BESLUIT
Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 12f van de Gaswet.
Nummer 102773 / 10
Betreft zaak: Besluit tot wijziging van de Meetvoorwaarden Gas - RNB inzake termijnen meetdata gas
I. Inleiding
1. Bij brief van 29 juni 2007 heeft de Federatie van Energiebedrijven in Nederland, sectie Netbeheerders, namens de gezamenlijke netbeheerders (hierna: de gezamenlijke
netbeheerders) bij de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een voorstel, met kenmerk 2007-3424, ingediend tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet. Op grond van artikel 12c, eerste lid van de Gaswet kunnen de gezamenlijke netbeheerders een voorstel doen tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet.
2. De gezamenlijke netbeheerders geven aan het voorstel (binnen het Gebruikersplatform Elektriciteits- en Gasnetten) aan de representatieve organisaties te hebben voorgelegd en met hen te hebben besproken op 7 juni 2007 (overleg als bedoeld in artikel 12d, eerste lid, van de Gaswet). De ingediende commentaren naar aanleiding van dit overleg alsmede de gevolgtrekkingen die de gezamenlijke netbeheerders hieraan hebben verbonden, zijn als bijlage bij de brief van 29 juni 2007 gevoegd.
3. Het wijzigingsvoorstel betreft een voorstel tot een aantal aanpassingen die betrekking hebben op de Meetvoorwaarden Gas – RNB.
II. Wettelijk kader en procedure
5. Uit het oogpunt van een zorgvuldige besluitvormingsprocedure raadpleegt de Raad marktpartijen en marktorganisaties, door ter inzage legging van het voorstel, publicatie daarvan in de Staatscourant en op de website en het bieden van de gelegenheid tot het indienen van zienswijzen. De Raad wijst erop dat deze terinzagelegging geen uniforme openbare voorbereidingsprocedure is als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Na vaststelling van de wijzigingen bij dit besluit kunnen belanghebbenden dan ook bezwaar aantekenen tegen dit besluit.
6. Het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders heeft van 5 juli 2007 tot en met 14 augustus 2007 ter inzage gelegen ten kantore van de Energiekamer en op de website van de
Energiekamer. Van de terinzagelegging is kennis gegeven in de Staatscourant op 5 juli 2007 en op de website van de Energiekamer (www.energiekamer.nl).
7. Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen op het voorstel tot en met 14 augustus 2007 kenbaar te maken. Belanghebbenden zijn daarnaast in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Hiervan is geen gebruik gemaakt.
8. de Raad heeft het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders getoetst aan de belangen, regels en eisen genoemd in artikel 12f, eerste en tweede lid van de Gaswet. Hierbij zijn door de Raad strijdigheden geconstateerd. Op grond van artikel 12f, derde lid, van de Gaswet heeft de Raad de gezamenlijke netbeheerders per brief van 29 november 2007, met kenmerk: 102773/4.B1090 (hierna: de wijzigingsopdracht), opgedragen hun voorstel binnen vier weken zodanig te wijzigen dat de geconstateerde strijdigheden worden opgeheven.
9. Per brief van 21 december 2007, met kenmerk: N 2008-116, hebben de gezamenlijke netbeheerders een gewijzigd voorstel ingediend, dat op 6 februari 2008 nader mondeling door de gezamenlijke netbeheerders is toegelicht..
10. De mondelinge toelichting van de gezamenlijke netbeheerders op het gewijzigde voorstel heeft aanleiding gegeven tot een aanvullend gewijzigd voorstel, dat per brief van 19 maart 2008, met kenmerk: N 2008-139, bij de Raad is ingediend.
11. Hieronder wordt het gewijzigde voorstel getoetst aan de belangen, regels en eisen, bedoeld in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet.
18. Onder ‘technische voorschriften’ vallen onder meer – kort gezegd – voorschriften die direct of indirect aan een product worden gesteld (bijvoorbeeld technische eisen aan een
meetinrichting), maar ook eisen aan ‘diensten van de informatiemaatschappij’. Bij dit laatste gaat het om diensten die gewoonlijk tegen vergoeding, langs elektronische weg, op afstand (dus zonder dat partijen fysiek en gelijktijdig aanwezig zijn) en op individueel verzoek van een afnemer worden verricht (bijvoorbeeld een verplichting om meetgegevens op
elektronische wijze te verzamelen).
19. De voorstellen die met dit besluit worden vastgesteld, bevatten geen voorwaarden die technische voorschriften als hiervoor bedoeld inhouden.
III. Beoordeling door de Raad
23. Onderdeel van de wijzigingsopdracht was de opdracht van de Raad om in het
wijzigingsvoorstel invulling te geven aan artikel 18, onderdeel a en b, van de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas. Daarin is opgenomen dat in de voorwaarden ten aanzien van het meten van gegevens betreffende het transport van gas de rechten en plichten van de netbeheerder en de afnemer met betrekking tot het uit- of aflezen van de meter en de rechten en plichten van de netbeheerder en de afnemer met betrekking tot de uitwisseling van de meetgegevens, waarbij termijnen worden gesteld waarbinnen die uitwisseling plaatsvindt, dienen te worden aangegeven.
24. De gezamenlijke netbeheerders hebben in reactie op dit onderdeel van de wijzigingsopdracht aangegeven dat de ontwikkeling van een nieuw metermarktmodel en de daarvan onderdeel uitmakende verdeling van verantwoordelijkheden thans in een vergevorderd stadium is, waardoor het minder voor de hand ligt om daarop in het onderhavige wijzigingsvoorstel, dat primair als doel heeft de termijnen voor de dataoverdracht door meetverantwoordelijken aan de regionale netbeheerders aan te passen, vooruit te lopen.
25. Naar aanleiding van deze reactie van de gezamenlijke netbeheerders komt de Raad terug op dit onderdeel van de wijzigingsopdracht. Onderstaand wordt ingegaan op het op het gewijzigde voorstel van de gezamenlijke netbeheerders.
27. De voorgestelde artikelen luiden: 4.1.1.3
Indien 4.1.1.2 van toepassing is, worden tenminste eenmaal per zes maanden de tellerstanden van de gasmeter, en indien van toepassing van het niet herleid volume van het volumeherleidingsinstrument en van het herleid volume van het volumeherleidingsinstrument bepaald door het ter plaatse uit- of aflezen van de meetinrichting door de erkende meetverantwoordelijke.
Het eventueel geconstateerde verschil met de op afstand bepaalde standen wordt restvolume genoemd. De oorzaak van het ontstaan van dit restvolume wordt door de erkende meetverantwoordelijke onderzocht.
Indien uit dit onderzoek blijkt dat (een deel van) het restvolume naar grote waarschijnlijkheid is ontstaan in concreet te duiden uren van de afgelopen maand, verdeelt de erkende
meetverantwoordelijke (dit deel van) het restvolume naar beste kunnen over de desbetreffende uren. Het eventueel resterende restvolume wordt verwerkt in de maand van uit- of aflezen, nadat dit is herleid tot normaal kubieke meters [m3(n)] met behulp van de gemiddelde herleidingsfactor voor de uurmetingen van de afgelopen maand.
Indien het geconstateerde verschil zo groot is dat de op afstand bepaalde data voor de onderhavige maand niet voldoet aan de eisen gesteld in 3.5.3 voor volumemeting en/of capaciteitsmeting, vindt een onderzoek plaats naar de datacollectie en wordt, in plaats van de hierboven genoemde werkwijze, de werkwijze volgens 4.3.4.2 of 4.3.4.3 gevolgd.
4.1.3.1
De erkende meetverantwoordelijke bewerkt op de werkdag volgend op de gasdag van datacollectie de meetdata alvorens deze aan de regionale netbeheerder te verzenden zodanig dat de herleide volumes in normaal kubieke meters [m3(n)] worden verzonden. Ontbrekende meetdata wordt geschat door de erkende meetverantwoordelijke. De erkende meetverantwoordelijke verzendt de meetdata van alle aangeslotenen waarvoor hij meetverantwoordelijkheid draagt, voorzien van de van toepassing zijnde statuscode.
4.1.3.2
De erkende meetverantwoordelijke verzendt de in 4.1.3.1 genoemde meetdata aan de regionale netbeheerder overeenkomstig hetgeen daaromtrent in bijlage 2 van de Aansluit- en
transportvoorwaarden Gas - RNB is bepaald. 4.1.3.3
4.1.3.4
De meetdata van een bepaalde gasmaand wordt uiterlijk op de vierde werkdag van de maand, volgend op de maand waarop de meetdata betrekking heeft, voor 07:00 uur, door de erkende
meetverantwoordelijke verzonden aan de regionale netbeheerder. De erkende meetverantwoordelijke verzendt per aansluiting de meetdata van een gasmaand in één bericht.
4.1.3.5
Uiterlijk op de twaalfde werkdag, voor 12:00 uur, van de maand na de maand waarin de desbetreffende gasdag valt, ontvangt de erkende meetverantwoordelijke van de regionale netbeheerder de meetdata retour waarvan een leverancier of een erkende shipper op grond van 4.6.3 van de Allocatievoorwaarden Gas bij de regionale netbeheerder om correctie heeft verzocht.
4.1.3.5a
Gewijzigde meetdata van een bepaalde gasmaand, wordt uiterlijk op de veertiende werkdag van de maand, volgend op de maand waarop de meetdata betrekking heeft, voor 07:00 uur, door de erkende meetverantwoordelijke gecorrigeerd en gevalideerd verzonden aan de regionale netbeheerder. De erkende meetverantwoordelijke verzendt per aansluiting met gewijzigde meetdata de meetdata voor de gehele gasmaand in één bericht.
4.1.3.6
De erkende meetverantwoordelijke gaat na of de conform 4.1.3.5 terug ontvangen meetdata moet worden gecorrigeerd en zendt de al dan niet gecorrigeerde meetdata uiterlijk op de vijftiende werkdag, van de maand na de maand waarin de desbetreffende gasdag valt, voor 12:00 uur opnieuw aan de regionale netbeheerder.
4.1.3.7
Wanneer de in 4.1.3.6 bedoelde meetdata binnen de in 4.1.3.6 genoemde termijn niet opnieuw wordt aangeleverd, dan wordt deze na de vijftiende werkdag van de maand na de maand waarin de desbetreffende gasdag valt, gebruikt voor de allocatie.
4.3.4.2
Indien gedurende de periode tussen de veertiende werkdag van de maand volgend op de maand waarin de gasdag valt waarop de gegevens betrekking hebben en de achtste werkdag van de vierde maand na de maand waarin de gasdag valt waarop de gegevens betrekking hebben, wordt geconstateerd dat er, als gevolg van een onvolkomenheid aan de meetinrichting en/of de datacollectie, sprake is van onjuiste meetdata, wordt door de erkende meetverantwoordelijke, na afstemming met de desbetreffende leverancier, shipper, regionale netbeheerder en/of aangeslotene, een schatting gemaakt van het werkelijk verbruik voor de uren gedurende de (vermoedelijke) periode dat de meting onjuist is geweest. De erkende meetverantwoordelijke zendt deze gecorrigeerde meetdata uiterlijk om 07:00 uur op de achtste werkdag van de vierde maand na de maand waarin de gasdag valt waarop de gegevens betrekking hebben aan de regionale netbeheerder. De regionale netbeheerder beschouwt deze meetdata als definitieve meetdata.
4.3.4.3
Indien gedurende de periode tussen de achtste werkdag van de vierde maand na de maand waarin de gasdag valt waarop de gegevens betrekking hebben en het einde van de reconcilliatietermijn, wordt geconstateerd dat er, als gevolg van een onvolkomenheid aan de meetinrichting en/of de datacollectie, sprake is van onjuiste meetdata, wordt, na afstemming met de desbetreffende leverancier, shipper, regionale netbeheerder en/of aangeslotene, door de erkende meetverantwoordelijke een schatting gemaakt van het werkelijk verbruik gedurende de (vermoedelijke) periode dat de meting onjuist is geweest.
4.3.4.4
De in 4.3.4.3 genoemde correctie wordt binnen vijftien werkdagen na constatering van de
onvolkomenheid door de erkende meetverantwoordelijke schriftelijk gemeld aan de aangeslotene, de regionale netbeheerder, de erkende shipper en de leverancier. Bij deze melding worden de aard van de onvolkomenheid alsmede de genomen maatregelen vermeld en worden over de (vermoedelijke) periode waarin sprake was van een onvolkomenheid de volgende gegevens verstrekt:
a. de oude en nieuwe (geschatte) volumes (per maand);
b. de oude en nieuwe (geschatte) hoogste uurwaarden per maand;
4.3.4.5
Indien ten gevolge van de in 4.3.4.2 of 4.3.4.3 bedoelde onvolkomenheid de herleidingsfactor afwijkt van de voor deze aansluiting kenmerkende herleidingsfactor, wordt, na het opheffen van de oorzaak, de omrekening van het niet herleide naar het herleide volume gedaan met de historische voor deze aansluiting kenmerkende herleidingsfactor. De herleide verschillen worden door de erkende meetverantwoordelijke aan zowel de aangeslotene als aan de regionale netbeheerder gemeld. Het gecorrigeerd volume wordt door de regionale netbeheerder, met inachtneming van 4.3.4.2 of 4.3.4.3, verwerkt in de reconciliatie.
28. De Raad heeft naar aanleiding van deze voorstellen met betrekking tot artikel 4.1.3.1 in de wijzigingsopdracht aangegeven dat in dit artikel een nieuw begrip “statuscode” wordt geïntroduceerd en de gezamenlijke netbeheerders opgedragen dit begrip op te nemen in de Begrippenlijst Gas. De gezamenlijke netbeheerders stellen de volgende definitie van het begrip “statuscode” voor:
Statuscode
Een aanduiding van de status van meetdata in een bericht zoals bedoeld in artikel 4.1.3.1 van de Meetvoorwaarden Gas – RNB, waaruit blijkt of sprake is van door de meetverantwoordelijke op grond van een daadwerkelijke opname verkregen, gevalideerde en vastgestelde meetdata ofwel van door de meetverantwoordelijke door middel van schatting bepaalde meetdata.
De Raad ziet in de voorgestelde definitie geen strijdigheden met de belangen, regels en eisen als bedoeld in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet en stelt het voorgestelde artikel ongewijzigd vast.
29. Met betrekking tot de artikelen 4.1.3.1, 4.1.3.2, 4.1.3.3, 4.1.3.4, 4.1.3.5, 4.1.3.5a, 4.1.3.6, 4.1.3.7, 4.3.4.2, 4.3.4.3 en 4.3.4.4 heeft de Raad in zijn wijzigingsopdracht aangegeven dat hij van oordeel is dat de genoemde artikelen in strijd zijn met artikel 12f, eerste lid, onderdeel f, namelijk het belang van het op een objectieve, transparante en niet-discriminatoire wijze in evenwicht houden van het landelijk gastransportnet en op een wijze die de kosten
30. De gezamenlijke netbeheerders hebben naar aanleiding van de wijzigingsopdracht de in de artikelen voorkomende term “data” telkens vervangen door: meetdata, waarmee aan de wijzigingsopdracht van de Raad is voldaan.
31. Met betrekking tot artikel 4.1.3.2 heeft de Raad in de wijzigingsopdracht aangegeven dat hij van oordeel is dat de toevoeging van het woord “desbetreffende” geen verbetering is. Het feit dat er meerdere regionale netbeheerders zijn, impliceert naar het oordeel van de Raad al dat wanneer er gesproken wordt over netbeheerder, het de netbeheerder betreft die het aangaat. Daarnaast leidt het feit dat alleen in dit artikel de term “desbetreffende” aan “netbeheerder” wordt toegevoegd en in de overige artikelen alleen het begrip “netbeheerder” wordt gebruikt tot verwarring. De toevoeging “desbetreffende”dient naar het oordeel van de Raad daarom uit het voorstel te worden geschrapt, wegens strijd met artikel 12f, eerste lid, onderdeel f: het belang van het op een objectieve, transparante en niet-discriminatoire wijze in evenwicht houden van het landelijk gastransportnet en op een wijze die de kosten weerspiegelt.
32. De gezamenlijke netbeheerders hebben naar aanleiding van de wijzigingsopdracht het woord “desbetreffende” uit het voorstel tot wijziging van artikel 4.1.3.2 geschrapt, waarmee aan de wijzigingsopdracht van de Raad is voldaan.
34. De gezamenlijke netbeheerders hebben door de toevoeging “deze gecorrigeerde meetdata” duidelijk gemaakt dat na het uitvoeren van de correctie van de meetdata, de gecorrigeerde meetdata wordt verzonden. Hiermee is voldaan aan de opdracht om duidelijk te maken wat met de schatting van het verbruik gebeurt. Met de toevoeging “meetdata uiterlijk om 07:00 uur op de achtste werkdag van de vierde maand na de maand waarin de gasdag valt waarop de gegevens betrekking hebben” is duidelijk gemaakt binnen welke termijn de meetdata dient te worden verzonden. Met de verwijdering van de term “defintieve” is de verwarring
weggenomen omtrent de betekenis van definitief gecorrigeerde meetdata. Door in de tekst duidelijk te maken dat de wijze van corrigeren van toepassing is op de periode waarop de gegevens betrekking hebben, is het duidelijk geworden binnen welke tijdslijnen de correctie mag worden uitgevoerd. Door in de artikel 4.1.1.3 aan te gegeven dat de correctie van het restvolume en het herleid volume met inachtneming van artikel 4.3.4.2 en 4.3.4.3 dienen te worden uitgevoerd, zijn de strijdigheiden in de artikelen 4.1.1.3, 4.3.4.2 weggenomen. Daarnaast is artikel 4.3.4.4 zodanig aangepast, dat nu ook uit dit artikel blijkt dat de correctie van het restvolume en het herleid volume met inachtneming van artikel 4.3.4.2 en 4.3.4.3 dienen te worden uitgevoerd. Artikel 4.3.4.4 is vervolgens omgedraaid met artikel 4.3.4.5 zodat uiteindelijk de tekst is beschreven onder artikel 4.3.4.5. De reden van het omdraaien van genoemde artikelen is beschreven in randnummer 36. van dit besluit.
35. Met betrekking tot artikel 4.3.4.3 heeft de Raad in de wijzigingsopdracht aangegeven dat hij van oordeel is dat genoemd artikel in strijd is met artikel 12f, eerste lid, onderdeel f, namelijk het belang van het op een objectieve, transparante en niet-discriminatoire wijze in evenwicht houden van het landelijk gastransportnet en op een wijze die de kosten weerspiegelt, omdat uit artikel 4.3.4.3 onvoldoende duidelijk blijkt wat er gebeurt nadat de schatting van het werkelijke verbruik gedurende de periode is afgerond. Daarnaast is door de Raad aangegeven dat niet is omschreven binnen welke termijn de meetdata moet zijn verstuurd.
37. Met betrekking tot artikel 4.3.4.4 heeft de Raad in de wijzigingsopdracht aangegeven dat hij van oordeel is dat genoemd artikel in strijd is met artikel 12f, eerste lid, onderdeel f, namelijk het belang van het op een objectieve, transparante en niet-discriminatoire wijze in evenwicht houden van het landelijk gastransportnet en op een wijze die de kosten weerspiegelt, omdat uit artikel 4.3.4.4 niet duidelijk blijkt hoe de omrekening van het herleide volume wordt uitgevoerd. Het is mogelijk om deze voor de uren te berekenen of gedurende de perioden. Daarnaast is door de Raad aangegeven dat het onduidelijk is hoe en binnen welke tijdslijnen de meetdata met de correctie van het herleid volume moet worden verzonden.
38. De gezamenlijke netbeheerders hebben de gevraagde duidelijkheid gegeven door artikel 4.3.4.4 en artikel 3.4.3.5 om te draaien. De gezamenlijke netbeheerders hebben daarnaast de codetekst zodanig aangepast dat duidelijk wordt dat indien tengevolge van de in artikel 4.3.4.2 of 4.3.4.3 bedoelde onvolkomenheid de herleidingsfactor afwijkt, met inachtneming van artikel 4.3.4.2 of artikel 4.3.4.3 het gecorrigeerde volume wordt verwerkt in de
reconcilatie. Doordat in artikel 4.3.4.2 en 4.3.4.3 de tijdslijnen zijn aangegeven waarbinnen het soort correctie dient te worden uitgevoerd is naar het oordeel van de Raad duidelijk geworden hoe de meetdata dient te worden gecorrigeerd. Hiermee is aan de
wijzigingsopdracht voldaan.
39. Met betrekking tot de artikelen 4.1.3.5a en 4.1.3.6 heeft de Raad in de wijzigingsopdracht aangegeven dat onduidelijk is wat het doel is om in deze twee artikelen te kiezen voor twee verschillende tijdstippen waarop de meetdata dient te worden verzonden.
40. De gezamenlijke netbeheerders hebben in de brief van 21 december 2007 aangegeven dat de meetdatastroom uit artikel 4.1.3.6 deel uit maakt van een andere keten dan die uit artikel 4.1.3.5a. Artikel 4.1.3.6 vindt zijn oorsprong in een verzoek van een leverancier of shipper, zoals bedoeld in artikel 4.6.3 van de Allocatievoorwaarden Gas. Op grond van dat artikel verzoekt een leverancier of shipper de netbeheerder de in de allocatie gebruikte
Bijlage behorende bij het Besluit tot wijziging van de Meetvoorwaarden Gas – RNB met betrekking tot termijnen meetdata gas
I
De Meetvoorwaarden Gas - RNB worden gewijzigd als volgt.
A
Artikel 4.1.1.3 komt te luiden:
4.1.1.3
Indien 4.1.1.2 van toepassing is, worden ten minste eenmaal per zes maanden de tellerstanden van de gasmeter, en indien van toepassing van het niet herleid volume van het
volumeherleidingsinstrument en van het herleid volume van het volumeherleidingsinstrument bepaald door het ter plaatse uit- of aflezen van de meetinrichting door de erkende
meetverantwoordelijke.
Het eventueel geconstateerde verschil met de op afstand bepaalde standen wordt restvolume genoemd. De oorzaak van het ontstaan van dit restvolume wordt door de erkende
meetverantwoordelijke onderzocht.
Indien uit dit onderzoek blijkt dat (een deel van) het restvolume naar grote waarschijnlijkheid is ontstaan in concreet te duiden uren van de afgelopen maand, verdeelt de erkende
meetverantwoordelijke (dit deel van) het restvolume naar beste kunnen over de desbetreffende uren.
Het eventueel resterende restvolume wordt verwerkt in de maand van uit- of aflezen, nadat dit is herleid tot normaal kubieke meters [m3(n)] met behulp van de gemiddelde herleidingsfactor voor de uurmetingen van de afgelopen maand.
Indien het geconstateerde verschil zo groot is dat de op afstand bepaalde data voor de onderhavige maand niet voldoet aan de eisen gesteld in 3.5.3 voor volumemeting en/of capaciteitsmeting, vindt een onderzoek plaats naar de datacollectie en wordt, in plaats van de hierboven genoemde werkwijze, de werkwijze volgens 4.3.4.2 of 4.3.4.3 gevolgd.
B
Na artikel 4.1.3.5 wordt een nieuw artikel 4.1.35a ingevoegd. De artikelen 4.1.3.1 tot en met 4.1.3.7 komen te luiden:
4.1.3.1
De erkende meetverantwoordelijke bewerkt op de werkdag volgend op de gasdag van
meetverantwoordelijke verzendt de meetdata van alle aangeslotenen waarvoor hij meetverantwoordelijkheid draagt, voorzien van de van toepassing zijnde statuscode.
4.1.3.2
De erkende meetverantwoordelijke verzendt de in 4.1.3.1 genoemde meetdata aan de regionale netbeheerder overeenkomstig hetgeen daaromtrent in bijlage 2 van de Aansluit- en
transportvoorwaarden Gas - RNB is bepaald.
4.1.3.3
De meetdata van een bepaalde gasdag wordt uiterlijk op de vierde werkdag na de gasdag vóór 07:00 uur door de erkende meetverantwoordelijke verzonden aan de regionale netbeheerder.
4.1.3.4
De meetdata van een bepaalde gasmaand wordt uiterlijk op de vierde werkdag van de maand, volgend op de maand waarop de meetdata betrekking heeft, voor 07:00 uur, door de erkende meetverantwoordelijke verzonden aan de regionale netbeheerder. De erkende
meetverantwoordelijke verzendt per aansluiting de meetdata van een gasmaand in één bericht.
4.1.3.5
Uiterlijk op de twaalfde werkdag, voor 12:00 uur, van de maand na de maand waarin de desbetreffende gasdag valt, ontvangt de erkende meetverantwoordelijke van de regionale netbeheerder de meetdata retour waarvan een leverancier of een erkende shipper op grond van 4.6.3 van de Allocatievoorwaarden Gas bij de regionale netbeheerder om correctie heeft verzocht.
4.1.3.5a
Gewijzigde meetdata van een bepaalde gasmaand, wordt uiterlijk op de veertiende werkdag van de maand, volgend op de maand waarop de meetdata betrekking heeft, voor 07:00 uur, door de erkende meetverantwoordelijke gecorrigeerd en gevalideerd verzonden aan de regionale netbeheerder. De erkende meetverantwoordelijke verzendt per aansluiting met gewijzigde meetdata de meetdata voor de gehele gasmaand in één bericht.
4.1.3.6
De erkende meetverantwoordelijke gaat na of de conform 4.1.3.5 terug ontvangen meetdata moet worden gecorrigeerd en zendt de al dan niet gecorrigeerde meetdata uiterlijk op de vijftiende werkdag, van de maand na de maand waarin de desbetreffende gasdag valt, voor 12:00 uur opnieuw aan de regionale netbeheerder.
Wanneer de in 4.1.3.6 bedoelde meetdata binnen de in 4.1.3.6 genoemde termijn niet opnieuw wordt aangeleverd, dan wordt deze na de vijftiende werkdag van de maand na de maand waarin de desbetreffende gasdag valt, gebruikt voor de allocatie.
C
De artikelen 4.3.4.2 tot en met 4.3.4.5 komen te luiden:
4.3.4.2
Indien gedurende de periode tussen de veertiende werkdag van de maand volgend op de maand waarin de gasdag valt waarop de gegevens betrekking hebben en de achtste werkdag van de vierde maand na de maand waarin de gasdag valt waarop de gegevens betrekking hebben, wordt geconstateerd dat er, als gevolg van een onvolkomenheid aan de meetinrichting en/of de datacollectie, sprake is van onjuiste meetdata, wordt door de erkende meetverantwoordelijke, na afstemming met de desbetreffende leverancier, shipper, regionale netbeheerder en/of
aangeslotene, een schatting gemaakt van het werkelijk verbruik voor de uren gedurende de (vermoedelijke) periode dat de meting onjuist is geweest. De erkende meetverantwoordelijke zendt deze gecorrigeerde meetdata uiterlijk om 07:00 uur op de achtste werkdag van de vierde maand na de maand waarin de gasdag valt waarop de gegevens betrekking hebben aan de regionale netbeheerder. De regionale netbeheerder beschouwt deze meetdata als definitieve meetdata.
4.3.4.3
Indien gedurende de periode tussen de achtste werkdag van de vierde maand na de maand waarin de gasdag valt waarop de gegevens betrekking hebben en het einde van de
reconciliatietermijn, wordt geconstateerd dat er, als gevolg van een onvolkomenheid aan de meetinrichting en/of de datacollectie, sprake is van onjuiste meetdata, wordt, na afstemming met de desbetreffende leverancier, shipper, regionale netbeheerder en/of aangeslotene, door de erkende meetverantwoordelijke een schatting gemaakt van het werkelijk verbruik gedurende de (vermoedelijke) periode dat de meting onjuist is geweest.
4.3.4.4
De in 4.3.4.3 bedoelde correctie wordt binnen vijftien werkdagen na constatering van de
c. indien beschikbaar, de oude en nieuwe (geschatte) uurwaarden voor alle in deze periode vallende uren.
4.3.4.5
Indien ten gevolge van de in 4.3.4.2 of 4.3.4.3 bedoelde onvolkomenheid de herleidingsfactor afwijkt van de voor deze aansluiting kenmerkende herleidingsfactor, wordt, na het opheffen van de oorzaak, de omrekening van het niet herleide naar het herleide volume gedaan met de historische voor deze aansluiting kenmerkende herleidingsfactor. De herleide verschillen worden door de erkende meetverantwoordelijke aan zowel de aangeslotene als aan de regionale
netbeheerder gemeld. Het gecorrigeerd volume wordt door de regionale netbeheerder, met inachtneming van 4.3.4.2 of 4.3.4.3, verwerkt in de reconciliatie.
De Begrippenlijst Gas wordt gewijzigd als volgt.
Aan de Begrippenlijst Gas wordt het volgende begrip toegevoegd, luidende:
Statuscode
