BESLUIT
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandsemededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
Zaaknummer 1125: Eurotech - Friday
I. MELDING
1. Op 23 november 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Stork ICM BV en Hertel BV voornemens zijn een
gemeenschappelijke onderneming tot stand te brengen, in de zin van artikel 27, onder c, van de Mededingingswet. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 229 van 30 november 1998. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.
II. PARTIJEN
2. Eurotech Holding BV (hierna: Eurotech) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Stork ICM BV (hierna: Stork) houdt 100% van de aandelen in Eurotech. Stork ICM BV is een dochteronderneming van Stork NV.
3. Eurotech is actief op het gebied van uitzending van technisch personeel. 4. Friday BV (hierna: Friday) is een besloten vennootschap naar
Nederlands recht. Hertel BV houdt 100% van de aandelen in Friday. Hertel BV (hierna: Hertel) is een dochteronderneming van Hertel Holding BV. Friday is actief op het gebied van uitzending van technisch personeel. 5. De nieuwe vennootschap (hierna te noemen: Friday Eurotech Holding BV) is een nog op te richten besloten vennootschap. Friday Eurotech Holding BV zal zich na de oprichting bezig houden met het uitzenden van technisch personeel.
III. DE GEMELDE OPERATIE
6. De gemelde operatie betreft blijkens de overgelegde concept Letter of Intent d.d. 12 oktober 1998 de overdracht door Stork van haar aandelen in Eurotech aan Friday Eurotech Holding BV en de overdracht door Hertel van haar aandelen in Friday aan Friday Eurotech Holding BV. Stork en Hertel zullen ieder 50% van de aandelen in Friday Eurotech Holding BV houden.
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
7. De gemelde operatie is te beschouwen als een concentratie is in de zin van artikel 27, onder c, van de Mededingingswet. Daartoe wordt het
pagina 1 van 4
bcm1125-9812
volgende overwogen (punten 8 tot en met 11). Gezamenlijke zeggenschap
8. Blijkens de overgelegde Letter of Intent zullen de stemrechten in Friday Eurotech Holding BV gelijkelijk verdeeld zijn over Stork en Hertel. De bestuurders van de op te richten vennootschap, evenals de leden van de op te richten raad van commissarissen zullen worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders. De raad van commissarissen zal bestaan uit vier leden. Zowel Stork als Hertel is bevoegd tot voordracht van elk twee commissarissen. Aan de raad van commissarissen zijn geen bijzondere bevoegdheden toegekend.
9. Uit het voorgaande volgt dat Stork en Hertel gezamenlijke zeggenschap zullen hebben in Friday Eurotech Holding BV.
Duurzame zelfstandige economische eenheid
10. Friday Eurotech Holding BV zal alle functies gaan vervullen die andere ondernemingen, die werkzaam zijn op het terrein waarop de
gemeenschappelijke dochteronderneming werkzaam zal zijn, normaliter vervullen. Friday Eurotech Holding BV zal zelfstandig diensten aan derden aanbieden en daartoe over voldoende eigen middelen en personeel beschikken. De gemeenschappelijke onderneming wordt blijkens artikel 11 van de concept Joint Venture Overeenkomst van partijen voor onbepaalde tijd aangegaan. De gemeenschappelijke onderneming zal op duurzame wijze alle functies van een zelfstandige eenheid vervullen.
Geen coördinatie van marktgedrag van de oprichtende ondernemingen 11. De vorming van de gemeenschappelijke onderneming leidt er niet toe dat de oprichtende ondernemingen hun marktgedrag zullen coördineren. Nadat de gemeenschappelijke onderneming is opgericht zullen beide moeder-ondernemingen zich duurzaam terugtrekken uit de markten waarop de gemeenschappelijke onderneming actief zal zijn. Verwezen wordt ook naar het door partijen onderling overeengekomen non-concurrentiebeding (punt 18 van dit besluit).
12. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Stork NV en Hertel Holding BV.
13. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
V. BEOORDELING
A. Relevante markten Relevante productmarkten
14. Zowel Eurotech als Friday is actief op het gebied van de
uitzending/detachering van werktuigbouwkundigen, zoals lassers, fitters, bankwerkers en sleutelaars. Volgens partijen is deze deelmarkt van de technische uitzendmarkt in casu de relevante markt.
15. In het onderhavige geval behoeft niet te worden bepaald of de relevante markt wordt gevormd door de uitzendmarkt in haar geheel, door de
pagina 2 van 4
bcm1125-9812
technische uitzendmarkt dan wel door een deel daarvan
(uitzending/detachering van werktuigbouwkundigen), aangezien de
uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie hierna, punt 17). Relevante geografische markten
16. Vastgesteld kan worden, dat beide partijen actief zijn in geheel Nederland.
Op regionaal niveau staan partijen in daadwerkelijke of potentiële
concurrentie met grote sterke landelijke marktdeelnemers, zoals Randstad en Content Uitzendbureau. Op regionaal niveau ondervinden partijen voorts nog concurrentie van kleinere, regionaal opererende marktdeelnemers. Gelet op het voorgaande is aannemelijk dat een beoordeling op regionaal niveau niet leidt tot een andere conclusie dan de beoordeling op nationaal niveau. In het midden kan derhalve blijven of de relevante geografische markt nationaal dan wel regionaal is.
B. Gevolgen van de concentratie
17. Uitgaande van de door de Algemene Bond voor Uitzendpersoneel berekende omvang van mogelijkerwijs te onderscheiden markten (gehele landelijke uitzendmarkt of de landelijke uitzendmarkt voor industrieel of technisch personeel) kan worden opgemerkt dat het gezamenlijk
marktaandeel van partijen in alle gevallen minder dan 5% bedraagt. Ook indien uitgegaan wordt van de uitzendmarkt voor werktuig-bouwkundigen, ligt het gecombineerde marktaandeel van partijen onder de 5%. Gelet op de hoogte van de genoemde marktaandelen en de aanwezigheid van een groot aantal andere ondernemingen dat zich bezighoudt met uitzending van personeel, bestaat er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de voorgenomen concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
VI. NEVENRESTRICTIES
18. In aanvulling op de melding hebben partijen medegedeeld dat in de overeen-komst terzake een non-concurrentiebeding zal worden
opgenomen, inhoudende dat de moederondernemingen van Friday Eurotech Holding BV op het gebied van het ter beschikking stellen van uitvoerend technisch personeel geen andere activiteiten zullen ontwikkelen zonder voorafgaande wederzijdse schriftelijke toestemming. Een dergelijke clausule brengt tot uitdrukking dat de oprichtende ondernemingen zich duurzaam uit de markt terug zullen trekken ten gunste van de
gemeenschappelijke onderneming en kan dan ook als rechtstreeks verbonden aan en als noodzakelijk voor de verwezenlijking van de onderhavige concentratie worden aangemerkt (zie ook: zaak 890/ECN - KEMA, besluit van 28 augustus 1998, nummer NMa-890/12.b93, punt 21).
VII. CONCLUSIE
19. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden
pagina 3 van 4
bcm1125-9812
om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
20. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft, geen vergunning is vereist.
21. Gelet op hetgeen vermeld is onder punt 18, is de directeur-generaal van oordeel dat, voor zover de in punt 18 omschreven clausule een
overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomst.
Datum: 15 december 1998
w.g. A.W. Kist
Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.
terug
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.
