de externe behandeldienst klinische lessen aanbiedt op verschillende onderwerpen zoals palliatieve zorg.

De inspectie hoort en leest dat een groot deel van de geplande doelgroepspecifieke scholingen zijn doorgeschoven naar de planning van 2020. Reden hiervoor is de werkdruk. In 2019 hebben zorgverleners verplicht scholing gevolgd over

medicatieveiligheid. Ook hebben een aantal teams al werksessies gevolgd over positieve gezondheid. Daarnaast zijn in 2019 een aantal medewerkers van Kristal gestart met de specialistische opleiding tot Gespecialiseerd Verzorgende

Psychogeriatrie. Een belangrijk onderdeel in de GPV-opleiding is onbegrepen gedrag en agressie bij dementie. Ook heeft er in 2019 scholing plaatsgevonden op het gebied van palliatieve zorg. Op Kristal zijn klinische lessen gegeven op het gebied van dementie en onbegrepen gedrag door de coördinerend verpleegkundigen aan de woonassistenten. Toch ontbreekt er ook op deze locatie van KleinGeluk scholing over agressie, het kennen van de cliënt en methodisch werken.

Norm 2.6

Zorgverleners handelen volgens de afspraken zoals beschreven in protocollen, richtlijnen en handreikingen. Zij weten wanneer zij wel en niet kunnen afwijken.

Volgens de inspectie voldoet Het Kristal grotendeels niet aan deze norm.

Zorgverleners handelen regelmatig niet zoals beschreven staat in protocollen en handreikingen. Zo ziet de inspectie dat zorgverleners niet altijd werken volgens de veilige principes in de medicatieketen. Zo hoort de inspectie dat zorgverleners regelmatig medicatie niet aftekenen na toediening. Dit leest de inspectie ook terug in analyses van de MIC en notulen van het teamoverleg. Daarnaast vinden dubbele controles niet altijd navolgbaar plaats of houden zorgverleners

houdbaarheidsdatums niet goed in de gaten.

Gesprekspartners vertellen dat medicatie wel meer op de agenda staat en dat zorgverleners elkaar aanspreken als medicatie wordt vergeten te geven. Ook zijn zorgverleners bekend met (het werken met) protocollen.

(14)

Pagina 14 van 19

Norm 2.7

Zorgverleners werken multidisciplinair en schakelen tijdig disciplines en specifieke expertise in van binnen of buiten de organisatie. In deze samenwerking maken zorgverleners afspraken wie waarvoor verantwoordelijk is.

Volgens de inspectie voldoet Het Kristal aan deze norm.

Meerdere gesprekspartners geven aan dat er multidisciplinaire samenwerking is.

Zowel behandelaren als zorgverleners weten elkaar te vinden en geven aan dat ze laagdrempelig kunnen schakelen over de zorg. Cliënten bij Het Kristal hebben een zorgindicatie met een behandelcomponent. De SO en de psycholoog zijn regelmatig aanwezig en betrokken bij de zorg in Het Kristal. Tijdens het MDO sluiten de

betrokken disciplines aan. Dit is navolgbaar vastgelegd in het verslag van het MDO.

Zo leest de inspectie in het verslag van het MDO dat men besluit tot het betrekken van een psycholoog. De betrokkenheid van de psycholoog ziet de inspectie ook terug in het cliëntendossier.

Ook in het ECD is de multidisciplinaire samenwerking navolgbaar. Zo ziet de inspectie in een rapportage dat een cliënt regelmatig pijn in de rug heeft.

Zorgverleners vragen de fysiotherapeut om een bezoek te brengen aan de cliënt. De fysiotherapeut rapporteert enkele dagen later over de bevindingen en het advies om een rolstoel in te zetten. Tijdens de rondgang ziet de inspectie de betreffende cliënt in een rolstoel terug.

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid

Goede zorg en deze op niveau houden begint bij een goed management. Managers sturen op de kwaliteit van zorg, coördineren en controleren wat er gebeurt op de werkvloer. Onvoldoende sturing door het management betekent risico’s op de werkvloer die zorgmedewerkers niet altijd kunnen voorkomen.

4.3.1 Resultaten Norm 3.1

De zorgaanbieder stelt de persoonsgerichte zorg en ondersteuning centraal en borgt de veiligheid van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Het Kristal grotendeels aan deze norm.

KleinGeluk heeft een persoonsgerichte missie en visie die gestoeld is op het gedachtengoed Positieve Gezondheid. Drie belangrijke pijlers hierbij zijn: iedere cliënt is uniek, we ondersteunen en we gaan uit van mogelijkheden. Om deze visie kracht bij te zetten, schoolt KleinGeluk de teams vanuit de Positieve Gezondheid.

Ook bij de inrichting van de twee nieuwbouwlocaties zet KleinGeluk in op het uitdragen van de missie en visie. De cliëntenraad zegt zich betrokken te voelen bij de ontwikkelingen die in KleinGeluk plaatsvinden op het gebied van

persoonsgerichte zorg en veiligheid.

Tegelijkertijd ziet de inspectie dat de visie over Positieve Gezondheid nog niet altijd leidt tot zichtbare resultaten in de praktijk. In de cliëntendossiers ziet de inspectie nog geen gegevens opgenomen over de Positieve Gezondheid van de cliënt. Ook gaat Het Kristal soms voorbij aan de mogelijkheid van cliënten om zelf beslissingen te nemen (zie ook norm 1.1, en 2.1).

(15)

Norm 3.2

De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Volgens de inspectie voldoet Het Kristal grotendeels aan deze norm.

De inspectie ziet en hoort dat KleinGeluk veel kwaliteitsinformatie verzamelt, zoals ziekteverzuim, personeelsverloop, klachten, meldingen incidenten cliënten (MIC) en (onaangekondigde) interne en externe audits op diverse onderwerpen. Zo werkt KleinGeluk samen met een bureau dat externe auditeert op basis van

onaangekondigde bezoeken. Het bureau betrekt daarbij ook eigen medewerkers van KleinGeluk. Zo leert dit auditteam zorgverleners van KleinGeluk hoe zij waarderend een audit kunnen uitvoeren. In gesprekken met het management hoort de inspectie dat zij op de hoogte zijn van de kwaliteit op de verschillende locaties van

KleinGeluk. Zo weet het management wat sterke punten zijn van locaties en waar locaties nog op moeten verbeteren. Dit beeld komt overeen met het beeld wat de inspectie treft tijdens haar bezoeken.

Ook leest de inspectie over het leren naar aanleiding van MIC-meldingen. De terugkoppeling van de MIC-meldingen is een vast agendapunt bij werkoverleggen.

Daarnaast bespreekt de commissie medicatieveiligheid MIC-meldingen over

medicatie standaard in haar overleg. Zorgverleners van Het Kristal geven aan open te zijn over fouten en incidenten. Ze voelen zich veilig genoeg om deze te melden.

Elk team heeft een MIC-aandachtsvelder. Samen vormen zij de MIC-commissie, met de stadsdeelmanager als voorzitter. Deze commissie brengt maandelijks een verslag uit. Hierin beschrijft zij het soort incident en de oorzaak. Ook stelt zij, indien van toepassing, verbeteracties op. Zo leest de inspectie dat na een incident met agressie een psycholoog is ingeschakeld.

Tegelijkertijd hoort en leest de inspectie in een ingezien maandrapportage dat de MIC-commissie alleen oorzaken op individueel niveau benoemt. Verdere diepgang of verbreding naar het achterhalen van basisoorzaken ontbreekt of is niet inzichtelijk.

Het is hierdoor niet navolgbaar in hoeverre de genoemde verbeteracties effectief zijn en bijdragen aan de verbetering van de zorg. Ook ontbreekt een analyse van meldingen op organisatieniveau, waardoor trends kunnen worden vastgesteld.

Norm 3.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet Het Kristal grotendeels aan deze norm.

Op de dag van het inspectiebezoek hebben de gesprekspartners een transparante en lerende houding. Diverse gesprekspartners geven aan dat er zowel binnen als tussen de verschillende organisatielagen voldoende sprake is van een

aanspreekcultuur. De inspectie ziet in de notulen van werkoverleggen dat

zorgverleners hier met elkaar over spreken. De inspectie leest dat een zorgverlener actief aan collega’s vraagt om feedback op de werkvloer. Ook de raad van bestuur vertelt dat KleinGeluk hier actief op stuurt door zorgverleners te coachen.

In- en tegenspraak van professionals is verder formeel geregeld door de inrichting van verschillende organen zoals de cliëntenraad, de Verpleegkundige en

Verzorgende Advies Raad (VVAR) en een ondernemingsraad (OR). De verschillende organen denken mee over vraagstukken waar KleinGeluk zich mee bezig houdt. Het

(16)

Pagina 16 van 19

management geeft aan regelmatig mee te lopen met zorgverleners om binding te houden met zorgverleners.

Tegelijkertijd hoort de inspectie dat reflecteren op eigen handelen nog niet structureel op de agenda staat van zorgverleners.

(17)

Bijlage 1 Methode

De inspecteur toetst of de zorg wordt gegeven zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

Om tot een goed onderbouwd oordeel te komen, gebruikt de inspectie tijdens het bezoek verschillende informatiebronnen. De inspectie vergelijkt en weegt de informatie uit deze bronnen. Vervolgens beoordeelt de inspectie of de door Sainte Marie geboden zorg voldoet aan relevante wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. In de bevindingen beschrijft de inspectie per norm welke informatiebronnen zijn gebruikt om tot dit oordeel te komen en welke methode zij daarvoor gebruikt heeft.

Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende informatiebronnen gebruikt:

- Gesprekken met één cliëntvertegenwoordigers van afdelingen;

- Observatie van zes cliënten op afdeling, zie uitleg over de methode hieronder;

- Gesprekken vijf uitvoerende medewerkers van afdeling;

- Gesprekken met één behandelaars;

- Gesprekken met het management(team);

- Vijf cliëntdossiers van afdeling, team, huiskamer;

- Documenten, genoemd in bijlage 2;

- Een rondgang door Het Kristal.

Inspecteurs beoordelen op de werkvloer of de zorgaanbieder goede zorg verleent.

De inspecteurs passen zich zo veel mogelijk aan het ritme van de dag op de locatie aan. Om een beeld te krijgen van deze locatie starten de inspecteurs zo mogelijk met een kort gesprek met de eindverantwoordelijke van die dag of de

leidinggevende. Daarnaast vindt een rondleiding door de locatie plaats zodat de inspecteurs zich een beeld kunnen vormen van de leefsituatie van de cliënten en de werksituatie van de zorgverleners. Verder zijn de inspecteurs voor een groot deel van de tijd op de afdelingen of in de woningen aanwezig. In verschillende

huiskamers observeren de inspecteurs cliënten en zorgverleners. Hiervoor gebruiken zij de observatiemethode SOFI (zie de uitleg hieronder). Tijdens de observatie kijken de inspecteurs hoe zorgverleners de cliënten aanspreken en hoe het contact tussen de cliënten en zorgverleners is.

De inspecteurs voeren door de dag heen, waar mogelijk, gesprekken met managers, zorgverleners, cliënten, cliëntvertegenwoordigers en cliëntenraadsleden. Zij zien ook cliëntdossiers en documenten in.

De inspecteurs kunnen overlegvormen zoals bijvoorbeeld een multidisciplinair overleg of een overdrachtsmoment bijwonen.

(18)

Pagina 18 van 19

Uitleg observatiemethode SOFI

De inspectie maakt gebruik van een gestandaardiseerde methode om cliënten te observeren als extra informatiebron. Deze methode heet SOFI, Short Observational Framework for Inspection. Dit hulpmiddel is ontwikkeld door de Universiteit van Bradford en CQC (de Engelse Inspectie voor de Gezondheidszorg).

Krijgt de cliënt overdag activiteiten aangeboden die hij of zij zinvol of leuk vindt?

Spreekt de zorgverlener de cliënt aan op een manier die de cliënt plezierig vindt?

Hoe de cliënt de zorg ervaart, maakt onderdeel uit van de kwaliteit. Cliënten kunnen vaak moeilijk zelf aangeven wat hun wensen zijn. Hoe kan een inspecteur dan beoordelen of de zorg aansluit bij de wensen van deze cliënt?

Met SOFI zitten twee inspecteurs ieder in een huiskamer. Zij observeren hoe zorgverleners reageren op een cliënt, en andersom. Stimuleren de zorgverleners activiteiten voor cliënten? Praten zorgverleners met de cliënten, zingen zij een liedje, doen ze een spelletje of gaan zij wandelen met de cliënt. Hoe is de stemming van cliënten, hoe betrokken zijn zij bij hun omgeving?

Na de observatie volgt een gesprek met de zorgverleners waarin situaties die de inspecteurs hebben gezien aan de orde komen. Zo krijgen de inspecteurs een beter beeld hoe de individuele cliënten de zorg ervaren.

Wilt u meer weten over SOFI dan kunt u dit lezen op de website van de Universiteit van Bradford.

(19)

Bijlage 2 Beoordeelde documenten

De inspectie heeft de met * gemarkeerde documenten opgenomen in haar archief.

De overige documenten vernietigt de inspectie na vaststelling van het rapport.

- Overzicht van ’de zorgprofielen van cliënten van de te bezoeken locatie(s);

- Overzicht van fte’s van zorgverleners en behandelaars op de bezochte locatie;

- Overzicht van ziekteverzuim en personeelsverloop van de te bezoeken locatie(s) van de laatste 12 maanden;

- Overzicht van scholing in de afgelopen twee jaar aan de medewerkers van deze locatie en de planning voor het lopende jaar;

- Overzicht van MIC-meldingen en daarvoor ingezette verbeteracties van deze locatie(s) van de laatste 12 maanden;

- Notulen van werkoverleg;

- Visie en kernwaarden van de zorgaanbieder;

- Visie op persoonsgerichte zorg;

-

Kwaliteitsplan (V&V)/kwaliteitsrapport (GZ).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De inspectie ziet dat Nieuwendijk zich inzet om de kwaliteit van zorg te verbeteren, echter nog onvoldoende om grotendeels aan deze norm te voldoen (zie bevindingen op thema

 In geval er sprake is van een ‘grijs gebied’ (in het continuüm van sedatie naar algehele anesthesie) dienen, voor een veilige behandeling, de voorzieningen te voldoen aan

De inspectie ziet binnen alle lagen van De Schutse groeiende aandacht voor het belang van persoonsgericht- en multidisciplinair werken.. 2.3 Wat

Tijdens het bezoek van 15 november 2021 hoort de inspectie tijdens gesprekken met zorgverleners, ziet de inspectie tijdens de observaties en leest de inspectie in

Daarnaast hoort en ziet de inspectie dat MHC na het vorige inspectiebezoek geen scholingen heeft verzorgd voor de zorgverleners die ingezet worden voor de zorg door MHC.

• Lucht kwaliteit analyse door biologische air sampling-, VOC‘s-, behaaglijkheid- en (fijn)stof metingen door te voeren. • Toestand en onderhoud van de eventuele systemen nakijken

bouwaard met de daarbij behorende eigenschappen, en de functie van het betreffende bouwdeel (Op 't Hoog bouwtechnisch adviesbureau, Kapelweg 3b 5076 TK te Haaren hierna te noemen

Ook werken zorgverleners van de afdeling somatiek niet volgens alle afspraken uit de procedure voor de retourbox en retourmedicatie.. Module