• No results found

BESLUIT pagina 1van 9bao0209-981227-10-2006file://E:\archief1998\besluiten\bao\bao0209-9812.htm

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT pagina 1van 9bao0209-981227-10-2006file://E:\archief1998\besluiten\bao\bao0209-9812.htm"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse

mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet.

Zaaknummer 209/ ontheffingsverzoek Stichting Uitgeverij en Boekhandel Pegasus

I. INLEIDING

1. Op 30.03.1998 ontving de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) een aanvraag van Stichting Uitgeverij en Boekhandel Pegasus (hierna: Pegasus) om een

ontheffing toe te kennen van het verbod van artikel 6, eerste lid, van de Mededingingswet (hierna: Mw) op grond van artikel 17 Mw. Het ontheffingsverzoek heeft betrekking op het door Pegasus

gehanteerde systeem van individuele verticale prijsbinding.

II.FEITELIJKE ACHTERGROND A. Verzoekster

2. Pegasus is uitgever van boeken en importeert buitenlandse boeken in Nederland. Volgens Pegasus werd in 1996 een totale omzet van HFL [...] behaald en is in 1997 [...] omzet gegenereerd met de door Pegasus geïmporteerde en verkochte boeken.

B.De aangemelde regelingen

3. De aanvraag heeft betrekking op de door Pegasus gehanteerde leveringsvoorwaarden, die hieronder integraal zijn weergegeven (citaat).

"Artikel 1.

Op alle overeenkomsten die wij terzake de levering van boeken afsluiten zijn de navolgende leveringsvoorwaarden van toepassing. Artikel 2.

De koper verbindt zich de door ons op de factuur vermelde particuliere verkoopprijs te handhaven en geen kortingen in welke vorm dan ook te geven of toe te staan.

Artikel 3.

Als de koper een wederverkoper-grossier is, is hij verplicht de boeken te leveren aan zijn afnemers onder oplegging van de hiervoor onder 2 vermelden voorwaarden. Hij zal dat doen door voorafgaand aan de bestelling aan deze handelaren mee te delen dat deze leveringsvoorwaarden bij de griffie van de

arrondissementsrechtbank te Amsterdam op 29 april 1998 onder nr. 107/1998 zijn gedeponeerd en dat zij op verzoek zullen worden toegezonden, alsmede door deze leveringsvoorwaarden op

orderbevestiging en factuur volledig te vermelden. Hij zal tevens op de factuur de particuliere verkoopprijs per titel vermelden.

Artikel 4.

Als de wederverkoper-grossier bemerkt dat een van zijn afnemers zich niet houdt aan de aan hem opgelegde bepaling tot handhaving van de particuliere verkoopprijs, dan zal hij de verdere leveranties aan de betrokken afnemer stopzetten en ons importeur onmiddellijk van deze contractschending op de hoogte stellen."

(2)

mededingingsafspraak bijdraagt aan de verbetering van de productie of de verdeling van goederen en/of diensten of aan de bevordering van de technische en/of economische vooruitgang, antwoordt verzoekster (citaat):

"Door de vaste boekenprijs van de betrokken titels wordt een bijdrage geleverd aan de instandhouding van een fijnmazig

distributienet van boeken in Nederland, zoals ook - voor wat betreft de Nederlandse titels - erkend door de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van OCW."

5. Op de vraag (6.2 van het ontheffingsformulier) hoe een billijk aandeel in de uit de mededingingsafspraak voortvloeiende voordelen ten goede komt aan gebruikers, antwoordt verzoekster (citaat): "Doordat ook de onderhavige buitenlandse titels in het fijnmazige distributienet in Nederland worden opgenomen, heeft de gebruiker het voordeel van een verbeterde toegang tot het overzicht van buitenlandse boeken in Nederland."

6. Op de vraag (6.3 van het ontheffingsformulier) waarom alle mededingingsbeperkende bepalingen in de mededingingsafspraak noodzakelijk zijn om de bedoelde verbetering en/of vooruitgang te bereiken, antwoordt verzoekster (citaat):

"Zonder individuele verticale prijsbinding is het voordeel als bedoeld in 6.1 respectievelijk 6.2 niet bereikbaar. Anderzijds is het systeem nadrukkelijk beperkt tot individuele verticale prijsbinding en bestaat er geen organisatorisch verband met het systeem van collectief gehandhaafde verticale prijsbinding voor het Nederlandse boek." 7. Op de vraag (6.4 van het ontheffingsformulier) waarom de

mededingingsafspraak de concurrentie niet uitschakelt voor een wezenlijk deel van de betrokken markt voor goederen en/of diensten, antwoordt verzoekster (citaat):

"De concurrentie tussen titels blijft onverkort. Aan eigen import door wederverkopers wordt geen belemmering in de weg gelegd."

III.ONTHEFFINGSPROCEDURE

8. Op 02.06.1998 is Pegasus door de d-g NMa geïnformeerd over de verdere procedure inzake de behandeling van de aanvraag om ontheffing.

9. Op 24.09.1998 heeft de d-g NMa de leveringsvoorwaarden van Pegasus ontvangen.

10. Op 23.10.1998 is Pegasus door de d-g NMa om nader inlichtingen gevraagd. Deze zijn op 29.10.1998 door de d-g NMa ontvangen. 11. In de Staatscourant nummer 186 van 30.09.1998 is mededeling

gedaan van de ontheffingsaanvraag. Daarbij zijn belanghebbenden opgeroepen hun zienswijze schriftelijk of mondeling naar voren te brengen. De aanvraag en de daarop betrekking hebbende stukken hebben gedurende vier weken ter inzage gelegen ten kantore van de NMa. Hierop heeft niemand gereageerd.

12. Op 04.12.1998 heeft de d-g NMa het vertrouwelijke concept-besluit aan Pegasus voorgelegd om Pegasus in de gelegenheid te stellen feitelijke onjuistheden en vertrouwelijke gegevens in het concept-besluit aan te duiden. Op 11.12.1998 heeft de NMa hierop een reactie van Pegasus ontvangen.

IV.BEOORDELING

(3)

waarbij ontheffing wordt verleend van het verbod van artikel 6, eerste lid, Mw. Mitsdien hangt de toepasbaarheid van artikel 17 Mw af van de voorafgaande toepasbaarheid van artikel 6 Mw.

A. Toepasbaarheid artikel 6 Mw 14. Artikel 6 Mw luidt (citaat):

"1. Verboden zijn overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen, die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan wordt verhinderd, beperkt of vervalst;

2. De krachtens het eerste lid verboden overeenkomsten en besluiten zijn van rechtswege nietig."

15. Ingevolge artikel 7 Mw is artikel 6 Mw niet van toepassing op een overeenkomst indien:

"a. bij de desbetreffende overeenkomst of onderling afgestemde feitelijke gedraging niet meer dan acht ondernemingen betrokken zijn, dan wel bij de desbetreffende ondernemersvereniging niet meer dan acht ondernemingen betrokken zijn, en

b. de gezamenlijke omzet in het voorafgaande kalenderjaar van de bij de desbetreffende overeenkomst of onderling afgestemde

feitelijke gedraging betrokken onderneming dan wel de gezamenlijke omzet van de bij de desbetreffende ondernemersvereniging

betrokken ondernemingen niet hoger is dan:

1. tien miljoen gulden, indien daarbij uitsluitend ondernemingen zijn betrokken wier activiteiten zich in hoofdzaak richten op het leveren van goederen;

2. twee miljoen gulden, in alle andere gevallen."

16. De overeenkomst (leveringsvoorwaarden) van Pegasus voldoet niet aan het hierboven onder a gestelde. Pegasus sluit overeenkomsten met meer dan acht ondernemingen. Er is dus sprake is van meer dan acht overeenkomsten met hetzelfde doel en dezelfde strekking. Op grond hiervan moet worden geconcludeerd dat artikel 7 Mw niet van toepassing is. De algemene voorwaarden dienen derhalve te worden getoetst aan artikel 6 Mw. Blijkens het bepaalde in hoofdstuk 1 van de Memorie van Toelichting op de Mw zullen voor de

interpretatie van het verbod van artikel 6 Mw de Europeesrechtelijke beschikkingenpraktijk en de jurisprudentie gebruikt worden.

A.1Onderneming

17. Artikel 1, aanhef en onder f, Mw bepaalt dat voor de toepassing van de wet onder een onderneming moet worden verstaan een

onderneming in de zin van artikel 85, eerste lid, van het EG-Verdrag. 18. Pegasus is actief op het terrein van het importeren van buitenlandse boeken en oefent derhalve een economische activiteit uit en neemt deel aan het economisch verkeer. Pegasus is derhalve een

onderneming in de zin van artikel 1, sub f Mw. A.2 Relevante productmarkt

19. De relevante productmarkt betreft de producten ten aanzien waarvan de mededingingsrechtelijk te beoordelen gedraging van

ondernemingen zich afspeelt. In algemene zin geldt dat deze markt alle producten omvat die op grond van hun kenmerken, hun prijzen en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd door de afnemer als onderling verwisselbaar of substitueerbaar worden beschouwd. Ook aanbodsubstitutie is in dat verband een relevant aspect.

(4)

de verkoop van Nederlandse boeken. De vraag naar en het aanbod van buitenlandse boeken lijkt immers niet, of slechts in beperkte mate substitueerbaar met Nederlandse boeken. Op de markt voor de import van buitenlandse boeken kunnen volgens de categorisering van de Koninklijke Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels (hierna: KVB) zogenaamde Algemene boeken (A-boeken), Wetenschappelijke boeken (W-boeken) en School- en studieboeken (S-boeken) worden onderscheiden. In casu kan de exacte definitie van de relevante productmarkt echter in het midden worden gelaten, omdat dit voor de uiteindelijke beoordeling geen gevolgen heeft.

A.3 Relevante geografische markt

21. Volgens verzoekster vormt Nederland de relevante geografische markt. De exacte afbakening van de relevante markt kan in casu echter het midden blijven, aangezien dit voor de uiteindelijke beoordeling geen gevolgen heeft.

A4. Overeenkomst

22. Artikel 1 sub e Mw verwijst voor de uitleg van het begrip

"overeenkomst" naar het begrip in artikel 85, eerste lid van het Verdrag. Blijkens de jurisprudentie met betrekking tot artikel 85 EG-Verdrag omvat het begrip in elk geval juridisch bindende

overeenkomsten naar burgerlijk recht. De aangemelde leveringsvoorwaarden zijn bedoeld om bij herhaling te worden gebruikt als een, tussen Pegasus enerzijds en de (weder)verkopers anderzijds, juridisch bindende overeenkomst. De

leveringsvoorwaarden zijn derhalve een overeenkomst in de zin van artikel 6 Mw en kunnen aldus onder het verbod van artikel 6 Mw vallen.

A.5 Mededingingsbeperkende overeenkomst

23. Artikel 6 Mw verbiedt overeenkomsten tussen ondernemingen die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan wordt verhinderd, beperkt, of vervalst. Het is vaste jurisprudentie van Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen dat het verbod van artikel 85 eerste lid van het EG-Verdrag van toepassing is op een overeenkomst wanneer zij ertoe strekt óf tengevolge heeft dat de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst. Omdat de vorenbedoelde in artikel 85, eerste lid van het EG-Verdrag genoemde voorwaarden niet een cumulatief doch een alternatief karakter dragen, dient men in de eerste plaats de strekking van de overeenkomst na te gaan.

24. Wanneer wordt vastgesteld dat de overeenkomst ertoe strekt de mededinging te beperken, verhinderen of te vervalsen behoeven voor de toepassing van artikel 85 EG-Verdrag de concrete gevolgen van een overeenkomst niet in aanmerking behoeven te worden genomen. Om de strekking van een overeenkomst te bepalen behoeven het oogmerk of de bedoeling van de partijen niet te worden onderzocht. Het volstaat dat de overeenkomst van dien aard is dat zij de mededinging verhindert, beperkt of vervalst.

25. In het onderhavige geval dient derhalve allereerst te worden

nagegaan of de aangemelde overeenkomst een overeenkomst in de zin van artikel 6 is, en ertoe strekt de mededinging op de

Nederlandse markt of een deel daarvan te verhinderen, te beperken of te vervalsen.

(5)

bij de wederverkoop van buitenlandse boeken. Aldus wordt

verhinderd dat de wederverkopers en/of detaillisten hun prijzen zelf bepalen aan de hand van hun eigen kosten en handelsbeleid. De vrije prijsvorming wordt daarmee verhinderd; kostenvoordelen kunnen niet worden doorgegeven aan eindgebruikers. De

leveringsvoorwaarden van Pegasus zijn bedoeld om bij herhaling te gelden tussen Pegasus enerzijds en de wederverkopers en/of detaillisten anderzijds. In de praktijk zal dit cluster van gelijkluidende overeenkomsten hetzelfde effect te zien geven als een horizontale overeenkomst.

27. Voor de vaststelling van de aard van deze overeenkomst, en met name van het beding inzake de wederverkoopprijs is het van belang dat artikel 85, eerste lid sub (a) van het EG-Verdrag expliciet, als voorbeeld van een overeenkomst die in ieder geval onder het verbod van artikel 85, eerste lid van het EG-Verdrag valt, noemt: "het rechtstreeks of zijdelings opleggen van aan- of verkooprijzen of andere contractuele voorwaarden". Blijkens hoofdstuk 3 van de Memorie van Toelichting Mw sluit artikel 6 Mw zo veel mogelijk aan bij artikel 85, eerste lid van het EG-Verdrag. Het laatste deel van de desbetreffende verdragsbepaling, dat bestaat uit voorbeelden van overeenkomsten en gedragingen, die in ieder geval onder het verbod van artikel 85, eerste lid van het EG Verdrag vallen, waaronder bovengenoemde voorwaarde, is niet overgenomen in artikel 6 Mw, doch is blijkens het gestelde in Hoofdstuk 3 paragraaf 1 van de Memorie van Toelichting Mw naar analogie van toepassing. 28. Ook volgens de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de

Europese Gemeenschappen vormen clausules die afbreuk doen aan de vrijheid van de afnemer om zelf zijn wederverkoopprijzen vast te stellen naar hun aard een beperking van de mededinging.

29. Uit het bovenstaande volgt dat de leveringsvoorwaarden van Pegasus naar hun aard mededingingsbeperkend zijn. Nu de

leveringsvoorwaarden naar hun aard ertoe strekken de mededinging te verhinderen, te beperken, of te vervalsen, vormen zij een inbreuk op artikel 6 Mw.

A.6 Conclusie over de toepasbaarheid van artikel 6 Mw 30. De aangemelde overeenkomst is een overeenkomst tussen

ondernemingen in de zin van artikel 6 Mw. De leveringsvoorwaarden verplichten de wederverkoper een vaste prijs te hanteren bij de verkoop van het buitenlandse boek en doen afbreuk aan de vrijheid van de wederverkoper om zelf zijn verkoopprijzen vast te stellen, aan de hand van zijn eigen kosten en handelsvrijheid. Individuele

verticale prijsbinding leidt ertoe dat handelaren worden verhinderd om hun marktaandelen door een eigen autonome concurrentiële inspanning door de wederverkoop van boeken tegen prijzen die lager liggen dan de door de importeurs vastgestelde prijzen, te vergroten en door de rationalisatie verkregen voordelen aan de eindgebruikers door te geven.

31. De eerdergenoemde bepalingen strekken er naar hun aard toe en hebben tot gevolg dat de mededinging wordt beperkt en vormen derhalve een inbreuk op artikel 6, eerste lid Mw en zijn krachtens artikel 6, tweede lid Mw nietig.

32. Verzoekster heeft aangegeven dat de mededingingsafspraak, in casu de individuele prijsbinding van het buitenlandse boek, is aangevangen in (citaat):

(6)

om ontheffing gevoegde contracten betrekking hebben op

overeenkomsten tussen verzoekster en buitenlandse uitgeverijen en niet op verzoekster en haar afnemers.

34. De prijs van het buitenlandse boek werd tot 01.05.1998 voor de erkende importeurs collectief vastgesteld door de KVB. Op 07.04.1998 heeft de ledenvergadering van de KVB besloten de bepaling met betrekking tot de collectieve prijsbinding van het buitenlandse boek met ingang van 01.05.1998 uit het

Handelsreglement van de KVB te schrappen. Vanaf 01.05.1998 is er derhalve sprake van een nieuwe overeenkomst tussen de

verzoekster en zijn afnemers, in casu individuele verticale prijsbinding zoals opgenomen in de leveringsvoorwaarden. Daar deze overeenkomst op 01.05.1998 is aangevangen, is de overgangsregeling zoals voorzien in artikel 100 Mw niet van toepassing.

35. Artikelen 1 tot en met 4 van de leveringsvoorwaarden van verzoekster zijn derhalve nietig met ingang van 01.05.1998. B.Toepasbaarheid van artikel 17 Mw

36. Artikel 17 van de Mw luidt (citaat):

"De directeur-generaal kan op aanvraag een ontheffing verlenen van het verbod van artikel 6, eerste lid, voor overeenkomsten (....) die bijdragen tot verbetering van de productie of van de distributie of tot bevordering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goed komt, en zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen:

a. beperkingen op te leggen die voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn, of

b. de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken goederen en diensten de mededinging uit te schakelen."

37. De vereisten in artikel 17 Mw moeten in overeenstemming zijn met artikel 85 derde lid van het EG-Verdrag en in het licht van de Europese jurisprudentie worden geïnterpreteerd. Uit de Europese jurisprudentie blijkt dat het voor de toewijzing van de

ontheffingsaanvraag noodzakelijk is dat alle vereisten in artikel 85 derde lid EG-Verdrag cumulatief zijn vervuld (arrest van 8 juni 1995, Schöller Lebensmittel t. Commissie, T-9/93, Jurispr. 1995, II-1611, r.o.139; arrest van 8 juni 1995, Langnese-Iglo t. Commissie, T-7/93, Jurispr. 1995, II-1533, R.O. 177).

38. Uit het voorgaande volgt dat, om een ontheffing op grond van artikel 17 Mw te kunnen verlenen, de d-g NMa er derhalve van overtuigd moet zijn dat aan alle voorwaarden gesteld in dit artikel wordt voldaan.

B.1Verbetering van de productie of van de distributie of bevordering van technische of economische vooruitgang

39. Het pleidooi van verzoekster dat een vaste particuliere prijs voor het buitenlandse boek bijdraagt aan de instandhouding van een

fijnmazig distributienet van boeken in Nederland, kan niet worden gevolgd.

40. Ten eerste sluit verticale prijsbinding de prijsconcurrentie op detailhandelsniveau uit. Wederverkopers wordt het immers onmogelijk gemaakt om af te wijken van de door de importeur vastgestelde prijs. Daardoor kunnen verschillen in efficiëncy en serviceniveau niet doorwerken in het niveau van de

(7)

fijnmazig distributienet van boeken in Nederland.

41. Daarnaast is het criterium van de verbetering van de verdeling van goederen niet reeds vervuld wanneer door een systeem van verticale prijsbinding een gegeven distributiestructuur behouden blijft of bepaalde vormen in distributie bevoordeeld worden. Zolang nieuwe distributiekanalen (bijvoorbeeld Internet) de vraag van de gebruiker naar boeken vervullen, zowel met betrekking tot de breedte van het assortiment als de verleende diensten, bestaat er in beginsel geen rechtvaardiging om een bepaalde distributievorm ten opzichte van een andere te bevoordelen. De distributievormen die de vraag van de consument het beste en meest efficiënt vervullen zullen zich handhaven en aan belang winnen. Dit is des te belangwekkender, aangezien distributiekosten vaak een zeer wezenlijk deel van de totale kosten van een product vormen.

42. Ook daalt sedert jaren het aantal boekhandels in Nederland. Dat is mede een gevolg van de opkomst van de inloopwinkels, waarin uitsluitend populaire boeken en tijdschriften worden aangeboden, alsmede de groei van de omzet van de boekenclubs. Ook uit de brancheschets 1998 van het EIM van de detailhandel in boeken, tijdschriften en kranten volgt dat het aantal verkoopplaatsen en geregistreerde ondernemingen de laatste jaren is gedaald. De vaste boekenprijs voor het Nederlandse boek in het algemeen en het buitenlandse boek in het bijzonder is dus geen effectieve remedie gebleken tegen een daling van het aantal verkooppunten.

43. Ook kan niet worden gesteld dat de vaste boekenprijs ertoe bijdraagt de geografische spreiding van boekhandels in stand te houden. In Nederland is een ontwikkeling gaande waarbij breedgesorteerde boekhandels zich meer en meer in middelgrote tot grote

winkelgebieden vestigen, gestimuleerd door economische motieven. Uit de statistieken die zijn opgesteld in opdracht van de Europese Commissie kan geen verband afgeleid worden tussen het bestaan van de vaste boekenprijs en de mate waarin kleinere gemeenten nog boekhandels hebben. Uit deze studie blijkt dat het aantal

boekhandels in landelijke gebieden niet samenhangt met het bestaan van een vaste boekenprijs maar eerder met de mate van verstedelijking.

44. Daarenboven geldt dat, indien sprake zou zijn van boekhandels die wegtrekken uit landelijke gebieden, consumenten die daar

woonachtig zijn ook via andere distributiekanalen (boekenclub, postorderbedrijven, Internet) in hun behoefte kunnen voorzien. 45. Ten slotte het volgende. In haar jaarverslag over 1992 stelde de KVB

dat de vreemdtalige import in 1991 ruim HFL 183 mln bedroeg, een bedrag dat volgens haar overeenkwam met 11,45% van de totale boekenmarkt. Gezien dit relatief beperkte percentage kan niet worden betoogd dat vele boekhandels en andere afnemers voor hun omzet en continuïteit in grote mate afhankelijk zijn van de verkoop van buitenlandse boeken. Het betoog dat de vaste prijs voor buitenlandse boeken bijdraagt aan de instandhouding van een fijnmazig distributienet van boeken in Nederland, moet derhalve ook op deze gronden worden verworpen.

46. De vaste boekenprijs draagt derhalve niet bij tot de instandhouding van een fijnmazig distributienet van boeken in Nederland. De vaste boekenprijs kan dus ook niet bijdragen tot de bevordering van de verkoop van het buitenlandse boek. Noch door verzoekster, noch is op basis van enig ander onderzoek aangetoond dat vaste

(8)

bepaald boek op voorraad neemt, afhangt van de mate waarin hij winstmogelijkheden ziet in de desbetreffende titel, wat op zijn beurt afhankelijk is van het verwachte volume en de marge die hij van de buitenlandse uitgever en Nederlandse boekverkoper mag

verwachten. Deze factoren hangen op geen enkele wijze direct of indirect samen met het bestaan van een vaste boekenprijs.

Daarnaast blijkt dat in andere landen, zonder vaste boekenprijs maar met nog veel hogere aandelen van geïmporteerde boeken,

consumenten geen klagen hebben over de diensten verleend door importeurs.

B.2 Billijk aandeel voor consumenten

48. Verzoekster heeft niet kunnen aantonen dat een fijnmazig

distributienet van boeken in Nederland als voordeel voortvloeit uit het hanteren van individuele prijsbinding bij buitenlandse boeken. Dit is ook niet waarschijnlijk zoals eerder onder punten 40 tot en met 43 is weergegeven. Er kan hiervan derhalve ook geen billijk aandeel aan de consument ten goede komen.

49. Daarenboven kan het volgende worden gesteld. Onder een systeem van vaste boekenprijzen bestaat de mogelijkheid dat de

handelsmarges zo vastgesteld worden dat ook nog de minst

efficiënte handelaren kunnen overleven, wat automatisch een hogere prijs tot gevolg heeft. Als er prijsconcurrentie tussen handelaren bestaat zullen boekhandelaren proberen door het aanbieden van lagere prijzen marktaandeel te winnen. Met name de efficiëntere boekhandelaren zullen een gedeelte van de kostenvoordelen die zij hebben aan de consumenten doorgeven in de vorm van lagere prijzen. Vaste boekenprijzen leiden er slechts toe dat

kostenvoordelen in de vorm van hogere winstmarges bij de boekhandelaar blijven.

50. Derhalve kan moeilijk worden aanvaard dat de beperkingen van de mededinging - zelfs indien ze een bepaald voordeel zouden voortbrengen, hetgeen door verzoekster niet is aangetoond - een billijk aandeel in deze hypothetische voordelen aan de gebruiker ten goede laten komen, wanneer eventuele prijsvoordelen niet kunnen worden doorgespeeld.

51. Ten slotte bemoeilijkt de vaste boekenprijs de totstandkoming van meer efficiënte distributiestructuren omdat het deze efficiëntere distributiekanalen dwingt tegen dezelfde prijzen aan te bieden als haar minder efficiënte concurrenten, toetreding belemmert en de ondernemer beperkt bij het benutten van innovatieve

distributievormen en zo de noodzaak vermindert te zoeken naar kostenbesparingen die uiteindelijk weer een matigende invloed hebben op de consumentenprijzen.

B.3 Onmisbaarheid van de mededingingsbeperkingen

52. Het argument van verzoekster dat zonder individuele prijsbinding voor buitenlandse boeken de door verzoekster naar voren gebrachte voordelen niet behaald worden, kan niet worden gevolgd. Door verzoekster is niet aangetoond dat de voordelen daadwerkelijk samenhangen met het hanteren van individuele prijsbinding voor het buitenlandse boek. Zelfs indien dit verband wel aanwezig zou zijn, dan nog kan niet worden gesteld dat individuele verticale prijsbinding onmisbaar zou is om deze voordelen te behalen.

B.4 De mededinging wordt niet voor een wezenlijk deel van de betrokken goederen uitgeschakeld

(9)

betrokken markt voor goederen, aangezien concurrentie tussen titels onverkort aanwezig blijft en aan eigen import door wederverkopers geen belemmering in de weg wordt gelegd, kan achterwege blijven daar aan de voorafgaande drie criteria's voor ontheffing niet wordt voldaan.

B.5 Conclusie over de toepasbaarheid van artikel 17 Mw 54. De d-g NMa is er niet van overtuigd dat aan alle voorwaarden

gesteld in artikel 17 Mw wordt voldaan.

V. BESLUIT

55. Gelet op het bovenstaande wordt de aanvraag om ontheffing van het verbod van artikel 6, eerste lid Mw afgewezen.

Datum: 16 december 1998

w.g. A.W. Kist

De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, Sectie Beschikkingen, Bezwaar en Beroep, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag.

terug

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In artikel 16 van de samenwerkingsovereenkomst staat: "Gezien de aard van de samenwerking wensen partijen zich te onthouden van nieuwe joint promoties en/of andere

Voor de beoordeling van de toepasselijkheid van het concentratietoezicht wordt in het navolgende onderzocht of de gemelde operatie resulteert in de totstandkoming van

Partijen hebben opgemerkt dat formeel gezien deze transacties zouden kunnen worden aangemerkt als een melding van de concentraties tussen Oveneen enerzijds en elk van de partijen

Gelet op de hoogte van de genoemde marktaandelen en de aanwezigheid van een groot aantal andere ondernemingen dat zich bezighoudt met uitzending van personeel, bestaat er geen

Uit voorgaande punten kan worden geconcludeerd dat, ongeacht of de markt voor creamers geografisch wordt afgebakend als Europese of mondiale markt, er geen reden is om aan te

Gelet op het voorgaande bestaat er geen reden om aan te nemen dat op het gebied van autoverhuur en autoschadeherstel als gevolg van de concentratie een economische machtspositie

Na totstandbrenging van de voorgenomen concentratie zullen partijen ten aanzien van de levering van gasmotoren respectievelijk de productie van generatorsets ten behoeve

Indien er sprake is van een regionale markt voor de groothandel in ruwbouw- en afbouwmaterialen dan zijn de gevolgen van de voorgenomen concentratie gering aangezien Raab